EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22019A1024(01)

Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen

ST/11510/2018/ADD/1

PB L 271 van 24.10.2019, p. 15–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/2019/1754/oj

Related Council decision

24.10.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 271/15


AKTE VAN GENÈVE BIJ DE OVEREENKOMST VAN LISSABON BETREFFENDE OORSPRONGSBENAMINGEN EN GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN

Lijst van artikelen

Hoofdstuk I:

Inleidende en algemene bepalingen

Artikel 1:

Afgekorte uitdrukkingen

Artikel 2:

Voorwerp

Artikel 3:

Bevoegde instantie

Artikel 4:

Internationaal register

Hoofdstuk II:

Aanvraag en internationale inschrijving

Artikel 5:

Aanvraag

Artikel 6:

Internationale inschrijving

Artikel 7:

Vergoedingen

Artikel 8:

Geldigheidsperiode voor internationale inschrijvingen

Hoofdstuk III:

Bescherming

Artikel 9:

Beschermingsverbintenis

Artikel 10:

Bescherming in het kader van wetten van de overeenkomstsluitende partijen en andere instrumenten

Artikel 11:

Bescherming van ingeschreven oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen

Artikel 12:

Bescherming tegen verwording tot soortnaam

Artikel 13:

Waarborgen voor andere rechten

Artikel 14:

Handhavingsprocedures en rechtsmiddelen

Hoofdstuk IV:

Weigering en andere maatregelen met betrekking tot internationale inschrijving

Artikel 15:

Weigering

Artikel 16:

Intrekking van de weigering

Artikel 17:

Overgangsperiode

Artikel 18:

Kennisgeving van de verlening van bescherming

Artikel 19:

Ongeldigverklaring

Artikel 20:

Wijzigingen en overige vermeldingen in het internationaal register

Hoofdstuk V:

Administratieve bepalingen

Artikel 21:

Lidmaatschap van de Unie van Lissabon

Artikel 22:

Algemene Vergadering van de bijzondere unie

Artikel 23:

Internationaal bureau

Artikel 24:

Financiën

Artikel 25:

Reglement van uitvoering

Hoofdstuk VI:

Herziening en wijziging

Artikel 26:

Herziening

Artikel 27:

Wijziging van bepaalde artikelen door de Algemene Vergadering

Hoofdstuk VII:

Slotbepalingen

Artikel 28:

Partij worden bij deze akte

Artikel 29:

Datum waarop de bekrachtigingen en toetredingen van kracht worden

Artikel 30:

Verbod op voorbehouden

Artikel 31:

Toepassing van de Overeenkomst van Lissabon en de Akte van 1967

Artikel 32:

Opzegging

Artikel 33:

Talen van deze akte; Ondertekening

Artikel 34:

Depositaris

HOOFDSTUK I

Inleidende en algemene bepalingen

Artikel 1

Afgekorte uitdrukkingen

Tenzij uitdrukkelijk anders wordt bepaald, wordt in deze akte verstaan onder:

(i.)

"Overeenkomst van Lissabon": de Overeenkomst van Lissabon van 31 oktober 1958 tot bescherming van oorsprongsbenamingen en de internationale inschrijving ervan;

(ii.)

"Akte van 1967": de Overeenkomst van Lissabon als herzien op 14 juli 1967 te Stockholm en als gewijzigd op 28 september 1979;

(iii.)

"deze akte": de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen, als vastgesteld bij deze akte;

(iv.)

"reglement van uitvoering": het reglement van uitvoering als bedoeld in artikel 25;

(v.)

"Verdrag van Parijs": het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot bescherming van de industriële eigendom, als herzien en gewijzigd;

(vi.)

"oorsprongsbenaming": een benaming als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder i);

(vii.)

"geografische aanduiding": een aanduiding als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder ii);

(viii.)

"internationaal register": het internationale register dat het internationaal bureau in het kader van artikel 4 bijhoudt als officiële verzameling van gegevens over internationale inschrijvingen van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen, ongeacht de drager waarop deze gegevens worden bijgehouden;

(ix.)

"internationale inschrijving": een internationale inschrijving in het internationaal register;

(x.)

"aanvraag": een aanvraag tot internationale inschrijving;

(xi.)

"ingeschreven": in het kader van deze akte opgenomen in het internationaal register;

(xii.)

"geografisch oorsprongsgebied": een geografisch gebied als bedoeld in artikel 2, lid 2;

(xiii.)

"grensoverschrijdend geografisch gebied": een geografisch gebied dat gelegen is in of zich uitstrekt over aangrenzende overeenkomstsluitende partijen;

(xiv.)

"overeenkomstsluitende partij": een staat of een intergouvernementele organisatie die partij is bij deze akte;

(xv.)

"overeenkomstsluitende partij van oorsprong": de overeenkomstsluitende partij waarin het geografisch oorsprongsgebied is gelegen of de overeenkomstsluitende partijen waarin het grensoverschrijdend geografisch oorsprongsgebied is gelegen;

(xvi.)

"bevoegde instantie": een overeenkomstig artikel 3 aangewezen entiteit;

(xvii.)

"begunstigden": de natuurlijke of rechtspersonen die in het kader van de wet van de overeenkomstsluitende partij van oorsprong een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding mogen voeren;

(xviii.)

"intergouvernementele organisatie": een intergouvernementele organisatie die de overeenkomstig artikel 28, lid 1, onder iii), bedoelde voorwaarden vervult om partij te worden bij deze akte;

(xix.)

"Organisatie": de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom;

(xx.)

"directeur-generaal": de directeur-generaal van de Organisatie;

(xxi.)

"Internationaal bureau": het internationaal bureau van de Organisatie.

Artikel 2

Voorwerp

(1)   [Oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen] Deze akte is van toepassing op:

(i.)

elke in de overeenkomstsluitende partij van oorsprong beschermde benaming bestaande uit of met daarin de naam van een geografisch gebied of een andere benaming waarvan bekend is dat deze naar een dergelijk gebied verwijst, die dient ter aanduiding van een product als zijnde van oorsprong uit dat geografische gebied, wanneer de kwaliteit of kenmerken van het product overwegend of uitsluitend te danken zijn aan de geografische omgeving, inclusief natuurlijke en menselijke factoren, en wanneer het product zijn reputatie daaraan ontleent; alsook

(ii.)

elke in de overeenkomstsluitende partij van oorsprong beschermde aanduiding bestaande uit of met daarin de naam van een geografisch gebied of een andere aanduiding waarvan bekend is dat deze naar een dergelijk gebied verwijst, die een product aanmerkt als zijnde van oorsprong uit dat geografische gebied, wanneer een bepaalde eigenschap, reputatie of een ander kenmerk van het product overwegend aan de geografische oorsprong ervan is toe te schrijven.

