EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32012D0635
Council Decision 2012/635/CFSP of 15 October 2012 amending Decision 2010/413/CFSP concerning restrictive measures against Iran
Besluit 2012/635/GBVB van de Raad van 15 oktober 2012 houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran
Besluit 2012/635/GBVB van de Raad van 15 oktober 2012 houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran
PB L 282 van 16.10.2012, p. 58–69
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
In force
16.10.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 282/58 |
BESLUIT 2012/635/GBVB VAN DE RAAD
van 15 oktober 2012
houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft op 27 februari 2007 Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (1) vastgesteld ter uitvoering van Resolutie 1737 (2006) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties ("VNVR-Resolutie"). |
(2) |
Op 23 april 2007 werd Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB gewijzigd bij Gemeenschappelijk Standpunt 2007/246/GBVB (2) met het doel uitvoering te geven aan VNVR-Resolutie 1747 (2007). De Raad wijzigde Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB andermaal door de vaststelling, op 7 augustus 2008, van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/652/GBVB (3) waarbij uitvoering wordt gegeven aan VNVR-Resolutie 1803 (2008). |
(3) |
De Raad heeft op 26 juli 2010 Besluit 2010/413/GBVB vastgesteld (4), waarbij VNVR-Resolutie 1929(2010) ten uitvoer wordt gelegd en Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB wordt ingetrokken. |
(4) |
De Raad heeft op 23 januari 2012 Besluit 2012/35/GBVB vastgesteld, waarbij Besluit 2010/413/GBVB wordt gewijzigd in de zin van een aanscherping van de beperkende maatregelen tegen Iran omdat de Raad zich steeds ernstiger zorgen maakte over het karakter van het nucleaire programma van Iran, en in het bijzonder over de bevindingen betreffende de Iraanse activiteiten in verband met de ontwikkeling van nucleaire technologie voor militair gebruik, waarvan gewag wordt gemaakt in het verslag van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA). Die maatregelen werden op 15 maart 2012 verder aangescherpt bij Besluit 2012/152/GBVB (5). |
(5) |
In het licht van het feit dat Iran verzuimt om ernstige onderhandelingen op gang te brengen waarin het de internationale bezorgdheid over zijn nucleair programma kan wegnemen, acht de Raad het nodig aanvullende beperkende maatregelen tegen Iran vast te stellen. |
(6) |
In dat verband moet er een toetsing gebeuren van het verbod op de verkoop, de levering of de overdracht aan Iran van bijkomende goederen en technologie voor tweeërlei gebruik die zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (6), met het oog op het opnemen van voorwerpen die van belang kunnen zijn voor bedrijfstakken die rechtstreeks of onrechtstreeks onder het gezag staan van de Iraanse Revolutionaire Garde, of die van belang kunnen zijn voor het nucleaire, militaire en ballistische-rakettenprogramma van Iran, waarbij ermee rekening wordt gehouden dat ongewenste gevolgend voor de burgerbevolking van Iran vermeden dienen te worden. |
(7) |
Voorts moeten de aanschaf, de invoer en het vervoer van aardgas uit Iran worden verboden. |
(8) |
Ook de verkoop, de levering of de overdracht aan Iran van grafiet, en metaal (ruw of halffabricaat) zoals aluminium en staal, en software voor het integreren van industriële processen, die van belang is voor bedrijfstakken die rechtstreeks of onrechtstreeks onder het gezag staan van de Iraanse Revolutionaire Garde, of die van belang is voor het nucleaire, militaire en ballistische-rakettenprogramma van Iran moeten worden verboden. |
(9) |
De verkoop, de levering of de overdracht aan Iran van essentiële maritieme uitrusting en technologie voor het bouwen, onderhouden of opnieuw uitrusten van zeeschepen moeten worden verboden. |
(10) |
Daarnaast mogen de lidstaten geen nieuwe verplichtingen aangaan inzake het verlenen van financiële steun voor handel met Iran. Dit moet bestaande verplichtingen onverlet laten en dient geen betrekking te hebben op de handel met betrekking tot voedsel of landbouw-, medische of andere humanitaire doeleinden. |
(11) |
Ook de bouw of deelname aan de bouw van nieuwe olietankers voor Iran moet lidstaten worden verboden. |
(12) |
