Välj vilka experimentfunktioner du vill testa

Det här dokumentet är ett utdrag från EUR-Lex webbplats

Dokument 32004R0808

    Verordening (EG) nr 808/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende communautaire statistieken over de informatiemaatschappij (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 143 van 30.4.2004, s. 49–55 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Dokumentets rättsliga status Inte längre i kraft, Sista giltighetsdag: 31/12/2020; opgeheven door 32019R2152

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/808/oj

    32004R0808

    Verordening (EG) nr 808/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende communautaire statistieken over de informatiemaatschappij (Voor de EER relevante tekst)

    Publicatieblad Nr. L 143 van 30/04/2004 blz. 0049 - 0055


    Verordening (EG) Nr. 808/2004 van het Europees Parlement en de Raad

    van 21 april 2004

    betreffende communautaire statistieken over de informatiemaatschappij

    (Voor de EER relevante tekst)

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285, lid 1,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(1),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De Europese Raad van Lissabon van maart 2000 heeft als doel gesteld dat Europa binnen tien jaar de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld moet worden.

    (2) In het actieplan eEurope 2002 - dat in juni 2000 werd goedgekeurd door de Europese Raad van Feira - werd een proces ingesteld van doelstellingen en benchmarking om Europa zo snel mogelijk on line te brengen.

    (3) De Europese Raad van Sevilla van juni 2002 heeft de doelstellingen van het actieplan eEurope 2005 goedgekeurd, waarin werd gepleit voor een rechtsgrond om de regelmatige verstrekking van vergelijkbare gegevens in de lidstaten te waarborgen en een gebruik op grotere schaal van officiële statistieken over de informatiemaatschappij mogelijk te maken.

    (4) Voor de structurele indicatoren die worden gebruikt in het jaarlijkse voorjaarsverslag aan de Europese Raad zijn indicatoren vereist die gebaseerd zijn op coherente statistische informatie op het gebied van de informatiemaatschappij.

    (5) Voor de benchmarking van eEurope in het kader van de uitvoering van de actieplannen eEurope zijn indicatoren vereist die gebaseerd zijn op coherente statistische informatie op het gebied van de informatiemaatschappij.

    (6) De diensten van de Commissie hebben jaarlijks geharmoniseerde statistieken nodig over het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) in het bedrijfsleven.

    (7) De diensten van de Commissie hebben geharmoniseerde statistieken op jaarbasis nodig over het gebruik van ICT's door particulieren en in huishoudens.

    (8) Als gevolg van de snelle ontwikkeling van de informatiemaatschappij moeten de geproduceerde statistieken zich aan de nieuwe ontwikkelingen aanpassen. Dit kan worden bereikt door gebruik te maken van modules met een vaste geldigheidsduur en door wijzigingen mogelijk te maken door middel van uitvoeringsmaatregelen die rekening houden met de middelen van de lidstaten, de last die op de respondenten rust, technische en methodologische haalbaarheid en de betrouwbaarheid van de resultaten.

    (9) De productie van specifieke communautaire statistieken wordt geregeld door Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek(2).

    (10) Aangezien het doel van het overwogen optreden, namelijk de vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor de systematische productie van communautaire statistieken over de informatiemaatschappij, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel zoals neergelegd in artikel 5 van het Verdrag, maatregelen treffen. Overeenkomstig het in dat artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel blijft deze verordening beperkt tot het minimum dat vereist om dit doel te verwezenlijken, en gaat niet verder dan wat daartoe nodig is.

    (11) De maatregelen die voor de tenuitvoerlegging van deze verordening nodig zijn, moeten worden genomen overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(3).

    (12) Het Comité statistisch programma, opgericht bij Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad(4), is overeenkomstig artikel 3 van dit besluit geraadpleegd,

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Doel

    Het doel van deze verordening is een gemeenschappelijk kader vast te stellen voor de systematische productie van communautaire statistieken over de informatiemaatschappij.

