EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019L0878R(03)

Rectificatie van Richtlijn (EU) 2019/878 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2013/36/EU met betrekking tot vrijgestelde entiteiten, financiële holdings, gemengde financiële holdings, beloning, toezichtsmaatregelen en -bevoegdheden en kapitaalconserveringsmaatregelen (Publicatieblad van de Europese Unie L 150 van 7 juni 2019)

ST/6124/2020/REV/2

PB L 212 van 3.7.2020, p. 20–21 (BG, ES, DA, DE, EL, EN, FR, GA, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB L 212 van 3.7.2020, p. 20–22 (CS, ET, HR)

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2019/878/corrigendum/2020-07-03/oj

3.7.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 212/20


Rectificatie van Richtlijn (EU) 2019/878 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2013/36/EU met betrekking tot vrijgestelde entiteiten, financiële holdings, gemengde financiële holdings, beloning, toezichtsmaatregelen en -bevoegdheden en kapitaalconserveringsmaatregelen

( Publicatieblad van de Europese Unie L 150 van 7 juni 2019 )

1.

Bladzijde 261, nieuw artikel 21 bis, lid 2, tweede alinea:

in plaats van:

“… In dat geval wordt de in artikel 22, lid 3, tweede alinea, bedoelde beoordelingsperiode opgeschort voor een periode van meer dan 20 werkdagen totdat de in dit artikel vermelde procedure is voltooid.”,

lezen:

“… In dat geval wordt de in artikel 22, lid 2, tweede alinea, bedoelde beoordelingsperiode opgeschort voor een periode van meer dan 20 werkdagen totdat de in dit artikel vermelde procedure is voltooid.”.

2.

Bladzijde 264, het nieuwe artikel 21 ter, lid 8:

in plaats van:

“8.   In afwijking van lid 1 hebben groepen uit een derde land die actief zijn via meer dan één instelling in de Unie en met een totale waarde van de activa die op 27 juni 2019 gelijk is aan of hoger is dan 40 miljard EUR, ….”,

lezen:

“8.   In afwijking van lid 1 hebben groepen uit een derde land die actief zijn via meer dan één instelling in de Unie en met een totale waarde van de activa in de Unie die op 27 juni 2019 gelijk is aan of hoger is dan 40 miljard EUR, ….”.

3.

Bladzijde 276, nieuw artikel 104 bis, lid 4:

in plaats van:

“4.   De instelling voldoet aan het door de bevoegde autoriteit uit hoofde van artikel 104, lid 1, punt a), opgelegde aanvullend-eigenvermogensvereiste met een eigen vermogen dat voldoet aan de volgende voorwaarden:

a)

ten minste drie vierde van het aanvullend-eigenvermogensvereiste wordt voldaan met tier 1-kapitaal;

b)

ten minste drie vierde van het in punt a) bedoelde tier 1-kapitaal bestaat uit tier 1-kernkapitaal.

In afwijking van de eerste alinea kan de bevoegde autoriteit van de instelling eisen dat zij aan haar aanvullend- eigenvermogensvereiste met een hoger percentage tier 1-kapitaal of tier 1-kernkapitaal voldoet, indien nodig en gelet op de specifieke omstandigheden van de instelling.

…”,

lezen:

“4.   Aan het aanvullend-eigenvermogensvereiste dat door de bevoegde autoriteit uit hoofde van artikel 104, lid 1, onder a), wordt opgelegd om andere risico’s dan het risico van buitensporige hefboomwerking aan te pakken, voldoet de instelling met een eigen vermogen dat voldoet aan de volgende voorwaarden:

a)

ten minste drie vierde van het aanvullend-eigenvermogensvereiste wordt voldaan met tier 1-kapitaal;

b)

ten minste drie vierde van het onder a) bedoelde tier 1-kapitaal bestaat uit tier 1-kernkapitaal.

Aan het aanvullend-eigenvermogensvereiste dat door de bevoegde autoriteit uit hoofde van artikel 104, lid 1, onder a), wordt opgelegd om het risico van buitensporige hefboomwerking aan te pakken, voldoet de instelling met tier 1-kapitaal.

In afwijking van de eerste en de tweede alinea kan de bevoegde autoriteit van de instelling eisen dat zij aan haar aanvullend- eigenvermogensvereiste met een hoger percentage tier 1-kapitaal of tier 1-kernkapitaal voldoet, indien nodig en gelet op de specifieke omstandigheden van de instelling.

…”.

4.

Bladzijde 290, gewijzigd artikel 141, lid 2, tweede alinea, onder b):

in plaats van:

“b)

een verplichting aangaan tot het betalen van variabele beloning of van uitkeringen uit hoofde van discretionaire pensioenen, of tot het betalen van variabele beloning als de betalingsverplichting is aangegaan op het ogenblik dat de instelling niet aan de gecombineerde buffervereisten voldeed, of”,

lezen:

“b)

een verplichting aangaan tot het betalen van variabele beloning of van uitkeringen uit hoofde van discretionaire pensioenen, of tot het betalen van variabele beloning als de betalingsverplichting is aangegaan op het ogenblik dat de instelling niet aan het gecombineerde buffervereiste voldeed, of”.

5.

Bladzijde 291, nieuw artikel 141, lid 6, eerste alinea, onder d):

in plaats van:

“d)

indien het door de instelling aangehouden tier 1-kernkapitaal dat niet wordt gebruikt om te voldoen aan de eigenvermogensvereisten als bedoeld in artikel 92, lid 1, punten b) en c), van Verordening (EU) nr. 575/2013 …”,

lezen:

“d)

indien het door de instelling aangehouden tier 1-kernkapitaal dat niet wordt gebruikt om te voldoen aan de eigenvermogensvereisten als bedoeld in artikel 92, lid 1, onder a), b) en c), van Verordening (EU) nr. 575/2013 …”.

6.

Bladzijde 292, nieuw artikel 141 ter, lid 2, tweede alinea, onder b):

in plaats van:

“b)

een verplichting aangaan tot het betalen van variabele beloning of van uitkeringen uit hoofde van discretionaire pensioenen, of tot het betalen van variabele beloning als de betalingsverplichting is aangegaan op het ogenblik dat de instelling niet aan de gecombineerde buffervereisten voldeed, of”,

lezen:

“b)

een verplichting aangaan tot het betalen van variabele beloning of van uitkeringen uit hoofde van discretionaire pensioenen, of tot het betalen van variabele beloning als de betalingsverplichting is aangegaan op het ogenblik dat de instelling niet aan het hefboomratiobuffervereiste voldeed, of”.


Top