This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02014L0090-20210811
Directive 2014/90/EU of the European Parliament and of the Council of 23 July 2014 on marine equipment and repealing Council Directive 96/98/EC (Text with EEA relevance)Text with EEA relevance
Consolidated text: Richtlijn 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 inzake uitrusting van zeeschepen en tot intrekking van Richtlijn 96/98/EG van de Raad (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
Richtlijn 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 inzake uitrusting van zeeschepen en tot intrekking van Richtlijn 96/98/EG van de Raad (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
02014L0090 — NL — 11.08.2021 — 001.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
RICHTLIJN 2014/90/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 23 juli 2014 inzake uitrusting van zeeschepen en tot intrekking van Richtlijn 96/98/EG van de Raad (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 146) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2021/1206 VAN DE COMMISSIE van 30 april 2021 |
L 261 |
45 |
22.7.2021 |
Gerectificeerd bij:
RICHTLIJN 2014/90/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 23 juli 2014
inzake uitrusting van zeeschepen en tot intrekking van Richtlijn 96/98/EG van de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
HOOFDSTUK 1
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Doel
De doelstelling van deze richtlijn is de veiligheid op zee te verbeteren en de verontreiniging van de zee te voorkomen door de uniforme toepassing van de relevante internationale instrumenten met betrekking tot uitrusting die aan boord van EU-zeeschepen wordt geplaatst, alsmede het waarborgen van het vrije verkeer van dergelijke uitrusting binnen de Unie.
Artikel 2
Definities
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
1. |
„uitrusting van zeeschepen” : uitrusting die overeenkomstig artikel 3 binnen de werkingssfeer van deze richtlijn valt; |
2. |
„EU-schip” : een schip dat onder de vlag van een lidstaat vaart en waarop de internationale verdragen van toepassing zijn; |
3. |
„internationale verdragen” : de volgende verdragen die met inbegrip van hun verplicht toepasbare protocollen en codes zijn aangenomen onder auspiciën van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO), die in werking zijn getreden en waarin specifieke vereisten zijn vastgelegd voor de goedkeuring door de vlaggenstaat van uitrusting die aan boord van schepen wordt geplaatst:
—
het Verdrag inzake de internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee van 1972 (COLREG),
—
het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen van 1973 (MARPOL),
—
het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee van 1974 (SOLAS);
|
4. |
„beproevingsnormen” : de beproevingsnormen voor uitrusting van zeeschepen opgesteld door:
—
de Internationale Maritieme Organisatie (IMO),
—
de Internationale Organisatie voor Normalisatie (ISO),
—
de Internationale Elektrotechnische Commissie (IEC),
—
de Europese Commissie voor Normalisatie (CEN),
—
het Europees Comité voor Elektrotechnische Normalisatie (Cenelec),
—
de Internationale Telecommunicatie-unie (ITU),
—
het Europees Instituut voor telecommunicatienormen (ETSI),
—
de Commissie, overeenkomstig artikel 8 en artikel 27, lid 6, van deze richtlijn,
—
de regelgevende instanties die zijn erkend in de overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning waarbij de Unie partij is;
|
5. |
„internationale instrumenten” : de relevante internationale verdragen, met inbegrip van de resoluties en circulaires van de IMO die uitvoering geven aan de geactualiseerde versie van deze verdragen, alsmede de beproevingsnormen; |
6. |
„stuurwielmarkering” : het in artikel 9 bedoelde en in bijlage I weergegeven symbool of, indien van toepassing, het in artikel 11 bedoelde elektronische label; |
7. |
„aangemelde instantie” : een organisatie die door de bevoegde nationale instantie van een lidstaat is aangewezen overeenkomstig artikel 17; |
8. |
„op de markt aanbieden” : het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van uitrusting van zeeschepen op de markt in de Unie; |
9. |
„in de handel brengen” : het voor het eerst in de Unie op de markt aanbieden van uitrusting van zeeschepen; |
10. |
„fabrikant” : een natuurlijke of rechtspersoon die uitrusting van zeeschepen vervaardigt of laat ontwerpen of vervaardigen, en deze onder zijn naam of handelsmerk verhandelt; |
11. |
„gemachtigde” : een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die schriftelijk door een fabrikant is gemachtigd om namens hem specifieke taken te vervullen; |
12. |
„importeur” : een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die uitrusting van zeeschepen uit een derde land in de Unie in de handel brengt; |
13. |
„distributeur” : een natuurlijke of rechtspersoon in de toeleveringsketen, verschillend van de fabrikant of de importeur, die uitrusting van zeeschepen op de markt aanbiedt; |
14. |
„marktdeelnemers” : de fabrikant, de gemachtigde, de importeur en de distributeur; |
15. |
„accreditatie” : accreditatie als gedefinieerd in artikel 2, punt 10, van Verordening (EG) nr. 765/2008; |
16. |
„nationale accreditatie-instantie” : nationale accreditatie-instantie als gedefinieerd in artikel 2, punt 11, van Verordening (EG) nr. 765/2008; |
17. |
„conformiteitsbeoordeling” : het door de aangemelde instanties overeenkomstig artikel 15 uitgevoerde proces waarmee wordt aangetoond dat uitrusting van zeeschepen al of niet voldoet aan de vereisten van deze richtlijn; |
18. |
„conformiteitsbeoordelingsinstantie” : een instantie die conformiteitsbeoordelingsactiviteiten verricht, zoals onder meer ijken, testen, certificeren en inspecteren; |
19. |
„terugroepen” : maatregel waarmee wordt beoogd uitrusting van zeeschepen terug te doen keren die al aan boord van EU-schepen is geplaatst of is aangekocht met de bedoeling deze aan boord van EU-schepen te plaatsen; |
20. |
„uit de handel nemen” : maatregel waarmee wordt beoogd te voorkomen dat uitrusting van zeeschepen die zich in de toeleveringsketen bevindt, op de markt wordt aangeboden; |
21. |
„EU-conformiteitsverklaring” : verklaring die overeenkomstig artikel 16 is afgegeven door de fabrikant; |
22. |
„product” : een uitrustingsonderdeel van zeeschepen. |
Artikel 3
Werkingssfeer
Artikel 4
Vereisten voor uitrusting van zeeschepen
Artikel 5
Toepassing
Artikel 6
Werking van de interne markt
De lidstaten mogen het in de handel brengen of het plaatsen van uitrusting van zeeschepen aan boord van een EU-schip niet verbieden, noch mogen zij weigeren om de desbetreffende certificaten uit te reiken aan schepen die onder hun vlag varen of om deze certificaten te vernieuwen, als die uitrusting voldoet aan deze richtlijn.
Artikel 7
Omvlaggen van een schip naar een lidstaat
Artikel 8
Normen voor uitrusting van zeeschepen
Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens de voorbereiding van deze gedelegeerde handelingen deskundigen, onder meer uit de lidstaten, raadpleegt.
Deze technische specificaties en beproevingsnormen worden voorlopig toegepast totdat de IMO een norm voor dat specifieke uitrustingsonderdeel van zeeschepen vaststelt.
Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens de voorbereiding van deze gedelegeerde handelingen deskundigen, onder meer uit de lidstaten, raadpleegt.
Die technische specificaties en beproevingsnormen worden voorlopig toegepast totdat de IMO de toepasselijke norm voor dat specifieke uitrustingsonderdeel van zeeschepen heeft herzien.
HOOFDSTUK 2
DE STUURWIELMARKERING
Artikel 9
De stuurwielmarkering
Artikel 10
Voorschriften en voorwaarden voor het aanbrengen van de stuurwielmarkering
Artikel 11
Elektronisch label
HOOFDSTUK 3
VERPLICHTINGEN VAN MARKTDEELNEMERS
Artikel 12
Verplichtingen van fabrikanten
Artikel 13
Gemachtigden
Een gemachtigde voert de taken uit die gespecificeerd zijn in het mandaat dat hij van de fabrikant heeft ontvangen. Het mandaat stelt de gemachtigde in staat ten minste de volgende taken te verrichten:
hij houdt de EU-conformiteitsverklaring en de technische documentatie ter beschikking van de nationale toezichtautoriteiten gedurende ten minste tien jaar nadat de stuurwielmarkering is aangebracht, en in geen geval korter dan de verwachte levensduur van de betrokken uitrusting van zeeschepen;
hij verstrekt een bevoegde autoriteit op grond van een met redenen omkleed verzoek alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van het product aan te tonen;
hij verleent op verzoek van de bevoegde instanties medewerking aan eventueel genomen maatregelen ter uitschakeling van de risico’s van producten die onder zijn mandaat vallen.
