Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31982L0501

    Richtlijn 82/501/EEG van de Raad van 24 juni 1982 inzake de risico's van zware ongevallen bij bepaalde industriële activiteiten

    PB L 230 van 5.8.1982, p. 1–18 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 03/02/1999; opgeheven door 31996L0082

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1982/501/oj

    31982L0501

    Richtlijn 82/501/EEG van de Raad van 24 juni 1982 inzake de risico's van zware ongevallen bij bepaalde industriële activiteiten

    Publicatieblad Nr. L 230 van 05/08/1982 blz. 0001 - 0018
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 4 blz. 0023
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 15 Deel 3 blz. 0228
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 4 blz. 0023
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 15 Deel 3 blz. 0228


    ++++

    RICHTLIJN VAN DE RAAD

    van 24 juni 1982

    inzake de risico's van zware ongevallen bij bepaalde industriële activiteiten

    ( 82/501/EEG )

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 100 en 235 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ) ,

    Gezien het advies van het Europese Parlament ( 2 ) ,

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) ,

    Overwegende de doelstellingen en beginselen van het milieubeleid in de Gemeenschap , die zijn neergelegd in de actieprogramma's van de Europese Gemeenschappen inzake het milieu van 22 november 1973 ( 4 ) en 17 mei 1977 ( 5 ) en met name het beginsel dat het beste milieubeleid erin bestaat van meet af aan het onstaan van vervuiling of hinder te voorkomen ; dat derhalve de technische vooruitgang dient te worden afgestemd en gericht op de zorg voor de bescherming van het milieu ;

    Overwegende de doelstellingen van het beleid inzake de veiligheid en de gezondheid op het werk in de Gemeenschap , die zijn vastgesteld in de resolutie van de Raad van 29 juni 1978 betreffende het actieprogramma van de Europese Gemeenschappen inzake de veiligheid en de gezondheid op het werk ( 6 ) en met name het beginsel dat het beste beleid erin bestaat van meet af aan de kansen op ongevallen te voorkomen door integratie van de veiligheid in de verschillende fasen van het ontwerp , de produktie en de exploitatie ;

    Overwegende dat het Raadgevend Comité voor de veiligheid , de hygiëne en de bescherming van de gezondheid op de arbeidsplaats , ingesteld bij Besluit 74/325/EEG ( 7 ) , is geraadpleegd ;

    Overwegende dat de bescherming van de bevolking en het milieu , alsmede de veiligheid en de bescherming van de gezondheid op de arbeidsplaats bijzondere oplettendheid vereisen ten aanzien van bepaalde industriële activiteiten die zware ongevallen kunnen veroorzaken ; dat er zich in de afgelopen jaren in de Gemeenschap een aantal van zulke ongevallen heeft voorgedaan met ernstige gevolgen voor de werknemers en meer in het algemeen voor de bevolking en het milieu ;

    Overwegende dat het noodzakelijk is dat de fabrikant voor iedere industriële activiteit waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn of kunnen zijn en die bij een zwaar opgeval ernstige gevolgen kunnen hebben voor mens en milieu , alle noodzakelijke maatregelen treft om deze ongevallen te voorkomen en de eventuele gevolgen ervan te beperken ;

    Overwegende dat de opleiding en de voorlichting van de werknemers een bijzonder belangrijke rol kunnen spelen bij de preventie van zware ongevallen en de beheersing van de situatie indien dergelijke ongevallen zich voordoen ;

    Overwegende dat het , met betrekking tot industriële activiteiten waarbij bijzonder gevaarlijke stoffen in bepaalde hoeveelheden betrokken zijn of kunnen zijn , noodzakelijk is dat de fabrikant aan de bevoegde instanties een kennisgeving doet toekomen met gegevens over de betrokken stoffen , de installaties en situaties die eventueel zware ongevallen kunnen opleveren , ten einde de risico's van zware ongevallen te verkleinen en de maatregelen te treffen om de gevolgen ervan te beperken ;

    Overwegende dat ervoor moet worden gezorgd dat personen die gevaar lopen buiten het bedrijf door een zwaar ongeval te worden getroffen , op passende wijze worden ingelicht over de veiligheidsmaatregelen en de wijze waarop zij zich bij een ongeval dienen te gedragen ;

    Overwegende dat de fabrikant , indien er zich een zwaar ongeval voordoet , de bevoegde instanties onmiddellijk in kennis moet stellen en hun de nodige gegevens moet verstrekken voor de beoordeling van de gevolgen van het ongeval ;

    Overwegende dat het , om de Commissie in staat te stellen een analyse te maken van de risico's van zware ongevallen , dienstig is dat de Lid-Staten haar bepaalde inlichtingen verstrekken over de zware ongevallen die op hun grondgebied hebben plaatsgevonden ;

    Overwegende dat deze richtlijn geen beletsel vormt voor een Lid-Staat om met derde Staten overeenkomsten te sluiten betreffende uitwisseling van de inlichtingen waarover hij op nationaal niveau beschikt , met uitzondering van die welke zijn ingewonnen via het communautaire mechanisme voor de uitwisseling van inlichtingen dat door deze richtlijn is ingesteld ;

    Overwegende dat verschillen in de bepalingen die reeds van toepassing dan wel in voorbereiding zijn in de verschillende Lid-Staten ten aanzien van maatregelen voor de preventie van zware ongevallen en de beperking van de gevolgen daarvan voor mens en milieu , ongelijke mededingingsvoorwaarden kunnen scheppen en dientengevolge rechtstreeks van invloed kunnen zijn op de werking van de gemeenschappelijke markt ; dat er op dit gebied derhalve moet worden overgegaan tot de onderlinge aanpassing van de wetgevingen zoals bedoeld in artikel 100 van het Verdrag ;

    Overwegende dat het noodzakelijk lijkt deze onderlinge aanpassing van de wetgevingen gepaard te doen gaan met een actie van de Gemeenschap ter verwezenlijking van één van de doelstellingen van de Gemeenschap op het gebied van de milieubescherming en de veiligheid en de gezondheid op het werk ; dat er derhalve in dit verband in bepaalde specifieke maatregelen moet worden voorzien ; dat , aangezien het Verdrag niet in de daartoe vereiste bevoegdheden voorziet , gebruik moet worden gemaakt van artikel 235 van het Verdrag ,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

    Artikel 1

    1 . Deze richtlijn betreft de preventie van zware ongevallen die kunnen worden veroorzaakt door bepaalde industriële activiteiten , alsmede de beperking van de gevolgen daarvan voor mens en milieu ; zij beoogt met name de harmonisering van de ter zake door de Lid-Staten getroffen regelingen .

