This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32019R0423
Commission Implementing Regulation (EU) 2019/423 of 13 March 2019 granting a Union authorisation for the biocidal product family ‘Teat disinfectants biocidal product family of Novadan’
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/423 van de Commissie van 13 maart 2019 tot verlening van toelating van de Unie voor de biocidefamilie „Teat disinfectants biocidal product family of Novadan”
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/423 van de Commissie van 13 maart 2019 tot verlening van toelating van de Unie voor de biocidefamilie „Teat disinfectants biocidal product family of Novadan”
C/2019/1876
PB L 74 van 18.3.2019, p. 2–45
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
18.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 74/2 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/423 VAN DE COMMISSIE
van 13 maart 2019
tot verlening van toelating van de Unie voor de biocidefamilie „Teat disinfectants biocidal product family of Novadan”
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 44, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 27 augustus 2015 heeft SCC GmbH namens Novadan ApS, overeenkomstig artikel 43, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012 een aanvraag ingediend voor de toelating van een biocidefamilie met als naam „Teat disinfectants biocidal product family of Novadan” („de biocidefamilie”), behorende tot productsoort 3 zoals omschreven in bijlage V bij die verordening. De bevoegde autoriteit van Denemarken heeft ermee ingestemd de aanvraag te beoordelen overeenkomstig artikel 43, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012. De aanvraag is in het biocidenregister geregistreerd onder zaaknummer BC-YV019394-00. |
(2) |
De biocidefamilie bevat jood, met inbegrip van polyvinylpyrrolidonjood, als werkzame stof; die stof is opgenomen in de Unielijst van goedgekeurde werkzame stoffen zoals bedoeld in artikel 9, lid 2, van Verordening (EU) nr. 528/2012. Rekening houdend met de intrinsieke eigenschappen van de werkzame stof en de wetenschappelijke criteria voor het bepalen van hormoonontregelende eigenschappen als vastgesteld in haar Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2100 van de Commissie (2), zal deze overwegen of het nodig is om de goedkeuring van jood, met inbegrip van polyvinylpyrrolidonjood, overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 528/2012 te herzien. Afhankelijk van de uitkomst van dat onderzoek zal de Commissie vervolgens nagaan of de toelatingen van de Unie voor producten die de werkzame stof bevatten, overeenkomstig artikel 48 van Verordening (EU) nr. 528/2012 moeten worden herzien. |
(3) |
Op 11 april 2018 heeft de beoordelende bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 44, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012 het beoordelingsrapport en de conclusies van haar beoordeling bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen („het Agentschap”) ingediend. |
(4) |
Op 31 oktober 2018 heeft het agentschap bij de Commissie een advies (3) ingediend dat overeenkomstig artikel 44, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 de ontwerpsamenvatting van de biocidekenmerken van de biocidefamilie en het definitieve beoordelingsrapport over de biocidefamilie bevat. In het advies wordt geconcludeerd dat de biocidefamilie valt onder de definitie van „biocidefamilie” als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder s), van Verordening (EU) nr. 528/2012, dat de biocidefamilie in aanmerking komt voor een toelating van de Unie overeenkomstig artikel 42, lid 1, van die verordening, en dat de biocidefamilie, onder voorbehoud van overeenstemming met de ontwerpsamenvatting van de productkenmerken van het biocide, voldoet aan de in artikel 19, leden 1 en 6, van die verordening gestelde voorwaarden. |
(5) |
Op 17 januari 2019 heeft het Agentschap, in overeenstemming met artikel 44, lid 4, van Verordening (EU) nr. 528/2012, de ontwerpsamenvatting van de productkenmerken in alle officiële talen van de Unie aan de Commissie doen toekomen. |
(6) |
De Commissie sluit zich aan bij het advies van het agentschap en acht het daarom passend om voor de biocidefamilie een toelating van de Unie te verlenen. |
(7) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Aan Novadan ApS wordt voor de biocidefamilie „Teat disinfectants biocidal product family of Novadan” een toelating van de Unie verleend met toelatingsnummer EU-0019757-0000.
De toelating van de Unie is geldig van 7 april 2019 tot en met 31 maart 2029.
De toelating van de Unie geldt onder voorbehoud van overeenstemming met de samenvatting van de productkenmerken van het biocide als bedoeld in de bijlage.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 13 maart 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2100 van de Commissie van 4 september 2017 tot vaststelling van wetenschappelijke criteria voor het bepalen van hormoonontregelende eigenschappen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 301 van 17.11.2017, blz. 1).
(3) Advies van het ECHA van 6 juli 2018 over de toelating van de Unie voor „Teat disinfectants biocidal product family of Novadan” (ECHA/BPC/215/2018).