    Artikel 2

    Definities

    Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:

    a) "communautaire statistieken" heeft de betekenis die er in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 322/97 aan is toegekend;

    b) "productie van statistieken" heeft de betekenis die er in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 322/97 aan is toegekend;

    c) Onder "referentieperiode" wordt verstaan de periode waarop de gegevens betrekking hebben;

    d) Onder "referentiejaar" wordt verstaan een referentieperiode van één kalenderjaar;

    e) Onder "verzamelperiode" wordt verstaan een in de uitvoeringsmaatregelen vastgestelde periode gedurende welke gegevens verzameld worden.

    Artikel 3

    Werkingssfeer

    1. De samen te stellen statistieken omvatten informatie die vereist is voor de benchmarking van eEurope en nuttig is voor de structurele indicatoren, en andere informatie die nodig is om een uniforme basis te verschaffen voor de analyse van de informatiemaatschappij.

    2. De statistieken worden verdeeld in modules als omschreven in de bijlagen I en II.

    Artikel 4

    Modules

    De modules in deze verordening hebben betrekking op de volgende gebieden:

    - Het bedrijfsleven en de informatiemaatschappij, omschreven in bijlage I;

    - Particulieren en huishoudens en de informatiemaatschappij, omschreven in bijlage II.

    Artikel 5

    Methodologische handleiding

    De Commissie stelt in nauwe samenwerking met de lidstaten een methodologische handleiding op met richtsnoeren voor de ingevolge deze verordening te produceren communautaire statistieken en werkt deze handleiding bij op basis van de door nieuwe uitvoeringsmaatregelen ontstane behoeften.

    Artikel 6

    Toezending van de gegevens

    1. De lidstaten zenden de op grond van deze verordening en de bijbehorende uitvoeringsmaatregelen vereiste geaggregeerde gegevens en metagegevens, met inbegrip van vertrouwelijke geaggregeerde gegevens, aan de Commissie (Eurostat) overeenkomstig de bestaande communautaire bepalingen inzake de toezending van gegevens die onder de statistische geheimhouding vallen. Deze communautaire bepalingen zijn van toepassing op de verwerking van de resultaten in zoverre deze vertrouwelijke gegevens omvatten.

    2. De lidstaten zenden de op grond van deze verordening en de bijbehorende uitvoeringsmaatregelen vereiste gegevens en metagegevens in elektronische vorm in, overeenkomstig een tussen de Commissie en de lidstaten overeengekomen uitwisselingsnorm.

    Artikel 7

    Kwaliteitscriteria en verslagen

    1. De Commissie (Eurostat) beoordeelt de kwaliteit van de ingediende gegevens.

    2. De Commissie (Eurostat) ontwikkelt in nauwe samenwerking met de lidstaten aanbevolen gemeenschappelijke normen om de kwaliteit (volgens de standaardkwaliteitscriteria van Eurostat) van de verstrekte gegevens te waarborgen. Deze normen worden gepubliceerd in de methodologische handleiding.

    3. De lidstaten nemen alle nodige maatregelen om de kwaliteit van de toegezonden gegevens te waarborgen.

    4. Binnen een vastgestelde periode na de uiterste datum voor indiening van de eindresultaten leggen de lidstaten aan de Commissie (Eurostat) een verslag voor over de kwaliteit van de toegezonden gegevens op basis van de in lid 2 bedoelde normen. In die verslagen moeten de gevallen worden vermeld waarin niet aan die normen is voldaan. De periode wordt overeengekomen tijdens de uitwerking van de uitvoeringsmaatregelen.

    Artikel 8

    Uitvoeringsmaatregelen

    1. De maatregelen ter uitvoering van de modules van deze verordening hebben betrekking op de selectie en specificatie, aanpassing en wijziging van de onderwerpen en de kenmerken daarvan, de dekking, de referentieperioden en de onderverdelingen van de kenmerken, de periodiciteit en het tijdschema voor de verstrekking van de gegevens en de termijnen voor de toezending van de resultaten.