Artikel 14
Andere marktdeelnemers
Gedurende ten minste tien jaar nadat de stuurwielmarkering is aangebracht, en in geen geval korter dan de verwachte levensduur van de betrokken uitrusting van zeeschepen moeten marktdeelnemers, op verzoek, aan de markttoezichtautoriteiten kunnen mededelen:
welke marktdeelnemer een product aan hen heeft geleverd;
aan welke marktdeelnemer zij een product hebben geleverd.
HOOFDSTUK 4
CONFORMITEITSBEOORDELING EN AANMELDING VAN CONFORMITEITSBEOORDELINGSINSTANTIES
Artikel 15
Conformiteitsbeoordelingsprocedures
De lidstaten zorgen ervoor dat de fabrikant of diens gemachtigde de conformiteitsbeoordeling van een specifiek uitrustingsonderdeel van zeeschepen laat uitvoeren door een aangemelde instantie, met gebruikmaking van een van de opties die de Commissie heeft vastgelegd door middel van uitvoeringshandelingen die zij overeenkomstig de in artikel 38, lid 2, vermelde onderzoeksprocedure heeft vastgesteld, waarbij hij een van de volgende procedures kan kiezen:
als er een EG-typeonderzoek (module B) wordt verricht, wordt alle uitrusting van zeeschepen, voorafgaande aan het in de handel brengen, onderworpen aan:
Voor uitrusting van zeeschepen die per stuk of in kleine hoeveelheden en niet in serie- of massaproductie wordt vervaardigd, mag de conformiteitsbeoordelingsprocedure de EG-eenheidskeuring (module G) zijn.
Artikel 16
EU-conformiteitsverklaring
Artikel 17
Aanmelding van conformiteitsbeoordelingsinstanties
Artikel 18
Aanmeldende autoriteiten
Artikel 19
Informatieverplichting voor aanmeldende autoriteiten
Artikel 20
Dochterondernemingen van, en uitbesteding door, aangemelde instanties
Artikel 21
Wijzigingen van de aanmelding
Artikel 22
Betwisting van de bekwaamheid van aangemelde instanties
Artikel 23
Operationele verplichtingen van aangemelde instanties
Artikel 24
Verplichting voor aangemelde instanties om informatie te verstrekken
Aangemelde instanties brengen de aanmeldende autoriteit op de hoogte van:
elke weigering, beperking, opschorting of intrekking van conformiteitcertificaten;
omstandigheden die van invloed zijn op de werkingssfeer van en de voorwaarden voor aanmelding;
informatieverzoeken over conformiteitsbeoordelingsactiviteiten die zij van markttoezichtautoriteiten ontvangen;
op verzoek, de binnen de werkingssfeer van hun aanmelding verrichte conformiteitsbeoordelingsactiviteiten en andere activiteiten, waaronder grensoverschrijdende activiteiten en uitbesteding.
HOOFDSTUK 5
MARKTTOEZICHT IN DE UNIE, CONTROLE VAN PRODUCTEN, VRIJWARINGSBEPALINGEN
Artikel 25
EU-markttoezichtkader
Artikel 26
Procedure voor uitrusting van zeeschepen die op nationaal niveau een risico vertoont
Wanneer de markttoezichtautoriteiten bij deze beoordeling vaststellen dat de uitrusting van zeeschepen niet aan de vereisten van deze richtlijn voldoet, verlangen zij onverwijld van de betrokken marktdeelnemer dat hij alle passende corrigerende maatregelen neemt om de uitrusting van zeeschepen overeenkomstig die vereisten te brengen of binnen een door hen vast te stellen redelijke termijn, die evenredig is met de aard van het risico, uit de handel te nemen of terug te roepen.
De markttoezichtautoriteiten brengen de bevoegde aangemelde instantie hiervan op de hoogte.
Artikel 21 van Verordening (EG) nr. 765/2008 is van toepassing op de in de tweede alinea van dit lid genoemde maatregelen.
De markttoezichtautoriteiten brengen de Commissie en de andere lidstaten onverwijld van deze maatregelen op de hoogte.
De in lid 4 bedoelde informatie over de door de markttoezichtautoriteiten genomen maatregelen omvat alle bekende bijzonderheden, in het bijzonder de gegevens die nodig zijn om de niet-conforme uitrusting van zeeschepen te identificeren en om de oorsprong van het product, de aard van de beweerde niet-conformiteit en van het risico, en de aard en de duur van de genomen nationale maatregelen vast te stellen, evenals de argumenten die worden aangevoerd door de betrokken marktdeelnemer. De markttoezichtautoriteiten vermelden in het bijzonder of de niet-conformiteit een van de volgende redenen heeft:
de uitrusting van zeeschepen voldoet niet aan de toepasselijke vereisten van artikel 4 op het gebied van het ontwerp, de constructie en de prestaties;
bij de conformiteitsbeoordelingsprocedure is niet voldaan aan de beproevingsnormen waarnaar in artikel 4 wordt verwezen;
tekortkomingen in deze beproevingsnormen.
Artikel 27
EU-vrijwaringsprocedure
De Commissie is daarnaast bevoegd om volgens de procedure van artikel 37 door middel van gedelegeerde handelingen voorlopige geharmoniseerde vereisten en beproevingsnormen voor een specifiek uitrustingsonderdeel van zeeschepen vast te stellen. De criteria van artikel 8, lid 3, zijn van overeenkomstige toepassing. Deze vereisten en beproevingsnormen worden door de Commissie gratis ter beschikking gesteld.
Artikel 28
Conforme producten die toch een risico voor de maritieme veiligheid, de gezondheid of het milieu met zich brengen
Artikel 29
Formele niet-conformiteit
Onverminderd artikel 26 verlangt een lidstaat, wanneer hij een van de volgende feiten vaststelt, van de betrokken marktdeelnemer dat deze een einde maakt aan de betrokken niet-conformiteit:
de stuurwielmarkering is in strijd met artikel 9 of 10 aangebracht;
de stuurwielmarkering is niet aangebracht;
er is geen EU-conformiteitsverklaring opgesteld;
de EU-conformiteitsverklaring is niet correct opgesteld;
technische documentatie is niet beschikbaar of onvolledig;
de EU-conformiteitsverklaring is niet naar het schip gestuurd.
Artikel 30
Vrijstellingen op basis van technische innovatie
Artikel 31
Vrijstellingen voor beproevings- of beoordelingsdoeleinden
Een instantie van een vlaggenstaat kan toestaan dat uitrusting van zeeschepen waarvoor geen conformiteitsbeoordelingsprocedures zijn gevolgd of die niet onder artikel 30 valt met het oog op beproeving of beoordeling aan boord van een EU-schip wordt geplaatst, indien aan de volgende cumulatieve voorwaarden wordt voldaan:
voor de uitrusting van zeeschepen wordt door de lidstaat die vlaggenstaat is, een certificaat verstrekt dat de uitrusting te allen tijde vergezelt en dat behelst dat die lidstaat toestemming geeft die uitrusting aan boord van het EU-schip te plaatsen en waarop alle nodige beperkingen en andere passende bepalingen met betrekking tot het gebruik van de uitrusting zijn vermeld;
de toestemming mag slechts gegeven worden voor de periode die de vlaggenstaat nodig acht om de test te voltooien en die zo kort mogelijk moet zijn;
er mag niet op die uitrusting van zeeschepen worden vertrouwd als op uitrusting die voldoet aan de eisen van deze richtlijn en zij mag laatstgenoemde uitrusting, die klaar voor onmiddellijk gebruik aan boord van het EU-schip moet blijven, niet vervangen.