BIJLAGE
Samenvatting van de productkenmerken van een biocide familie
Teat disinfectants biocidal product family of Novadan
PT 03 — Dierhygiëne (Desinfecteermiddelen)
Toelatingsnummer: EU-0019757-0000
Referentienummer van de asset in R4BP 3: EU-0019757-0000
DEEL I
EERSTE INFORMATIENIVEAU
1. ADMINISTRATIEVE INFORMATIE
1.1. Familienaam
Naam |
Teat disinfectants biocidal product family of Novadan |
1.2. Productsoort(en)
Productsoort(en) |
PT 03 — Dierhygiëne |
1.3. Toelatingshouder
Naam en adres van de toelatingshouder |
Naam |
Novadan ApS |
Adres |
Platinvej 21, 6000 Kolding, Denemarken |
|
Toelatingsnummer |
EU-0019757-0000 |
|
Referentienummer van de asset in R4BP 3 |
EU-0019757-0000 |
|
Toelatingsdatum |
7 april 2019 |
|
Vervaldatum |
31 maart 2029 |
1.4. Fabrikant(en) van de biociden
Naam van de fabrikant |
Novadan ApS |
Adres van de fabrikant |
Platinvej 21, 6000 Kolding Denemarken |
Productielocatie |
Platinvej 21, 6000 Kolding Denemarken |
1.5. Fabrikant(en) van de werkzame stof(fen)
Werkzame stof |
Polyvinylpyrrolidone iodine |
Naam van de fabrikant |
Marcus Research Laboratory, Inc. |
Adres van de fabrikant |
Delmar Blvd., 63103-1789 Saint Louis, Missouri Verenigde Staten van Amerika |
Productielocatie |
Delmar Blvd., 63103-1789 Saint Louis, Missouri Verenigde Staten van Amerika |
Werkzame stof |
Jood |
Naam van de fabrikant |
Cosayach Nitratos S.A. |
Adres van de fabrikant |
Hnos Amunátegui 178, 8320000 Santiago Chili |
Productielocatie |
S.C.M. Cosayach Cala Cala, 1180000 Pozo Almonte Chili |
Werkzame stof |
Jood |
Naam van de fabrikant |
ACF Minera S.A. |
Adres van de fabrikant |
San Martin No 499, 1100000 Iquique Chili |
Productielocatie |
Lagunas-mijn, 1180000 Pozo Almonte Chili |
Werkzame stof |
Jood |
Naam van de fabrikant |
Sociedad Quimica y Minera (SQM) S.A. |
Adres van de fabrikant |
Los Militares 4290, Piso 4, Las Condes, 8320000 Santiago Chili |
Productielocatie |
Fabriek Nueva Victoria, 5090000 Fabriek Pedro de Valdivia Chili |
2. SAMENSTELLING EN FORMULERING VAN DE BIOCIDEFAMILIE
2.1. Kwalitatieve en kwantitatieve informatie over de samenstelling van de familie
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
|
Min. |
Max. |
|||||
Polyvinylpyrrolidone iodine |
|
Werkzame stof |
25655-41-8 |
|
0,714 |
3,57 |
Jood |
|
Werkzame stof |
7553-56-2 |
231-442-4 |
0,15 |
0,75 |
2.2. Soort(en) formulering
Formulering(en) |
SL — Met water mengbaar concentraat AL — Vloeistof voor toepassing zonder verdunning EW — Emulsie, olie in water |
DEEL II
TWEEDE INFORMATIENIVEAU — META-SPC('s)
META-SPC 1
1. ADMINISTRATIEVE INFORMATIE VAN DE META-SPC 1
1.1. Identificatiecode van de meta-SPC 1
Identificatiecode |
meta-SPC 1 |
1.2. Achtervoegsel van het toelatingsnummer
Nummer |
1-1 |
1.3. Productsoort(en)
Productsoort(en) |
PT 03 — Dierhygiëne |
2. SAMENSTELLING VAN DE META-SPC 1
2.1. Kwalitatieve en kwantitatieve informatie over de samenstelling van de meta-SPC 1
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
|
Min. |
Max. |
|||||
Polyvinylpyrrolidone iodine |
|
Werkzame stof |
25655-41-8 |
|
3,57 |
3,57 |
Jood |
|
Werkzame stof |
7553-56-2 |
231-442-4 |
0,75 |
0,75 |
2.2. Soort(en) formulering van de meta-SPC 1
Formulering(en) |
SL — Met water mengbaar concentraat |
3. GEVARENAANDUIDINGEN EN VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN VAN DE META-SPC 1
Gevarencategorie |
Kan bijtend zijn voor metalen. Schadelijk voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen. Veiligheidsinformatieblad op verzoek verkrijgbaar. |
Veiligheidsaanbevelingen |
Buiten het bereik van kinderen houden. Uitsluitend in de oorspronkelijke verpakking bewaren. Voorkom lozing in het milieu. Gelekte/gemorste stof opnemen om materiële schade te vermijden. Inhoud naar in overeenstemming met de lokale/regionale/nationale/internationale voorschriften verpakking afvoeren naar overeenstemming met de lokale/regionale/nationale/internationale voorschriften |
4. TOEGESTANE VORM(EN) VAN GEBRUIK VAN DE META-SPC 1
4.1. Omschrijving van het gebruik
Tabel 1. Gebruik # 1: Desinfectie na het melken, handmatig dippen (concentraat)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE: Desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten). Aanbrengen op de spenen na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
handmatig dippen (concentraat) Vul het reservoir met het verdunde concentraat en schroef de dipbeker er bovenop. Reinig de spenen zorgvuldig door ze af te vegen met één uierpapier/-doek voor eenmalig gebruik direct vóór het melken. Na het melken knijpt u het reservoir in en zet u van onderaf de dipbeker over elke speen, waarbij u ervoor zorgt dat de volledige lengte van de speen is ondergedompeld in het desinfectiemiddel. Bijvullen met vers desinfectiemiddel door het reservoir naar behoefte in te knijpen. Leeg na het desinfecteren het reservoir en reinig het reservoir en de dipbeker door ze met water te spoelen. |
Dosering(en) en frequentie |
Verdunning 20 % Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. - Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.1.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2. Omschrijving van het gebruik
Tabel 2. Gebruik # 2: Desinfectie na het melken, handmatig sprayen, spuitfles (concentraat)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE: Desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten). Aanbrengen op spenen na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