(2)   [Mogelijke geografische oorsprongsgebieden] Een geografisch oorsprongsgebied als omschreven in lid 1, kan bestaan in het gehele grondgebied van de overeenkomstsluitende partij van oorsprong of in een regio, streek of plaats in de overeenkomstsluitende partij van oorsprong. Dit laat de toepassing van deze akte op een geografisch oorsprongsgebied als omschreven in lid 1, bestaande in een grensoverschrijdend geografisch gebied of een deel ervan, onverlet.

Artikel 3

Bevoegde instantie

Elke overeenkomstsluitende partij wijst een entiteit aan die verantwoordelijk is voor de toepassing van deze akte op haar grondgebied en voor de communicatie met het internationaal bureau krachtens deze akte en het reglement van uitvoering. De overeenkomstsluitende partij stelt het internationaal bureau in kennis van de naam en contactgegevens van de bevoegde instantie, als vastgesteld in het reglement van uitvoering.

Artikel 4

Internationaal register

Het internationaal bureau houdt een internationaal register bij dat de internationale inschrijvingen bevat die in het kader van deze akte, de Overeenkomst van Lissabon en de Akte van 1967, of beide, zijn uitgevoerd, alsook gegevens met betrekking tot dergelijke internationale inschrijvingen.

HOOFDSTUK II

Aanvraag en internationale inschrijving

Artikel 5

Aanvraag

(1)   [Plaats van indiening] Aanvragen worden bij het internationaal bureau ingediend.

(2)   [Aanvraag ingediend door de bevoegde instantie] Behoudens lid 3 wordt de aanvraag voor de internationale inschrijving van een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding door de bevoegde instantie ingediend namens:

(i.)

de begunstigden, of

(ii.)

een natuurlijke of rechtspersoon die in het kader van de wet van de overeenkomstsluitende partij van oorsprong juridische status heeft om de rechten van de begunstigden of andere rechten in de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding te doen gelden.

(3)   [Rechtstreeks ingediende aanvraag]

a)

Onverminderd lid 4 kan de aanvraag door de begunstigden of door een natuurlijke of rechtspersoon als bedoeld in lid 2, onder ii), worden ingediend, mits dit in het kader van de wetgeving van de overeenkomstsluitende partij van oorsprong is toegestaan.

b)

Alinea a) is van toepassing behoudens een verklaring van de overeenkomstsluitende partij dat dit in het kader van haar wetgeving is toegestaan. Deze verklaring kan door de overeenkomstsluitende partij samen met de nederlegging van haar akte van bekrachtiging of toetreding bij de depositaris of op een later tijdstip worden ingediend. Indien de verklaring samen met de nederlegging van de akte van bekrachtiging of toetreding wordt ingediend, is die van kracht zodra deze akte voor die overeenkomstsluitende partij in werking treedt. Wanneer de verklaring na de inwerkingtreding van deze akte voor de overeenkomstsluitende partij wordt ingediend, wordt die drie maanden na de datum van ontvangst door de directeur-generaal van kracht.

(4)   [Mogelijkheid tot gezamenlijke aanvraag bij grensoverschrijdende geografische gebieden] Indien een geografisch gebied uit een grensoverschrijdend geografisch gebied bestaat, mogen de aangrenzende overeenkomstsluitende partijen, overeenkomstig hun overeenkomst, via een gezamenlijk aangewezen bevoegde instantie een gezamenlijke aanvraag indienen.

(5)   [Verplichte inhoud] Naast de in artikel 6, lid 3, vastgestelde bijzonderheden bevat het reglement van uitvoering de verplichte bijzonderheden die in de aanvraag moeten worden opgenomen.

(6)   [Optionele inhoud] Het reglement van uitvoering kan optionele bijzonderheden bevatten die in de aanvraag kunnen worden opgenomen.

Artikel 6

Internationale inschrijving

(1)   [Formele beoordeling door het Internationaal Bureau] Zodra een aanvraag voor de internationale inschrijving van een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding in de vereiste vorm wordt ontvangen, als vastgesteld in het reglement van uitvoering, registreert het internationaal bureau de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding in het internationaal register.

(2)   [Datum van internationale inschrijving] Behoudens lid 3 is de datum van de internationale inschrijving de datum waarop de aanvraag door het internationaal bureau werd ontvangen.

(3)   [Datum van internationale inschrijving indien bijzonderheden ontbreken] Indien de aanvraag niet alle onderstaande bijzonderheden bevat:

(i.)

de identificatie van de bevoegde instantie of, voor artikel 5, lid 3, de aanvrager(s);

(ii.)

de details die de begunstigden en, indien van toepassing, de in artikel 5, lid 2, onder ii), bedoelde natuurlijke of rechtspersoon vaststellen;

(iii.)

de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding waarvoor internationale inschrijving is aangevraagd;

(iv.)

het product of de producten waarop de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding van toepassing is;

is de datum van de internationale inschrijving de datum waarop het internationaal bureau de laatste ontbrekende bijzonderheid ontvangt.

(4)   [Publicatie en kennisgeving van internationale inschrijvingen] Het internationaal bureau publiceert onverwijld elke internationale inschrijving en stelt de bevoegde instantie van elke overeenkomstsluitende partij daarvan in kennis.

(5)   [Datum waarop internationale inschrijving van kracht wordt]

a)

Behoudens alinea b) is een ingeschreven oorsprongsbenaming of geografische aanduiding in elke overeenkomstsluitende partij die overeenkomstig artikel 15 geen bescherming heeft geweigerd, of die het internationaal bureau overeenkomstig artikel 18 geen kennisgeving van de verlening van bescherming heeft toegezonden, beschermd vanaf de datum van de internationale inschrijving.

b)

Een overeenkomstsluitende partij kan de directeur-generaal middels een verklaring melden dat een ingeschreven oorsprongsbenaming of geografische aanduiding overeenkomstig haar nationale of regionale wetgeving beschermd is vanaf een in de verklaring vermelde datum, die echter niet later is dan de in het reglement van uitvoering bepaalde vervaldatum van de termijn voor weigering overeenkomstig artikel 15, lid 1, onder a).

Artikel 7

Vergoedingen

(1)   [Vergoeding voor internationale inschrijving] De internationale inschrijving van elke oorsprongsbenaming en geografische aanduiding is onderhevig aan de betaling van de in het reglement van uitvoering vastgestelde vergoeding.

(2)   [Vergoedingen voor andere vermeldingen in het internationaal register] In het reglement van uitvoering worden de te betalen vergoedingen vastgesteld voor andere vermeldingen in het internationaal register en voor het verstrekken van uittreksels, attesten of andere informatie inzake de inhoud van de internationale inschrijving.