Artikel 32
Vrijstellingen in uitzonderlijke omstandigheden
De uitrusting van zeeschepen die aan boord wordt geplaatst, wordt vergezeld door een voorlopig goedkeuringscertificaat dat is afgegeven door de lidstaat die vlaggenstaat is of door een andere lidstaat en waarop het volgende is vermeld:
de uitrusting met de stuurwielmarkering die door de gecertificeerde uitrusting wordt vervangen;
de exacte omstandigheden waaronder het goedkeuringscertificaat is afgegeven, en in het bijzonder de informatie dat er geen uitrusting met de stuurwielmarkering in de handel verkrijgbaar is;
de exacte vereisten op het gebied van het ontwerp, de constructie en de prestaties op basis waarvan de uitrusting is goedgekeurd door de lidstaat die het certificaat afgeeft;
de beproevingsnormen op basis waarvan de desbetreffende goedkeuringsprocedures zijn verricht.
HOOFDSTUK 6
SLOTBEPALINGEN
Artikel 33
Uitwisseling van ervaringen
De Commissie voorziet in de organisatie van de uitwisseling van ervaringen, in het bijzonder betreffende markttoezicht, tussen de nationale autoriteiten van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor het aanmeldingsbeleid.
Artikel 34
Coördinatie van aangemelde instanties
Artikel 35
Uitvoeringsmaatregelen
Door de Commissie wordt een gegevensbank opgezet en onderhouden die ten minste de volgende informatie bevat:
de lijst met de conformiteitscertificaten die krachtens deze richtlijn zijn afgegeven en de wezenlijke details daarvan die door de aangemelde instanties zijn opgesteld;
de lijst met de conformiteitsverklaringen die krachtens deze richtlijn zijn afgegeven en de wezenlijke details daarvan die door de fabrikanten zijn opgesteld;
een actuele lijst met de toepasselijke internationale instrumenten en de vereisten en beproevingsnormen die op grond van artikel 4, lid 4, van toepassing worden;
de lijst met de in lid 2 bedoelde criteria en procedures en de volledige tekst daarvan;
de vereisten en voorwaarden voor de in artikel 11 bedoelde elektronische labels, in voorkomend geval;
alle andere nuttige informatie die bevorderlijk kan zijn voor de correcte tenuitvoerlegging van deze richtlijn door de lidstaten, de aangemelde instanties en de marktdeelnemers.
Die gegevensbank is toegankelijk voor de lidstaten. Daarnaast is de gegevensbank enkel ter informatie toegankelijk voor het publiek.
Artikel 36
Wijzigingen
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 37 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de verwijzingen naar de in bijlage III bedoelde normen te actualiseren wanneer nieuwe normen beschikbaar zijn.
Artikel 37
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Artikel 38
Comitéprocedure
Artikel 39
Omzetting
Zij passen de bepalingen toe met ingang van18 september 2016.
Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
Artikel 40
Intrekking
Artikel 41
Inwerkingtreding
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 42
Adressaten
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
BIJLAGE I
STUURWIELMARKERING
De conformiteitsmarkering ziet er als volgt uit:
Bij verkleining of vergroting van de stuurwielmarkering moeten de verhoudingen van de gegradueerde afbeelding in acht worden genomen.
De onderscheiden onderdelen van de stuurwielmarkering hebben ongeveer dezelfde hoogte, die ten minste vijf millimeter moet bedragen.
Bij kleine apparaten hoeft men zich niet aan de minimumafmeting te houden.
BIJLAGE II
CONFORMITEITSBEOORDELINGSPROCEDURES
I. MODULE B: EG-TYPEONDERZOEK
1. Met „EG-typeonderzoek” wordt dat gedeelte van een conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarin de aangemelde instantie het technisch ontwerp van de uitrusting van zeeschepen onderzoekt om te controleren of ze aan de toepasselijke eisen voldoet, en een verklaring hierover verstrekt.
2. Het EG-typeonderzoek kan op een van de volgende wijzen worden verricht:
3. De fabrikant dient een aanvraag voor het EG-typeonderzoek in bij een aangemelde instantie van zijn keuze.
De aanvraag omvat:
een algemene beschrijving van de uitrusting van zeeschepen;
ontwerp- en fabricagetekeningen, alsmede schema’s van componenten, onderdelen, circuits, enz.,
beschrijvingen en toelichtingen die nodig zijn voor het begrijpen van die tekeningen en schema’s en van de werking van de uitrusting van zeeschepen;
een lijst van de eisen en beproevingsnormen die van toepassing zijn op de uitrusting van zeeschepen overeenkomstig deze richtlijn, samen met een beschrijving van de oplossingen die zijn toegepast om aan deze eisen te voldoen;
de resultaten van uitgevoerde ontwerpberekeningen, onderzoeken enz., en
testrapporten;
4. De aangemelde instantie verricht de volgende handelingen:
voor de uitrusting van zeeschepen:
onderzoekt zij de technische documentatie en het bewijsmateriaal om te beoordelen of het technisch ontwerp van de uitrusting van zeeschepen geschikt is;
voor het monster/de monsters:
controleert zij of de monsters overeenkomstig de technische documentatie zijn vervaardigd en stelt zij vast welke elementen overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de betrokken voorschriften en beproevingsnormen zijn ontworpen, alsook welke elementen zijn ontworpen zonder toepassing van de relevante bepalingen van die normen;
voert zij passende onderzoeken en testen uit overeenkomstig deze richtlijn of doet zij deze uitvoeren;
stelt zij in overleg met de fabrikant de plaats vast waar de onderzoeken en testen zullen worden uitgevoerd.
5. De aangemelde instantie stelt een evaluatieverslag op over de overeenkomstig punt 4 verrichte activiteiten en de resultaten daarvan. Onverminderd haar verplichtingen jegens de aanmeldende autoriteiten maakt de aangemelde instantie de inhoud van het verslag uitsluitend met instemming van de fabrikant geheel of gedeeltelijk openbaar.
6. Indien het type voldoet aan de toepasselijke eisen van de specifieke internationale instrumenten die van toepassing zijn op de desbetreffende uitrusting van zeeschepen, verstrekt de aangemelde instantie de fabrikant een certificaat van EG-typeonderzoek. Het certificaat bevat de naam en het adres van de fabrikant, de conclusies van het onderzoek, de eventuele voorwaarden voor de geldigheid van het certificaat en de noodzakelijke gegevens voor de identificatie van het goedgekeurde type. Het certificaat kan vergezeld gaan van een of meer bijlagen.
Het certificaat en de bijlagen bevatten alle informatie die nodig is om de conformiteit van de gefabriceerde producten met het onderzochte type te kunnen toetsen en controles tijdens het gebruik te kunnen verrichten.
Wanneer het type niet aan de toepasselijke eisen van de internationale instrumenten voldoet, weigert de aangemelde instantie een certificaat van EG-typeonderzoek te verstrekken en brengt zij de aanvrager hiervan op de hoogte met vermelding van de precieze redenen voor de weigering.
7. Indien het goedgekeurde type niet meer aan de toepasselijke eisen voldoet, beoordeelt de aangemelde instantie of nader onderzoek dan wel een nieuwe conformiteitsbeoordelingsprocedure nodig is.
De fabrikant brengt de aangemelde instantie die de technische documentatie betreffende het certificaat van EG-typeonderzoek bewaart op de hoogte van alle wijzigingen van het goedgekeurde type die van invloed kunnen zijn op de conformiteit van de uitrusting van zeeschepen met de eisen van de toepasselijke internationale instrumenten of de voorwaarden voor de geldigheid van het certificaat. Dergelijke wijzigingen vereisen een aanvullende goedkeuring in de vorm van een bijvoegsel bij het oorspronkelijke certificaat van EG-typeonderzoek.
8. Elke aangemelde instantie brengt de autoriteiten die haar hebben aangemeld op de hoogte van de door haar verstrekte of ingetrokken certificaten van EG-typeonderzoek en/of aanvullingen daarop en verstrekt deze autoriteiten op gezette tijden of op verzoek een lijst van geweigerde, opgeschorte of anderszins beperkte certificaten en/of aanvullingen daarop.
