Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52000PC0623

Voorstel voor een verordening van de Raad tot verlenging, met maximaal een jaar, van de financiering van bepaalde in het kader van Titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 goedgekeurde programma's voor de verbetering van de kwaliteit en van de afzet

/* COM/2000/0623 def. - ACC 2000/0252 */

PB C 240E van 28.8.2001, p. 44–45 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52000PC0623

Voorstel voor een verordening van de Raad tot verlenging, met maximaal een jaar, van de financiering van bepaalde in het kader van Titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 goedgekeurde programma's voor de verbetering van de kwaliteit en van de afzet /* COM/2000/0623 def. - ACC 2000/0252 */

Publicatieblad Nr. 240 E van 28/08/2001 blz. 0044 - 0045


Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot verlenging, met maximaal een jaar, van de financiering van bepaalde in het kader van Titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 goedgekeurde programma's voor de verbetering van de kwaliteit en van de afzet

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

In 1989 zijn bij Verordening (EEG) nr. 1035/72 (Titel II bis) specifieke maatregelen voor de sector dopvruchten ingevoerd, met de bedoeling de ongelijkheid op het gebied van productie en afzet op te heffen. Het gaat hierbij om vijf producten: amandelen, hazelnoten, walnoten, pistachenoten en sint-jansbrood.

De belangrijkste maatregel bestaat in de financiering van door telersverenigingen ingediende tienjarenprogramma's voor de verbetering van de kwaliteit en van de afzet van hun producten. Voor de programma's wordt 55% overheidssteun verleend (waarvan 45% door de EU en 10% door de lidstaat), waarbij een maximumbedrag per hectare wordt toegepast. Het steunbedrag dient te worden beperkt en moet tijdelijk en degressief zijn.

De maatregelen zijn ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 2200/96. Lopende programma's mogen echter tot aan het einde van hun looptijd worden voortgezet: het laatste loopt in 2006 af.

De EU-uitgaven voor deze specifieke maatregelen in de periode 1990-1999 bedroegen 725 miljoen euro. De uitgaven voor programma's die nog niet zijn afgelopen worden voor de periode 2000-2006 geraamd op nog eens 250 miljoen euro.

Een aantal programma's is in 2000 verstreken.

Voor de EU-dopvruchtenproductie via telersverenigingen (al dan niet in het kader van bestaande programma's) gelden ook andere extra steunmaatregelen:

- actiefondsenregeling van Verordening (EG) nr. 2200/96 (algemene steunregeling voor groenten en fruit),

- structuurmaatregelen van Verordening (EG) nr. 1257/1999 (programma's voor plattelandsontwikkeling).

De ervaring heeft echter geleerd dat deze maatregelen hetzij niet konden worden toegepast, hetzij niet geschikt zijn voor het verlenen van korte-termijn-steun voor productiegebieden van dopvruchten in het kader van programma's die aflopen en niet in aanmerking komen voor verdere steun binnen de begroting voor 2001.

Naar aanleiding daarvan heeft de Raad van 17 juli de Commissie verzocht een voorstel te formuleren betreffende de voortzetting, binnen de grenzen van de begroting 2001, van de betalingen aan dopvruchtentelers voor de programma's die anders in 2000 zouden aflopen.

In het licht van het voorgaande wordt hierbij het volgende voorgesteld:

- telersverenigingen waarvan de programma's in 2000 aflopen kunnen een verzoek indienen voor verdere financiering voor een periode van maximaal een jaar,

- verzoeken om verdere financiering moeten uiterlijk op 15.6.2001 worden ingediend, zodat zij nog onder de begroting 2001 kunnen vallen,

- de overheidssteun moet zoveel mogelijk worden beperkt tot die gebieden die steun voor het tiende programmajaar ontvangen en tot een bedrag van maximaal 241,50 EUR per hectare.

Dit ontwerp houdt een vereenvoudiging van de regeling in, in die zin dat de telersverenigingen geen nieuwe programma-verlenging hoeven in te dienen en dat de bepalingen van de uitvoeringsverordening - Verordening (EEG) nr. 2159/89 - mutatis mutandis van toepassing zijn.

De Commissie zal in het kader van het verslag over de regeling groenten en fruit dat zij vóór eind 2000 zal indienen, de situatie van de sector dopvruchten bezien.

Tot dan vormt dit ontwerp een "tussentijdse" oplossing voor de telersverenigingen waarvan de verbeteringsprogramma's in 2000 aflopen en buiten de begroting voor 2001 zouden vallen.