(3)   [Vergoedingsverminderingen] Verminderde vergoedingen worden door de Algemene Vergadering vastgesteld voor bepaalde internationale inschrijvingen van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen, met name voor die waarvan de overeenkomstsluitende partij van oorsprong een ontwikkelingsland of een minder ontwikkeld land is.

(4)   [Individuele vergoeding]

a)

Een overeenkomstsluitende partij kan de directeur-generaal middels een verklaring melden dat de bescherming als gevolg van internationale inschrijving enkel wordt verstrekt indien een vergoeding is betaald die de kosten van verder onderzoek van de internationale inschrijving dekt. Het bedrag van een dergelijke individuele vergoeding wordt in de verklaring vermeld en kan in latere verklaringen worden gewijzigd. Dit bedrag mag niet hoger zijn dan het equivalent van het in het kader van de nationale of regionale wetgeving van de overeenkomstsluitende partij vereiste bedrag, verminderd met de besparingen die voortvloeien uit de internationale procedure. Daarnaast kan de overeenkomstsluitende partij de directeur-generaal middels een verklaring melden dat zij een administratieve vergoeding eist voor het gebruik door de begunstigden van de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding in die overeenkomstsluitende partij.

b)

De niet-betaling van een individuele vergoeding heeft, overeenkomstig het reglement van uitvoering, tot gevolg dat de bescherming niet langer geldt voor de overeenkomstsluitende partij die de vergoeding eist.

Artikel 8

Geldigheidsperiode voor internationale inschrijvingen

(1)   [Afhankelijkheid] Internationale inschrijvingen zijn voor onbepaalde duur geldig, met dien verstande dat de bescherming van een ingeschreven oorsprongsbenaming of geografische aanduiding niet langer vereist is als de benaming of de aanduiding die respectievelijk de oorsprongsbenaming of de geografische aanduiding vormt niet langer beschermd is in de overeenkomstsluitende partij van oorsprong.

(2)   [Annulering]

a)

De bevoegde instantie of de overeenkomstsluitende partij van oorsprong of, voor artikel 5, lid 3, de in artikel 5, lid 2, onder ii), bedoelde begunstigden of nationale of rechtspersoon, of de bevoegde instantie of de overeenkomstsluitende partij van oorsprong, mogen te allen tijde het internationaal bureau verzoeken de internationale inschrijving waarvan sprake te annuleren.

b)

Indien de benaming die een ingeschreven oorsprongsbenaming of een ingeschreven geografische aanduiding vormt niet langer in de overeenkomstsluitende partij van oorsprong beschermd is, verzoekt de bevoegde instantie van de overeenkomstsluitende partij van oorsprong om annulering van de internationale inschrijving.

HOOFDSTUK III

Bescherming

Artikel 9

Beschermingsverbintenis

Elke overeenkomstsluitende partij beschermt ingeschreven oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen op haar grondgebied en binnen haar eigen rechtsstelsel en rechtspraktijk, maar overeenkomstig deze akte, behoudens weigering, afstand, nietigverklaring of schrapping die voor haar grondgebied van kracht worden, en met dien verstande dat overeenkomstsluitende partijen die in hun nationale of regionale wetgeving geen onderscheid maken tussen oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen, geen onderscheid hoeven te maken in hun nationale of regionale wetgeving.

Artikel 10

Bescherming in het kader van wetten van de overeenkomstsluitende partijen of andere instrumenten

(1)   [Vorm van rechtsbescherming] Elke overeenkomstsluitende partij mag vrij het soort wetgeving kiezen op grond waarvan zij de in deze akte bepaalde bescherming vaststelt, mits dat soort wetgeving aan de materiële vereisten in deze akte voldoet.

(2)   [Bescherming in het kader van andere instrumenten] De bepalingen van deze akte hebben geen enkele invloed op een bescherming die een andere overeenkomstsluitende partij voor ingeschreven oorsprongsbenamingen of geografische aanduidingen in het kader van haar nationale of regionale wetgeving of andere internationale instrumenten kan verlenen.

(3)   [Verband met andere instrumenten] Niets in deze akte houdt een afwijking in van verplichtingen die overeenkomstsluitende partijen jegens elkaar in het kader van andere internationale instrumenten zijn aangegaan, of doet afbreuk aan rechten die een overeenkomstsluitende partij krachtens andere internationale instrumenten heeft.

Artikel 11

Bescherming van ingeschreven oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen

(1)   [Inhoud van bescherming] Behoudens de bepalingen van deze akte moet elke overeenkomstsluitende partij voor een ingeschreven oorsprongsbenaming of geografische aanduiding de passende rechtsmiddelen verschaffen om het onderstaande te voorkomen:

a)

het gebruik van de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding

(i.)

voor producten van dezelfde soort als die waarop de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding van toepassing is, die niet afkomstig zijn van het geografisch oorsprongsgebied of die niet aan andere voorwaarden voldoen om de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding te mogen gebruiken;

(ii.)

voor producten die niet van dezelfde soort zijn als die waarop de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding van toepassing is, of diensten, indien dergelijk gebruik zou wijzen op een verband, of dat zou suggereren, tussen die producten of diensten en de begunstigden van de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, en die waarschijnlijk hun belangen zouden schaden, of, indien van toepassing, wegens de reputatie van de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding in de betreffende overeenkomstsluitende partij, zou dergelijk gebruik waarschijnlijk op een oneerlijke manier afbreuk doen of afzwakken, of op een oneerlijke manier voordeel halen uit die reputatie;

b)

andere praktijken die de consument kunnen misleiden wat de echte oorsprong, herkomst of aard van de producten betreft.

(2)   [Inhoud van bescherming voor bepaalde toepassingen] Lid 1, onder a), is ook van toepassing op het gebruik van de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding die leidt tot de imitatie ervan, zelfs als de echte oorsprong van de producten is aangegeven, of als de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding is vertaald of is vergezeld van woorden zoals "stijl", "soort", "type", "aard", "imitatie", "methode", "geproduceerd in", "zoals", soortgelijk” en dergelijke (1).

(3)   [Toepassing in een handelsmerk] Onverminderd artikel 13, lid 1, weigert een overeenkomstsluitende partij van rechtswege de inschrijving van een later handelsmerk of verklaart zij die ongeldig indien de toepassing van het handelsmerk zou leiden tot een in lid 1 beschreven situatie, indien dit krachtens de wetgeving wordt toegestaan of op verzoek van een belanghebbende partij.

Artikel 12

Bescherming tegen verwording tot soortnaam

Behoudens de bepalingen van deze akte kunnen ingeschreven oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen niet worden geacht tot soortnaam te zijn verworden (2) in een overeenkomstsluitende partij.

