EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31997D0872

97/872/EG: Besluit van de Raad van 16 december 1997 inzake een communautair actieprogramma ter ondersteuning van niet-gouvernementele organisaties die voornamelijk werkzaam zijn op het gebied van milieubescherming

PB L 354 van 30.12.1997, p. 25–29 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/01/2002

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1997/872/oj

31997D0872

97/872/EG: Besluit van de Raad van 16 december 1997 inzake een communautair actieprogramma ter ondersteuning van niet-gouvernementele organisaties die voornamelijk werkzaam zijn op het gebied van milieubescherming

Publicatieblad Nr. L 354 van 30/12/1997 blz. 0025 - 0029


BESLUIT VAN DE RAAD van 16 december 1997 inzake een communautair actieprogramma ter ondersteuning van niet-gouvernementele organisaties die voornamelijk werkzaam zijn op het gebied van milieubescherming (97/872/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

Volgens de procedure van artikel 189 C van het Verdrag (3),

(1) Overwegende dat het Verdrag voorziet in de totstandkoming en uitvoering van een communautair milieubeleid en de doelstellingen en beginselen aangeeft die als richtsnoeren voor een dergelijk beleid moeten dienen;

(2) Overwegende dat bij de resolutie van de Raad en van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 1 februari 1993 een communautair programma is opgezet betreffende een beleidsplan en actieprogramma inzake het milieu en duurzame ontwikkeling (vijfde actieprogramma) (4);

(3) Overwegende dat volgens de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 30 juni 1982 betreffende verschillende maatregelen ter verzekering van een beter verloop van de begrotingsprocedure (5) een juridisch instrument moet worden goedgekeurd alvorens kredieten voor wezenlijke nieuwe communautaire acties die in de begroting zijn opgenomen, kunnen worden besteed;

(4) Overwegende dat de Commissie in haar mededeling aan de begrotingsautoriteit betreffende de rechtsgrond en de maximumbedragen de toezegging heeft gedaan een rechtsgrond voor te stellen voor subsidies die worden toegekend uit hoofde van begrotingsartikel B4-306 - bewustmaking en subsidies;

(5) Overwegende dat de niet-gouvernementele organisaties (NGO's) die werkzaam zijn op het gebied van milieubescherming een bijdrage kunnen leveren tot het milieubeleid van de Gemeenschap, zoals bepaald in artikel 130 R van het Verdrag;

(6) Overwegende dat de werkzaamheden van NGO's op het gebied van milieubescherming en hun inspanningen om het publiek meer bewust te maken van de noodzaak van milieubescherming moeten worden bevorderd;

(7) Overwegende dat de mogelijkheden voor nationale, regionale en plaatselijke NGO's om standpunten, problemen en mogelijke oplossingen met betrekking tot milieuproblemen van een communautaire omvang uit te wisselen, dienen te worden verruimd;

(8) Overwegende dat in het vijfde milieuactieprogramma wordt erkend dat alle betrokken partijen die in samenwerkingsverbanden opereren, met inbegrip van de Commissie en de milieu-organisaties, gezamenlijk werkzaamheden moeten ondernemen en de verantwoordelijkheid voor het verwezenlijken van duurzame ontwikkeling moeten delen;

(9) Overwegende dat de Europese NGO's voor het milieu van wezenlijk belang zijn voor het coördineren en doorspelen naar de Commissie van informatie over en visies op nieuwe en toekomstige ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het gebied van natuurbescherming en grensoverschrijdende milieuproblemen; dat een en ander door de lidstaten of op lager niveau niet kan worden gedaan of niet optimaal wordt gedaan;

(10) Overwegende dat derhalve overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel een actieprogramma moet worden opgezet om de werkzaamheden van de Europese NGO's voor het milieu te bevorderen;

(11) Overwegende dat NGO's vaak gebruik maken van vrijwilligerswerk en giften in natura krijgen; dat bij de beoordeling van hun inkomsten en uitgaven en bij hun subsidieaanvragen rekening kan worden gehouden (voor ten hoogste 10 % van de totale in aanmerking komende kosten) met deze uitzonderlijke boekhoudkundige situatie;

