(1)

Volgens artikel 15 van Richtlijn 92/65/EEG stelt een lidstaat die van oordeel is dat hij geheel of gedeeltelijk vrij is van een van de ziekten in bijlage B bij die richtlijn, de Commissie in het bezit van de nodige bewijsstukken, op basis waarvan deze een besluit vaststelt waarbij die lidstaat als geheel of gedeeltelijk vrij van de desbetreffende ziekte wordt erkend en waarbij de aanvullende garanties worden vastgesteld die in het handelsverkeer kunnen worden geëist.

(2)

Varroase bij honingbijen is opgenomen in de lijst in bijlage B bij Richtlijn 92/65/EEG, en bij Uitvoeringsbesluit 2013/503/EU van de Commissie (2) zijn reeds verschillende gebieden in bepaalde lidstaten erkend als zijnde vrij van die ziekte. Deze gebieden zijn samen met de aanvullende garanties voor het handelsverkeer opgenomen in de lijst in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2013/503/EU.

(3)

Portugal heeft de Commissie verzocht de eilanden Corvo, Graciosa, São Jorge, Santa Maria, São Miguel en Terceira van de Azorenarchipel als varroasevrij te erkennen en gevraagd aanvullende garanties voor het handelsverkeer vast te stellen die overeenkomen met die welke op nationaal niveau worden toegepast; ter onderbouwing van zijn verzoek heeft Portugal de nodige gedetailleerde bewijsstukken als bedoeld in artikel 15, lid 1, van Richtlijn 92/65/EEG overgelegd.

(4)

Gezien de door Portugal overgelegde gedetailleerde bewijsstukken moeten de eilanden Corvo, Graciosa, São Jorge, Santa Maria, São Miguel en Terceira worden aangemerkt als varroasevrije gebieden van Portugal en moeten zij samen met de aanvullende garanties voor het handelsverkeer worden opgenomen in de lijst in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2013/503/EU.

(5)

Uitvoeringsbesluit 2013/503/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,