Artikel 13

Waarborgen voor andere rechten

(1)   [Rechten op oudere handelsmerken] De bepalingen van deze akte doen geen afbreuk aan een handelsmerk dat in een overeenkomstsluitende partij te goeder trouw is aangevraagd of ingeschreven, of dat rechten heeft verworven door gebruik te goeder trouw. Indien in de wet van een overeenkomstsluitende partij is voorzien in een beperkte uitzondering op de aan een handelsmerk verbonden rechten dat een ouder handelsmerk in bepaalde omstandigheden zijn eigenaar niet het recht mag geven bescherming of gebruik van een ingeschreven oorsprongsbenaming of geografische aanduiding in die overeenkomstsluitende partij te beletten, zijn de aan dat handelsmerk verbonden rechten op geen enkele manier beperkend voor de bescherming van de ingeschreven oorsprongsbenaming of geografische aanduiding.

(2)   [Persoonsnaam in zaken] De bepalingen van deze akte doen geen afbreuk aan het recht van een persoon om voor handelsdoeleinden zijn naam of de naam van zijn voorganger in zaken te gebruiken, behalve wanneer deze naam op zodanige wijze wordt gebruikt dat het publiek daardoor wordt misleid.

(3)   [Rechten gebaseerd op benamingen van planten- of dierenrassen] De bepalingen van deze akte doen geen afbreuk aan het recht van een persoon om een benaming van een planten- of dierenras voor handelsdoeleinden te gebruiken, behalve wanneer deze benaming op zodanige manier wordt gebruikt dat het publiek daardoor wordt misleid.

(4)   [Waarborgen voor kennisgeving van intrekking van de weigering van een verlening van bescherming] Wanneer een overeenkomstsluitende partij die de gevolgen van een internationale inschrijving krachtens artikel 15 heeft geweigerd op grond van gebruik in het kader van een in dit artikel bedoeld ouder handelsmerk of ander recht, de intrekking van die weigering krachtens artikel 16, of een verlening van bescherming krachtens artikel 18 meldt, doet de daaruit voortvloeiende bescherming van de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding geen afbreuk aan dat recht of het gebruik ervan, tenzij de bescherming na de annulering, niet-verlenging, herroeping of ongeldigverklaring was verleend.

Artikel 14

Handhavingsprocedures en rechtsmiddelen

Elke overeenkomstsluitende partij stelt voor de bescherming van ingeschreven oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen beschikbare doeltreffende rechtsmiddelen ter beschikking, afhankelijk van haar rechtsstelsel en -praktijk, en bepaalt dat gerechtelijke procedures door een overheidsdienst of belanghebbende partij kunnen worden ingesteld, ongeacht of het een natuurlijke of rechtspersoon betreft, en ongeacht of zij tot de openbare of de particuliere sector behoren.

HOOFDSTUK IV

Weigering en andere maatregelen met betrekking tot internationale inschrijvingen

Artikel 15

Weigering

(1)   [Weigering van gevolgen van internationale inschrijving]

a)

De bevoegde instantie van een overeenkomstsluitende partij kan het internationaal bureau binnen de in het reglement van uitvoering vastgestelde termijn in kennis stellen van de weigering van de gevolgen van een internationale inschrijving op haar grondgebied. De kennisgeving van weigering kan door de bevoegde instantie van rechtswege worden gedaan, mits dit krachtens de wetgeving wordt toegestaan, of op verzoek van de belanghebbende partij.

b)

De kennisgeving van weigering bevat alle gronden waarop de weigering is gebaseerd.

(2)   [Bescherming in het kader van andere instrumenten] De kennisgeving van weigering doet geen afbreuk aan een andere bescherming die overeenkomstig artikel 10, lid 2, beschikbaar is voor de benaming of aanduiding waarvan sprake in de overeenkomstsluitende partij waar de weigering betrekking op heeft.

(3)   [Verplichting voor het bieden van mogelijkheden aan belanghebbende partijen] Elke belanghebbende partij biedt iedereen van wie belangen door een internationale inschrijving kunnen worden geschaad een degelijke mogelijkheid om de bevoegde instantie te verzoeken een weigering met betrekking tot de internationale inschrijving te melden.

(4)   [Inschrijving, publicatie en communicatie van weigeringen] Het internationaal bureau neemt de weigering en de redenen voor die weigering op in het internationaal register. Het publiceert de weigering en de redenen voor die weigering en deelt de kennisgeving van weigering aan de bevoegde instantie of de overeenkomstsluitende partij van oorsprong mee of, indien de aanvraag overeenkomstig artikel 5, lid 3, rechtstreeks is ingediend, aan de in artikel 5, lid 2, onder ii), bedoelde begunstigden of de natuurlijke of rechtspersoon alsook aan de bevoegde instantie of de overeenkomstsluitende partij van oorsprong.

(5)   [Nationale behandeling] Elke overeenkomstsluitende partij stelt de door weigering getroffen belanghebbende partijen dezelfde rechts- en administratieve middelen ter beschikking die voor haar eigen inwoners met betrekking tot de weigering van bescherming voor een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding beschikbaar zijn.

Artikel 16

Intrekking van de weigering

Een weigering kan overeenkomstig de in het reglement van uitvoering vastgelegde procedures worden ingetrokken. Een intrekking wordt in het internationaal register opgenomen.

Artikel 17

Overgangsperiode

(1)   [Mogelijkheid tot het verlenen van een overgangsperiode] Onverminderd artikel 13 mag een overeenkomstsluitende partij, wanneer die de gevolgen van een internationale inschrijving niet heeft geweigerd op grond van eerder gebruik door een derde partij, of een weigering heeft ingetrokken of een verlening van bescherming heeft gemeld, en indien dit krachtens de wetgeving is toegestaan, een in het reglement van uitvoering bedoelde vastgestelde periode verlenen om dergelijk gebruik te beëindigen.

(2)   [Kennisgeving van een overgangsperiode] De overeenkomstsluitende partij stelt het internationaal bureau overeenkomstig de in het reglement van uitvoering vastgestelde procedures in kennis van een dergelijke periode.

Artikel 18

Kennisgeving van de verlening van bescherming

De bevoegde instantie van een overeenkomstsluitende partij kan het internationaal bureau in kennis stellen van de verlening van bescherming aan een ingeschreven oorsprongsbenaming of geografische aanduiding. Het internationaal bureau neemt dergelijke kennisgevingen op in het internationaal register en publiceert ze.