    2. De uitvoeringsmaatregelen, met inbegrip van aanpassings- en bijwerkingsmaatregelen om rekening te houden met economische en technische veranderingen, worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 9, lid 2, rekening houdend met de middelen van de lidstaten, de last die op de respondenten rust, de technische en methodologische haalbaarheid en de betrouwbaarheid van de resultaten.

    3. De uitvoeringsmaatregelen worden ten minste 9 maanden vóór het begin van een verzamelperiode opgesteld.

    Artikel 9

    Comité

    1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij Besluit 89/382/EEG, Euratom opgerichte Comité statistisch programma ("Comité").

    2. In gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8.

    De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt drie maanden.

    Artikel 10

    Financiering

    1. Gedurende ten minste het eerste jaar waarin de in de uitvoeringsmaatregelen bij deze verordening bedoelde statistieken door de lidstaten worden geproduceerd, draagt de Commissie bij in de door de lidstaten gemaakte kosten voor het produceren, verwerken en toezenden van deze statistieken. Het bedrag van de financiële bijdrage mag niet hoger zijn dan 90 % van die kosten.

    2. De voorwaarden en procedures voor de toekenning van de financiële bijdragen en voor de betaling en controle zijn in overeenstemming met Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(5).

    3. Indien de begroting zulks toelaat, is de Commissie voornemens de bijdragen aan de lidstaten te continueren om de kosten in verband met het verstrekken van deze statistieken in de jaren daarna te vergoeden.

    4. De begrotingsautoriteit stelt de beschikbare kredieten voor deze financiële bijdrage in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedures van de Europese Gemeenschappen vast.

    Artikel 11

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Straatsburg, 21 april 2004.

    Voor het Europees Parlement

    De voorzitter

    P. Cox

    Voor de Raad

    De voorzitter

    D. Roche

    (1) Advies van het Europees Parlement van 29 januari 2004 (nog niet verschenen in het Publicatieblad) en Besluit van de Raad van 16 april 2004.

    (2) PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

    (3) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

    (4) PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.

    (5) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

    BIJLAGE I

    Module 1: het bedrijfsleven en de informatiemaatschappij

    a) Doel

    Het doel van deze module is de tijdige verstrekking van statistieken over het bedrijfsleven en de informatiemaatschappij. Deze module vormt een kader voor de eisen inzake dekking, duur en periodiciteit, afgedekte onderwerpen, de onderverdelingen voor de verstrekking van de gegevens en de eventueel noodzakelijke pilootstudies.

    b) Dekking

    Deze module heeft betrekking op de economische activiteiten die vallen onder de secties D tot en met K, en afdeling 92 van de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap (NACE REV. 1.1). Sectie J zal worden opgenomen afhankelijk van de resultaten van voorafgaande proefstudies.

    De statistieken worden samengesteld voor bedrijfseenheden.

    c) Duur en periodiciteit van de gegevensverstrekking

    Jaarlijkse verstrekking van statistieken gedurende vijf referentiejaren, gerekend vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening. Het is niet gezegd dat elk jaar alle kenmerken moeten worden verstrekt; de periodiciteit van de verstrekking van elk kenmerk zal in het kader van de in artikel 8 bedoelde uitvoeringsmaatregelen worden vastgesteld.

    d) Onderwerpen

    De te verstrekken kenmerken worden ontleend aan onderstaande lijst van onderwerpen:

    - ICT-systemen en het gebruik ervan in bedrijven

    - Het gebruik van internet en andere elektronische netwerken door bedrijven

    - E-handel en elektronisch zakendoen

    - ICT-vaardigheid in de bedrijfseenheid en de vraag naar ICT-vaardigheden

    - Belemmeringen voor het gebruik van ICT's, internet en andere elektronische netwerken, e-handel en elektronisch zakendoen

    - Uitgaven voor en investeringen in ICT's

    - ICT-veiligheid

    - Waargenomen effecten van het gebruik van ICT's op de bedrijven.