2000/0252 (CNS)

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot verlenging, met maximaal een jaar, van de financiering van bepaalde in het kader van Titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 goedgekeurde programma's voor de verbetering van de kwaliteit en van de afzet

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie [1],

[1] PB C

Gezien het advies van het Europees Parlement [2],

[2] PB C

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [3],

[3] PB C

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In Titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad van 18 mei 1972 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit [4] zijn bepalingen opgenomen betreffende diverse specifieke maatregelen ter compensatie van ongelijkheden op het gebied van de productie en de afzet van bepaalde dopvruchten en van sint-jansbrood. Er wordt steun verleend aan telersverenigingen die een specifieke erkenning hebben gekregen en die een door de bevoegde autoriteiten goedgekeurd programma voor de verbetering van de kwaliteit en van de afzet van hun product hebben ingediend.

[4] PB L 118 van 20.5.1972, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1363/95 van de Commissie (PB L 132 van 16.6.1995, blz. 8).

(2) Verordening (EEG) nr. 1035/72 is bij Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad [5] ingetrokken. Op grond van artikel 53 van Verordening (EG) nr. 2200/96 blijven de rechten die door de telersverenigingen zijn verworven uit hoofde van titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 echter gehandhaafd tot de datum waarop zij verstrijken.

[5] PB L 297 van 21.11.1996, blz.1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1257/1999 (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

(3) De specifieke steun voor het opstellen en ten uitvoer leggen van de programma's voor de verbetering van de kwaliteit en van de afzet als bedoeld in artikel 14 quinquies, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1035/72 wordt gedurende maximaal tien jaar uitgekeerd en het maximumbedrag van de steun is degressief zodat de financiële verantwoordelijkheid geleidelijk naar de telers kan worden overgeheveld.

(4) Een aantal programma's is in 2000, na afsluiting van het tiende programmajaar, verstreken.

(5) In Verordening (EG) nr. 2200/96 is bepaald dat de Commissie bij de Raad een verslag moet indienen over de werking van de in die verordening opgenomen regelingen. Dit verslag moet een beoordeling bevatten van het resultaat van de specifieke maatregelen voor dopvruchten en sint-jansbrood die in het kader van Titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 zijn getroffen, en kan voorzien in verdere steunmaatregelen. Tot dan mogen de telersverenigingen waarvan de verbeteringsprogramma's in 2000 aflopen en die nog steeds aan de erkenningscriteria voldoen, verzoeken om voortzetting van de financiering van hun programma's in het kader van de begroting 2001.

(6) Alleen steunaanvragen met betrekking tot werkzaamheden die vóór 15.6.2001 zijn verricht, kunnen in het kader van de begroting 2001 worden gefinancierd.

(7) Ter vereenvoudiging van de administratieve procedures wordt de steun zoveel mogelijk beperkt tot de gebieden waarvoor een steunaanvraag voor het tiende jaar van uitvoering van het programma is ingediend.

(8) De genoemde periode van maximaal een jaar volstaat niet voor het rooien van bomen, gevolgd door het aanplanten van nieuwe bomen en/of het omschakelen op andere rassen. De maximumsteun per hectare moet dan ook worden betaald voor andere werkzaamheden als gepreciseerd in artikel 2, lid 1, derde alinea, en lid 2, van Verordening (EEG) nr. 790/89 [6] van de Raad,

[6] PB L 85 van 30.3.1989, blz. 6.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Erkende telersverenigingen die zich bezighouden met de productie en de afzet van dopvruchten en/of sint-jansbrood als vermeld in artikel 14 bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 en waarvan de programma's voor de verbetering van de kwaliteit en van de afzet in 1990 zijn goedgekeurd, kunnen verzoeken om verdere financiering van hun programma's gedurende maximaal een jaar overeenkomstig de in deze verordening vastgestelde voorschriften.

Artikel 2

De steun wordt betaald voor, en beperkt tot, de gebieden waarvoor een steunaanvraag voor het tiende jaar van uitvoering van het programma is ingediend, en tot een bedrag van maximaal 241,50 EUR per hectare als bepaald in artikel 2, lid 1, derde alinea, en lid 2, van Verordening (EEG) nr. 790/89. De steun geldt voor een periode van maximaal een jaar onmiddellijk na het verstrijken van het tiende programmajaar en tot uiterlijk 15.6.2001.

Indiening van een verzoek om voortzetting van de financiering van een programma overeenkomstig artikel 1 staat gelijk met instemming door de telersvereniging met toepassing van haar programma zoals dat voor het tiende jaar is goedgekeurd, voor een verdere periode van maximaal een jaar.

Artikel 3

De uitvoeringsbepalingen met betrekking tot het tiende jaar zijn mutatis mutandis van toepassing op de in artikel 1 bedoelde extra periode van maximaal een jaar.

Indien nodig worden maatregelen vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 46 van Verordening (EG) nr. 2200/96.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top