Artikel 19

Ongeldigverklaring

(1)   [Mogelijkheid tot het verdedigen van rechten] De gedeeltelijke of volledige ongeldigverklaring van de gevolgen van een internationale inschrijving op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij kan enkel worden uitgesproken nadat de begunstigden de mogelijkheid hebben gekregen hun rechten te verdedigen. Een dergelijke mogelijkheid moet ook aan de in artikel 5, lid 2, onder ii), bedoelde natuurlijke of rechtspersoon worden gegeven.

(2)   [Kennisgeving, opname en publicatie] De overeenkomstsluitende partij stelt het internationaal bureau in kennis van de ongeldigverklaring van de gevolgen van een internationale inschrijving, dat de ongeldigverklaring in het internationaal register opneemt en publiceert.

(3)   [Bescherming in het kader van andere instrumenten] Een ongeldigverklaring doet geen afbreuk aan een andere bescherming die overeenkomstig artikel 10, lid 2, beschikbaar is voor de benaming of aanduiding waarvan sprake in de overeenkomstsluitende partij die de gevolgen van de internationale inschrijving ongeldig heeft verklaard.

Artikel 20

Wijzigingen en overige vermeldingen in het internationaal register

Procedures voor de wijziging van internationale inschrijvingen en andere vermeldingen in het internationaal register zijn in het reglement van uitvoering vastgesteld.

HOOFDSTUK V

Administratieve bepalingen

Artikel 21

Lidmaatschap van de Unie van Lissabon

De overeenkomstsluitende partijen zijn leden van dezelfde bijzondere unie als de staten die partij zijn bij de Overeenkomst van Lissabon of de Akte van 1967, ongeacht of ze partij zijn bij de Overeenkomst van Lissabon of de Akte van 1967.

Artikel 22

Algemene Vergadering van de bijzondere unie

(1)   [Samenstelling]

a)

De overeenkomstsluitende partijen zijn leden van dezelfde Algemene Vergadering als de staten die partij zijn bij de Akte van 1967.

b)

Elke overeenkomstsluitende partij wordt vertegenwoordigd door een afgevaardigde die door andere afgevaardigden, adviseurs en experten mag worden bijgestaan.

c)

Elke delegatie draagt haar eigen kosten.

(2)   [Taken]

a)

De Algemene Vergadering:

(i.)

neemt alle vraagstukken in behandeling betreffende de instandhouding en de ontwikkeling van de bijzondere unie en de toepassing van deze akte;

(ii.)

geeft de directeur-generaal aanwijzingen inzake de voorbereiding van in artikel 26, lid 1, bedoelde herzieningsconferenties, waarbij rekening wordt gehouden met opmerkingen van de leden van de bijzondere unie die deze akte niet hebben geratificeerd of er nog niet tot zijn toegetreden;

(iii.)

brengt wijzigingen aan in het reglement van uitvoering;

(iv.)

bestudeert en hecht haar goedkeuring aan de rapporten en de werkzaamheden van de directeur-generaal met betrekking tot de bijzondere unie en verstrekt hem/haar alle van belang zijnde instructies met betrekking tot de vraagstukken die onder de bevoegdheid van de bijzondere unie vallen;

(v.)

stelt het programma en de tweejaarlijkse begroting van de bijzondere unie vast en keurt haar jaarrekeningen goed;

(vi.)

stelt het financieel reglement van de bijzondere unie vast;

(vii.)

richt de commissies en werkgroepen op die zij van belang acht voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de bijzondere unie;

(viii.)

beslist welke staten, intergouvernementele organisaties en niet-gouvernementele organisaties als waarnemer tot haar vergaderingen worden toegelaten;

(ix.)

stelt wijzigingen van de artikelen 22, 23, 24 en 27 vast;

(x.)

verricht iedere andere handeling die dienstig is ter verwezenlijking van de doelstellingen van de bijzondere unie en kwijt zich van alle overige nuttige taken in het kader van deze akte.

b)

Aangaande de vraagstukken die eveneens andere door de Organisatie beheerde unies raken, doet de Algemene Vergadering uitspraak na het advies van de coördinatiecommissie van de Organisatie te hebben ingewonnen.

(3)   [Quorum]

a)

De helft van de leden van de Algemene Vergadering die stemrecht hebben ter zake van een gegeven vraagstuk, vormt het quorum ten behoeve van de stemming over dat vraagstuk.

b)

Niettegenstaande het bepaalde onder a) kunnen, indien gedurende een zitting het aantal leden van de Algemene Vergadering die staat zijn, die stemrecht hebben ter zake van een gegeven vraagstuk en die vertegenwoordigd zijn, kleiner is dan de helft, maar gelijk aan of groter dan het derde deel van de leden van de Algemene Vergadering die staat zijn en die stemrecht hebben ter zake van dat vraagstuk, door die Vergadering besluiten worden genomen; evenwel worden de besluiten van de Algemene Vergadering, met uitzondering van die welke haar eigen procedure betreffen, eerst rechtens uitvoerbaar, nadat aan de hierna vermelde voorwaarden is voldaan. Het internationaal bureau brengt de genoemde besluiten ter kennis van de leden van de Algemene Vergadering die staat zijn, die stemrecht hebben ter zake van het genoemde vraagstuk en die niet vertegenwoordigd waren en verzoekt hun binnen een termijn van drie maanden, te rekenen van de datum van de bedoelde kennisgeving, schriftelijk hun stem uit te brengen of hun onthouding kenbaar te maken. Indien na afloop van deze termijn het aantal leden dat op deze wijze zijn stem heeft uitgebracht of zijn onthouding kenbaar heeft gemaakt, ten minste gelijk is aan het aantal leden dat in de vergadering aan het quorum ontbrak, worden bedoelde besluiten rechtens uitvoerbaar, mits tezelfdertijd de vereiste meerderheid nog steeds wordt bereikt.

(4)   [Besluitneming binnen de Algemene Vergadering]

a)

De Algemene Vergadering streeft ernaar haar besluiten bij consensus te nemen.

b)

Wanneer het niet mogelijk is bij consensus tot een besluit te komen, wordt over het besluit ter zake van de desbetreffende aangelegenheid gestemd. In een dergelijk geval:

(i.)

beschikt elke overeenkomstsluitende partij die een staat is over één stem en stemt deze partij uitsluitend in eigen naam, en

(ii.)

kan elke overeenkomstsluitende partij die een intergouvernementele organisatie is in plaats van haar lidstaten stemmen met een aantal stemmen dat gelijk is aan het aantal van haar lidstaten dat partij is bij deze akte. Een dergelijke intergouvernementele organisatie neemt geen deel aan de stemming indien een van haar lidstaten zijn stemrecht uitoefent, en vice versa.

c)

Ten aanzien van aangelegenheden die uitsluitend de staten aangaan die door de Akte van 1967 gebonden zijn, hebben de overeenkomstsluitende partijen die niet door de Akte van 1967 gebonden zijn geen stemrecht, terwijl ten aanzien van aangelegenheden die uitsluitend de overeenkomstsluitende partijen aangaan, alleen deze laatste stemrecht hebben.