    2 . In de zin van deze richtlijn wordt verstaan onder :

    a ) industriële activiteit :

    - een verrichting die plaatsvindt in industriële installaties als bedoeld in bijlage I , waarbij een of meer gevaarlijke stoffen betrokken zijn of kunnen zijn en waaraan risico's van zware ongevallen verbonden kunnen zijn , alsmede vervoer voor interne doeleinden binnen de inrichting en opslag binnen de inrichting in verband met deze verrichtingen ;

    - elke andere opslag onder de in bijlage II vermelde voorwaarden ;

    b ) fabrikant :

    degene die verantwoordelijk is voor een industriële activiteit ;

    c ) zwaar ongeval :

    een gebeurtenis , zoals zware emissie , brand of explosie , in verband met een ongewoon voorval bij een industriële activiteit , die een ernstig , onmiddellijk of later optredend , gevaar oplevert voor de mens binnen of buiten de inrichting en/of voor het milieu , en waarbij een of meer gevaarlijke stoffen betrokken zijn ;

    d ) gevaarlijke stoffen :

    - voor de toepassing van de artikelen 3 en 4 van deze richtlijn : de stoffen die algemeen worden beschouwd als stoffen die beantwoorden aan de criteria van bijlage IV ;

    - voor de toepassing van artikel 5 : de stoffen die voorkomen op de lijst van bijlage III en van bijlage II in de in de tweede kolom vermelde hoeveelheden .

    Artikel 2

    Deze richtlijn is niet van toepassing op :

    1 . kerninstallaties en installaties voor de behandeling van radioactieve stoffen en materialen ,

    2 . militaire installaties ,

    3 . de fabricage en de afzonderlijke opslag van springstoffen , kruit en munitie ,

    4 . winnings - en andere mijnbouwactiviteiten ,

    5 . installaties voor de verwijdering van toxische en gevaarlijke afvalstoffen waarvoor communautaire voorschriften gelden , voor zover deze de voorkoming beogen van zware ongevallen .

    Artikel 3

    De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen opdat voor de in artikel 1 bedoelde industriële activiteiten , de fabrikant wordt verplicht alles in het werk te stellen om zware ongevallen te voorkomen en om de gevolgen daarvan voor mens en milieu te beperken .

    Artikel 4

    De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen opdat de fabrikant verplicht wordt , met het oog op de in artikel 7 , lid 2 , bedoelde controles , te allen tijde in staat te zijn aan de bevoegde instanties aan te tonen dat hij zorg heeft gedragen voor het vaststellen van de bestaande risico's van zware ongevallen , voor het nemen van passende veiligheidsmaatregelen en voor de veiligheidsvoorlichting , -training en -uitrusting van het personeel ter plaatse .

    Artikel 5

    1 . Onverminderd artikel 4 nemen de Lid-Staten de nodige maatregelen opdat de fabrikant verplicht wordt aan de in artikel 7 bedoelde bevoegde instanties een kennisgeving te doen :

    - wanneer bij een industriële activiteit als omschreven in artikel 1 , lid 2 , sub a ) , eerste streepje , één of meer gevaarlijke stoffen genoemd in bijlage III in de in die bijlage vastgestelde hoeveelheden betrokken zijn , of naar bekend is betrokken kunnen zijn , bij voorbeeld als :

    - stoffen die in verband met de betrokken industriële activiteit opgeslagen of gebruikt worden ,

    - fabricageprodukten ,

    - bijprodukten , of

    - residuen ,

    - of wanneer bij een industriële activiteit als omschreven in artikel 1 , lid 2 , sub a ) , tweede streepje , één of meer gevaarlijke stoffen genoemd in bijlage II zijn opgeslagen in de in die bijlage , tweede kolom , vastgestelde hoeveelheden .

    De kennisgeving moet de volgende inlichtingen bevatten :

    a ) inlichtingen met betrekking tot de stoffen die in bijlage II respectievelijk in bijlage III zijn vermeld :

    - de in bijlage V vermelde gegevens en inlichtingen ;

    - het stadium van de activiteit waarbij zij betrokken zijn of kunnen zijn ;

    - de hoeveelheid ( orde van grootte ) ;

    - het chemisch en/of fysisch gedrag onder normale gebruiksomstandigheden tijdens het proces ;

    - de vormen waarin zij zich kunnen voordoen of kunnen worden omgezet onder voorzienbare abnormale omstandigheden ;

    - eventueel de andere gevaarlijke stoffen waarvan de aanwezigheid van invloed kan zijn op het potentiële gevaar van de betrokken industriële activiteit ;

    b ) inlichtingen met betrekking tot de installatie :

    - de geografische ligging van de installaties en de overheersende weersomstandigheden , alsmede de gevarenbronnen die verband houden met de omstandigheden ter plaatse ;

    - het maximumaantal personen die ter plaatse werkzaam zijn en vooral die welke aan het risico zijn blootgesteld ;

    - een algemene beschrijving van de technische processen ;

    - een beschrijving van de installatiedelen die uit veiligheidstechnisch oogpunt belangrijk zijn , van de oorzaken van risico's en van de omstandigheden waarin zich een zwaar ongeval kan voordoen , alsmede een beschrijving van de voorgenomen preventieve maatregelen ;

    - de maatregelen die zijn genomen om ervoor te zorgen dat de technische middelen voor de veilige werking van de installaties en voor het opvangen van storingen , altijd beschikbaar zijn .

    c ) inlichtingen met betrekking tot eventuele situaties die zich bij een zwaar ongeval kunnen voordoen :

    - de rampenplannen , met inbegrip van de veiligheidsuitrusting , de alarminrichtingen en de noodmatregelen binnen de inrichting bij een zwaar ongeval ;

    - alle inlichtingen die de bevoegde autoriteiten nodig hebben om overeenkomstig artikel 7 , lid 1 , rampenplannen voor buiten de inrichting te kunnen opstellen ;

    - de naam van de persoon en zijn vervangers of de bevoegde instantie die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid en gemachtigd zijn om de rampenplannen uit te voeren en de in artikel 7 bedoelde bevoegde instanties te waarschuwen .

    2 . Wanneer het nieuwe installaties betreft , moet de in lid 1 bedoelde kennisgeving bij de bevoegde instanties ingediend worden binnen een redelijke termijn voordat met de industriële activiteit wordt begonnen .

    3 . De in lid 1 bedoelde kennisgeving moet op gezette tijden worden bijgewerkt , met name om rekening te houden met de nieuwe technische kennis betreffende de veiligheid en met de ontwikkeling van de kennis inzake de beoordeling van de risico's .

    4 . Wanneer bij industriële activiteiten de in bijlage II , c.q . bijlage III per stof vastgestelde hoeveelheden worden overschreden in een aan dezelfde fabrikant toebehorende reeks installaties die minder dan 500 m van elkaar verwijderd zijn , nemen de Lid-Staten de nodige maatregelen om erop toe te zien dat de fabrikant , onverminderd artikel 7 , zorgt voor de hoeveelheid informatie die voor de in lid 1 bedoelde kennisgeving vereist is , gelet op het feit dat deze installaties zich op geringe afstand van elkaar bevinden en er dientengevolge een verhoogd risico van zware ongevallen bestaat .