handmatig sprayen, spuitfles (concentraat) Vul het reservoir met het verdunde concentraat en schroef de bovenkant van de spuitfles erop. Reinig de spenen zorgvuldig door ze af te vegen met één uierpapier/-doek voor eenmalig gebruik direct vóór het melken. Na het melken spuit u het desinfectiemiddel op de spenen met behulp van de spuitfles en zorgt u ervoor dat elke speen is bedekt met desinfectiemiddel. Vul het reservoir naar behoefte bij met vers desinfectiemiddel. Leeg na het desinfecteren het reservoir en reinig het reservoir en de spuitfles door ze met water te spoelen. |
Dosering(en) en frequentie |
Verdunning 20 % Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.2.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Draag beschermende, chemisch resistente handschoenen (handschoenmateriaal moet door de vergunninghouder worden gespecificeerd in de productinformatie) wanneer u het product aanbrengt door handmatig te sprayen.
4.2.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.3. Omschrijving van het gebruik
Tabel 3. Gebruik # 3: Desinfectie na het melken handmatig sprayen met een elektronische spuitfles (concentraat)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE: Desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten) voor gebruik na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
handmatig sprayen, elektronische spuitfles (concentraat) Open een vat met het verdunde concentraat en plaats de zuigbuis van de elektronische spuitfles er in. Reinig de spenen zorgvuldig door ze af te vegen met één uierpapier/-doek voor eenmalig gebruik direct vóór het melken. Na het melken spuit u het desinfectiemiddel op de spenen met behulp van de elektronische spuitfles en zorgt u ervoor dat elke speen is bedekt met desinfectiemiddel. Vervang het lege vat naar behoefte door een nieuw vat. Na het desinfecteren zet u het zuigbuissysteem in een emmer water en spoelt u de spuitfles door te pompen. |
Dosering(en) en frequentie |
Verdunning 20 % Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.3.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.3.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Draag beschermende, chemisch resistente handschoenen (handschoenmateriaal moet door de vergunninghouder worden gespecificeerd in de productinformatie) wanneer u het product aanbrengt door handmatig te sprayen.
4.3.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.3.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.3.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.4. Omschrijving van het gebruik
Tabel 4. Gebruik # 4: Desinfectie na het melken, automatisch dippen (concentraat)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE:Desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten) voor gebruik na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
automatisch dippen (concentraat) Open een vat met het verdunde concentraat en plaats de zuigbuis van het automatische dipsysteem er in. Reinig de spenen voor het melken zorgvuldig, automatisch of handmatig. Na het melken wordt het vacuüm uitgeschakeld en wordt het desinfectiemiddel voor spenen via een spuitstuk in het melkstel geïnjecteerd. De spenen worden bedekt met ca. 2-4 ml desinfectiemiddel wanneer de melkbeker wordt teruggetrokken. Na het verwijderen van het melkstel wordt de binnenzijde van het automatische dipsysteem grondig gespoeld met water en uitgeblazen met perslucht. In een laatste reinigingsstap na elke melksessie van de kudde worden de binnenzijde gedesinfecteerd (bijv. met een product op basis van chloor) en opnieuw uitgeblazen met perslucht. Daarna is het melksysteem klaar voor de volgende melkwinning. Het hele proces is geautomatiseerd. |
Dosering(en) en frequentie |
Verdunning 20 % Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.4.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.4.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.4.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.4.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.4.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.5. Omschrijving van het gebruik
Tabel 5. Gebruik # 5: Desinfectie na het melkenautomatisch, sprayen door een robot (concentraat)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE: Desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten) voor gebruik na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
automatisch sprayen door robot (concentraat) Open een vat met het verdunde concentraat en plaats de zuigbuis van de robotmelkmachine er in. De spenen worden gereinigd door de robot met automatische borstels. Na het robotmelken wordt 2-4 ml van het desinfectiemiddel automatisch op de spenen gespoten vanaf een clusterarm. De spuitmond wordt automatisch gespoeld. |
Dosering(en) en frequentie |
Verdunning 20 % Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.5.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.5.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.5.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.5.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.5.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
5. ALGEMENE GEBRUIKSAANWIJZING (1) VAN DE META-SPC 1
5.1. Gebruiksvoorschrift
Verdun het geconcentreerde product door het over te schenken of te pompen. Vul het reservoir met het verdunde concentraat en schroef de dipbeker er bovenop. Het concentraat moet 1:4 worden verdund. De geconcentreerde producten in meta-SPC 1 bevatten in totaal 0,89 % jodium en worden 1:4 verdund tot een gebruiksoplossing met in totaal 0,178 % jodium. Dit komt overeen met een verdunning van 20 % (w/w).
