Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012R0377

Verordening (EU) nr. 377/2012 van de Raad van 3 mei 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van bepaalde personen, entiteiten en lichamen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de Republiek Guinee-Bissau bedreigen

PB L 119 van 4.5.2012, p. 1–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 25/09/2024

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2012/377/oj

4.5.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 119/1


VERORDENING (EU) Nr. 377/2012 VAN DE RAAD

van 3 mei 2012

betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van bepaalde personen, entiteiten en lichamen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de Republiek Guinee-Bissau bedreigen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215, lid 2,

Gezien Besluit 2012/237/GBVB van de Raad van 3 mei 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van bepaalde personen, entiteiten en lichamen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de Republiek Guinee-Bissau bedreigen (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit 2012/237/GBVB van de Raad voorziet in de vaststelling van beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen die een vreedzaam politiek proces willen verhinderen of in de weg staan, of die activiteiten ondernemen die de stabiliteit in de Republiek Guinee-Bissau ondermijnen. Dit heeft meer bepaald betrekking op de personen die een leidende rol hebben gespeeld in de muiterij van 1 april 2010 en de staatsgreep van 12 april 2012, en die blijven streven naar de ondermijning van de rechtsstaat en de voorrangspositie van het burgerlijke gezag. Deze maatregelen omvatten de bevriezing van tegoeden en economische middelen van de natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen die op de lijst staan in de bijlage bij dat besluit.

(2)

Deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is, om te garanderen dat zij in alle lidstaten door de marktdeelnemers uniform worden toegepast, EU-regelgeving noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen.

(3)

Deze verordening eerbiedigt de fundamentele rechten en beginselen die zijn erkend in met name het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, meer bepaald het recht op een doeltreffende voorziening in rechte, het recht op een onpartijdig gerecht en het recht op de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening dient te worden toegepast overeenkomstig deze rechten en beginselen.

(4)

Gezien de specifieke bedreiging van de internationale vrede en veiligheid die uitgaat van de situatie in Guinee-Bissau alsmede om de samenhang met de wijzigings- en herzieningsprocedure voor de bijlage bij Besluit 2012/237/GBVB te waarborgen, dient de bevoegdheid om bijlage I bij deze verordening te wijzigen, te worden uitgeoefend door de Raad.

(5)

De procedure tot wijziging van bijlage I bij de verordening dient in te houden dat de aangewezen personen, entiteiten en lichamen in kennis worden gesteld van de redenen voor plaatsing op de lijst, zodat zij opmerkingen kunnen indienen. Indien er opmerkingen worden ingediend of belangrijk nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit in het licht van die opmerkingen en brengt hij de betrokken personen, entiteiten of lichamen daarvan op de hoogte.

(6)

Met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening en op een zo groot mogelijke rechtszekerheid binnen de Unie dienen de namen en andere relevante gegevens over de natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens de verordening moeten worden bevroren, openbaar te worden gemaakt. Elke verwerking van persoonsgegevens dient de bepalingen te respecteren van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (2), alsook van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (3).

(7)

Om de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet, te waarborgen, moet deze verordening onmiddellijk in werking treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a)   „tegoeden”: financiële activa en economische voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

b)   „bevriezing van tegoeden”: het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren en gebruiken van, toegang hebben tot of omgaan met tegoeden, met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken of bestemming of andere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

c)   „economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

d)   „bevriezing van economische middelen”: het voorkomen van het gebruiken van economische middelen om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet noodzakelijkerwijs beperkt tot, het verkopen, verhuren of verhypothekeren ervan;

e)   „grondgebied van de Unie”: het grondgebied waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden.

Artikel 2

1.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van de natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die, overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Besluit 2012/237/GBVB, door de Raad zijn geïdentificeerd als zijnde i) natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die handelingen verrichten of steunen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de Republiek Guinee-Bissau bedreigen of ii) die banden met de onder i) bedoelde personen, entiteiten of lichamen onderhouden, en die in bijlage I zijn vermeld, worden bevroren.