    Artikel 6

    In geval van een wijziging van een industriële activiteit die een belangrijke invloed kan hebben op de risico's van zware ongevallen , nemen de Lid-Staten de passende maatregelen opdat de fabrikant :

    - de in artikelen 3 en 4 bedoelde maatregelen herziet ;

    - de in artikel 7 bedoelde bevoegde instanties indien nodig van tevoren op de hoogte stelt van deze wijziging wat de inlichtingen in de in artikel 5 bedoelde kennisgeving betreft .

    Artikel 7

    1 . De Lid-Staten dienen de bevoegde instantie of instanties in het leven te roepen of aan te wijzen die , rekening houdend met de verantwoordelijkheid van de fabrikant , tot taak hebben :

    - de in artikel 5 bedoelde kennisgeving alsmede de in artikel 6 , tweede streepje , bedoelde mededeling in ontvangst te nemen ;

    - de verstrekte gegevens te bestuderen ;

    - erop toe te zien dat er een rampenplan wordt opgesteld voor hulpverlening buiten de inrichting van wier industriële activiteit kennis is gegeven ,

    en , indien nodig ,

    - om aanvullende inlichtingen te vragen ;

    - zich ervan te vergewissen dat de fabrikant de voor de diverse verrichtingen van de industriële activiteit waarvan kennis is gegeven meest geschikte maatregelen neemt om zware ongevallen te voorkomen en te voorzien in de middelen om de gevolgen ervan te beperken .

    2 . De bevoegde instanties organiseren in het kader van de nationale voorschriften inspecties of andere controlemaatregelen naar gelang van de aard van de betrokken activiteit .

    Artikel 8

    1 . De Lid-Staten zien erop toe dat personen die kunnen worden getroffen door een zwaar ongeval ten gevolge van een industriële activiteit waarvan overeenkomstig artikel 5 kennis is gegeven , op passende wijze worden ingelicht over de veiligheidsmaatregelen en de wijze waarop zij zich bij een ongeval dienen te gedragen .

    2 . De betrokken Lid-Staten verstrekken de andere betrokken Lid-Staten gelijktijdig dezelfde inlichtingen als die welke zij aan hun eigen onderdanen verstrekken , zulks als uitgangspunt voor ieder noodzakelijk overleg in het kader van hun bilaterale betrekkingen .

    Artikel 9

    1 . Deze richtlijn geldt zowel voor nieuwe als voor bestaande industriële activiteiten .

    2 . Met nieuwe industriële activiteiten wordt gelijkgesteld elke wijziging die in een bestaande industriële activiteit wordt aangebracht en die in aanzienlijke mate van invloed kan zijn op de risico's van een zwaar ongeval .

    3 . Wat bestaande industriële activiteiten betreft , is deze richtlijn uiterlijk op 8 januari 1985 van toepassing .

    Wat echter de toepassing van artikel 5 op bestaande industriële activiteiten betreft , zien de Lid-Staten erop toe dat de fabrikanten uiterlijk op 8 januari 1985 bij de bevoegde instantie een verklaring indienen , waarin zijn vermeld :

    - de naam of firmanaam met volledig adres ,

    - de plaats van vestiging met volledig adres ,

    - de naam van de verantwoordelijke directeur ,

    - de aard van de activiteit ,

    - de aard van de produktie of opslag ,

    - een opgave van de betrokken stoffen of categorie stoffen , vermeld in bijlage II of bijlage III .

    4 . Voorts zien de Lid-Staten erop toe dat de fabrikanten uiterlijk op 8 juli 1989 de in lid 3 , tweede alinea , bedoelde verklaring aanvullen overeenkomstig de gegevens en inlichtingen als bedoeld in artikel 5 . Normaliter dienen de fabrikanten deze aanvullende verklaring toe te zenden aan de bevoegde instantie ; de Lid-Staten kunnen de fabrikanten echter ontheffen van de verplichting deze aanvullende verklaring toe te zenden ; in dat geval wordt de aanvullende verklaring op uitdrukkelijk verzoek van de bevoegde instantie bij deze instantie ingediend .

    Artikel 10

    1 . De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen opdat , zodra er zich een zwaar ongeval voordoet , de fabrikant verplicht wordt :

    a ) de in artikel 7 bedoelde bevoegde instanties onmiddellijk op de hoogte te brengen ;

    b ) zodra de betreffende gegevens bekend zijn , deze instanties het volgende mede te delen :

    - de omstandigheden waaronder het ongeval zich heeft voorgedaan ;

    - de betrokken gevaarlijke stoffen in de zin van artikel 1 , lid 2 , sub d ) ;

    - alle beschikbare gegevens aan de hand waarvan de gevolgen van het ongeval voor mens en milieu kunnen worden beoordeeld ;

    - de getroffen noodmaatregelen ;

    c ) deze instanties in kennis te stellen van de maatregelen die worden overwogen om

    - de gevolgen van het ongeval op middellange en lange termijn te ondervangen ;

    - te voorkomen dat dit ongeval zich nogmaals voordoet .

    2 . De Lid-Staten geven de bevoegde instanties opdracht om :

    a ) zich ervan te vergewissen dat de noodmaatregelen alsmede de noodzakelijke maatregelen op middellange en lange termijn worden getroffen ;

    b ) wanneer dit mogelijk is , de nodige gegevens te verzamelen om de analyse van het zware ongeval te completeren en eventueel aanbevelingen te doen .

    Artikel 11

    1 . De Lid-Staten stellen de Commissie zo spoedig mogelijk in kennis van zware ongevallen die zich op hun grondgebied hebben voorgedaan en delen haar de in bijlage VI vermelde gegevens mede zodra deze beschikbaar zijn .

    2 . De Lid-Staten doen de Commissie opgave van de instantie die over ter zake dienende inlichtingen betreffende zware ongevallen zou kunnen beschikken en die de bevoegde autoriteiten van de andere Lid-Staten die bij een dergelijk ongeval dienen op te treden , van advies kan dienen .

    3 . De Lid-Staten kunnen de Commissie in kennis stellen van de stoffen die naar hun oordeel aan de bijlagen II en III moeten worden toegevoegd en van de eventuele maatregelen die zij ten aanzien van deze stoffen hebben genomen . De Commissie zendt deze gegevens door aan de andere Lid-Staten .

    Artikel 12

    De Commissie legt ten behoeve van de Lid-Staten een register aan van de zware ongevallen die zich hebben voorgedaan op het grondgebied van de Lid-Staten , met een analyse van de oorzaken en vermelding van de opgedane ervaring en de getroffen maatregelen , zodat deze gegevens preventief kunnen worden gebruikt door de Lid-Staten .