Het gebruik van een doseerpomp om het product in de applicatieapparatuur te vullen, wordt aanbevolen.
De producten moeten vóór gebruik op een temperatuur van boven de 20 °C worden gebracht.
Om voldoende contacttijd te garanderen, moet erop worden gelet dat het product na aanbrenging niet wordt verwijderd. Bij desinfectie na het melken, laat het product op de spenen zitten en laat de dieren minimaal vijf minuten na de desinfectie behandeling staan.
5.2. Risicobeperkende maatregelen
Indien een combinatie van desinfectie vóór en na het melken nodig is, moet u het gebruik van een ander product dat geen jodium bevat overwegen voor het desinfecteren vóór het melken.
5.3. Bijzonderheden van mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO instructies en noodmaatregelen om mens, dier en milieu te beschermen
Beschrijving eerstehulpmaatregelen
Algemeen: haal de getroffen persoon uit de buurt van de bron van vervuiling.
Na inademing: breng de persoon in frisse lucht en zorg ervoor dat hij of zij comfortabel kan ademen. Roep medische hulp in als de ongemakken aanhouden.
Na huidcontact: met water afspoelen. Doe verontreinigde kleding en schoenen uit. Win medisch advies in als er een huidreactie of ongemak optreedt.
Na oogcontact: onmiddellijk uitspoelen met water (minimaal 15 minuten). Contactlenzen verwijderen, mits aanwezig en gemakkelijk uit te nemen. Blijven spoelen. Roep medische hulp in als de ongemakken aanhouden.
Na inslikken: neem onmiddellijk contact op met een specialist voor behandeling van vergiftigingen bij symptomen en/of als er grote hoeveelheden in aanraking zijn gekomen met de mond. Dien geen vloeistoffen toe en probeer de persoon niet te laten braken als hij of zij niet bij bewustzijn is; plaats de persoon in de stabiele zijligging en win onmiddellijk medisch advies in.
Bij het inwinnen van medisch advies houdt u de verpakking of het etiket ter beschikking.
Ecologische noodmaatregelen
Voorkom dat het product wegstroomt via waterwegen, afvoerleidingen of het riool
Breng de relevante autoriteiten op de hoogte als het product milieuvervuiling heeft veroorzaakt (afvoerleidingen, waterwegen, bodem of lucht)
Dam grote hoeveelheden gemorst product in
Beheers of absorbeer gemorst product met inert materiaal en doe het vervolgens in een afgesloten, geschikte verpakking om het product overeenkomstig de voorschriften af te voeren
Doe gemorste materialen niet terug in de oorspronkelijke verpakking
5.4. Instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Methode van verwijdering: Voer ongebruikt product en verpakking af volgens de lokale voorschriften. Residuen in bijvoorbeeld dipbekers en spuitflacons mag, afhankelijk van de lokale voorschriften, worden geloosd op de gemeentelijke riolering of de mestopslag. Voorkom lozen op installaties voor individuele afvalwaterbehandeling.
Lege containers moeten worden uitgespoeld met een ruime hoeveelheid water en bij het normale of commerciële afval worden gedaan.
De papieren handdoekjes die worden gebruikt voor het reinigen van spenen kunnen bij het gewone afval.
Product geclassificeerd als gevaarlijk afval: nee
Verpakking geclassificeerd als gevaarlijk afval: nee
EWC-afvalcode: EWC: 0706 afval van de MFSU van vetten, smeermiddelen, zepen, detergenten, desinfectiemiddelen en cosmetische producten
Andere informatie: bij het verwerken van afval, moeten de voorzorgsmaatregelen voor verwerking van het product in acht worden genomen. De afvalcode geldt voor productrestanten in pure vorm.
5.5. Voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Genoemd in het SDS: Opbergen in oorspronkelijke verpakking. Berg het product op uit de buurt van rechtstreeks zonlicht, in een ondoorzichtige verpakking. Uit de buurt van voedsel, diervoeding, mest en ander gevoelig materiaal houden. Boven het vriespunt bewaren.
Opslagtemperatuur: 0 — 30 °C
Houdbaarheid: 24 maanden.