2.   Aan of ten behoeve van de in bijlage I genoemde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen mogen geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking worden gesteld.

3.   Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben de in de leden 1 en 2 bedoelde maatregelen direct of indirect te omzeilen.

Artikel 3

1.   In bijlage I wordt vermeld waarom de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die op de lijst staan, op de lijst zijn geplaatst.

2.   Bijlage I bevat verder, indien beschikbaar, informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen te kunnen identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen kan die informatie namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en de plaats van vestiging omvatten.

Artikel 4

1.   In afwijking van het bepaalde in artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, die aangegeven zijn op de in bijlage II genoemde websites, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)

nodig zijn ter dekking van de basisbehoeften van de in bijlage I genoemde personen en de familieleden die van hen afhankelijk zijn, zoals voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en openbare nutsvoorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor slechts het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen; of

d)

noodzakelijk zijn voor het dekken van buitengewone lasten, mits de betrokken lidstaat aan alle andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór hij toelating verleent, kennis heeft gegeven van de redenen waarom hij van mening is dat een specifieke toelating moet worden verleend.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 5

1.   In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, die aangegeven zijn op de in bijlage II genoemde websites, het vrijgeven van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen toestaan indien aan volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de betrokken tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een justitieel, administratief of arbitrair retentierecht dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of lichaam in bijlage I is opgenomen, of van een justitieel, administratief of arbitrair vonnis dat van vóór die datum dateert;

b)

de betrokken tegoeden of economische middelen worden uitsluitend aangewend om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk retentierecht zijn gewaarborgd of door een dergelijk vonnis geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;

c)

het retentierecht of het vonnis komt niet ten goede aan een natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of lichaam bedoeld in bijlage I bij deze verordening; en

d)

de erkenning van het onderpand of van de uitspraak is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 6

1.   Artikel 2, lid 2, is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op die rekeningen; of

b)

betalingen op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de natuurlijke persoon of rechtspersoon, de entiteit of het lichaam, als bedoeld in artikel 2, opgenomen werd in bijlage I,

mits deze rente, andere inkomsten en betalingen bevroren worden overeenkomstig artikel 2, lid 1.

2.   Artikel 2, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen in de Unie die tegoeden ontvangen die naar de rekening van een op de lijst voorkomende natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, op voorwaarde dat de bijgeboekte bedragen eveneens worden bevroren. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteiten onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

Artikel 7

1.   De bevriezing van tegoeden of economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming met deze verordening is, mag geen aanleiding geven tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke persoon of rechtspersoon of de entiteit die, dan wel het lichaam dat die maatregel uitvoert, of van de directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.

2.   De verbodsbepaling van artikel 2, lid 2, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen die financiering of financiële bijstand verstrekten, indien deze niet wisten en geen gegronde reden hadden om te vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden zijn op de bedoelde verbodsbepalingen.

Artikel 8

1.   Onverminderd de geldende regels inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn de in bijlage I genoemde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:

a)

alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 2 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of waar zij gevestigd zijn, zoals aangegeven op de in bijlage II genoemde websites, en deze informatie, direct of via die bevoegde autoriteit, aan de Commissie door te geven; en

b)

samen te werken met deze bevoegde autoriteit bij de verificatie van deze informatie.

2.   Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

Artikel 9

De Commissie en de lidstaten stellen elkaar onverwijld in kennis van de krachtens deze verordening getroffen maatregelen en wisselen onderling alle andere voor deze verordening relevante informatie waarover zij beschikken uit, met name betreffende inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.

Artikel 10

De Commissie wordt gemachtigd bijlage II te wijzigen op basis van de door de lidstaten verstrekte informatie.

Artikel 11

1.   Wanneer de Raad besluit een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam te onderwerpen aan de in artikel 2, lid 1, bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage I dienovereenkomstig.

2.   De Raad stelt de natuurlijke persoon of rechtspersoon, de entiteit of het lichaam, als bedoeld in lid 1, in kennis van zijn besluit en van de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door een kennisgeving te publiceren, zodat zij daarover opmerkingen kunnen indienen.