(12) Overwegende dat de financiële steun een zodanige vorm moet krijgen dat rekening wordt gehouden met de noodzaak van transparantie voor wat betreft het gebruik van deze steun;

(13) Overwegende dat het belangrijk is de prioritaire actiegebieden vast te stellen die door het communautaire programma kunnen worden gesteund;

(14) Overwegende dat het noodzakelijk is de regels voor communautaire financiële steun in het kader van het programma nader te bepalen;

(15) Overwegende dat moet worden voorzien in een voortzetting of stopzetting van het programma na 31 december 2001;

(16) Overwegende dat er een procedure moet worden ingesteld om de communautaire steun te kunnen aanpassen aan de bijzondere kenmerken van de te steunen werkzaamheden;

(17) Overwegende dat het noodzakelijk is gebruik te maken van doeltreffende methoden voor controle, beoordeling en evaluatie, alsmede om te zorgen voor voldoende informatie voor mogelijke begunstigden en voor het publiek;

(18) Overwegende dat, in het licht van de ervaring die wordt opgedaan tijdens de eerste drie jaar van uitvoering, de werking van het programma moet worden geëvalueerd alvorens over voortzetting ervan te besluiten;

(19) Overwegende dat in dit besluit een financieel referentiebedrag is opgenomen in de zin van punt 2 van de verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 6 maart 1995, voor de gehele looptijd van het programma, zonder dat daardoor afbreuk wordt gedaan aan de bevoegdheden van de begrotingsautoriteit zoals zij in het Verdrag zijn omschreven,

BESLUIT:

Artikel 1

Hierbij wordt een communautair actieprogramma vastgesteld ter ondersteuning van NGO's voor het milieu. De algemene doelstelling van dit programma is de totstandbrenging en uitvoering van communautair milieubeleid en communautaire milieuwetgeving te bevorderen door de milieubeschermingsactiviteiten van NGO's die op Europees vlak werkzaam zijn te ondersteunen.

Voor de toepassing van dit besluit wordt onder NGO's voor het milieu verstaan: onafhankelijke organisaties zonder winstoogmerk die voornamelijk werkzaam zijn op het gebied van milieubescherming, met doelstellingen op milieugebied die gericht zijn op het algemeen nut.

Artikel 2

1. De werkterreinen die voor communautaire financiële steun in aanmerking komen, worden vermeld in de bijlage.

2. Financiële steun van de Gemeenschap kan worden verstrekt voor werkzaamheden die van communautair belang zijn, een wezenlijke bijdrage leveren tot de verdere ontwikkeling en de uitvoering van communautair milieubeleid en wetgeving en voldoen aan de beginselen die ten grondslag liggen aan het vijfde milieuactieprogramma.

Deze steun wordt met name verleend voor bewustmakingscampagnes en -acties, infrastructuur voor informatie en documentatie, demonstratieprojecten en coördinerende werkzaamheden van NGO's, welke door deze organisaties zelf worden geïnitieerd.

Artikel 3

1. De Commissie stelt de prioritaire werkzaamheden vast die op de in de bijlage vermelde werkterreinen moeten worden uitgevoerd.

2. Deze werkzaamheden zullen worden geselecteerd op basis van algemene criteria, zoals:

- een gezonde kosten-batenverhouding;

- een duurzaam multiplicatoreffect op Europees niveau;

- een reële, evenwichtige samenwerking tussen partners met betrekking tot de planning van de werkzaamheden, de uitvoering van de werkzaamheden en de financiële deelneming;

- een bijdrage tot een multinationale aanpak, met name tot grensoverschrijdende samenwerking binnen de Gemeenschap en waar dit passend is, met aan de Unie grenzende landen.

3. De Commissie zal de aanvullende criteria voor de selectie van de te steunen werkzaamheden nader bepalen.

Artikel 4

De financiële steun neemt de vorm aan van communautaire medefinanciering van werkzaamheden van NGO's voor het milieu. Een financiële bijdrage in de administratieve kosten zal alleen in overweging worden genomen voor NGO's die op Europees niveau in de context van hun algemene werkprogramma actief zijn.