6. OVERIGE INFORMATIE
pH-bereik van meta-SPC 1: 4-5
7. DERDE INFORMATIENIVEAU: INDIVIDUELE BIOCIDEN IN DE META-SPC 1
7.1. Handelsnaam (-namen), toelatingsnummer en specifieke samenstelling van elke individuele biocide
Handelsnaam |
Nova Dip IO Dip Udder Des 1:4 Jod Ewodip Jodopax vet Fova Dip 1:4 Tehotippi |
||||
Toelatingsnummer |
EU-0019757-0001 1-1 |
||||
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
Polyvinylpyrrolidone iodine |
|
Werkzame stof |
25655-41-8 |
|
3,57 |
Jood |
|
Werkzame stof |
7553-56-2 |
231-442-4 |
0,75 |
META-SPC 2
1. ADMINISTRATIEVE INFORMATIE VAN DE META-SPC 2
1.1. Identificatiecode van de meta-SPC 2
Identificatiecode |
meta-SPC 2 |
1.2. Achtervoegsel van het toelatingsnummer
Nummer |
1-2 |
1.3. Productsoort(en)
Productsoort(en) |
PT 03 — Dierhygiëne |
2. SAMENSTELLING VAN DE META-SPC 2
2.1. Kwalitatieve en kwantitatieve informatie over de samenstelling van de meta-SPC 2
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
|
Min. |
Max. |
|||||
Polyvinylpyrrolidone iodine |
|
Werkzame stof |
25655-41-8 |
|
1,0 |
1,42 |
Jood |
|
Werkzame stof |
7553-56-2 |
231-442-4 |
0,21 |
0,298 |
2.2. Soort(en) formulering van de meta-SPC 2
Formulering(en) |
AL — Vloeistof voor toepassing zonder verdunning |
3. GEVARENAANDUIDINGEN EN VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN VAN DE META-SPC 2
Gevarencategorie |
Schadelijk voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen. Veiligheidsinformatieblad op verzoek verkrijgbaar. |
Veiligheidsaanbevelingen |
Buiten het bereik van kinderen houden. Voorkom lozing in het milieu. Inhoud naar in overeenstemming met de lokale/regionale/nationale/internationale voorschriften verpakking afvoeren naar overeenstemming met de lokale/regionale/nationale/internationale voorschriften |
4. TOEGESTANE VORM(EN) VAN GEBRUIK VAN DE META-SPC 2
4.1. Omschrijving van het gebruik
Tabel 6. Gebruik # 1: Desinfectie na het melken, handmatig dippen (gebruiksklaar product)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE: Desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten). Aanbrengen op de spenen na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
Handmatig dippen (gebruiksklaar product) Vul het reservoir met het gebruiksklaar product en schroef de dipbeker er bovenop. Reinig de spenen zorgvuldig door ze af te vegen met één uierpapier/-doek voor eenmalig gebruik direct vóór het melken. Na het melken knijpt u het reservoir in en zet u van onderaf de dipbeker over elke speen, waarbij u ervoor zorgt dat de volledige lengte van de speen is ondergedompeld in het desinfectiemiddel. Bijvullen met vers desinfectiemiddel door het reservoir naar behoefte in te knijpen. Leeg na het desinfecteren het reservoir en reinig het reservoir en de dipbeker door ze met water te spoelen. |
Dosering(en) en frequentie |
Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.1.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2. Omschrijving van het gebruik
Tabel 7. Gebruik # 2: Desinfectie na het melken, automatisch dippen (gebruiksklaar product)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE: Desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten). Aanbrengen op de spenen na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
automatisch dippen (gebruiksklaar product) Open een vat met gebruiksklaar product en plaats de zuigbuis van het automatische dipsysteem er in. Reinig de spenen voor het melken zorgvuldig, automatisch of handmatig. Na het melken wordt het vacuüm uitgeschakeld en wordt het desinfectiemiddel voor spenen via een spuitstuk in het melkstel geïnjecteerd. De spenen worden bedekt met ca. 2-4 ml desinfectiemiddel l wanneer de melkbeker wordt teruggetrokken. Na het verwijderen van het melkstel wordt de binnenzijde van het automatische dipsysteem grondig gespoeld met water en uitgeblazen met perslucht. In een laatste reinigingsstap na elke melksessie van de kudde worden de binnenzijde gedesinfecteerd (bijv. met een product op basis van chloor) en opnieuw uitgeblazen met perslucht. Daarna is het melksysteem klaar voor de volgende melkwinning. Het hele proces is geautomatiseerd. |
Dosering(en) en frequentie |
Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.2.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
5. ALGEMENE GEBRUIKSAANWIJZING (2) VAN DE META-SPC 2
5.1. Gebruiksvoorschrift
De producten moeten vóór gebruik op een temperatuur van boven de 20 °C worden gebracht.
Het gebruik van een doseerpomp om de applicatieapparatuur met het product te vullen, wordt aanbevolen.
Om voldoende contacttijd te garanderen, moet erop worden gelet dat het product na aanbrenging niet wordt verwijderd. Bij desinfectie na het melken, laat het product op de spenen zitten en laat de dieren minimaal vijf minuten na de desinfectie behandeling staan.
5.2. Risicobeperkende maatregelen
Indien een combinatie van desinfectie vóór en na het melken nodig is, moet u het gebruik van een ander product dat geen jodium bevat overwegen voor het desinfecteren vóór het melken.