3.   Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen daarvan op de hoogte.

4.   De lijst in bijlage I wordt met regelmatige tussenpozen en ten minste om de twaalf maanden opnieuw bezien.

Artikel 12

1.   De lidstaten stellen de regels vast betreffende de sancties op inbreuken op deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de regels ten uitvoer worden gelegd. Deze sancties moeten evenredig en doeltreffend zijn en een afschrikkende werking hebben.

2.   De lidstaten delen de regels na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mede aan de Commissie en melden alle latere wijzigingen van deze regels.

Artikel 13

Waar in deze verordening sprake is van een meldingsplicht, of anderzijds van de verplichting de Commissie te informeren of met haar te communiceren, wordt daartoe gebruikgemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage II.

Artikel 14

Deze verordening is van toepassing:

a)

op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;

b)

aan boord van vliegtuigen of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c)

op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d)

op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten en lichamen;

e)

op alle rechtspersonen, entiteiten en lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

Artikel 15

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 3 mei 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

N. WAMMEN


(1)  Zie bladzijde 43 van dit Publicatieblad.

(2)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(3)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.


BIJLAGE I

Lijst van natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten of lichamen als bedoeld in artikel 2, lid 1, en artikel 2, lid 2

Personen

 

Naam

Identificatiegegevens (geboortedatum en -plaats), paspoort/identiteitskaartnummer, enz.)

Redenen voor plaatsing op de lijst

Datum plaatsing op de lijst

1.

Generaal António INJAI (ook bekend als António INDJAI)

Nationaliteit: Guinee-Bissau

Geboortedatum: 20 januari 1955

Geboorteplaats: Encheia, Sector de Bissorá, Região de Oio, Guinee-Bissau

Bloedverwantschap: Wasna Injai en Quiritche Cofte

Officiële functie: Luitenant-generaal, Chefe de Estado-Maior Geral das Forças Armadas

António Injai was persoonlijk betrokken bij de planning en de leiding van de muiterij op 1 april 2010, die resulteerde in de wederrechtelijke aanhouding van de premier, Carlo Gomes Junior, en de toenmalige chef-staf van de krijgsmacht, José Zamora Induta.

Antonio Injai heeft de regering onder druk gezet hem te benoemen tot chef-staf van de strijdkrachten.

3.5.2012

 

 

Nationale identiteitskaart: niet bekend (Guinee-Bissau)

Paspoort: Diplomatiek paspoort AAID00435

Datum van afgifte: 18.2.2010

Plaats van afgifte: Guinee-Bissau

Vervaldatum: 18.2.2013

Injai heeft systematisch openbare verklaringen afgelegd waarin hij doodsbedreigingen uit aan het adres van legitieme autoriteiten, meer bepaald eerste minister Carlos Gomes Junior, en waarin hij de rechtsstaat en het burgerlijke gezag ondergraaft en een algemeen klimaat van straffeloosheid en instabiliteit in het land bevordert.

Tijdens de verkiezingsperiode in 2012 heeft Injai, in zijn hoedanigheid van chef-staf van de strijdkrachten, opnieuw verklaringen afgelegd waarin hij dreigde de verkozen autoriteiten omver te werpen en een eind te maken aan het verkiezingsproces.

 

 

 

 

Antonio Injai was opnieuw betrokken bij de operationele planning van de staatsgreep van 12 april 2012. Na deze staatsgreep is het eerste communiqué van het "militaire commando" uitgevaardigd door de algemene staf van de strijdkrachten, onder leiding van generaal Injai. Hij heeft dit ongrondwettelijke militaire ingrijpen op geen enkele manier tegengegaan, noch heeft hij zich ervan gedistantieerd.

 

2.

Generaal-majoor Mamadu TURE (N'KRUMAH) (ook bekend als N’Krumah)

Nationaliteit: Guinee-Bissau

Geboortedatum: 26 april 1947

Diplomatiek paspoort nr. DA0002186

Datum van afgifte: 30.3.2007

Vervaldatum: 26.8.2013

Adjunct-chef-staf van de strijdkrachten. Lid van het "militaire commando" dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012.