(5)   [Meerderheid]

a)

Onverminderd artikel 25, lid 2, en artikel 27, lid 2, worden de besluiten van de Algemene Vergadering genomen met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen.

b)

Onthouding geldt niet als stem.

(6)   [Zittingen]

a)

De Algemene Vergadering komt bijeen op uitnodiging van de directeur-generaal en, buitengewone omstandigheden daargelaten, in dezelfde periode en op dezelfde plaats als de Algemene Vergadering van de Organisatie.

b)

De Algemene Vergadering komt in buitengewone zitting bijeen op uitnodiging van de directeur-generaal hetzij ingevolge een verzoek van een vierde van de leden van de Algemene Vergadering, hetzij op het eigen initiatief van de directeur-generaal.

c)

De agenda voor elke zitting wordt door de directeur-generaal opgesteld.

(7)   [Reglement van orde] De Algemene Vergadering stelt haar reglement van orde vast.

Artikel 23

Internationaal bureau

(1)   [Administratieve taken]

a)

De internationale inschrijving en de bijbehorende taken, alsmede de andere administratieve taken betreffende de bijzondere unie, worden door het internationaal bureau verricht.

b)

Het internationaal bureau bereidt in het bijzonder de bijeenkomsten voor en voorziet in het secretariaat van de Algemene Vergadering en van de door haar opgerichte commissies en werkgroepen.

c)

De directeur-generaal is de hoogste functionaris van de bijzondere unie en tevens haar vertegenwoordiger.

(2)   [Rol van het internationaal bureau in de Algemene Vergadering en andere bijeenkomsten] De directeur-generaal en de door hem aangewezen medewerkers nemen zonder stemrecht deel aan alle bijeenkomsten van de Algemene Vergadering en van de door de Algemene Vergadering opgerichte commissies en werkgroepen. De directeur-generaal of een door hem aangewezen medewerker is van rechtswege secretaris van een dergelijk orgaan.

(3)   [Conferenties]

a)

Het internationaal bureau bereidt volgens de aanwijzingen van de Algemene Vergadering de herzieningsconferenties voor.

b)

Het internationaal bureau kan bij de voorbereiding van deze conferenties het advies inwinnen van intergouvernementele en internationale en nationale niet-gouvernementele organisaties.

c)

De directeur-generaal en de door hem aangewezen personen nemen zonder stemrecht deel aan de beraadslagingen van de herzieningsconferenties.

(4)   [Overige taken] Het internationaal bureau voert alle overige aan hem met betrekking tot deze akte opgedragen taken uit.

Artikel 24

Financiën

(1)   [Begroting] De inkomsten en uitgaven van de bijzondere unie worden in de begroting van de Organisatie op een eerlijke en transparante manier weergegeven.

(2)   [Bronnen van financiering van de begroting] De inkomsten van de bijzondere unie worden verkregen uit de volgende bronnen:

(i.)

in het kader van artikel 7, leden 1 en 2, geïnde vergoedingen;

(ii.)

opbrengsten van de verkoop van, of royalty’s op de publicaties van het internationaal bureau;

(iii.)

giften, legaten en subsidies;

(iv.)

huur, opbrengsten uit investeringen en andere, waaronder diverse, inkomsten;

(v.)

bijzondere bijdragen van de overeenkomstsluitende partijen of een andere van de overeenkomstsluitende partijen of begunstigden afkomstige bron, of beide, als en voor zover kwijtingen van de in punten i) tot en met iv) aangegeven bronnen niet volstaan om de kosten te dekken, als besloten door de Algemene Vergadering.

(3)   [Vaststelling van vergoedingen; omvang van de begroting]

a)

De bedragen van de in lid 2 bedoelde vergoedingen worden door de Algemene Vergadering op voorstel van de directeur-generaal vastgesteld en worden zodanig vastgesteld dat de opbrengsten van de bijzondere unie samen met de uit andere in lid 2 vermelde bronnen afkomstige inkomsten, onder normale omstandigheden, toereikend zijn om de kosten van het internationaal bureau voor het onderhoud van de dienst voor internationale inschrijving te dekken.

b)

Als het programma en de begroting van de Organisatie niet vóór de aanvang van een nieuwe financieringsperiode zijn vastgesteld, is de machtiging voor de directeur-generaal om over te gaan tot obligaties en betalingen van dezelfde omvang als in de vorige financieringsperiode.

(4)   [Vaststellen van de in lid 2, onder v), bedoelde bijzondere bijdragen] Elke overeenkomstsluitende partij behoort voor het vaststellen van haar bijdrage tot dezelfde klasse als waartoe zij in de context van het Verdrag van Parijs behoort of, indien ze geen overeenkomstsluitende partij van het Verdrag van Parijs is, waartoe ze zou behoren mocht ze een overeenkomstsluitende partij van het Verdrag van Parijs zijn. Intergouvernementele organisaties worden beschouwd als behorend tot bijdrageklasse I (één), tenzij de Algemene Vergadering hierover bij unanimiteit anders heeft beslist. De bijdrage wordt gedeeltelijk verhoogd volgens het aantal inschrijvingen die uit de overeenkomstsluitende partij voortkomen, zoals beslist door de Algemene Vergadering.

(5)   [Operationeel fonds] De bijzondere unie bezit een operationeel fonds, gevormd door voorschotten van elk lid van de bijzondere unie wanneer de bijzondere Unie daartoe besluit. Indien het fonds ontoereikend wordt, kan de Algemene Vergadering over bijstorting beslissen. Het aandeel en de wijze van storting worden door de Algemene Vergadering op voorstel van de directeur-generaal vastgesteld. Mocht de bijzondere unie meer inkomsten dan uitgaven in een boekjaar laten optekenen, dan kunnen de voorschotten van het operationeel fonds op voorstel van de directeur-generaal en na een beslissing van de Algemene Vergadering aan elk lid worden terugbetaald in verhouding tot hun eerste betalingen.

(6)   [Door de gastlidstaat verstrekte voorschotten]

a)

De zetelovereenkomst, gesloten met de staat op het grondgebied waarvan de Organisatie haar zetel heeft, bepaalt dat, indien het operationeel fonds niet toereikend is, die staat voorschotten verstrekt. Het bedrag van deze voorschotten en de voorwaarden waaronder zij worden verstrekt, vormen telkenmale het onderwerp van afzonderlijke overeenkomsten tussen de betrokken staat en de Organisatie.

b)

De onder a) bedoelde staat en de Organisatie hebben elk het recht de overeenkomst tot het verstrekken van voorschotten bij schriftelijke kennisgeving op te zeggen. De opzegging wordt drie jaar na afloop van het jaar waarin de kennisgeving is gedaan van kracht.

