EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31988L0506

Richtlijn 88/506/EEG van de Commissie van 13 september 1988 tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 66/402/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaigranen

PB L 274 van 6.10.1988, p. 44–44 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1988/506/oj

31988L0506

Richtlijn 88/506/EEG van de Commissie van 13 september 1988 tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 66/402/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaigranen

Publicatieblad Nr. L 274 van 06/10/1988 blz. 0044 - 0044
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 27 blz. 0163
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 27 blz. 0163


*****

RICHTLIJN VAN DE COMMISSIE

van 13 september 1988

tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 66/402/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaigranen

(88/506/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 88/380/EEG (2), en met name op artikel 21 bis,

Overwegende dat volgens de huidige stand van wetenschap en techniek een aantal rassen van de naakte vorm van haver (Avena sativa) voor vervoedering geschikt blijkt te zijn;

Overwegende dat het echter moeilijk is zaad van deze rassen te produceren, dat een kiemkracht bezit die overeenkomt met die welke in de regel in zaad van andere haverrassen aanwezig is;

Overwegende dat het derhalve op grond van de ontwikkelingen van wetenschappelijke en technische kennis dienstig is de in bijlage II bij Richtlijn 66/402/EEG voor haver vastgestelde eis dat de minimum kiemkracht 85 % van zuiver zaad moet bedragen, voor rassen van »naakte haver" te versoepelen;

Overwegende dat dit in een eerste fase slechts voor een beperkte periode kan gelden ten einde meer technische gegevens over deze rassen te kunnen verzamelen en deze gegevens te kunnen evalueren;

Overwegende dat de in deze richtlijn vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Richtlijn 66/402/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. In punt 2, onder A, wordt in kolom 2 (»minimum kiemkracht") van de tabel na het cijfer 85 voor gecertificeerd zaad, 1e en 2e vermeerdering, van een aantal soorten, waaronder Avena sativa, de verwijzing »(d)" toegevoegd.

2. In punt 2, onder B, wordt de volgende voorwaarde toegevoegd:

»(d) Voor rassen van Avena sativa die officieel zijn ingedeeld bij de rassen van »naakte haver", mogen de Lid-Staten tot en met 30 juni 1990 de vereiste minimum kiemkracht op 75 % van zuiver zaad stellen. In dit geval wordt op het officiële etiket de vermelding »minimum kiemkracht 75 %" aangebracht.".

Artikel 2

De Lid-Staten die van het bepaalde in artikel 1, punt 2, gebruik maken, stellen de Commissie en de overige Lid-Staten van de maatregelen die zij in dit verband nemen, in kennis.

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 13 september 1988.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. 125 van 11. 7. 1966, blz. 2309/66.

(2) PB nr. L 187 van 16. 7. 1988, blz. 31.

Top