Elke aangemelde instantie brengt de andere aangemelde instanties op de hoogte van de door haar geweigerde, ingetrokken, opgeschorte of anderszins beperkte certificaten van EG-typeonderzoek en/of aanvullingen daarop alsmede, op verzoek, van de door haar verstrekte certificaten en/of aanvullingen daarop.
De Commissie, de lidstaten en de andere aangemelde instanties kunnen op verzoek een kopie van de certificaten van EG-typeonderzoek en/of aanvullingen daarop ontvangen. De Commissie en de lidstaten kunnen op verzoek een kopie van de technische documentatie en de resultaten van het door de aangemelde instantie verrichte onderzoek ontvangen. De aangemelde instantie bewaart een kopie van het certificaat van EG-typeonderzoek, de bijlagen en aanvullingen, alsook het technisch dossier, met inbegrip van de door de fabrikant overgelegde documentatie, tot het einde van de geldigheidsduur van het certificaat.
9. De fabrikant houdt een kopie van het certificaat van EG-typeonderzoek, de bijlagen en aanvullingen, samen met de technische documentatie, ter beschikking van de nationale autoriteiten gedurende ten minste tien jaar nadat de stuurwielmarkering op het laatste vervaardigde product is aangebracht, en in geen geval korter dan de verwachte levensduur van de betrokken uitrusting van zeeschepen.
10. De gemachtigde van de fabrikant kan de in punt 3 bedoelde aanvraag indienen en de in de punten 7 en 9 vermelde verplichtingen vervullen, op voorwaarde dat dit in het mandaat is gespecificeerd.
II. MODULE D: OVEREENSTEMMING MET HET TYPE OP BASIS VAN KWALITEITSBORGING VAN HET PRODUCTIEPROCES
1. |
Met „overeenstemming met het type op basis van kwaliteitsborging van het productieproces” wordt het gedeelte van een conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarbij de fabrikant de in de punten 2 en 5 opgenomen verplichtingen nakomt en op eigen verantwoording garandeert en verklaart dat de uitrusting van zeeschepen overeenstemt met het type als beschreven in het certificaat van EG-typeonderzoek en dat het voldoet aan de vereisten van de toepasselijke internationale instrumenten. |
2. |
Fabricage De fabrikant past op de productie, de eindproductcontrole en de beproeving van de betrokken producten een goedgekeurd kwaliteitssysteem als bedoeld in punt 3 toe, waarop overeenkomstig punt 4 toezicht wordt uitgeoefend. |
3. |
Kwaliteitssysteem 3.1. De fabrikant dient voor de desbetreffende uitrusting van zeeschepen bij een aangemelde instantie van zijn keuze een aanvraag tot beoordeling van zijn kwaliteitssysteem in. De aanvraag omvat:
—
naam en adres van de fabrikant en, indien de aanvraag wordt ingediend door zijn gemachtigde, ook diens naam en adres,
—
een schriftelijke verklaring waaruit blijkt dat dezelfde aanvraag niet bij een andere aangemelde instantie is ingediend,
—
alle relevante informatie voor de bedoelde categorie uitrusting van zeeschepen,
—
de documentatie over het kwaliteitssysteem,
—
de technische documentatie betreffende het goedgekeurde type en een kopie van het certificaat van EG-typeonderzoek.
3.2. Het kwaliteitssysteem waarborgt dat de producten in overeenstemming zijn met het type als beschreven in het certificaat van EG-typeonderzoek en dat zij voldoen aan de eisen van de toepasselijke internationale instrumenten. Alle door de fabrikant vastgestelde gegevens, eisen en bepalingen worden systematisch en geordend bijeengebracht in een document met schriftelijk vastgelegde beleidsmaatregelen, procedures en instructies. Aan de hand van de documentatie van het kwaliteitssysteem kunnen de kwaliteitsprogramma’s, plannen, handboeken en dossiers eenduidig worden geïnterpreteerd. De documentatie bevat in het bijzonder een adequate beschrijving van:
—
de kwaliteitsdoelstellingen, het organisatieschema, de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden van de bedrijfsleiding met betrekking tot de productkwaliteit,
—
de daarbij gebruikte fabricage-, kwaliteitsbeheersings- en kwaliteitsborgingstechnieken en -procedés, alsmede de in dat verband systematisch toe te passen maatregelen,
—
de onderzoeken en testen die vóór, tijdens en na de fabricage worden verricht en de frequentie waarmee dat zal gebeuren,
—
de kwaliteitsdossiers, zoals controleverslagen, test- en ijkgegevens, rapporten betreffende de kwalificatie van het betrokken personeel enz., en
—
de middelen om toezicht uit te oefenen op het bereiken van de vereiste productkwaliteit en de doeltreffende werking van het kwaliteitssysteem.
3.3. De aangemelde instantie beoordeelt het kwaliteitssysteem om te controleren of het aan de in punt 3.2 bedoelde eisen voldoet. Het auditteam heeft ervaring met kwaliteitsborgingssystemen; voorts heeft ten minste één lid van het team ervaring met beoordelingen van de relevante uitrusting van zeeschepen en de technologie voor uitrusting van zeeschepen, en verstand van de toepasselijke eisen van de internationale instrumenten. De audit omvat een inspectiebezoek aan de fabrikant. Het auditteam evalueert de in punt 3.1, vijfde streepje, bedoelde technische documentatie teneinde te controleren of de fabrikant zich bewust is van de toepasselijke eisen van de internationale instrumenten en het vereiste onderzoek kan verrichten om te waarborgen dat het product aan deze eisen voldoet. De fabrikant wordt in kennis gesteld van het besluit. In deze kennisgeving zijn de conclusies van de audit opgenomen, evenals de met redenen omklede beoordelingsbeslissing. 3.4. De fabrikant verbindt zich ertoe de verplichtingen die voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitssysteem na te komen en te zorgen dat het passend en doeltreffend blijft. 3.5. De fabrikant brengt de aangemelde instantie die het kwaliteitssysteem heeft goedgekeurd op de hoogte van elke voorgenomen wijziging van het kwaliteitssysteem. De aangemelde instantie beoordeelt de voorgestelde wijzigingen en beslist of het gewijzigde kwaliteitssysteem blijft voldoen aan de in punt 3.2 bedoelde eisen dan wel of een nieuwe beoordeling noodzakelijk is. Zij stelt de fabrikant van haar beslissing in kennis. In deze kennisgeving zijn de conclusies van het onderzoek opgenomen, evenals de met redenen omklede beoordelingsbeslissing. |
4. |
Toezicht onder verantwoordelijkheid van de aangemelde instantie 4.1. Het toezicht heeft tot doel te controleren of de fabrikant naar behoren voldoet aan de verplichtingen die voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitssysteem. 4.2. De fabrikant verleent de aangemelde instantie voor inspectiedoeleinden toegang tot de fabricage-, controle-, test- en opslagruimten en verstrekt haar alle nodige informatie, in het bijzonder:
—
de documentatie over het kwaliteitssysteem;
—
de kwaliteitsdossiers, zoals controleverslagen, test- en ijkgegevens, rapporten betreffende de kwalificatie van het betrokken personeel enz.