(7)   [Nazien van rekeningen] Het nazien van de rekeningen wordt op de in het financieel reglement van de Organisatie voorziene wijze verricht door een of meer staten die lid zijn van de bijzondere unie of door externe auditors. Zij worden met hun goedkeuring door de Algemene Vergadering aangewezen.

Artikel 25

Reglement van uitvoering

(1)   [Voorwerp] De details voor de uitvoering van deze akte worden in het reglement van uitvoering vastgesteld.

(2)   [Wijziging van sommige bepalingen van het reglement van uitvoering]

a)

De Algemene Vergadering kan beslissen dat sommige bepalingen van het reglement van uitvoering uitsluitend bij unanimiteit of uitsluitend met een drievierdemeerderheid kunnen worden gewijzigd.

b)

Om de vereiste van unanimiteit of van een drievierdemeerderheid in de toekomst niet langer van toepassing te laten zijn op de wijziging van een bepaling van het reglement van uitvoering, is unanimiteit vereist.

c)

Om de vereiste van unanimiteit of van een drievierdemeerderheid in de toekomst van toepassing te laten zijn op de wijziging van een bepaling van het reglement van uitvoering, is een drievierdemeerderheid vereist.

(3)   [Strijdigheid tussen deze akte en het reglement van uitvoering] In geval van strijdigheid tussen de bepalingen van deze akte en die van het reglement van uitvoering, zijn de eerste doorslaggevend.

HOOFDSTUK VI

Herziening en wijziging

Artikel 26

Herziening

(1)   [Herzieningsconferenties] Deze akte kan worden herzien door diplomatieke conferenties van de overeenkomstsluitende partijen. Tot het bijeenroepen van een diplomatieke conferentie wordt door de Algemene Vergadering beslist.

(2)   [Herziening of wijziging van bepaalde artikelen] De artikelen 22, 23, 24 en 27 kunnen worden gewijzigd hetzij door een herzieningsconferentie, hetzij door de Algemene Vergadering overeenkomstig de bepalingen van artikel 27.

Artikel 27

Wijziging van bepaalde artikelen door de Algemene Vergadering

(1)   [Voorstellen tot wijziging]

a)

Voorstellen tot wijziging van de artikelen 22, 23 en 24 en van dit artikel kunnen door elke overeenkomstsluitende partij of door de directeur-generaal worden gedaan.

b)

Deze voorstellen worden ten minste zes maanden voordat zij aan de Algemene Vergadering ter overweging worden voorgelegd, door de directeur-generaal aan de overeenkomstsluitende partijen meegedeeld.

(2)   [Meerderheid] Voor het vaststellen van elke wijziging van de in lid 1 bedoelde artikelen is een drievierdemeerderheid vereist; voor de vaststelling van elke wijziging van artikel 22 en van dit lid is evenwel een viervijfdemeerderheid vereist.

(3)   [Inwerkingtreding]

a)

Behoudens wanneer de bepalingen onder b) van toepassing zijn, treedt elke wijziging van de in lid 1 bedoelde artikelen in werking een maand nadat de directeur-generaal van drie vierde van de overeenkomstsluitende partijen die op het tijdstip dat de wijziging werd aangenomen, lid van de Algemene Vergadering waren en stemrecht hadden ten aanzien van die wijziging, schriftelijke kennisgevingen heeft ontvangen van de aanvaarding van deze wijzigingen overeenkomstig hun onderscheiden constitutionele regels.

b)

Een wijziging van artikel 22, leden 3 of 4, of van deze alinea treedt niet in werking indien, binnen zes maanden volgend op de vaststelling hiervan door de Algemene Vergadering, een overeenkomstsluitende partij de directeur-generaal kennisgeving doet van het feit dat zij deze wijziging niet aanvaardt.

c)

Elke wijziging die overeenkomstig de bepalingen van dit lid in werking treedt, bindt alle staten en intergouvernementele organisaties die overeenkomstsluitende partij zijn op het tijdstip dat de wijziging in werking treedt of die op een later tijdstip overeenkomstsluitende partij worden.

HOOFDSTUK VII

Slotbepalingen

Artikel 28

Partij worden bij deze akte

(1)   [In aanmerking komende partijen] Behoudens artikel 29 en de leden 2 en 3 van dit artikel mogen:

(i.)

staten die partij zijn bij het Verdrag van Parijs deze akte ondertekenen en hierbij partij worden;

(ii.)

lidstaten van de Organisatie deze akte ondertekenen en hierbij partij worden als zij verklaren dat hun wetgeving in overeenstemming is met de bepalingen van het Verdrag van Parijs inzake oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen en handelsmerken;

(iii.)

intergouvernementele organisaties deze akte ondertekenen en hierbij partij worden mits ten minste één lidstaat van de intergouvernementele organisatie partij is bij het Verdrag van Parijs en mits die organisatie verklaart dat die lidstaat overeenkomstig haar interne procedures naar behoren gemachtigd is partij te worden bij deze handeling en dat, krachtens het oprichtingsverdrag van de intergouvernementele organisatie, wetgeving van toepassing is op grond waarvan regionale titels voor bescherming voor geografische aanduidingen kunnen worden verkregen.

(2)   [Bekrachtiging of toetreding] Elke in lid 1 bedoelde staat of intergouvernementele organisatie kan:

(i.)

een akte van bekrachtiging nederleggen indien hij of zij deze akte heeft ondertekend, of

(ii.)

een akte van toetreding nederleggen indien hij of zij deze akte niet heeft ondertekend.

(3)   [Datum waarop de nederlegging van kracht wordt]

a)

Onverminderd de bepalingen onder b) is de datum waarop de nederlegging van een akte van bekrachtiging of toetreding van kracht wordt, de datum waarop deze akte wordt nedergelegd.

b)

De datum waarop de nederlegging van de akte van bekrachtiging of toetreding van een staat die lidstaat is van een intergouvernementele organisatie en voor welke de bescherming van oorsprongsbenamingen of geografische aanduidingen enkel kunnen worden verkregen op grond van wetgeving die in de lidstaten van de intergouvernementele organisatie van toepassing is, van kracht wordt, is de datum waarop de akte van bekrachtiging of toetreding van die intergouvernementele organisatie wordt nedergelegd, indien deze datum na de datum valt waarop de akte van de genoemde staat is nedergelegd. Deze alinea is echter niet van toepassing op staten die partij zijn bij de Overeenkomst van Lissabon of de Akte van 1967 en doet geen afbreuk aan de toepassing van artikel 31 voor dergelijke staten.