    Artikel 13

    1 . De gegevens die door de bevoegde instanties krachtens de artikelen 5 , 6 , 7 , 9 , 10 en 12 en door de Commissie krachtens artikel 11 worden verzameld , mogen alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor zij zijn gevraagd .

    2 . Deze richtlijn vormt evenwel geen beletsel voor een Lid-Staat om met derde Staten overeenkomsten te sluiten betreffende de uitwisseling van de inlichtingen waarover hij op nationaal niveau beschikt , met uitzondering van die welke zijn ingewonnen via het communautair mechanisme voor de uitwisseling van inlichtingen dat door de richtlijn is ingesteld .

    3 . De Commissie alsmede haar ambtenaren en personeelsleden mogen de krachtens deze richtlijn verzamelde gegevens niet verspreiden . Dit geldt ook voor de ambtenaren en personeelsleden van de bevoegde instanties van de Lid-Staten voor wat betreft de gegevens die zij van de Commissie ontvangen .

    Dergelijke gegevens kunnen wel worden verspreid :

    - in het geval van de artikelen 12 en 18 ,

    - wanneer een Lid-Staat gegevens die deze Lid-Staat betreffen zelf bekendmaakt of publikatie ervan toestaat .

    4 . De leden 1 , 2 en 3 vormen geen beletsel voor de publikatie door de Commissie van algemene statistische inlichtingen of gegevens inzake de veiligheid die geen individuele aanwijzingen over bedrijven of concerns bevatten en die geen fabrieksgeheimen in het geding brengen .

    Artikel 14

    De wijzigingen die noodzakelijk zijn om bijlage V aan te passen aan de vooruitgang van de techniek , worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 16 .

    Artikel 15

    1 . Voor de toepassing van artikel 14 wordt een comité opgericht voor de aanpassing van deze richtlijn aan de vooruitgang van de techniek , hierna " comité " te noemen , dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en onder voorzitterschap staat van een vertegenwoordiger van de Commissie .

    2 . Het comité stelt zijn reglement van orde vast .

    Artikel 16

    1 . Indien de in dit artikel vastgestelde procedure wordt toegepast , wordt de procedure bij het comité ingeleid door de voorzitter , hetzij op diens initiatief , hetzij op verzoek van een vertegenwoordiger van een Lid-Staat .

    2 . De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van te nemen maatregelen . Het comité brengt over dit ontwerp advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naargelang van de urgentie van het vraagstuk . Het spreekt zich uit met een meerderheid van vijfenveertig stemmen , waarbij de stemmen van de Lid-Staten gewogen worden overeenkomstig het bepaalde in artikel 148 , lid 2 , van het Verdrag . De voorzitter neemt geen deel aan de stemming .

    3 . a ) De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zijn in overeenstemming zijn met het advies van het comité .

    b ) Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het comité of indien geen advies is uitgebracht , doet de Commissie de Raad onverwijld een voorstel inzake de te treffen maatregelen . De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen .

    c ) Indien na het verstrijken van een termijn van drie maanden , te rekenen vanaf de indiening van het voorstel bij de Raad , deze geen besluit heeft genomen , worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld .

    Artikel 17

    Deze richtlijn vormt geen beperking van de bevoegdheid van de Lid-Staten om administratieve of wettelijke maatregelen toe te passen of vast te stellen waaraan mens en milieu een ruimere bescherming ontlenen dan die welke voortvloeit uit de bepalingen van deze richtlijn .

    Artikel 18

    De Lid-Staten en de Commissie wisselen gegevens uit over de ervaringen die zijn opgedaan bij het voorkomen van zware ongevallen en de beperking van de gevolgen ervan . Deze gegevens hebben met name betrekking op de werking van de bepalingen van deze richtlijn . Vijf jaar na kennisgeving van deze richtlijn legt de Commissie aan de Raad en het Europese Parlement een verslag voor over de toepassing ervan , dat zij opstelt op basis van deze uitwisseling van gegevens .

    Artikel 19

    Uiterlijk op 8 januari 1986 herziet de Raad op voorstel van de Commissie de bijlagen I , II en III .

    Artikel 20

    1 . De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om uiterlijk op 8 januari 1984 aan deze richtlijn te voldoen . Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

    2 . De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van alle bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen .

    Artikel 21

    Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

    Gedaan te Luxemburg , 24 juni 1982 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    F . AERTS

    ( 1 ) PB nr . C 212 van 24 . 8 . 1979 , blz . 4 .

    ( 2 ) PB nr . C 175 van 14 . 7 . 1980 , blz . 48 .

    ( 3 ) PB nr . C 182 van 21 . 7 . 1980 , blz . 25 .

    ( 4 ) PB nr . C 112 van 20 . 12 . 1973 , blz . 1 .

    ( 5 ) PB nr . C 139 van 13 . 6 . 1977 , blz . 1 .

    ( 6 ) PB nr . C 165 van 11 . 7 . 1978 , blz . 1 .

    ( 7 ) PB nr . L 185 van 9 . 7 . 1974 , blz . 15 .

    BIJLAGE I

    INDUSTRIELE INSTALLATIES IN DE ZIN VAN ARTIKEL 1

    1 . - Installaties voor de produktie of omzetting van organische of anorganische chemicaliën waarbij met name gebruik gemaakt wordt van

    - alkylering ,

    - aminering met ammoniak ,

    - carbonylering ,

    - condensatie ,

    - dehydrogenering ,

    - verestering ,

    - halogenering en fabricage van halogenen ,

    - hydrogenering ,

    - hydrolyse ,

    - oxydatie ,

    - polymerisatie ,

    - sulfonering ,

    - ontzwaveling , synthese en omzetting van zwavelhoudende verbindingen ,

    - nitrering en synthese van stikstofhoudende verbindingen ,

    - synthese van fosforhoudende verbindingen ,

    - de formulering van bestrijdingsmiddelen en farmaceutische produkten ,

    - Installaties voor de bewerking of verwerking van organische of anorganische chemicaliën waarbij met name gebruik gemaakt wordt van :

    - distillatie ,

    - extractie ,

    - solvatatie ,

    - menging ;

    2 . Installaties voor de distillatie , raffinage of enige andere wijze van verwerking van aardolie of aardolieprodukten ;

    3 . Installaties bestemd voor de gehele of gedeeltelijke verwijdering van vaste stoffen of vloeistoffen door verbranding of chemische afbraak ;

    4 . Installaties voor de produktie of omzetting van energiegassen , bij voorbeeld LPG , vloeibaar aardgas en synthetisch aardgas ;

    5 . Installaties voor de droge distillatie van steenkool en bruinkool ;

    6 . Installaties voor de produktie van metalen of niet-metalen langs natte weg of door middel van elektrische energie .