    Niet alle onderwerpen komen elk jaar aan bod.

    e) Onderverdelingen van de gegevensverstrekking

    De vereiste onderverdelingen worden ontleend aan onderstaande lijst en worden in het kader van de uitvoeringsmaatregelen overeengekomen:

    - Naar grootteklasse

    - Naar NACE-rubriek

    - Naar regio; regionale onderverdelingen blijven beperkt tot ten hoogste drie groepen.

    Niet alle onderverdelingen komen elk jaar aan bod.

    f) Pilootstudies

    Wanneer belangrijke nieuwe gegevensbehoeften worden vastgesteld of wordt verwacht dat onvoldoende kwalitatief hoogwaardige gegevens beschikbaar zullen zijn, zorgt de Commissie ervoor dat de lidstaten op vrijwillige basis pilootstudies houden vooraleer er gegevens worden vergaard. Dergelijke pilootstudies worden uitgevoerd teneinde de haalbaarheid van de vergaring van relevante gegevens te beoordelen, rekening houdende met de voordelen van de beschikbaarheid van de gegevens in verhouding tot de kosten van vergaring en de last die op de respondenten rust.

    BIJLAGE II

    Module 2: particulieren, huishoudens en de informatiemaatschappij

    a) Doel

    Het doel van deze module is de tijdige verstrekking van statistieken over particulieren, huishoudens en de informatiemaatschappij. Deze module vormt een kader voor de eisen inzake dekking, duur en periodiciteit, afgedekte onderwerpen, de onderverdelingen voor de verstrekking van de gegevens en de eventueel noodzakelijke pilootstudies.

    b) Dekking

    Deze module heeft betrekking op statistieken over particulieren en huishoudens.

    c) Duur en periodiciteit van de gegevensverstrekking

    Jaarlijkse verstrekking van statistieken gedurende vijf referentiejaren, gerekend vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening. Niet alle kenmerken moeten elk jaar aan bod komen. De periodiciteit van de verstrekking van elk kenmerk zal in het kader van de in artikel 8 bedoelde uitvoeringsmaatregelen worden vastgesteld.

    d) Onderwerpen

    De te verstrekken kenmerken worden ontleend aan onderstaande lijst van onderwerpen:

    - Toegang tot en gebruik van ICT-systemen door particulieren en/of in huishoudens

    - Gebruik van internet voor verschillende doeleinden door particulieren en/of in huishoudens

    - ICT-veiligheid

    - ICT-vaardigheid

    - Belemmeringen voor het gebruik van ICT's en internet

    - Waargenomen effecten van het gebruik van ICT's op particulieren en huishoudens.

    Niet alle onderwerpen komen elk jaar aan bod.

    e) Onderverdelingen van de gegevensverstrekking

    Niet alle onderverdelingen komen elk jaar aan bod. De vereiste onderverdelingen worden ontleend aan onderstaande lijst en worden in het kader van de uitvoeringsmaatregelen overeengekomen:

    A. Statistieken voor huishoudens:

    - Naar type huishouden

    B. Statistieken voor particulieren:

    - Naar leeftijdsgroep

    - Naar geslacht

    - Naar opleidingsniveau

    - Naar werkgelegenheidssituatie

    - Naar regio.

    f) Pilootstudies

    Wanneer belangrijke nieuwe gegevensbehoeften worden vastgesteld of wordt verwacht dat onvoldoende kwalitatief hoogwaardige gegevens beschikbaar zullen zijn, zorgt de Commissie ervoor dat de lidstaten op vrijwillige basis pilootstudies houden vooraleer er gegevens worden vergaard. Dergelijke pilootstudies worden uitgevoerd teneinde de haalbaarheid van de vergaring van relevante gegevens te beoordelen, rekening houdende met de voordelen van de beschikbaarheid van de gegevens in verhouding tot de kosten van vergaring en de last die op de respondenten rust.

    Upp