This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32021B1544
Decision (EU, Euratom) 2021/1544 of the European Parliament of 28 April 2021 on discharge in respect of the implementation of the general budget of the European Union for the financial year 2019, Section I – European Parliament
Besluit (EU, Euratom) 2021/1544 van het Europees Parlement van 28 april 2021 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2019, afdeling I — Europees Parlement
Besluit (EU, Euratom) 2021/1544 van het Europees Parlement van 28 april 2021 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2019, afdeling I — Europees Parlement
PB L 340 van 24.9.2021, p. 81–82
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
24.9.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 340/81 |
BESLUIT (EU, EURATOM) 2021/1544 VAN HET EUROPEES PARLEMENT
van 28 april 2021
over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2019, afdeling I — Europees Parlement
HET EUROPEES PARLEMENT,
— |
gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2019 (1), |
— |
gezien de geconsolideerde jaarrekening van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2019 (COM(2020) 288 — C9-0221/2020) (2), |
— |
gezien het verslag over het begrotings- en financieel beheer voor het begrotingsjaar 2019, afdeling I — Europees Parlement (3), |
— |
gezien het jaarverslag van de intern controleur voor het begrotingsjaar 2019, |
— |
gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2019, tezamen met de antwoorden van de instellingen (4), |
— |
gezien de verklaring van de Rekenkamer (5) voor het begrotingsjaar 2019 waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, overeenkomstig artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
— |
gezien artikel 314, lid 10, en artikel 318 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
— |
gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (6), en met name de artikelen 260, 261 en 262, |
— |
gezien het besluit van het Bureau van 10 december 2018 over de interne voorschriften voor de uitvoering van de begroting van het Europees Parlement, en met name artikel 34, |
— |
gezien artikel 100 en artikel 104, lid 3, van en bijlage V bij zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A9-0044/2021), |
A. |
overwegende dat de Voorzitter de jaarrekening van het Parlement voor het begrotingsjaar 2019 op 24 juni 2020 heeft goedgekeurd; |
B. |
overwegende dat de secretaris-generaal, als gedelegeerd hoofdordonnateur, op 17 juni 2020 heeft verklaard redelijke zekerheid te hebben dat de aan de begroting van het Parlement toegewezen middelen zijn gebruikt voor het beoogde doel en overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer en dat de vastgestelde controleprocedures de nodige garanties bieden betreffende de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen; |
C. |
overwegende dat de Rekenkamer in haar controle stelde dat zij in haar specifieke beoordeling van de administratieve en andere uitgaven in 2019 geen ernstige tekortkomingen heeft geconstateerd in de onderzochte jaarlijkse activiteitenverslagen van de instellingen en organen als vereist bij Verordening (EU, Euratom) 2018/1046; |
D. |
overwegende dat op grond van artikel 262, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 de instellingen van de Unie verplicht zijn alles in het werk te stellen om gevolg te geven aan de opmerkingen waarvan het kwijtingsbesluit van het Europees Parlement vergezeld gaat; |
1.
verleent zijn Voorzitter kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2019;
2.
formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;
3.
verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (L-serie).
De voorzitter
David Maria SASSOLI
De secretaris-generaal
Klaus WELLE
(1) PB L 67 van 7.3.2019, blz. 1.
(2) PB C 384 van 13.11.2020, blz. 1.
(3) PB C 239 van 20.7.2020, blz. 1.
(4) PB C 377 van 9.11.2020, blz. 13.