Ter voorkoming van de overdracht van financiële of andere activa of middelen die kunnen bijdragen tot proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten van Iran of tot de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, moeten transacties tussen banken en financiële instellingen in de Unie en Iraanse banken en financiële instellingen worden verboden, tenzij de betrokken lidstaat vooraf toestemming heeft verleend. Dit mag geen belemmering vormen voor het voortzetten van handel die niet verboden is uit hoofde van Besluit 2010/413/GBVB. |
(13) |
Daarnaast moeten diensten inzake toekenning van een vlag aan of classificatie van Iraanse olietankers en vrachtschepen worden verboden. |
(14) |
De levering van schepen voor het vervoer of de opslag van olie en petrochemische producten aan Iraanse personen en entiteiten of aan andere personen en entiteiten met het doel Iraanse olie en petrochemische producten te vervoeren of op te slaan, moet worden verboden. |
(15) |
Daarenboven moeten de bepalingen betreffende de bevriezing van tegoeden en economische middelen van de Iraanse centrale bank worden gewijzigd en de bepalingen betreffende de bevriezing van de tegoeden van bepaalde entiteiten moeten worden verduidelijkt. |
(16) |
Ten slotte moeten bijkomende personen en entiteiten worden opgenomen in de lijst van personen en entiteiten die zijn onderworpen aan de beperkende maatregelen als bedoeld in bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB, met name entiteiten die eigendom zijn van de Iraanse staat en die actief zijn in de olie-en-gas-sector, aangezien deze entiteiten een substantiële bron van inkomsten vormen voor de Iraanse regenring. Voorts dienen bepaalde personen en entiteiten van die lijst geschrapt te worden en dient de vermelding voor één entiteit gewijzigd te worden. |
(17) |
Voor de uitvoering van bepaalde maatregelen waarin dit besluit voorziet, is nieuw optreden van de Unie nodig. |
(18) |
Besluit 2010/413/GBVB dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Besluit 2010/413/GBVB van de Raad wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Het volgende artikel wordt toegevoegd: "Artikel 3 sexies 1. Het is verboden om aardgas uit Iran in te voeren, aan te schaffen of te vervoeren. De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder deze bepaling moeten vallen. 2. Het is verboden om al dan niet rechtstreeks financiering of financiële dienstverlening te verschaffen, met inbegrip van financiële derivaten, alsmede verzekeringen en herverzekeringen en tussenhandeldiensten inzake verzekeringen en herverzekeringen, in verband met de invoer, de aanschaf of het vervoer van aardgas uit Iran. 3. Het in lid 1 bedoelde verbod doet geen afbreuk aan de uitvoering van contracten voor de levering van aardgas van een andere staat dan Iran aan een EU-lidstaat."; |
2) |
Artikel 4 ter wordt vervangen door: "Artikel 4 ter 1. De verbodsbepaling in artikel 4, lid 1, laat tot 15 april 2013 onverlet dat verplichtingen betreffende de levering van goederen worden uitgevoerd die voortvloeien uit contracten die vóór 26 juli 2010 of 16 oktober 2012 zijn gesloten. 2. De verbodsbepalingen in artikel 4 laten tot 15 april 2013 onverlet dat verplichtingen worden uitgevoerd die voortvloeien uit contracten die vóór 26 juli 2010 of 16 oktober 2012 zijn gesloten en die betrekking hebben op investeringen die voor die data in Iran zijn gedaan door in de lidstaten gevestigde ondernemingen. 3. De verbodsbepaling in artikel 4 bis, lid 1, laat tot 15 april 2013 onverlet dat verplichtingen betreffende de levering van goederen worden uitgevoerd die voortvloeien uit contracten die vóór 23 januari 2012 of 16 oktober 2012 zijn gesloten. 4. De verbodsbepalingen in artikel 4 bis laten tot 15 april 2013 onverlet dat verplichtingen worden uitgevoerd die voortvloeien uit contracten die vóór 23 januari 2012 of 16 oktober 2012 zijn gesloten en die betrekking hebben op investeringen die voor die data in Iran zijn gedaan door in de lidstaten gevestigde ondernemingen. 5. De leden 1 en 2 laten de uitvoering van de in artikel 3 quater, lid 2, bedoelde verplichtingen onverlet, mits deze verplichtingen voortvloeien uit dienstverleningscontracten of van voor de uitvoering daarvan benodigde bijkomende contracten en mits de uitvoering van die verplichtingen vooraf door de betrokken lidstaat werd toegestaan. De betrokken lidstaat stelt de overige lidstaten en de Commissie in kennis van zijn voornemen om toestemming te verlenen. 6. De leden 3 en 4 laten de uitvoering van de in artikel 3 quinquies, lid 2, bedoelde verplichtingen onverlet, mits deze verplichtingen voortvloeien uit dienstverleningscontracten of van voor de uitvoering daarvan benodigde bijkomende contracten en mits de uitvoering van die verplichtingen vooraf door de betrokken lidstaat werd toegestaan. De betrokken lidstaat stelt de overige lidstaten en de Commissie in kennis van zijn voornemen om toestemming te verlenen ."; |