Artikel 29

Datum waarop de bekrachtigingen en toetredingen van kracht worden

(1)   Akten die in overweging worden genomen] Voor de toepassing van dit artikel worden uitsluitend de akten van bekrachtiging of toetreding die door de in artikel 28, lid 1, bedoelde staten of intergouvernementele organisaties zijn nedergelegd en voor welke de voorwaarden van artikel 28, lid 3, ten aanzien van de datum waarop zij van kracht zijn geworden, zijn vervuld, in overweging genomen.

(2)   [Inwerkingtreding van deze akte] Deze akte treedt drie maanden nadat vijf in artikel 28 bedoelde in aanmerking komende partijen hun akten van bekrachtiging of toetreding hebben nedergelegd, in werking.

(3)   [Inwerkingtreding van de bekrachtigingen en toetredingen]

a)

Elke staat of intergouvernementele organisatie die zijn of haar akte van bekrachtiging of toetreding ten minste drie maanden voor de inwerkingtreding van deze akte heeft nedergelegd, wordt door deze akte gebonden op de datum van de inwerkingtreding van deze akte.

b)

Elke andere staat of intergouvernementele organisatie wordt gebonden door deze akte drie maanden na de datum waarop hij of zij zijn of haar akte van bekrachtiging of toetreding heeft nedergelegd of op enige in die akte aangegeven latere datum.

(4)   [Vóór de toetreding uitgevoerde internationale inschrijvingen] Op het grondgebied van de toetredende staat en, wanneer de overeenkomstsluitende partij een intergouvernementele organisatie is, het grondgebied waar het oprichtingsverdrag van die intergouvernementele organisatie van toepassing is, zijn de bepalingen van deze akte van toepassing op krachtens deze akte reeds ingeschreven oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen op het moment dat de toetreding van kracht wordt, behoudens artikel 7, lid 4, alsook de bepalingen van hoofdstuk IV, die mutatis mutandis van toepassing zijn. De toetredende staat of intergouvernementele organisatie kan tevens in een in een aan de akte van bekrachtiging of toetreding gehechte verklaring een verlenging van de in artikel 15, lid 1, bedoelde termijn en de in artikel 17 bedoelde perioden vermelden, overeenkomstig de in het reglement van uitvoering hiertoe vastgestelde procedures.

Artikel 30

Verbod op voorbehouden

Ten aanzien van deze akte kan geen enkel voorbehoud worden gemaakt.

Artikel 31

Toepassing van de Overeenkomst van Lissabon en de Akte van 1967

(1)   [Betrekkingen tussen de staten die zowel partij zijn bij deze akte als bij de Overeenkomst van Lissabon of de Akte van 1967] De staten die partij zijn bij zowel deze akte als de Overeenkomst van Lissabon of de Akte van 1967, worden in hun wederzijdse betrekkingen alleen door deze akte gebonden. Voor internationale inschrijvingen van oorsprongsbenamingen die in het kader van de Overeenkomst van Lissabon of de Akte van 1967 van kracht zijn, verlenen de staten echter geen lagere graad van bescherming dan door de Overeenkomst van Lissabon of de Akte van 1967 is vereist.

(2)   [Betrekkingen tussen de staten die zowel partij zijn bij deze akte als bij de Overeenkomst van Lissabon of de Akte van 1967, en staten die partij zijn bij de Overeenkomst van Lissabon of de Akte van 1967 zonder partij te zijn bij deze akte] Staten die zowel partij zijn bij deze akte als bij de Overeenkomst van Lissabon of de akte van 1967, blijven in voorkomend geval de Overeenkomst van Lissabon of de Akte van 1967 toepassen voor betrekkingen met staten die partij zijn bij de Overeenkomst van Lissabon of de Akte van 1967 en die geen partij zijn bij deze akte.

Artikel 32

Opzegging

(1)   [Kennisgeving] Elke overeenkomstsluitende partij kan deze akte opzeggen door een aan de directeur-generaal te richten kennisgeving.

(2)   [Vankrachtwording] De opzegging wordt een jaar na de datum waarop de directeur-generaal de kennisgeving heeft ontvangen of op enige in de kennisgeving aangegeven latere datum van kracht. De opzegging heeft, ten aanzien van de betrokken overeenkomstsluitende partij, geen enkel gevolg voor de toepassing van deze akte op aanvragen die aanhangig zijn en op internationale inschrijvingen die van kracht zijn op het moment dat de opzegging van kracht wordt.

Artikel 33

Talen van deze akte; Ondertekening

(1)   [Oorspronkelijke teksten; officiële teksten]

a)

Deze akte wordt in een enkel exemplaar in de Arabische, Chinese, Engelse, Franse, Russische en Spaanse taal ondertekend, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

b)

Officiële teksten worden door de directeur-generaal, na raadpleging van de betrokken regeringen, in andere door de Algemene Vergadering aan te wijzen talen vastgesteld.

(2)   [Termijn voor de ondertekening] Deze akte staat open voor ondertekening op de zetel van de Organisatie gedurende een jaar na de vaststelling daarvan.

Artikel 34

Depositaris

De directeur-generaal is de depositaris van deze akte.


(1)  Overeengekomen verklaring betreffende artikel 11, lid 2: Voor de toepassing van deze akte wordt ervan uitgegaan dat wanneer bepaalde elementen van de benaming of aanduiding die de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding vormen een generiek karakter hebben in de overeenkomstsluitende partij van oorsprong, hun bescherming in het kader van dit lid niet vereist is in de andere overeenkomstsluitende partijen. Voor alle duidelijkheid: een weigering of ongeldigverklaring van een handelsmerk of een vaststelling van een inbreuk in de overeenkomstsluitende partijen krachtens artikel 11 kan niet zijn gebaseerd op het bestanddeel dat een generiek karakter heeft.

(2)  Overeengekomen verklaring betreffende artikel 12: Voor de toepassing van deze akte wordt ervan uitgegaan dat artikel 12 geen afbreuk doet aan de toepassing van de bepalingen van deze akte betreffende eerder gebruik, aangezien de benaming of aanduiding die de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding vormt vóór de internationale inschrijving al volledig of gedeeltelijk een soortnaam kan zijn in een andere overeenkomstsluitende partij dan de overeenkomstsluitende partij van oorsprong, bijvoorbeeld omdat de benaming of aanduiding, of een deel ervan, identiek is met een term die in de omgangstaal gebruikelijk is als de algemene naam van een product of dienst in die overeenkomstsluitende partij, of identiek is met de gebruikelijke term van een druivenras in die overeenkomstsluitende partij.


Top