4.3. De aangemelde instantie verricht periodieke audits om te controleren of de fabrikant het kwaliteitssysteem onderhoudt en toepast en verstrekt de fabrikant een auditverslag. 4.4. De aangemelde instantie kan voorts onaangekondigde bezoeken aan de fabrikant afleggen, behalve wanneer dit soort bezoeken in de nationale wetgeving om defensie- of veiligheidsredenen aan beperkingen is gebonden. Bij die bezoeken kan de aangemelde instantie zo nodig producttesten verrichten of laten verrichten om te controleren of het kwaliteitssysteem goed functioneert. De aangemelde instantie verstrekt de fabrikant een verslag van het bezoek en, indien testen zijn verricht, een testverslag. |
5. |
Conformiteitsmarkering en conformiteitsverklaring 5.1. De fabrikant brengt de in artikel 9 bedoelde stuurwielmarkering en, onder verantwoordelijkheid van de in punt 3.1 bedoelde aangemelde instantie, het identificatienummer van die instantie aan op elk afzonderlijk product dat in overeenstemming is met het type als beschreven in het certificaat van EG-typeonderzoek en dat het voldoet aan de toepasselijke eisen van de internationale instrumenten. 5.2. De fabrikant stelt voor elk productmodel een conformiteitsverklaring op en houdt deze ter beschikking van de nationale autoriteiten gedurende ten minste tien jaar nadat de stuurwielmarkering op het laatste vervaardigde product is aangebracht, en in geen geval voor een periode korter dan de verwachte levensduur van de betrokken uitrusting van zeeschepen. In de conformiteitsverklaring wordt het model van de uitrusting van zeeschepen beschreven. Een kopie van de conformiteitsverklaring wordt op verzoek aan de bevoegde autoriteiten verstrekt. |
6. |
De fabrikant houdt gedurende ten minste tien jaar nadat de stuurwielmarkering op het laatste vervaardigde product is aangebracht, en in geen geval voor een periode korter dan de verwachte levensduur van de betrokken uitrusting van zeeschepen ter beschikking van de nationale autoriteiten:
—
de in punt 3.1 bedoelde documentatie,
—
de in punt 3.5 bedoelde wijzigingen, zoals deze zijn goedgekeurd,
—
de in de punten 3.5, 4.3 en 4.4 bedoelde beslissingen en verslagen van de aangemelde instantie.
|
7. |
Elke aangemelde instantie brengt de autoriteiten die haar hebben aangemeld op de hoogte van de verleende en ingetrokken goedkeuringen voor kwaliteitssystemen en verstrekt deze autoriteiten op gezette tijden of op verzoek een lijst van geweigerde, opgeschorte of anderszins beperkte goedkeuringen voor kwaliteitssystemen. Elke aangemelde instantie brengt de andere aangemelde instanties op de hoogte van de door haar geweigerde, opgeschorte, ingetrokken of anderszins beperkte goedkeuringen voor kwaliteitssystemen alsmede, op verzoek, van de door haar verleende goedkeuringen voor kwaliteitssystemen. |
8. |
Gemachtigde De in de punten 3.1, 3.5, 5 en 6 vervatte verplichtingen van de fabrikant kunnen namens hem en onder zijn verantwoordelijkheid worden vervuld door zijn gemachtigde, op voorwaarde dat dit in het mandaat is gespecificeerd. |
III. MODULE E: OVEREENSTEMMING MET HET TYPE OP BASIS VAN PRODUCTKWALITEITSBORGING
1. |
Met „overeenstemming met het type op basis van productkwaliteitsborging” wordt het gedeelte van een conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarin de fabrikant de verplichtingen in de punten 2 en 5 nakomt en op eigen verantwoording garandeert en verklaart dat de betrokken uitrusting van zeeschepen overeenstemt met het type als beschreven in het certificaat van EG-typeonderzoek en voldoet aan de eisen van de toepasselijke internationale instrumenten. |
2. |
Fabricage De fabrikant past op de eindproductcontrole en de beproeving van de betrokken producten een goedgekeurd kwaliteitssysteem als bedoeld in punt 3 toe, waarop overeenkomstig punt 4 toezicht wordt uitgeoefend. |
3. |
Kwaliteitssysteem 3.1. De fabrikant dient voor de desbetreffende uitrusting van zeeschepen bij een aangemelde instantie van zijn keuze een aanvraag tot beoordeling van zijn kwaliteitssysteem in. De aanvraag omvat:
—
naam en adres van de fabrikant en, indien de aanvraag wordt ingediend door zijn gemachtigde, ook diens naam en adres,
—
een schriftelijke verklaring waaruit blijkt dat dezelfde aanvraag niet bij een andere aangemelde instantie is ingediend,
—
alle relevante informatie voor de bedoelde categorie uitrusting van zeeschepen,
—
de documentatie over het kwaliteitssysteem, en
—
de technische documentatie betreffende het goedgekeurde type en een kopie van het certificaat van EG-typeonderzoek.
3.2. Het kwaliteitssysteem waarborgt dat de producten in overeenstemming zijn met het type als beschreven in het certificaat van EG-typeonderzoek en met de eisen van de toepasselijke internationale instrumenten. Alle door de fabrikant vastgestelde gegevens, eisen en bepalingen worden systematisch en geordend bijeengebracht in een document met schriftelijk vastgelegde beleidsmaatregelen, procedures en instructies. Aan de hand van de documentatie van het kwaliteitssysteem kunnen de kwaliteitsprogramma’s, plannen, handboeken en dossiers eenduidig worden geïnterpreteerd. De documentatie bevat in het bijzonder een adequate beschrijving van:
—
de kwaliteitsdoelstellingen, het organisatieschema en de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de bedrijfsleiding met betrekking tot de productkwaliteit;
—
de onderzoeken en testen die na de fabricage worden uitgevoerd;
—
de kwaliteitsdossiers, zoals controleverslagen, test- en ijkgegevens, rapporten betreffende de kwalificatie van het betrokken personeel enz.;
—
de middelen om toezicht uit te oefenen op de doeltreffende werking van het kwaliteitssysteem.
3.3. De aangemelde instantie beoordeelt het kwaliteitssysteem om te controleren of het aan de in punt 3.2 bedoelde eisen voldoet. Het auditteam heeft ervaring met kwaliteitsborgingssystemen; voorts heeft ten minste één lid van het team ervaring met beoordelingen van de relevante uitrusting van zeeschepen en de technologie voor uitrusting van zeeschepen, en verstand van de toepasselijke eisen van de internationale instrumenten. De audit omvat een inspectiebezoek aan de fabrikant. Het auditteam evalueert de in punt 3.1, vijfde streepje, bedoelde technische documentatie om te controleren of de fabrikant zich bewust is van de eisen van de toepasselijke internationale instrumenten en het vereiste onderzoek kan verrichten om te waarborgen dat het product aan deze eisen voldoet. De fabrikant wordt in kennis gesteld van het besluit. In deze kennisgeving zijn de conclusies van de audit opgenomen, evenals de met redenen omklede beoordelingsbeslissing. 3.4. De fabrikant verbindt zich ertoe de verplichtingen die voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitssysteem na te komen en te zorgen dat het passend en doeltreffend blijft. 3.5. De fabrikant brengt de aangemelde instantie die het kwaliteitssysteem heeft goedgekeurd op de hoogte van elke voorgenomen wijziging van het kwaliteitssysteem. De aangemelde instantie beoordeelt de voorgestelde wijzigingen en beslist of het gewijzigde kwaliteitssysteem blijft voldoen aan de in punt 3.2 bedoelde eisen dan wel of een nieuwe beoordeling noodzakelijk is. Zij stelt de fabrikant van haar beslissing in kennis. In deze kennisgeving zijn de conclusies van het onderzoek opgenomen, evenals de met redenen omklede beoordelingsbeslissing. |
4. |
Toezicht onder verantwoordelijkheid van de aangemelde instantie 4.1. Het toezicht heeft tot doel te controleren of de fabrikant naar behoren voldoet aan de verplichtingen die voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitssysteem. 4.2. De fabrikant verleent de aangemelde instantie voor inspectiedoeleinden toegang tot de fabricage-, controle-, test- en opslagruimten en verstrekt haar alle nodige informatie, in het bijzonder:
—
de documentatie over het kwaliteitssysteem;
—
de kwaliteitsdossiers, zoals controleverslagen, test- en ijkgegevens, rapporten betreffende de kwalificatie van het betrokken personeel enz.