5.3. Bijzonderheden van mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO instructies en noodmaatregelen om mens, dier en milieu te beschermen
Beschrijving eerstehulpmaatregelen
Algemeen: haal de getroffen persoon uit de buurt van de bron van vervuiling.
Na inademing: breng de persoon in frisse lucht en zorg ervoor dat hij of zij comfortabel kan ademen. Roep medische hulp in als de ongemakken aanhouden.
Na huidcontact: met water afspoelen. Doe verontreinigde kleding en schoenen uit. Win medisch advies in als er een huidreactie of ongemak optreedt.
Na oogcontact: onmiddellijk uitspoelen met water (minimaal 15 minuten). Contactlenzen verwijderen, mits aanwezig en gemakkelijk uit te nemen. Blijven spoelen. Roep medische hulp in als de ongemakken aanhouden.
Na inslikken: neem onmiddellijk contact op met een specialist voor behandeling van vergiftigingen bij symptomen en/of als er grote hoeveelheden in aanraking zijn gekomen met de mond. Dien geen vloeistoffen toe en probeer de persoon niet te laten braken als hij of zij niet bij bewustzijn is; plaats de persoon in de stabiele zijligging en win onmiddellijk medisch advies in.
Bij het inwinnen van medisch advies houdt u de verpakking of het etiket ter beschikking.
Ecologische noodmaatregelen
Voorkom dat het product wegstroomt via waterwegen, afvoerleidingen of het riool
Breng de relevante autoriteiten op de hoogte als het product milieuvervuiling heeft veroorzaakt (afvoerleidingen, waterwegen, bodem of lucht)
Dam grote hoeveelheden gemorst product in
Beheers of absorbeer gemorst product met inert materiaal en doe het vervolgens in een afgesloten, geschikte verpakking om het product overeenkomstig de voorschriften af te voeren
Doe gemorste materialen niet terug in de oorspronkelijke verpakking
5.4. Instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Methode van verwijdering: Voer ongebruikt product en verpakking af volgens de lokale voorschriften. Residuen in bijvoorbeeld dipbekers en spuitflacons mag, afhankelijk van de lokale voorschriften, worden geloosd op de gemeentelijke riolering of de mestopslag. Voorkom lozen op installaties voor individuele afvalwaterbehandeling.
Lege containers moeten worden uitgespoeld met een ruime hoeveelheid water en bij het normale of commerciële afval worden gedaan.
De papieren handdoekjes die worden gebruikt voor het reinigen van spenen kunnen bij het gewone afval.
Product geclassificeerd als gevaarlijk afval: nee
Verpakking geclassificeerd als gevaarlijk afval: nee
EWC-afvalcode: EWC: 0706 afval van de MFSU van vetten, smeermiddelen, zepen, detergenten, desinfectiemiddelen en cosmetische producten
Andere informatie: bij het verwerken van afval, moeten de voorzorgsmaatregelen voor verwerking van het product in acht worden genomen. De afvalcode geldt voor productrestanten in pure vorm.
5.5. Voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Genoemd in het SDS: Opbergen in oorspronkelijke verpakking. Berg het product op uit de buurt van rechtstreeks zonlicht, in een ondoorzichtige verpakking. Uit de buurt van voedsel, diervoeding, mest en ander gevoelig materiaal houden. Boven het vriespunt bewaren.
Opslagtemperatuur: 0 — 30 °C
Houdbaarheid: 24 maanden.
6. OVERIGE INFORMATIE
pH-bereik van meta-SPC 2: 4-5
7. DERDE INFORMATIENIVEAU: INDIVIDUELE BIOCIDEN IN DE META-SPC 2
7.1. Handelsnaam (-namen), toelatingsnummer en specifieke samenstelling van elke individuele biocide
Handelsnaam |
Jopo Film IO Super Dip Barrera Dip |
||||
Toelatingsnummer |
EU-0019757-0002 1-2 |
||||
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
Polyvinylpyrrolidone iodine |
|
Werkzame stof |
25655-41-8 |
|
1,42 |
Jood |
|
Werkzame stof |
7553-56-2 |
231-442-4 |
0,298 |
META-SPC 3
1. ADMINISTRATIEVE INFORMATIE VAN DE META-SPC 3
1.1. Identificatiecode van de meta-SPC 3
Identificatiecode |
meta-SPC 3 |
1.2. Achtervoegsel van het toelatingsnummer
Nummer |
1-3 |
1.3. Productsoort(en)
Productsoort(en) |
PT 03 — Dierhygiëne |
2. SAMENSTELLING VAN DE META-SPC 3
2.1. Kwalitatieve en kwantitatieve informatie over de samenstelling van de meta-SPC 3
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
|
Min. |
Max. |
|||||
Polyvinylpyrrolidone iodine |
|
Werkzame stof |
25655-41-8 |
|
0,82 |
0,99 |
Jood |
|
Werkzame stof |
7553-56-2 |
231-442-4 |
0,172 |
0,208 |
2.2. Soort(en) formulering van de meta-SPC 3
Formulering(en) |
AL — Vloeistof voor toepassing zonder verdunning |
3. GEVARENAANDUIDINGEN EN VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN VAN DE META-SPC 3
Gevarencategorie |
Veiligheidsinformatieblad op verzoek verkrijgbaar. |
Veiligheidsaanbevelingen |
Buiten het bereik van kinderen houden. |
4. TOEGESTANE VORM(EN) VAN GEBRUIK VAN DE META-SPC 3
4.1. Omschrijving van het gebruik