    BIJLAGE II

    OPSLAG IN ANDERE DAN DE IN BIJLAGE I BEDOELDE INSTALLATIES ( " AFZONDERLIJKE OPSLAG " )

    Onderstaande hoeveelheden gelden per installatie of per groep installaties van een zelfde fabrikant wanneer de afstand tussen de installaties niet groot genoeg is om in voorzienbare omstandigheden te vermijden dat de risico's van zware ongevallen groter worden . In elk geval gelden deze hoeveelheden per groep installaties van een zelfde fabrikant indien de afstand tussen de installaties minder dan ongeveer 500 meter bedraagt .

    Stoffen of categorieën van stoffen * Hoeveelheid ( t ) * *

    * Voor de toepassing van de artikelen 3 en 4 * Voor de toepassing van artikel 5 *

    1 . Ontvlambaar gas in de zin van bijlage IV , sub c ) , i ) * 50 * 300 ( 1 ) *

    2 . Licht ontvlambare vloeistoffen in de zin van bijlage IV , sub c ) , ii ) * 10 000 * *

    3 . Acrylonitril * 350 * 5 000 *

    4 . Ammoniak * 60 * 600 *

    5 . Chloor * 10 * 200 *

    6 . Zwaveldioxyde * 20 * 500 *

    7 . Ammoniumnitraat * 500 ( 2 ) * 5 000 ( 2 ) *

    8 . Natriumchloraat * 25 * 250 ( 2 ) *

    9 . Vloeibare zuurstof * 200 * 2 000 ( 2 ) *

    ( 1 ) De Lid-Staten kunnen artikel 5 toepassen vanaf 500 ton als voorlopige maatregel , en wel tot de herziening van bijlage II als bedoeld in artikel 19 .

    ( 2 ) Voor zover de staat waarin deze stof verkeert hieraan eigenschappen verleent die het risico van een zwaar ongeval zouden kunnen opleveren .

    BIJLAGE III

    LIJST VAN STOFFEN VOOR DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 5

    Onderstaande hoeveelheden gelden per installatie of per groep installaties van een zelfde fabrikant wanneer de afstand tussen de installaties niet groot genoeg is om in voorzienbare omstandigheden te vermijden dat de risico's van zware ongevallen groter worden . In elk geval gelden deze hoeveelheden per groep installaties van een zelfde fabrikant indien de afstand tussen de installaties minder dan ongeveer 500 meter bedraagt .