4.3. De aangemelde instantie verricht periodieke audits om te controleren of de fabrikant het kwaliteitssysteem onderhoudt en toepast en verstrekt de fabrikant een auditverslag. 4.4. De aangemelde instantie kan voorts onaangekondigde bezoeken aan de fabrikant afleggen, behalve wanneer dit soort bezoeken in de nationale wetgeving om defensie- of veiligheidsredenen aan beperkingen is gebonden. Bij die bezoeken kan de aangemelde instantie zo nodig producttesten verrichten of laten verrichten om te controleren of het kwaliteitssysteem goed functioneert. De aangemelde instantie verstrekt de fabrikant een verslag van het bezoek en, indien testen zijn verricht, een testverslag. |
5. |
Conformiteitsmarkering en conformiteitsverklaring 5.1. De fabrikant brengt de in artikel 9 bedoelde stuurwielmarkering en, onder verantwoordelijkheid van de in punt 3.1 bedoelde aangemelde instantie, het identificatienummer van die instantie aan op elk afzonderlijk product dat in overeenstemming is met het type als beschreven in het certificaat van EG-typeonderzoek en met de toepasselijke eisen van de internationale instrumenten. 5.2. De fabrikant stelt voor elk productmodel een conformiteitsverklaring op en houdt deze ter beschikking van de nationale autoriteiten gedurende ten minste tien jaar nadat de stuurwielmarkering op het laatste vervaardigde product is aangebracht, en in geen geval voor een periode korter dan de verwachte levensduur van de betrokken uitrusting van zeeschepen. In de conformiteitsverklaring wordt het model van de uitrusting van zeeschepen beschreven. Een kopie van de conformiteitsverklaring wordt op verzoek aan de bevoegde autoriteiten verstrekt. |
6. |
De fabrikant houdt gedurende ten minste tien jaar nadat de stuurwielmarkering op het laatste vervaardigde product is aangebracht, en in geen geval voor een periode korter dan de verwachte levensduur van de betrokken uitrusting van zeeschepen ter beschikking van de nationale autoriteiten:
—
de in punt 3.1 bedoelde documentatie;
—
de in punt 3.5 bedoelde wijzigingen, zoals deze zijn goedgekeurd;
—
de in de punten 3.5, 4.3 en 4.4 bedoelde beslissingen en verslagen van de aangemelde instantie.
|
7. |
Elke aangemelde instantie brengt de autoriteiten die haar hebben aangemeld op de hoogte van de verleende en ingetrokken goedkeuringen voor kwaliteitssystemen en verstrekt deze autoriteiten op gezette tijden of op verzoek een lijst van geweigerde, opgeschorte of anderszins beperkte goedkeuringen voor kwaliteitssystemen. Elke aangemelde instantie brengt de andere aangemelde instanties op de hoogte van de door haar geweigerde, opgeschorte of ingetrokken goedkeuringen voor kwaliteitssystemen alsmede, op verzoek, van de door haar verleende goedkeuringen voor kwaliteitssystemen. |
8. |
Gemachtigde De in de punten 3.1, 3.5, 5 en 6 vervatte verplichtingen van de fabrikant kunnen namens hem en onder zijn verantwoordelijkheid worden vervuld door zijn gemachtigde, op voorwaarde dat dit in het mandaat is gespecificeerd. |
IV. MODULE F: OVEREENSTEMMING MET HET TYPE OP BASIS VAN PRODUCTKEURING
1. |
Met „overeenstemming met het type op basis van productkeuring” wordt het gedeelte van een conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarin de fabrikant de verplichtingen in de punten 2, 5.1 en 6 nakomt en op eigen verantwoording garandeert en verklaart dat de betrokken producten waarop de bepalingen van punt 3 zijn toegepast, overeenstemmen met het type als beschreven in het certificaat van EG-typeonderzoek en voldoen aan de eisen van de toepasselijke internationale instrumenten. |
2. |
Fabricage De fabrikant neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat het fabricage- en controleproces waarborgt dat de vervaardigde producten conform zijn met het goedgekeurde type als beschreven in het certificaat van EG-typeonderzoek en met de eisen van de toepasselijke internationale instrumenten. |
3. |
Verificatie Een door de fabrikant gekozen aangemelde instantie verricht de nodige onderzoeken en testen om te controleren of de producten met het goedgekeurde type als beschreven in het certificaat van EG-typeonderzoek en met de toepasselijke eisen van de toepasselijke internationale instrumenten overeenstemmen. De onderzoeken en testen om te controleren of de producten aan de passende eisen voldoen, worden naar keuze van de fabrikant hetzij overeenkomstig punt 4 op elk product, hetzij overeenkomstig punt 5 op een steekproef van producten verricht. |
4. |
Productkeuring door elk product te onderzoeken en te testen 4.1. Alle producten worden afzonderlijk onderzocht en getest overeenkomstig deze richtlijn, teneinde na te gaan of ze conform zijn met het goedgekeurde type als beschreven in het certificaat van EG-typeonderzoek en met de eisen van de toepasselijke internationale instrumenten. 4.2. De aangemelde instantie geeft een conformiteitscertificaat af voor de verrichte onderzoeken en tests en brengt haar identificatienummer aan op elk goedgekeurd product of laat dit onder haar verantwoordelijkheid aanbrengen. De fabrikant houdt de conformiteitscertificaten voor inspectiedoeleinden ter beschikking van de nationale autoriteiten gedurende ten minste tien jaar nadat de stuurwielmarkering op het laatste vervaardigde product is aangebracht, en in geen geval voor een periode korter dan de verwachte levensduur van de betrokken uitrusting van zeeschepen. |
5. |
Steekproefsgewijze productkeuring 5.1. De fabrikant neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat het fabricage- en controleproces de homogeniteit van elke geproduceerde partij waarborgt, en biedt zijn producten in homogene partijen ter keuring aan. 5.2. Uit elke partij wordt een willekeurig monster genomen. Alle producten in een monster worden afzonderlijk onderzocht en getest overeenkomstig deze richtlijn teneinde te garanderen dat ze in overeenstemming zijn met de toepasselijke eisen van de internationale instrumenten en teneinde te bepalen of de partij wordt goedgekeurd of afgekeurd. 5.3. Indien een partij wordt goedgekeurd, worden alle producten van de partij geacht te zijn goedgekeurd, behalve de in de steekproef betrokken producten die de testen niet hebben doorstaan. De aangemelde instantie geeft een conformiteitscertificaat af voor de verrichte onderzoeken en testen en brengt haar identificatienummer aan op elk goedgekeurd product of laat dit onder haar verantwoordelijkheid aanbrengen. De fabrikant houdt de conformiteitscertificaten ter beschikking van de nationale autoriteiten gedurende ten minste tien jaar nadat de stuurwielmarkering op het laatste vervaardigde product is aangebracht, en in geen geval voor een periode korter dan de verwachte levensduur van de betrokken uitrusting van zeeschepen. 5.4. Indien een partij wordt afgekeurd, neemt de aangemelde instantie of de bevoegde autoriteit passende maatregelen om te voorkomen dat die partij in de handel wordt gebracht. Ingeval het vaak voorkomt dat partijen worden afgekeurd, kan de aangemelde instantie de steekproefkeuring opschorten en passende maatregelen nemen. |
6. |
Conformiteitsmarkering en conformiteitsverklaring 6.1. De fabrikant brengt de in artikel 9 vermelde stuurwielmarkering en, onder verantwoordelijkheid van de in punt 3 bedoelde aangemelde instantie, het identificatienummer van die instantie aan op elk afzonderlijk product dat conform is met het goedgekeurde type als beschreven in het certificaat van EG-typeonderzoek en met de toepasselijke eisen van de internationale instrumenten. 6.2. De fabrikant stelt voor elk productmodel een conformiteitsverklaring op en houdt deze ter beschikking van de nationale autoriteiten gedurende ten minste tien jaar nadat de stuurwielmarkering op het laatste vervaardigde product is aangebracht, en in geen geval voor een periode korter dan de verwachte levensduur van de betrokken uitrusting van zeeschepen. In de conformiteitsverklaring wordt het model van de uitrusting van zeeschepen beschreven. Een kopie van de conformiteitsverklaring wordt op verzoek aan de bevoegde autoriteiten verstrekt. |
7. |
Mits de aangemelde instantie daarmee akkoord gaat, kan de fabrikant onder verantwoordelijkheid van de aangemelde instantie tijdens het fabricageproces het identificatienummer van deze instantie op de producten aanbrengen. |
8. |
Gemachtigde De verplichtingen van de fabrikant kunnen namens hem en onder zijn verantwoordelijkheid worden vervuld door zijn gemachtigde, op voorwaarde dat dit in het mandaat is gespecificeerd. De gemachtigde mag de in de punten 2 en 5.1 vervatte verplichtingen van de fabrikant niet vervullen. |
V. MODULE G: CONFORMITEIT OP BASIS VAN EENHEIDSKEURING
1. |
Met „conformiteit op basis van eenheidskeuring” wordt de conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarbij de fabrikant de verplichtingen in de punten 2, 3 en 5 nakomt en op eigen verantwoording garandeert en verklaart dat de producten waarop de bepalingen van punt 4 zijn toegepast aan de eisen van de toepasselijke internationale instrumenten voldoen. |
2. |
Technische documentatie De fabrikant stelt de technische documentatie samen en stelt deze ter beschikking van de in punt 4 bedoelde aangemelde instantie. Aan de hand van deze documentatie kan worden beoordeeld of het product aan de relevante eisen voldoet; zij omvat een adequate risicoanalyse en -beoordeling. In de technische documentatie worden de toepasselijke eisen vermeld; zij heeft, voor zover relevant voor de beoordeling, betrekking op het ontwerp, de fabricage en de werking van het product. De technische documentatie bevat, indien van toepassing, ten minste de volgende elementen:
—
een algemene beschrijving van het product,
—
ontwerp- en fabricagetekeningen, alsmede schema’s van componenten, onderdelen, circuits, enz.,
—
beschrijvingen en toelichtingen die nodig zijn voor het begrijpen van die tekeningen en schema’s en van de werking van het product,
—
een lijst van de eisen en beproevingsnormen die van toepassing zijn op de uitrusting van zeeschepen overeenkomstig deze richtlijn, samen met een beschrijving van de oplossingen die zijn toegepast om aan deze eisen te voldoen,
—
de resultaten van uitgevoerde ontwerpberekeningen, gevoerde onderzoeken, en
—
testverslagen.