Tabel 8. Gebruik # 1:Desinfectie na het melken, handmatig dippen (gebruiksklaar product)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE:Desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten) voor gebruik na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
handmatig dippen (gebruiksklaar product) Vul het reservoir met het gebruiksklaar product en schroef de dipbeker er bovenop. Reinig de spenen zorgvuldig door ze af te vegen met één uierpapier/-doek voor eenmalig gebruik direct vóór het melken. Na het melken knijpt u het reservoir in en zet u van onderaf de dipbeker over elke speen, waarbij u ervoor zorgt dat de volledige lengte van de speen is ondergedompeld in het desinfectiemiddel. Bijvullen met vers desinfectiemiddel door het reservoir naar behoefte in te knijpen. Leeg na het desinfecteren het reservoir en reinig het reservoir en de dipbeker door ze met water te spoelen. |
Dosering(en) en frequentie |
koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen) |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.1.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing
4.1.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing
4.1.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2. Omschrijving van het gebruik
Tabel 9. Gebruik # 2: Desinfectie na het melken, automatisch dippen (gebruiksklaar product)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE: desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten) voor gebruik na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
automatisch dippen (gebruiksklaar product) Open een vat met gebruiksklaar product en plaats de zuigbuis van het automatische dipsysteem er in. Reinig de spenen voor het melken zorgvuldig, automatisch of handmatig. Na het melken wordt het vacuüm uitgeschakeld en wordt het desinfectiemiddel voor spenen via een spuitstuk in het melkstel geïnjecteerd. De spenen worden bedekt met ca. 2-4 ml desinfectiemiddel wanneer de melkbeker wordt teruggetrokken. Na het verwijderen van het melkstel wordt de binnenzijde van het automatische dipsysteem grondig gespoeld met water en uitgeblazen met perslucht. In een laatste reinigingsstap na elke melksessie van de kudde worden de binnenzijde gedesinfecteerd (bijv. met een product op basis van chloor) en opnieuw uitgeblazen met perslucht. Daarna is het melksysteem klaar voor de volgende melkwinning. Het hele proces is geautomatiseerd. |
Dosering(en) en frequentie |
koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen) |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.2.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing
4.2.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing
4.2.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
5. ALGEMENE GEBRUIKSAANWIJZING (3) VAN DE META-SPC 3
5.1. Gebruiksvoorschrift
Vul het reservoir met het gebruiksklaar-product en schroef de dipbeker er bovenop.
De producten moeten vóór gebruik op een temperatuur van boven de 20 °C worden gebracht.
Het gebruik van een doseerpomp om de applicatieapparatuur te vullen met het product wordt aanbevolen
Om voldoende contacttijd te garanderen, moet erop worden gelet dat het product na aanbrenging niet wordt verwijderd. Bij desinfectie na het melken, laat het product op de spenen zitten en laat de dieren minimaal vijf minuten na de desinfectie behandeling staan.
5.2. Risicobeperkende maatregelen
Indien een combinatie van desinfectie vóór en na het melken nodig is, moet u het gebruik van een ander product dat geen jodium bevat overwegen voor het desinfecteren vóór het melken.
5.3. Bijzonderheden van mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO instructies en noodmaatregelen om mens, dier en milieu te beschermen
Beschrijving eerstehulpmaatregelen
Algemeen: haal de getroffen persoon uit de buurt van de bron van vervuiling.
Na inademing: breng de persoon in frisse lucht en zorg ervoor dat hij of zij comfortabel kan ademen. Roep medische hulp in als de ongemakken aanhouden.
Na huidcontact: met water afspoelen. Doe verontreinigde kleding en schoenen uit. Win medisch advies in als er een huidreactie of ongemak optreedt.
Na oogcontact: onmiddellijk uitspoelen met water (minimaal 15 minuten). Contactlenzen verwijderen, mits aanwezig en gemakkelijk uit te nemen. Blijven spoelen. Roep medische hulp in als de ongemakken aanhouden.
Na inslikken: neem onmiddellijk contact op met een specialist voor behandeling van vergiftigingen bij symptomen en/of als er grote hoeveelheden in aanraking zijn gekomen met de mond. Dien geen vloeistoffen toe en probeer de persoon niet te laten braken als hij of zij niet bij bewustzijn is; plaats de persoon in de stabiele zijligging en win onmiddellijk medisch advies in.
Bij het inwinnen van medisch advies houdt u de verpakking of het etiket ter beschikking.