    Benaming * Hoeveelheid ( * ) * CAS-nr . * EEG-nr . *

    1 . 4-Aminobifenyl * 1 kg * 92-67-1 * *

    2 . Benzidine * 1 kg * 92-87-5 * 612-042-00-2 *

    3 . Benzidinezouten * 1 kg * * *

    4 . Dimethylnitrosamine * 1 kg * 62-75-9 * *

    5 . 2-Naftylamine * 1 kg * 91-59-8 * 612-022-00-3 *

    6 . Beryllium ( poeder en/of verbindingen ) * 10 kg * * *

    7 . Dichloormethylether * 1 kg * 542-88-1 * 603-046-00-5 *

    8 . 1,3-Propaansulton * 1 kg * 1120-71-4 * *

    9 . 2,3,7,8-tetrachloordibenzo-p-dioxine ( TCDD ) * 1 kg * 1746-01-6 * *

    10 . Arseenpentoxide , arseen(V)zuur en zouten daarvan * 500 kg * * *

    11 . Arseentrioxide , arsenig ( III)zuur en zouten daarvan * 100 kg * * *

    12 . Arseenwaterstof ( arsine ) * 10 kg * 7784-42-1 * *

    13 . N,N-Dimethylcarbamoylchloride * 1 kg * 79-44-7 * *

    14 . N-Chloorformylmorfoline * 1 kg * 15159-40-7 * *

    15 . Kooloxychloride ( fosgeen ) * 20 t * 75-44-5 * 006-002-00-8 *

    16 . Chloor * 50 t * 7782-50-5 * 017-001-00-7 *

    17 . Zwavelwaterstof * 50 t * 7783-06-04 * 016-001-00-4 *

    18 . Acrylnitril ( vinylcyanide ) * 200 t * 107-13-1 * 608-003-00-4 *

    19 . Cyaanwaterstof * 20 t * 74-90-8 * 006-006-00-X *

    20 . Kooldisulfide ( zwavelkoolstof ) * 200 t * 75-15-0 * 006-003-00-3 *

    21 . Broom * 500 t * 7726-95-6 * 035-001-00-5 *

    22 . Ammoniak * 500 t * 7664-41-7 * 007-001-00-5 *

    23 . Acetyleen ( ethyn ) * 50 t * 74-86-2 * 601-015-00-0 *

    24 . Waterstof * 50 t * 1333-74-0 * 001-001-00-9 *

    25 . Ethyleenoxyde * 50 t * 75-21-8 * 603-023-00-X *

    26 . Propyleenoxyde * 50 t * 75-56-9 * 603-055-00-4 *

    27 . Acetoncyaanhydrine * 200 t * 75-86-5 * 608-004-00-X *

    28 . 2-Propenal ( acroleïne ) * 200 t * 107-02-8 * 605-008-00-3 *

    29 . 2-Propen-1-ol ( allylalcohol ) * 200 t * 107-18-6 * 603-015-00-6 *

    30 . Allylamine * 200 t * 107-11-9 * 612-046-00-4 *

    31 . Antimoonwaterstof ( stibine ) * 100 kg * 7803-52-3 * *

    32 . Ethyleenimine * 50 t * 151-56-4 * 613-001-00-1 *

    Benaming * Hoeveelheid ( * ) * CAS-nr . * EEG-nr . *

    33 . Formaldehyde ( minimaal 90 % ) * 50 t * 50-00-0 * 605-001-01-2 *

    34 . Fosforwaterstof ( fosfine ) * 100 kg * 7803-51-2 * *

    35 . Methylbromide ( monobroommethaan ) * 200 t * 74-83-9 * 602-002-00-3 *

    36 . Methylisocyanaat * 1 t * 624-83-9 * 615-001-00-7

    37 . Stikstofoxydes * 50 t * 11104-93-1 * *

    38 . Natriumseleniet * 100 kg * 10102-18-8 * *

    39 . Bis-(2-chloorethyl)sulfide * 1 kg * 505-60-2 * *

    40 . Phosazetim * 100 kg * 4104-14-7 * 015-092-00-8 *

    41 . Tetraethyllood * 50 t * 78-00-2 * *

    42 . Tetramethyllood * 50 t * 75-74-1 * *

    43 . Promurit ( 3,4-dichloorfenyl azathioureum ) * 100 kg * 5836-73-7 * *

    44 . Chloorfenvinfos * 100 kg * 470-90-6 * 015-071-00-3 *

    45 . Crimidine * 100 kg * 535-89-7 * 613-004-00-8 *

    46 . Monochloormethylether * 1 kg * 107-30-2 * *

    47 . Cyaanfosforzuur dimethylamide * 1 t * 63917-41-9 * *

    48 . Carbofenothion * 100 kg * 786-19-6 * 015-044-00-6 *

    49 . Dialifos * 100 kg * 10311-84-9 * 015-088-00-6 *

    50 . Cyanthoate * 100 kg * 3734-95-0 * 015-070-00-8 *

    51 . Amiton * 1 kg * 78-53-5 * *

    52 . Oxydisulfoton * 100 kg * 2497-07-6 * 015-096-00-X *

    53 . 0,0-Diethyl-S-(ethylsulfinylmethyl)thiofosfaat * 100 kg * 2588-05-8 * *

    54 . 0,0-Diethyl-S-(ethylsulfonylmethyl)thiophosfaat * 100 kg * 2588-06-9 * *

    55 . Disulfoton * 100 kg * 298-04-4 * 015-060-00-3 *

    56 . Demeton * 100 kg * 8065-48-3 * *

    57 . Phoraat * 100 kg * 298-02-2 * 015-033-00-6 *

    58 . 0,0-Diethyl-S-(ethylthiomethyl)thiophosfaat * 100 kg * 2600-69-3 * *

    59 . 0,0-Diethyl-S-(isopropylthiomethyl)dithiofosfaat * 100 kg * 78-52-4 * *

    60 . Pyrazoxon * 100 kg * 108-34-9 * 015-023-00-1 *

    61 . Fensulfothion * 100 kg * 115-90-2 * 015-090-00-7 *

    62 . Paraoxon ( 0,0-diethyl-0-(4-nitrofenyl)fosfaat * 100 kg * 311-45-5 * *

    63 . Parathion * 100 kg * 56-38-2 * 015-034-00-1 *

    64 . Azinfos-ethyl * 100 kg * 2642-71-9 * 015-056-00-1 *

    65 . 0,0-Diethyl-S-(propylthiomethyl)dithiofosfaat * 100 kg * 3309-68-0 * *

    66 . Thionazine * 100 kg * 297-97-2 * *

    67 . Carbofuraan * 100 kg * 1563-66-2 * 006-026-00-9 *

    68 . Fosfamidon * 100 kg * 13171-21-6 * 015-022-00-6 *

    69 . Tirpate ( 0-(((2,4-dimethyl-1,3-dithiolan-2 - yl)methyleen)imino)-N-methyl-carbonaat ) * 100 kg * 26419-73-8 * *