Artikel 5

De Commissie zorgt voor de samenhang, verenigbaarheid en complementariteit tussen de communautaire werkzaamheden en projecten die in het kader van het onderhavige programma worden uitgevoerd en andere communautaire programma's en initiatieven.

Artikel 6

1. Dit programma begint op 1 januari 1998 en verstrijkt op 31 december 2001.

Het financiële referentiebedrag voor de tenuitvoerlegging van dit programma tijdens de periode 1998-2001 bedraagt 10,6 miljoen ECU.

De jaarlijkse toewijzingen worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.

2. De communautaire steun bedraagt in beginsel maximaal 50 % van de begroting voor operationele en administratieve uitgaven als vermeld in artikel 4.

3. De communautaire steun is bedoeld voor werkzaamheden die worden uitgevoerd in het kalenderjaar waarin de steun wordt toegekend of een daarop volgend jaar.

Vrijwilligerswerk en giften in natura kunnen, indien naar behoren gestaafd, voor ten hoogste 10 % van de totale in aanmerking komende kosten worden verwerkt in de beoordeling van de inkomsten en uitgaven van NGO's voor het milieu.

4. Om een steunbedrag hoger dan 150 000 ECU te ontvangen, moet de boekhouding van de niet-gouvernementele organisatie over de afgelopen twee jaar door een registeraccountant goedgekeurd zijn en moet de boekhouding voor de periode waarin de steun wordt gebruikt, eveneens door een registeraccountant goedgekeurd zijn. Om een steunbedrag lager dan 150 000 ecu te ontvangen, moet de boekhouding van de niet-gouvernementele organisatie in een door de Commissie erkende vorm beschikbaar zijn voor de afgelopen twee jaar en moet zij verder in deze vorm worden gevoerd tijdens de periode waarin de steun wordt gebruikt.

Artikel 7

1. De Commissie publiceert een mededeling in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen waarin de voor financiële steun in aanmerking komende prioritaire werkzaamheden en de selectie- en toewijzingscriteria, alsmede de aanvraag- en goedkeuringsprocedure worden beschreven.

2. Voorstellen betreffende te financieren werkzaamheden moeten bij de Commissie worden ingediend door NGO's voor het milieu die op Europees vlak werkzaam zijn en maatregelen op het gebied van milieubescherming bevorderen welke van bijzonder belang zijn voor de Gemeenschap.

3. De oproep tot het indienen van voorstellen voor werkzaamheden in het kader van dit programma wordt elk jaar uiterlijk op 31 januari bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Na beoordeling van de voorstellen besluit de Commissie uiterlijk op 31 mei welke werkzaamheden zij zal steunen. Dit besluit wordt vastgelegd in een met de voor de uitvoering verantwoordelijke begunstigden te sluiten overeenkomst waarin de rechten en plichten van de partijen worden geregeld.

4. De hoogte van de financiële steun, de financiële procedure en controlemaatregelen, alsmede alle technische voorwaarden waaraan moet worden voldaan voor toewijzing van de steun worden bepaald op basis van het algemene werkprogramma van de begunstigde en, meer in het bijzonder, de aard en de vorm van de goedgekeurde werkzaamheid en worden vastgelegd in de overeenkomst die met de begunstigden wordt gesloten.

Artikel 8

1. Om een succesvolle uitvoering van de werkzaamheden door NGO's die communautaire financiële steun ontvangen te waarborgen, neemt de Commissie de noodzakelijke maatregelen om:

- te controleren of de door de Gemeenschap voorgestelde werkzaamheden op de juiste wijze zijn uitgevoerd;

- onregelmatigheden te voorkomen en te bestrijden;

- bedragen terug te vorderen die als gevolg van misbruik of nalatigheid onrechtmatig zijn ontvangen.

2. Onverminderd de controles van de rekeningen die door de Rekenkamer worden uitgevoerd uit hoofde van artikel 188 C van het Verdrag of controles uit hoofde van artikel 209, onder c), van het Verdrag, kunnen ambtenaren en andere personeelsleden van de Commissie ter plaatse controles uitvoeren, met inbegrip van steekproeven, op werkzaamheden die in het kader van dit programma worden gesteund.

