This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32019R0430
Commission Implementing Regulation (EU) 2019/430 of 18 March 2019 amending Regulation (EU) No 1178/2011 as regards the exercise of limited privileges without supervision before the issuance of a light aircraft pilot licence (Text with EEA relevance.)
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/430 van de Commissie van 18 maart 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1178/2011 voor wat betreft de uitoefening van beperkte bevoegdheden zonder toezicht vóór de afgifte van een bevoegdheidsbewijs als recreatief vlieger (Voor de EER relevante tekst.)
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/430 van de Commissie van 18 maart 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1178/2011 voor wat betreft de uitoefening van beperkte bevoegdheden zonder toezicht vóór de afgifte van een bevoegdheidsbewijs als recreatief vlieger (Voor de EER relevante tekst.)
C/2019/1980
PB L 75 van 19.3.2019, p. 66–67
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
19.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 75/66 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/430 VAN DE COMMISSIE
van 18 maart 2019
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1178/2011 voor wat betreft de uitoefening van beperkte bevoegdheden zonder toezicht vóór de afgifte van een bevoegdheidsbewijs als recreatief vlieger
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en houdende intrekking van Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (1), en met name artikel 23, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In subdeel B van bijlage I (deel-FCL) bij Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie (2) zijn de eisen voor bevoegdheidsbewijzen als recreatief vlieger (LAPL) vastgesteld. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 12, lid 2 bis, punt 3, van Verordening (EU) nr. 1178/2011 mogen de lidstaten tot 8 april 2020 nationale regels voor de afgifte van bevoegdheidsbewijzen toepassen die, in vergelijking met een LAPL, voorzien in vroegere toegang tot bepaalde pilootbevoegdheden. Deze nationale regels worden ook gebruikt om op modulaire wijze LAPL-opleidingen aan te bieden, waarbij de voltooiing van bepaalde LAPL-opleidingsmodules het mogelijk maakt om vroeger toegang te krijgen tot bepaalde bevoegdheden, vóór de afgifte van een LAPL. |
(3) |
De lidstaten die dergelijke modulaire LAPL-opleidingen aanbieden, hebben aan de Commissie en aan het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (het Agentschap) meegedeeld dat deze opleidingen bevorderlijk zijn voor de luchtsport en voor activiteiten als recreatief piloot. Dit ligt in de lijn van de doelstellingen van het stappenplan voor de general aviation, namelijk een meer evenredig, flexibel en proactief regelgevingssysteem tot stand brengen (3). |
(4) |
Overeenkomstig artikel 4, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1178/2011 mogen de lidstaten leerling-piloten toestaan zonder toezicht en onder bepaalde voorwaarden te vliegen met eenmotorige zuigervliegtuigen met een maximale startmassa van hoogstens 2 000 kg, alvorens een LAPL is afgegeven. |
(5) |
Om een flexibeler regelgevingskader voor de general aviation te bevorderen, moet artikel 4, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1178/2011 worden gewijzigd om de lidstaten in staat te stellen leerling-piloten die een LAPL-opleiding volgen, toestemming te geven om na voltooiing van bepaalde opleidingsmodules zonder toezicht beperkte bevoegdheden uit te oefenen, rekening houdende met de mate van opleiding die nodig is voor het beoogde bekwaamheidsniveau van de piloot, vóór zij voldoen aan alle vereisten voor de afgifte van een LAPL voor vleugelvliegtuigen, helikopters, zweefvliegtuigen of luchtballonnen. |
(6) |
De lidstaten moeten de Commissie en het Agentschap regelmatig op de hoogte stellen als zij de in artikel 4, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1178/2011 bedoelde toestemming geven aan leerling-piloten, en moeten toezicht houden op die toelatingen om een aanvaardbaar niveau van veiligheid van de luchtvaart in stand te houden. |
(7) |
Bovendien moet artikel 4, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1178/2011 worden gewijzigd om de periode te verlengen waarin de lidstaten toestemming kunnen geven om bepaalde beperkte bevoegdheden voor het vliegen met vleugelvliegtuigen volgens instrumentvliegvoorschriften uit te oefenen alvorens de piloot voldoet aan alle eisen voor de afgifte van een bevoegdverklaring voor instrumentvliegen. Deze verlenging is noodzakelijk in afwachting van de invoering van een basisinstrument-bevoegdverklaring. |
(8) |
De maatregelen van deze verordening zijn voorgesteld in Advies nr. 08/2017 van het Agentschap, overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (4). |
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 127 van Verordening (EU) 2018/1139 ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1178/2011 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Lid 7 wordt vervangen door: „7. Een lidstaat mag toestaan dat leerling-piloten die een LAPL-opleiding volgen, beperkte bevoegdheden uitoefenen zonder toezicht vóór zij voldoen aan alle eisen voor de afgifte van een LAPL, onder de volgende voorwaarden:
|
2) |
In de inleidende zin van lid 8 wordt „8 april 2019” vervangen door „8 april 2021”. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 maart 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1.
(2) Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 311 van 25.11.2011, blz. 1).
(3) https://www.easa.europa.eu/easa-and-you/general-aviation/general-aviation-road-map
(4) Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1).