3.5.2012

3.

Generaal Augusto MÁRIO CÓ

 

Chef-staf van de landmacht. Lid van het "militaire commando" dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012.

3.5.2012

4.

Generaal Estêvão NA MENA

 

Chef-staf van de zeemacht. Lid van het "militaire commando" dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012.

3.5.2012

5.

Brigadier-generaal Ibraima CAMARÁ (ook bekend als "Papa Camará")

Nationaliteit: Guinee-Bissau

Geboortedatum: 11 mei 1964

Diplomatiek paspoort nr. AAID00437

Datum van afgifte:18.2.2010

Vervaldatum: 18.2.2013

Chef-staf van de luchtmacht. Lid van het "militaire commando" dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012.

3.5.2012

6.

Luitenant-kolonel Daba NAUALNA (ook bekend als Daba Na Walna)

Nationaliteit: Guinee-Bissau

Geboortedatum: 6 juni 1966

Paspoortnummer: SA 0000417

Datum van afgifte: 29.10.2003

Vervaldatum: 10.3.2013

Woordvoerder van het "militaire commando" dat zich verantwoordelijk heeft verklaard voor de staatsgreep van 12 april 2012.

3.5.2012


BIJLAGE II

Websites voor informatie betreffende de bevoegde autoriteiten in de lidstaten als bedoeld in artikel 4, lid 1, artikel 5, lid 1, en artikel 8, lid 1, en adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie

A.

Bevoegde autoriteiten van de lidstaten:

 

BELGIË

http://www.diplomatie.be/eusanctions

 

BULGARIJE

http://www.mfa.bg/en/pages/view/5519

 

TSJECHIË

http://www.mfcr.cz/mezinarodnisankce

 

DENEMARKEN

http://um.dk/da/politik-og-diplomati/retsorden/sanktioner/

 

DUITSLAND

http://www.bmwi.de/BMWi/Navigation/Aussenwirtschaft/Aussenwirtschaftsrecht/embargos.html

 

ESTLAND

http://www.vm.ee/est/kat_622/

 

IERLAND

http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519

 

GRIEKENLAND

http://www1.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

 

SPANJE

http://www.maec.es/es/MenuPpal/Asuntos/Sanciones%20Internacionales/Paginas/Sanciones_%20Internacionales.aspx

 

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/autorites-sanctions/

 

ITALIË

http://www.esteri.it/MAE/IT/Politica_Europea/Deroghe.htm

 

CYPRUS

http://www.mfa.gov.cy/sanctions

 

LETLAND

http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

 

LITOUWEN

http://www.urm.lt/sanctions

 

LUXEMBURG

http://www.mae.lu/sanctions

 

HONGARIJE

http://www.kulugyminiszterium.hu/kum/hu/bal/Kulpolitikank/nemzetkozi_szankciok/

 

MALTA

http://www.doi.gov.mt/EN/bodies/boards/sanctions_monitoring.asp

 

NEDERLAND

http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-vrede-en-veiligheid/sancties

 

OOSTENRIJK

http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=

 

POLEN

http://www.msz.gov.pl

 

PORTUGAL

http://www.min-nestrangeiros.pt

 

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

 

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/zunanja_politika_in_mednarodno_pravo/zunanja_politika/mednarodna_varnost/omejevalni_ukrepi/

 

SLOWAKIJE

http://www.foreign.gov.sk

 

FINLAND

http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet

 

ZWEDEN

http://www.ud.se/sanktioner

 

VERENIGD KONINKRIJK

www.fco.gov.uk/competentauthorities

B.

Adres voor kennisgevingen of andere mededelingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

Dienst instrumenten buitenlands beleid

Afdeling FPIS.2

CHAR 12/106

B-1049 Brussel

België

E-mailadres: relex-sanctions@ec.europa.eu

Tel. (32-2) 295 55 85

Fax (32-2) 299 08 73


Top