3) |
De volgende artikelen worden toegevoegd: "Artikel 4 sexies 1. De verkoop, levering of overdracht aan Iran van grafiet, en metaal (ruw of halffabricaat), zoals aluminium of staal, die van belang zijn voor bedrijfstakken die rechtstreeks of onrechtstreeks onder het gezag staan van de Iraanse Revolutionaire Garde, of die van belang zijn voor het nucleaire, militaire en ballistische-rakettenprogramma van Iran, door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten of met gebruik van onder de rechtsmacht van de lidstaten vallende schepen of vliegtuigen, is verboden, ongeacht of de goederen oorspronkelijk vanuit het grondgebied van de lidstaten komen. De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder deze bepaling moeten vallen. 2. Het is tevens verboden:
3. Het is verboden bewust of opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de verbodsbepalingen in de leden 1 en 2 worden omzeild. Artikel 4 septies De verbodsbepalingen in artikel 4 sexies laten tot 15 april 2013 de uitvoering van vóór 16 oktober 2012 gesloten contracten of van voor de uitvoering daarvan benodigde bijkomende contracten onverlet. Artikel 4 octies 1. De verkoop, levering of overdracht van maritieme sleuteluitrusting en sleuteltechnologie voor het bouwen, onderhouden of opnieuw uitrusten van schepen aan Iran of aan Iraanse ondernemingen of ondernemingen in Iraans bezit die in die sector actief zijn, door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten of met gebruik van onder de rechtsmacht van de lidstaten vallende schepen of vliegtuigen, is verboden, ongeacht of de uitrusting oorspronkelijk vanuit het grondgebied van de lidstaten komt. De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder deze bepaling moeten vallen. 2. De verbodsbepaling in lid 1 laat de levering onverlet van maritieme sleuteluitrusting en sleuteltechnologie aan een schip dat niet in Iraans bezit is of niet onder Iraans gezag staat, en dat door overmacht werd gedwongen een Iraanse haven of de Iraanse territoriale wateren binnen te varen. 3. Het is tevens verboden:
4. Het is verboden bewust of opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de verbodsbepalingen in de leden 1 en 3 worden omzeild. Artikel 4 nonies De verbodsbepalingen in artikel 4 octies laten tot 15 februari 2013 de uitvoering van vóór 16 oktober 2012 gesloten contracten of van voor de uitvoering daarvan benodigde bijkomende contracten onverlet. Artikel 4 decies 1. De verkoop, levering of overdracht aan Iran van software voor het integreren van industriële processen, die van belang is voor bedrijfstakken die rechtstreeks of onrechtstreeks onder het gezag staan van de Iraanse Revolutionaire Garde, of die van belang is voor het nucleaire, militaire en ballistische-rakettenprogramma van Iran, door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten of met gebruik van onder de rechtsmacht van de lidstaten vallende schepen of vliegtuigen, is verboden, ongeacht of deze software oorspronkelijk vanuit het grondgebied van de lidstaten komt. De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder deze bepaling moeten vallen. 2. Het is tevens verboden:
3. Het is verboden bewust of opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de verbodsbepalingen in de leden 1 en 2 worden omzeild. Artikel 4 undecies De verbodsbepalingen in artikel 4 decies laten de uitvoering tot 15 januari 2013 van vóór 16 oktober 2012 gesloten contracten of van voor de uitvoering daarvan benodigde bijkomende contracten onverlet."; |
4) |
Artikel 8, lid 1, wordt vervangen door: "1. De lidstaten gaan geen nieuwe korte-, middellange- of langetermijnverplichtingen inzake het verlenen van financiële steun voor handel met Iran - het verstrekken van exportkredieten, garanties en verzekeringen daaronder begrepen - aan jegens hun onderdanen of entiteiten die bij deze handel zijn betrokken, noch verstrekken zij garanties of herverzekeringen voor dergelijke verplichtingen."; |
5) |
