Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023D1475

    Besluit (EU) 2023/1475 van de Raad van 15 mei 2023 betreffende de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds, betreffende de deelname van Nieuw-Zeeland aan programma’s van de Unie

    ST/7773/2023/INIT

    PB L 182 van 19.7.2023, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/1475/oj

    Related international agreement

    19.7.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 182/1


    BESLUIT (EU) 2023/1475 VAN DE RAAD

    van 15 mei 2023

    betreffende de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds, betreffende de deelname van Nieuw-Zeeland aan programma’s van de Unie

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 186 en 212, in samenhang met artikel 218, lid 5,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Nieuw-Zeeland heeft bij brief van 6 december 2021 formeel blijk gegeven van zijn belangstelling zich te associëren met “Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie” voor de periode 2021-2027, als vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad (1) (het “Horizon Europa-programma”).

    (2)

    De Raad heeft op 9 september 2022 bij Besluit (EU) 2022/1527 (2) machtiging verleend tot het openen van onderhandelingen namens de Unie met Nieuw-Zeeland over een overeenkomst inzake de algemene beginselen voor de deelname van Nieuw-Zeeland aan programma’s van de Unie en de associatie van Nieuw-Zeeland met het Horizon Europa-programma.

    (3)

    De onderhandelingen zijn afgerond en de Overeenkomst tussen de Europese Unie, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds, betreffende betreffende de deelname van Nieuw-Zeeland aan programma’s van de Unie (de “overeenkomst”) is geparafeerd op 22 december 2022.

    (4)

    De overeenkomst heeft tot doel een duurzaam kader voor samenwerking tussen de Unie en Nieuw-Zeeland te scheppen en de voorwaarden vast te stellen voor de deelname van Nieuw-Zeeland aan de programma’s van de Unie die overeenkomstig de basishandelingen tot vaststelling van de programma’s van de Unie, zoals omschreven in de overeenkomst, openstaan voor deelname. Uit hoofde van de overeenkomst zal de Unie op grond van artikel 212 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie samenwerkingsmaatregelen met de Nieuw-Zeeland uitvoeren. Op grond van artikel 3 van de overeenkomst zijn de specifieke voorwaarden voor de deelname van Nieuw-Zeeland aan programma’s of activiteiten van de Unie onderworpen aan de vaststelling van protocollen bij de overeenkomst.

    (5)

    Overeenkomstig de machtiging van de Raad is over het protocol betreffende de associatie van Nieuw-Zeeland met Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2021-2027) parallel aan de overeenkomst onderhandeld, en overeenkomstig artikel 15, lid 9, van de overeenkomst maakt het protocol integrerend deel daarvan uit. Nieuw-Zeeland dient deel te nemen aan en bij te dragen tot de pijler II van het Horizon Europa-programma.

    (6)

    Nieuw-Zeeland voldoet aan de criteria van artikel 16, lid 1, punt d), van Verordening (EU) 2021/695.

    (7)

    De overeenkomst voldoet aan artikel 16, lid 2, van Verordening (EU) 2021/695, op grond waarvan het associëren van elk van de in artikel 16, lid 1, punt d), van die verordening bedoelde derde landen met het Horizon Europa-programma in overeenstemming moet zijn met de voorwaarden die zijn vastgesteld in een overeenkomst betreffende de deelname van het desbetreffende land of gebied aan een programma van de Unie, op voorwaarde dat die overeenkomst: zorgt voor een billijk evenwicht tussen de bijdragen van en de voordelen voor het derde land dat aan de programma’s van de Unie deelneemt; de voorwaarden voor deelname aan de Unieprogramma’s, met inbegrip van de berekening van de financiële bijdragen aan afzonderlijke programma’s, en de administratieve kosten ervan vaststelt; het derde land geen beslissingsbevoegdheid ten aanzien van het programma van de Unie verleent; en de rechten van de Unie waarborgt om voor een goed financieel beheer te zorgen en de financiële belangen van de Unie te beschermen.

    (8)

    De overeenkomst moet namens de Unie worden ondertekend onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum.

    (9)

    Om de tijdige samenwerking tussen de Unie en Nieuw-Zeeland op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie te waarborgen en ervoor te zorgen dat Nieuw-Zeeland tijdig aan het Horizon Europa-programma kan deelnemen, moet de overeenkomst voorlopig worden toegepast in afwachting van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding ervan vereiste procedures,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Er wordt machtiging verleend voor de ondertekening, namens de Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds, betreffende de deelname van Nieuw-Zeeland aan programma’s van de Unie (de “overeenkomst”), onder voorbehoud van de sluiting van de overeenkomst (3).

    Artikel 2

    De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.

    Artikel 3

    De overeenkomst wordt voorlopig toegepast, overeenkomstig artikel 15, lid 2, ervan, in afwachting van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding ervan vereiste procedures.

    Artikel 4

    De voorzitter van de Raad verricht namens de Europese Unie de in artikel 15, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving.

    Artikel 5

    Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

    Gedaan te Brussel, 15 mei 2023.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    J. FORSSMED


    (1)  Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013 (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 1).

    (2)  Besluit (EU) 2022/1527 van de Raad van 9 september 2022 tot machtiging tot het openen van onderhandelingen met Nieuw-Zeeland met het oog op een overeenkomst inzake de algemene beginselen betreffende de deelname van Nieuw-Zeeland aan programma’s van de Unie en inzake de associatie van Nieuw-Zeeland met Horizon Europa — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2021-2027) (PB L 237 van 14.9.2022, blz. 18).

    (3)  Zie bladzijde 4 van dit Publicatieblad.


    Top