    70 . Mevinfos * 100 kg * 7786-34-7 * 015-020-00-5 *

    71 . Parathion-methyl * 100 kg * 298-00-0 * 015-035-00-7 *

    Benaming * Hoeveelheid ( * ) * CAS-nr . * EEG-nr . *

    72 . Azinfos-methyl * 100 kg * 86-50-0 * 015-039-00-9 *

    73 . Cycloheximide * 100 kg * 66-81-9 * *

    74 . Difacinon * 100 kg * 82-66-6 * *

    75 . Tetramethyleendisulfotetramine * 1 kg * 80-12-6 * *

    76 . EPN * 100 kg * 2104-64-5 * 015-36-00-2 *

    77 . 4-Fluorboterzuur * 1 kg * 462-23-7 * *

    78 . 4-Fluorboterzure zouten * 1 kg * * *

    79 . 4-Fluorboterzure esters * 1 kg * * *

    80 . 4-Fluorboterzuuramides * 1 kg * * *

    81 . 4-Fluorcrotonzuur * 1 kg * 37759-72-1 * *

    82 . Fluorcrotonzure zouten * 1 kg * * *

    83 . Fluorcrotonzure esters * 1 kg * * *

    84 . Fluorcrotonzuuramides * 1 kg * * *

    85 . Monofluorazijnzuur * 1 kg * 144-49-0 * 607-081-00-7 *

    86 . Monofluorazijnzure zouten * 1 kg * * *

    87 . Monofluorazijnzure esters * 1 kg * * *

    88 . Monofluorazijnzuuramides * 1 kg * * *

    89 . Fluenetil * 100 kg * 4301-50-2 607-078-00-0 *

    90 . 4-Fluor-2-hydroxyboterzuur * 1 kg * * *

    91 . 4-Fluor-2-hydroxyboterzure zouten * 1 kg * * *

    92 . 4-Fluor-2-hydroxyboterzure esters * 1 kg * * *

    93 . 4-Fluor-2-hydroxyboterzuuramides * 1 kg * * *

    94 . Fluorwaterstof * 50 t * 7664-39-3 * 009-002-00-6 *

    95 . Hydroxyacetonitril ( glycolzuurnitril ) * 100 kg * 107-16-4 * *

    96 . 1,2,3,7,8,9-Hexachloordibenzo-p-dioxine * 100 kg * 19408-74-3 * *

    97 . Isodrin * 100 kg * 465-73-6 * 602-050-00-4 *

    98 . Hexamethylfosfortriamide * 1 kg * 680-31-9 * *

    99 . Juglon ( 5-hydroxy-1,4-naftochinon ) * 100 kg * 481-39-0 * *

    100 . Warfarin * 100 kg * 81-81-2 * 607-056-00-0 *

    101 . 4,4-Methyleen-bis-(2-chlooraniline ) * 10 kg * 101-14-4 * *

    102 . Ethion * 100 kg * 563-12-2 * 015-047-00-2 *

    103 . Aldicarb * 100 kg * 116-06-3 * 006-017-00-X *

    104 . Nikkeltetracarbonyl * 10 kg * 13463-39-3 * 028-001-00-1 *

    105 . Isobenzan * 100 kg * 297-78-9 * 602-053-00-0 *

    106 . Pentaboraan * 100 kg * 19624-22-7 * *

    107 . 1-Propeen-2-chloor-1,3-diol-diacetaat * 10 kg * 10118-72-6 * *

    108 . Propyleenimine * 50 t * 75-55-8 * *

    109 . Zuurstofdifluoride * 10 kg * 7783-41-7 * *

    110 . Zwavelchloride * 1 t * 10545-99-0 * 016-013-00-X *

    111 . Seleenhexafluoride * 10 kg * 7783-79-1 * *

    Benaming * Hoeveelheid ( * ) * CAS-nr . * EEG-nr . *

    112 . Seleenwaterstof * 10 kg * 7783-07-5 * *

    113 . TEPP * 100 kg * 107-49-3 * 015-025-00-2 *

    114 . Sulfotep * 100 kg * 3689-24-5 * 015-027-00-3 *

    115 . Dimefox * 100 kg * 115-26-4 * 015-061-00-9 *

    116 . Tricyclohexylstannyl-1H-1,2,4-triazool * 100 kg * 41083-11-8 * *

    117 . Triethyleenmelamine * 10 kg * 51-18-3 * *

    118 . Kobalt ( poeder en/of verbindingen ) * 100 kg * * *

    119 . Nikkel ( poeder en/of verbindingen ) * 100 kg * * *

    120 . Anabasine * 100 kg * 494-52-0 * *

    121 . Telluurhexafluoride * 100 kg * 7783-80-4 * *

    122 . Trichloormethylsulfenylchloride * 100 kg * 594-42-3 * *

    123 . 1,2-Dibroomethaan * 50 t * 106-93-4 * 602-010-00-6 *

    124 . Ontvlambare stoffen in de zin van bijlage IV , c ) , i ) * 200 t * * *

    125 . Ontvlambare stoffen in de zin van bijlage IV , c ) , ii ) * 50 000 t * * *

    126 . Diazodinitrofenol * 10 t * 7008-81-3 * *

    127 . Diglycoldinitraat * 10 t * 693-21-0 * 603-033-00-4 *

    128 . Zouten van dinitrofenol * 50 t * * 609-017-00-3 *

    129 . 1-Guanyl-4-Nitrosaminoguanyl-1-tetrazeen * 10 t * 109-27-3 * *

    130 . Hexanitrodifenylamine * 50 t * 131-73-7 * 612-018-00-1 *

    131 . Hydrazinenitraat * 50 t * 13464-97-6 * *

    132 . Nitroglycerine * 10 t * 55-63-0 * 603-034-00-X *

    133 . Pentaerytritoltetranitraat * 50 t * 78-11-5 * 603-035-00-5 *

    134 . Cyclotrimethyleentrinitramine * 50 t * 121-82-4 * *

    135 . Trinitroanaline * 50 t * 26952-42-1 * *

    136 . 2,4,6-Trinitroanisool * 50 t * 606-35-9 * 609-011-00-0 *

    137 . Trinitrobenzeen * 50 t * 25377-32-6 * 609-005-00-8 *

    138 . Trinitrobenzoëzuur * 50 t * 35860-50-5 * *

    * * 129-66-8 * *

    139 . Trinitrochloorbenzeen * 50 t * 28260-61-9 * 610-004-00-X *

    140 . Trinitrofenylmethylnitramine * 50 t * 479-45-8 * 612-017-00-6 *

    141 . 2,4,6-Trinitrofenol ( Pibrinezuur ) * 50 t * 88-89-1 * 609-009-00-X *

    142 . Trinitrokresol * 50 t * 28905-71-7 * 609-012-00-6 *

    143 . 2,4,6-Trinitrofenetool * 50 t * 4732-14-3 * *

    144 . Trinitroresorcinol * 50 t * 82-71-3 * 609-018-00-9 *

    145 . 2,4,6-Trinitrotolueen * 50 t * 118-96-7 * 609-008-00-4 *

    146 . Ammoniumnitraat ( 1 ) * 5 000 t * 6484-52-2 * *

    147 . Nitrocellulose ( met meer dan 12,6 % stikstof ) * 100 t * 9004-70-0 * 603-037-00-6 *

    148 . Zwaveldioxyde * 1 000 t * 7446-09-05 * 016-011-00-9 *

    149 . Zoutzuur ( tot vloeistof verdicht gas ) * 250 t * 7647-01-0 * 017-002-00-2 *

    150 . Ontvlambare stoffen in de zin van bijlage IV , c , iii ) * 200 t * * *

    Benaming * Hoeveelheid ( * ) * CAS-nr . * EEG-nr . *

    151 . Natriumchloraat ( 1 ) * 250 t * 7775-09-9 * 017-005-00-9 *

    152 . t . Butylperoxyacetaat ( concentratie * 70 % ) * 50 t * 107-71-1 * *

    153 . t . Butylperoxy-iso-butyraat ( concentratie * 80 % ) * 50 t * 109-13-7 * *

    154 . t . Butylperoxymaleaat ( concentratie * 80 % ) * 50 t * 1931-62-0 * *

    155 . t . Butylperoxy-iso-propylcarbonaat ( concentratie * 80 % ) * 50 t * 2372-21-6 * *

    156 . Dibenzylperoxydicarbonaat ( concentratie * 90 % ) * 50 t * 2144-45-8 * *

    157 . 2,2-Bis-(t . Butylperoxy ) butaan ( concentratie * 70 % ) * 50 t * 2167-23-9 * *

    158 . 1,1-Bis-(t . Butylperoxy ) Cyclohexaan ( concentratie * 80 % ) * 50 t * 3006-86-8 * *

    159 . Di-s-butylperoxydicarbonaat ( concentratie * 80 % ) * 50 t * 19910-65-7 * *

    160 . 2,2-Dihydroperoxypropaan ( concentratie * 30 % ) * 50 t * 2614-76-8 * *

    161 . Di-n-propylperoxydicarbonaat ( concentratie * 80 % ) * 50 t * 16066-38-9 * *

    162 . 3,3,6,6,9,9-Hexamethyl-1,2,4,5-tetroxacyclononaan ( concentratie * 75 % ) * 50 t * 22397-33-7 * *

    163 . Methylethylketonperoxyde ( concentratie * 60 % ) * 50 t * 1338-23-4 * *

    164 . Methyl-iso-butylketonperoxyde ( concentratie * 60 % ) * 50 t * 37206-20-5 * *

    165 . Perazijnzuur ( concentratie * 60 % ) * 50 t * 79-21-0 * 607-094-00-8 *

    166 . Loodazide * 50 t * 13424-46-9 * 082-003-00-7 *

    167 . Loodtrinitroresorcinolaat * 50 t * 15245-44-0 * 609-019-00-4 *

    168 . Kwikfulminaat * 10 t * 20820-45-5 * 080-005-00-2 *

    * * 628-86-4 * 080-005-00-2 *

    169 . Cyclotetramethyleentatranitramine * 50 t * 2691-41-0 * *

    170 . 2,2',4,4',6,6'-Hexanitrostilbeen * 50 t * 20062-22-0 * *

    171 . 1,3,5-Triamino-2,4,6-trinitrobenzeen * 50 t * 3058-38-6 * *

    172 . Glycoldinitraat * 10 t * 628-96-6 * 603-032-00-9 *

    173 . Ethylnitraat * 50 t * 625-58-1 * 007-007-00-8 *

    174 . Natriumpicramaat * 50 t * 831-52-7 * *

    175 . Bariumazide * 50 t * 18810-58-7 * *

    176 . Di-iso-butyrylperoxyde ( concentratie * 50 % ) * 50 t * 3437-84-1 * *

    177 . Diethylperoxydicarbonaat ( concentratie * 30 % ) * 50 t * 14666-78-5 * *

    178 . t . Butylperoxypivaloaat ( concentratie * 77 % ) * 50 t * 927-07-1 * *

    ( 1 ) Voor zover de staat waarin deze stof verkeert hieraan eigenschappen verleent die het risico van een zwaar ongeval zouden kunnen opleveren .