De Commissie stelt de begunstigde van te voren op de hoogte van de controle ter plaatse, behalve indien er goede redenen zijn voor verdenking van fraude en/of oneigenlijk gebruik.

3. De begunstigde van financiële steun houdt alle bewijsstukken met betrekking tot uitgaven voor een werkzaamheid gedurende een periode van vijf jaar na de laatste betaling voor deze werkzaamheid ter beschikking van de Commissie.

Artikel 9

1. De Commissie kan de voor een werkzaamheid toegekende financiële steun verminderen, opschorten of terugvorderen indien zij onregelmatigheden constateert of indien blijkt dat de werkzaamheid, zonder toestemming van de Commissie, een belangrijke wijziging heeft ondergaan die strijdig is met de voorwaarden die aan de uitvoering ervan waren gesteld.

2. Indien de gestelde termijnen niet in acht worden genomen of indien de voortgang bij de uitvoering van een werkzaamheid slechts een gedeelte van de toegekende financiële steun rechtvaardigt, verzoekt de Commissie de begunstigde om binnen een bepaalde periode opmerkingen in te dienen. Indien de begunstigde geen bevredigend antwoord geeft, kan de Commissie de resterende financiële steun annuleren en onmiddellijke terugbetaling van reeds betaalde bedragen eisen.

3. Iedere ten onrechte ontvangen betaling moet aan de Commissie worden terugbetaald. Bedragen die niet tijdig worden terugbetaald kunnen worden verhoogd met rente. De Commissie stelt gedetailleerde regels op ter uitvoering van dit lid.

Artikel 10

1. De Commissie zorgt voor doeltreffend toezicht op de uitvoering van werkzaamheden die door de Gemeenschap worden gefinancierd. Dit toezicht wordt verricht door middel van verslagen overeenkomstig de procedures die door de Commissie en de begunstigde zijn overeengekomen en eveneens door middel van steekproeven.

2. De begunstigde moet voor iedere werkzaamheid een verslag indienen bij de Commissie binnen een periode van drie maanden na voltooiing ervan. De Commissie bepaalt de vorm en inhoud van deze verslagen.

Artikel 11

Jaarlijks wordt een lijst van de begunstigden en activiteiten die in het kader van dit programma worden gesteund, samen met het toegekende steunbedrag, bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 12

1. De Commissie brengt jaarlijks aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de stand van uitvoering van dit programma.

2. Uiterlijk op 31 december 2000 legt de Commissie een verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van dit programma in de eerste drie jaar en doet zij, indien zulks passend is, voorstellen betreffende eventuele noodzakelijke aanpassingen met het oog op voortzetting of stopzetting van het programma.

De Raad besluit, overeenkomstig het Verdrag, over de voortzetting van het programma per 1 januari 2002.

Artikel 13

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1998 en geldt voor een periode van vier jaar.

Gedaan te Brussel, 16 december 1997.

Voor de Raad

De Voorzitter

J. LAHURE

(1) PB C 104 van 3. 4. 1997, blz. 11 en

PB C 104 van 3. 4. 1997, blz. 15.

(2) PB C 204 van 15. 7. 1996, blz. 1.

(3) Advies van het Europees Parlement van 13. 11. 1996 (PB C 362 van 2. 12. 1996, blz. 130), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 24 april 1997 (PB C 188 van 19. 6. 1997, blz. 1) en besluit van het Europees Parlement van 18 september 1997 (PB C 304 van 6. 10. 1997, blz. 107).

(4) PB C 138 van 17. 5. 1993, blz. 1.

(5) PB C 194 van 28. 7. 1982, blz. 1.

BIJLAGE

COMMUNAUTAIR ACTIEPROGRAMMA TER ONDERSTEUNING VAN NGO'S DIE VOORNAMELIJK WERKZAAM ZIJN OP HET GEBIED VAN MILIEUBESCHERMING

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top