De fabrikant houdt de technische documentatie ter beschikking van de bevoegde nationale autoriteiten gedurende ten minste tien jaar nadat de stuurwielmarkering op het laatste vervaardigde product is aangebracht, en in geen geval voor een periode korter dan de verwachte levensduur van de betrokken uitrusting van zeeschepen. |
3. |
Fabricage De fabrikant neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat het fabricage- en controleproces waarborgt dat de vervaardigde producten aan de toepasselijke eisen van de internationale instrumenten voldoen. |
4. |
Verificatie Een door de fabrikant gekozen aangemelde instantie verricht overeenkomstig deze richtlijn de nodige onderzoeken en testen om te controleren of het product aan de toepasselijke eisen van de internationale instrumenten voldoet. De aangemelde instantie geeft een conformiteitscertificaat af voor de verrichte onderzoeken en testen en brengt haar identificatienummer aan op het goedgekeurde product of laat dit onder haar verantwoordelijkheid aanbrengen. De fabrikant houdt de conformiteitscertificaten ter beschikking van de nationale autoriteiten gedurende ten minste tien jaar nadat de stuurwielmarkering op het laatste vervaardigde product is aangebracht, en in geen geval voor een periode korter dan de verwachte levensduur van de betrokken uitrusting van zeeschepen. |
5. |
Conformiteitsmarkering en conformiteitsverklaring 5.1. De fabrikant brengt de in artikel 9 bedoelde stuurwielmarkering en, onder verantwoordelijkheid van de in punt 4 bedoelde aangemelde instantie, het identificatienummer van die instantie aan op elk product dat aan de toepasselijke eisen van de internationale instrumenten voldoet. 5.2. De fabrikant stelt een conformiteitsverklaring op en houdt deze ter beschikking van de nationale autoriteiten gedurende ten minste tien jaar nadat de stuurwielmarkering op het laatste vervaardigde product is aangebracht, en in geen geval voor een periode korter dan de verwachte levensduur van de betrokken uitrusting van zeeschepen. In de conformiteitsverklaring wordt het product beschreven. Een kopie van de conformiteitsverklaring wordt op verzoek aan de bevoegde autoriteiten verstrekt. |
6. |
Gemachtigde De in de punten 2 en 5 vervatte verplichtingen van de fabrikant kunnen namens hem en onder zijn verantwoordelijkheid worden vervuld door zijn gemachtigde, op voorwaarde dat dit in het mandaat is gespecificeerd. |
BIJLAGE III
EISEN WAARAAN CONFORMITEITSBEOORDELINGSINSTANTIES MOETEN VOLDOEN OM AANGEMELDE INSTANTIES TE WORDEN
1. Om te kunnen worden aangemeld voldoen conformiteitsbeoordelingsinstanties aan de eisen in de punten 2 tot en met 19.
2. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie is naar nationaal recht opgericht en heeft rechtspersoonlijkheid.
3. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie is een derde partij die onafhankelijk is van de door haar beoordeelde organisaties of uitrusting van zeeschepen.
4. Een instantie die lid is van een organisatie van ondernemers of van een vakorganisatie die ondernemingen vertegenwoordigt die betrokken zijn bij het ontwerp, de vervaardiging, de levering, de montage, het gebruik of het onderhoud van de door hen beoordeelde uitrusting van zeeschepen, kan als een conformiteitsbeoordelingsinstantie worden beschouwd op voorwaarde dat haar onafhankelijkheid en de afwezigheid van belangenconflicten worden aangetoond.
5. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie, haar hoogste leidinggevenden en het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken verricht, zijn niet de ontwerper, fabrikant, leverancier, installateur, koper, eigenaar, gebruiker of onderhouder van de door haar beoordeelde uitrusting van zeeschepen, noch de gemachtigde van een van deze partijen. Dit vormt echter geen beletsel voor het gebruik van beoordeelde producten die nodig zijn voor de activiteiten van de conformiteitsbeoordelingsinstantie of voor het gebruik van de producten voor persoonlijke doeleinden.
6. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie, haar hoogste leidinggevenden en het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken verricht, zijn niet rechtstreeks of als vertegenwoordiger van de betrokken partijen betrokken bij het ontwerpen, vervaardigen of bouwen, verhandelen, installeren, gebruiken of onderhouden van deze uitrusting van zeeschepen. Zij oefenen geen activiteiten uit die hun onafhankelijk oordeel of hun integriteit met betrekking tot conformiteitsbeoordelingsactiviteiten waarvoor zij zijn aangemeld, in het gedrang kunnen brengen. Dit geldt in het bijzonder voor adviesdiensten.
7. Keuringsinstanties zorgen ervoor dat de activiteiten van hun ondergeschikte instanties of onderaannemers geen afbreuk doen aan de vertrouwelijkheid, objectiviteit en onpartijdigheid van hun beoordelingsactiviteiten ten behoeve van de conformiteit.
8. Keuringsinstanties en hun personeel voeren de beoordelingsactiviteiten ten behoeve van de conformiteit uit met de grootste mate van beroepsintegriteit en met de vereiste technische bekwaamheid op het specifieke gebied en zij zijn vrij van elke druk en beïnvloeding, in het bijzonder van financiële aard, die hun oordeel of de resultaten van hun beoordelingsactiviteiten ten behoeve van de conformiteit kunnen beïnvloeden, inzonderheid ten aanzien van personen of groepen van personen die belang hebben bij de resultaten van deze activiteiten.
9. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie is in staat alle conformiteitsbeoordelingstaken te verrichten die bij deze richtlijn aan haar zijn toegewezen en waarvoor zij is aangemeld, ongeacht of deze taken door de conformiteitsbeoordelingsinstantie zelf of namens haar en onder haar verantwoordelijkheid worden verricht.
10. De conformiteitsbeoordelingsinstantie beschikt te allen tijde, voor elke conformiteitsbeoordelingsprocedure en voor elke soort, elke categorie of subcategorie uitrusting van zeeschepen waarvoor zij is aangemeld over:
personeel met technische kennis en voldoende passende ervaring om de conformiteitsbeoordelingstaken te verrichten;
beschrijvingen van de procedures voor de uitvoering van de conformiteitsbeoordeling, waarbij de transparantie van deze procedures en de mogelijkheid tot reproductie worden gewaarborgd. Zij beschikt over passend beleid en geschikte procedures om een onderscheid te maken tussen taken die zij als aangemelde instantie verricht en andere activiteiten;
procedures voor de uitoefening van haar activiteiten die naar behoren rekening houden met de omvang van een onderneming, de sector waarin zij actief is, haar structuur, de relatieve complexiteit van de technologie van de uitrusting van zeeschepen in kwestie en het massa- of seriële karakter van het productieproces.