    NB : De EEG-nummers zijn die van Richtlijn 67/548/EEG , met inbegrip van de wijzigingen daarop .

    BIJLAGE IV

    INDICATIEVE CRITERIA

    a ) Zeer giftige stoffen :

    - stoffen welke overeenkomen met de eerste regel van onderstaande tabel ,

    - stoffen welke overeenkomen met de tweede regel van onderstaande tabel en die op grond van hun fysische en chemische eigenschappen gevaar voor ernstige ongevallen zoals die van de stoffen van de eerste regel kunnen opleveren .

    * LD 50 ( oraal ) ( 1 ) mg/kg lichaamsgewicht * LD 50 ( percutaan ) ( 2 ) mg/kg lichaamsgewicht * LC 50 ( inhalatoir ) ( 3 ) mg/l *

    1 * LD 50 * 5 * LD 50 * 10 * LC 50 * 0,1 *

    2 * 5 < LD 50 * 25 * 10 < LD 50 * 50 * 0,1 < LC 50 * 0,5 *

    ( 1 ) LD 50 oraal bij ratten .

    ( 2 ) LD 50 percutaan bij ratten of konijnen .

    ( 3 ) LC 50 inhalatoir ( 4 uur ) bij ratten .

    b ) Andere giftige stoffen :

    Stoffen met de volgende waarden van acute toxiciteit en met fysische en chemische eigenschappen die gevaar voor ernstige ongevallen mogelijk kunnen maken :

    LD 50 ( oraal ) ( 1 ) mg/kg lichaamsgewicht * LD 50 ( percutaan ) ( 2 ) mg/kg lichaamsgewicht * LC 50 ( inhalatoir ) ( 3 ) mg/l *

    25 < LD 50 * 200 * 50 < LD 50 * 400 * 0,5 < LC 50 * 2 *

    ( 1 ) LD 50 oraal bij ratten .

    ( 2 ) LD 50 percutaan bij ratten of konijnen .

    ( 3 ) LC 50 inhalatoir ( 4 uur ) bij ratten .

    c ) Ontvlambare stoffen :

    i ) ontvlambare gassen :

    stoffen die in gasvormige toestand bij normale druk in een gas/luchtmengsel ontvlambaar worden en waarvan het kookpunt bij normale druk bij ten hoogste 20 * C ligt ;

    ii ) licht ontvlambare vloeistoffen :

    stoffen met een vlampunt onder 21 * C en met een kookpunt boven 20 * C bij normale druk ;

    iii ) ontvlambare vloeistoffen :

    stoffen met een vlampunt onder 55 * C die onder druk vloeibaar blijven , voor zover bepaalde gebruiksomstandigheden , zoals hoge druk en hoge temperatuur , het risico van een zwaar ongeval kunnen opleveren .

    d ) Ontplofbare stoffen

    Stoffen die bij aanraking met een vlam kunnen ontploffen of voor stoten of wrijving gevoeliger zijn dan dinitrobenzeen .

    BIJLAGE V

    IN HET KADER VAN DE IN ARTIKEL 5 BEDOELDE KENNISGEVING TE VERSTREKKEN GEGEVENS EN INLICHTINGEN

    Indien het niet mogelijk is of niet nodig blijkt de hieronder gevraagde gegevens te verstrekken , moeten de redenen daarvan worden opgegeven .

    1 . IDENTITEIT VAN DE STOF

    Scheikundige benaming

    CAS-nummer

    Naam volgens de IUPAC-nomenclatuur

    Andere namen

    Empirische formule

    Samenstelling van de stof

    Zuiverheidsgraad

    Voornaamste onzuiverheden en percentages daarvan .

    Beschikbare detectie - en bepalingsmethoden voor de installatie

    Beschrijving van de gebruikte methoden of literatuurrefenties

    Door de fabrikant voorgeschreven methoden en voorzorgsmaatregelen bij hantering , opslag en brand

    Door de fabrikant voorgeschreven noodmaatregelen bij verspreiding bij ongeval

    Mogelijkheden die de fabrikant heeft om de stof onschadelijk te maken

    2 . BEKNOPTE GEGEVENS OVER DE GEVAREN

    - voor de mens :

    - onmiddellijk ...

    - na verloop van tijd ...

    - voor het milieu :

    - onmiddellijk ...

    - na verloop van tijd ...

    BIJLAGE VI

    INLICHTINGEN DIE KRACHTENS ARTIKEL 11 DOOR DE LID-STATEN AAN DE COMMISSIE MOETEN WORDEN VERSTREKT

    RAPPORT OVER HET ZWARE ONGEVAL

    Lid-Staat :

    Instantie belast met het rapport :

    Adres :

    1 . Algemene gegevens

    Datum en uur van het zware ongeval :

    Land , provincie , enz . :

    Adres :

    Type industriële activiteit :

    2 . Type zwaar ongeval

    Ontploffing ...

    Brand ...

    Emissie van gevaarlijke stoffen ...

    Vrijgekomen stof(fen )

    3 . Beschrijving van de omstandigheden waaronder het zware ongeval heeft plaatsgevonden

    4 . Getroffen noodmaatregelen

    5 . Oorza(a)k(en ) van het zware ongeval

    Bekend : ( zo ja , meedelen ) ...

    Niet bekend : ...

    Informatie wordt zo spoedig mogelijk verstrekt : ...

    6 . Aard en omvang van de schade

    a ) Binnen het bedrijf

    - Slachtoffers

    ... doden

    ... gewonden

    ... vergiftigd

    - Blootgestelde personen ...

    - Materiële schade ...

    - Gevaar nog aanwezig ...

    - Geen gevaar meer ...

    b ) Buten het bedrijf

    - Slachtoffers

    ... doden

    ... gewonden

    ... vergiftigd

    - Blootgestelde personen ...

    - Materiële schade ...

    - Schade aan het milieu ...

    - Gevaar nog aanwezig ...

    - Geen gevaar meer ...

    7 . Maatregelen op middellange en lange termijn en vooral maatregelen om te voorkomen dat soortgelijke zware ongevallen zich opnieuw zullen voordoen ( mede te delen naarmate er gegevens beschikbaar komen ) .

    BIJLAGE VII

    VERKLARING AD ARTIKEL 8

    De Lid-Staten plegen in het kader van hun bilaterale betrekkingen overleg over de maatregelen die moeten worden genomen om zware ongevallen die het gevolg zijn van een industriële activiteit waarvan overeenkomstig artikel 5 kennis is gegeven , te voorkomen en om de gevolgen daarvan voor mens en milieu te beperken . In het geval van nieuwe installaties vindt dit overleg plaats binnen de termijnen als bedoeld in artikel 5 , lid 2 .

    Top