Het volgende artikel wordt toegevoegd: "BOUW VAN OLIETANKERS Artikel 8 bis 1. Onverminderd artikel 4 octies zijn de bouw en de deelname aan de bouw van nieuwe olietankers voor Iran of voor Iraanse personen en entiteiten verboden 2. Het is verboden technische bijstand te bieden of financiering of financiële bijstand te bieden in verband met de bouw van nieuwe olietankers voor Iraanse personen en entiteiten."; |
6) |
Artikel 10 wordt vervangen door: "Artikel 10 1. Ter voorkoming van het overbrengen naar, door of vanaf het grondgebied van de lidstaten, of de overdracht aan of via hun onderdanen, onder hun rechtsmacht vallende entiteiten (met inbegrip van bijkantoren in het buitenland), of aan of via personen of financiële instellingen op hun grondgebied, van financiële of andere activa of middelen die kunnen bijdragen tot proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten van Iran of tot de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens van Iran, gaan onder de rechtsmacht van de lidstaten vallende financiële instellingen geen transacties aan, en zien zij af van voortzetting van transacties, met:
tenzij die transacties vooraf door de betrokken lidstaat zijn toegestaan overeenkomstig de leden 2 en 3. 2. Voor de toepassing van lid 1 kan de betrokken lidstaat de volgende transacties toestaan:
Voor onder a) tot e) vallende transacties onder 10 000 EUR is geen machtiging of kennisgeving vereist. 3 Overdrachten van middelen naar en vanuit Iran via Iraanse banken en financiële instellingen met het oog op in lid 2 bedoelde transacties worden verwerkt als volgt:
4. Overdrachten van middelen naar en vanuit Iran die niet onder lid 3 vallen, worden verwerkt als volgt:
5. Ook bijkantoren en dochtermaatschappijen van in Iran gevestigde banken die onder de rechtsmacht van een lidstaat vallen, melden iedere overdracht van middelen die zij verrichten of ontvangen binnen vijf werkdagen na de verrichting of ontvangst aan de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van vestiging. Onverminderd regelingen betreffende informatie-uitwisseling delen bevoegde autoriteiten die een melding ontvangen de gegevens betreffende deze melding, in voorkomend geval, onverwijld mee aan de bevoegde instanties van andere lidstaten waar de wederpartijen bij de transactie zijn gevestigd."; |
7) |
De volgende artikelen worden toegevoegd: "Artikel 18 bis Het verlenen door onderdanen van lidstaten of vanaf het grondgebied dat onder de rechtsmacht van de lidstaten valt, van diensten inzake toekenning van een vlag of classificatie, met inbegrip van enigerlei registratie- en identificatienummers, aan Iraanse olietankers en vrachtschepen is vanaf 15 januari 2013 verboden. Artikel 18 ter 1. Het ter beschikking stellen van schepen bedoeld voor het vervoer of de opslag van olie en petrochemische producten aan Iraanse personen, entiteiten of organen is verboden. 2. Het ter beschikking stellen van schepen bedoeld voor het vervoer of de opslag van olie en petrochemische producten aan personen, entiteiten of organen met het oog op het vervoer of de opslag van Iraanse olie en petrochemische producten is verboden. 3. Het is verboden bewust of opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de verbodsbepalingen in de leden 1 en 2 worden omzeild."; |
8) |
artikel 20 wordt gewijzigd als volgt:
|
Artikel 2
Bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB wordt gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij het onderhavige besluit.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Luxemburg, 15 oktober 2012.
Voor de Raad
De voorzitter
C. ASHTON
(1) PB L 61 van 28.2.2007, blz. 49.
(2) PB L 106 van 24.4.2007, blz. 67.
(3) PB L 213 van 8.8.2008, blz. 58.
(4) PB L 195 van 27.7.10, blz. 39.
(5) PB L 77 van 16.3.12, blz. 18.
(6) PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1.
BIJLAGE
I. |
De titel van bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB wordt vervangen door: "Personen en entiteiten die betrokken zijn bij nucleaire activiteiten of activiteiten met betrekking tot ballistische raketten en personen en entiteiten die de regering van Iran steunen". |
II. |
De volgende personen en entiteiten worden toegevoegd aan de lijst in bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB. A. Persoon
B. Entiteiten
|
III. |
De vermelding voor de hierna genoemde entiteit die is opgenomen in bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB wordt vervangen door: B. Entiteiten
|
IV. |
De hierna genoemde personen en entiteiten worden geschrapt van de lijst in bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB.
|