11. Een keuringsinstantie beschikt over de middelen die nodig zijn om de technische en administratieve taken in verband met de beoordelingsactiviteiten ten behoeve van de conformiteit op passende wijze uit te voeren en heeft toegang tot alle vereiste apparatuur en faciliteiten.
12. Het personeel dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de conformiteitsbeoordeling beschikt over:
een gedegen technische en beroepsopleiding die alle relevante conformiteitsbeoordelingsactiviteiten omvat waarvoor de conformiteitsbeoordelingsinstantie is aangemeld;
een bevredigende kennis van de eisen inzake de beoordelingen die het verricht en voldoende bevoegdheden om deze beoordelingen uit te voeren;
voldoende kennis van en inzicht in de toepasselijke eisen en beproevingsnormen en de betrokken bepalingen van de Uniewetgeving aangaande harmonisatie en de regelingen ter uitvoering van die wetgeving;
de bekwaamheid om certificaten, dossiers en rapporten op te stellen die aantonen dat de beoordelingen zijn verricht.
13. De onpartijdigheid van de conformiteitsbeoordelingsinstanties, van hun hoogste leidinggevenden en van het beoordelingspersoneel wordt gewaarborgd.
14. De beloning van de hoogste leidinggevenden en van het beoordelingspersoneel van een conformiteitsbeoordelingsinstantie hangt niet af van het aantal uitgevoerde beoordelingen of van de resultaten daarvan.
15. Conformiteitsbeoordelingsinstanties sluiten een aansprakelijkheidsverzekering af, tenzij de wettelijke aansprakelijkheid op basis van het nationale recht door de staat wordt gedekt of de lidstaat zelf rechtstreeks verantwoordelijk is voor de conformiteitsbeoordeling.
16. Het personeel van een conformiteitsbeoordelingsinstantie is gebonden aan het beroepsgeheim ten aanzien van alle informatie waarvan het kennis neemt bij de uitoefening van zijn taken uit hoofde van deze richtlijn of krachtens eventuele bepalingen van nationaal recht die daaraan uitvoering geven, behalve ten opzichte van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar de werkzaamheden plaatsvinden. Eigendomsrechten worden beschermd.
17. Conformiteitsbeoordelingsinstanties nemen deel aan, of zorgen ervoor dat hun beoordelingspersoneel op de hoogte is van de desbetreffende normalisatieactiviteiten en de activiteiten van de coördinatiegroep van aangemelde instanties die is opgericht uit hoofde van deze richtlijn, en zij hanteren als algemene richtsnoeren de door die groep genomen administratieve beslissingen en geproduceerde documenten.
18. Conformiteitsbeoordelingsinstanties voldoen aan de eisen van norm EN ISO/IEC 17065:2012.
19. Conformiteitsbeoordelingsinstanties zien erop toe dat testlaboratoria die worden gebruikt voor conformiteitsbeoordelingen voldoen aan de eisen van norm ►M1 EN ISO/IEC 17025:2017 ◄ .
BIJLAGE IV
AANMELDINGSPROCEDURE
1. Verzoek om aanmelding
1.1. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie dient een verzoek om aanmelding in bij de aanmeldende autoriteit van de lidstaat waar zij gevestigd is.
1.2. Het verzoek gaat vergezeld van een beschrijving van de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten, de conformiteitsbeoordelingsmodule(s) en de uitrusting van zeeschepen waarvoor de instantie verklaart bekwaam te zijn en, indien dit bestaat, van een accreditatiecertificaat dat is afgegeven door een nationale accreditatie-instantie, waarin wordt verklaard dat de conformiteitsbeoordelingsinstantie voldoet aan de eisen van bijlage III.
1.3. Wanneer de betrokken conformiteitsbeoordelingsinstantie geen accreditatiecertificaat kan overleggen, verschaft zij de aanmeldende autoriteit alle bewijsstukken die nodig zijn om haar conformiteit met de eisen van bijlage III te verifiëren en te erkennen en daar geregeld toezicht op te houden.
2. Aanmeldingsprocedure
2.1. Aanmeldende autoriteiten mogen uitsluitend conformiteitsbeoordelingsinstanties aanmelden die aan de eisen van bijlage III hebben voldaan.
2.2. Zij verrichten de aanmelding bij de Commissie en de andere lidstaten door middel van het door de Commissie ontwikkelde en beheerde elektronische aanmeldingssysteem.
2.3. Bij de aanmelding worden de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten, de conformiteitsbeoordelingsmodule(s), de desbetreffende uitrusting van zeeschepen en de relevante bekwaamheidsattestatie uitvoerig beschreven.
2.4. Wanneer een aanmelding niet gebaseerd is op een accreditatiecertificaat als bedoeld in deel 1, verschaft de aanmeldende autoriteit de Commissie en de andere lidstaten de bewijsstukken waaruit de bekwaamheid van de conformiteitsbeoordelingsinstantie blijkt, evenals de regeling die waarborgt dat de instantie regelmatig wordt gecontroleerd en zal blijven voldoen aan de eisen van bijlage III.
2.5. De betrokken instantie mag de activiteiten van een aangemelde instantie alleen verrichten als de Commissie of de andere lidstaten geen bezwaren hebben ingediend binnen twee weken na een aanmelding indien een accreditatiecertificaat wordt gebruikt en binnen twee maanden na een aanmelding indien geen accreditatiecertificaat wordt gebruikt.
2.6. Alleen een in punt 2.5 bedoelde instantie wordt voor de toepassing van deze richtlijn als aangemelde instantie beschouwd.
2.7. De Commissie en de andere lidstaten worden in kennis gesteld van alle relevante latere wijzigingen in de aanmelding.
3. Identificatienummers en lijsten van aangemelde instanties
3.1. De Commissie kent aan een aangemelde instantie een identificatienummer toe.
3.2. Zij kent per instantie slechts één nummer toe, ook als de aangemelde instantie uit hoofde van diverse rechtshandelingen van de Unie als aangemeld wordt erkend.
3.3. De Commissie maakt de lijst van uit hoofde van deze richtlijn aangemelde instanties openbaar, onder vermelding van de toegekende identificatienummers en de activiteiten waarvoor zij zijn aangemeld.
3.4. De Commissie zorgt voor de actualisering van deze lijst.
BIJLAGE V
EISEN WAARAAN AANMELDENDE AUTORITEITEN MOETEN VOLDOEN
1. Een aanmeldende autoriteit wordt zodanig opgericht dat zich geen belangenconflicten met conformiteitsbeoordelingsinstanties voordoen.
2. Een aanmeldende autoriteit wordt op een zodanige wijze georganiseerd en functioneert op een zodanige wijze dat de objectiviteit en onpartijdigheid van haar activiteiten gewaarborgd zijn.
3. Een aanmeldende autoriteit wordt zodanig georganiseerd dat elk besluit in verband met de aanmelding van een conformiteitsbeoordelingsinstantie wordt genomen door bekwame personen die niet de beoordeling hebben verricht.
4. Een aanmeldende autoriteit verricht geen activiteiten die worden uitgevoerd door conformiteitsbeoordelingsinstanties noch verleent adviesdiensten op commerciële basis of in concurrentie, en biedt evenmin aan dergelijke activiteiten te verrichten of dergelijke adviezen te verlenen.
5. Een aanmeldende autoriteit waarborgt dat de verkregen informatie vertrouwelijk wordt behandeld.
6. Een aanmeldende autoriteit beschikt over een voldoende aantal bekwame personeelsleden om haar taken naar behoren uit te voeren.
( 1 ) Verordening (EG) nr. 2099/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende de oprichting van het Comité voor maritieme veiligheid en voorkoming van verontreiniging door schepen (COSS) (PB L 324 van 29.11.2002, blz. 1).
( 2 ) Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37).
( 3 ) Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).