Ecologische noodmaatregelen
Voorkom dat het product wegstroomt via waterwegen, afvoerleidingen of het riool
Breng de relevante autoriteiten op de hoogte als het product milieuvervuiling heeft veroorzaakt (afvoerleidingen, waterwegen, bodem of lucht)
Dam grote hoeveelheden gemorst product in
Beheers of absorbeer gemorst product met inert materiaal en doe het vervolgens in een afgesloten, geschikte verpakking om het product overeenkomstig de voorschriften af te voeren
Doe gemorste materialen niet terug in de oorspronkelijke verpakking
5.4. Instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Methode van verwijdering: Voer ongebruikt product en verpakking af volgens de lokale voorschriften. Residuen in bijvoorbeeld dipbekers en spuitflacons mag, afhankelijk van de lokale voorschriften, worden geloosd op de gemeentelijke riolering of de mestopslag. Voorkom lozen op installaties voor individuele afvalwaterbehandeling.
Lege containers moeten worden uitgespoeld met een ruime hoeveelheid water en bij het normale of commerciële afval worden gedaan.
De papieren handdoekjes die worden gebruikt voor het reinigen van spenen kunnen bij het gewone afval.
Product geclassificeerd als gevaarlijk afval: nee
Verpakking geclassificeerd als gevaarlijk afval: nee
EWC-afvalcode: EWC: 0706 afval van de MFSU van vetten, smeermiddelen, zepen, detergenten, desinfectiemiddelen en cosmetische producten
Andere informatie: bij het verwerken van afval, moeten de voorzorgsmaatregelen voor verwerking van het product in acht worden genomen. De afvalcode geldt voor productrestanten in pure vorm.
5.5. Voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Genoemd in het SDS: Opbergen in oorspronkelijke verpakking. Berg het product op uit de buurt van rechtstreeks zonlicht, in een ondoorzichtige verpakking. Uit de buurt van voedsel, diervoeding, mest en ander gevoelig materiaal houden. Boven het vriespunt bewaren.
Opslagtemperatuur: 0 — 30 °C
Houdbaarheid: 18 maanden.
6. OVERIGE INFORMATIE
pH-bereik van meta-SPC 3: 4-5
7. DERDE INFORMATIENIVEAU: INDIVIDUELE BIOCIDEN IN DE META-SPC 3
7.1. Handelsnaam (-namen), toelatingsnummer en specifieke samenstelling van elke individuele biocide
Handelsnaam |
Nova Dip Barriere IO Multi Dip |
||||
Toelatingsnummer |
EU-0019757-0003 1-3 |
||||
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
Polyvinylpyrrolidone iodine |
|
Werkzame stof |
25655-41-8 |
|
0,82 |
Jood |
|
Werkzame stof |
7553-56-2 |
231-442-4 |
0,172 |
META-SPC 4
1. ADMINISTRATIEVE INFORMATIE VAN DE META-SPC 4
1.1. Identificatiecode van de meta-SPC 4
Identificatiecode |
meta-SPC 4 |
1.2. Achtervoegsel van het toelatingsnummer
Nummer |
1-4 |
1.3. Productsoort(en)
Productsoort(en) |
PT 03 — Dierhygiëne |
2. SAMENSTELLING VAN DE META-SPC 4
2.1. Kwalitatieve en kwantitatieve informatie over de samenstelling van de meta-SPC 4
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
|
Min. |
Max. |
|||||
Polyvinylpyrrolidone iodine |
|
Werkzame stof |
25655-41-8 |
|
0,714 |
0,99 |
Jood |
|
Werkzame stof |
7553-56-2 |
231-442-4 |
0,15 |
0,208 |
2.2. Soort(en) formulering van de meta-SPC 4
Formulering(en) |
AL — Vloeistof voor toepassing zonder verdunning |
3. GEVARENAANDUIDINGEN EN VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN VAN DE META-SPC 4
Gevarencategorie |
Veiligheidsinformatieblad op verzoek verkrijgbaar. |
Veiligheidsaanbevelingen |
Buiten het bereik van kinderen houden. |
4. TOEGESTANE VORM(EN) VAN GEBRUIK VAN DE META-SPC 4
4.1. Omschrijving van het gebruik
Tabel 10. Gebruik # 1: Desinfectie na het melken, handmatig dippen (gebruiksklaar product)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE: desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten) voor gebruik na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
handmatig dippen (gebruiksklaar product) Vul het reservoir met het gebruiksklaar-product en schroef de dipbeker er bovenop. Reinig de spenen zorgvuldig door ze af te vegen met één uierpapier/-doek voor eenmalig gebruikdirect vóór het melken. Na het melken knijpt u het reservoir in en zet u van onderaf de dipbeker over elke speen, waarbij u ervoor zorgt dat de volledige lengte van de speen is ondergedompeld in het desinfectiemiddel. Bijvullen met vers desinfectiemiddel door het reservoir naar behoefte in te knijpen. Leeg na het desinfecteren het reservoir en reinig het reservoir en de dipbeker door ze met water te spoelen. |
Dosering(en) en frequentie |
Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.1.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2. Omschrijving van het gebruik
Tabel 11. Gebruik # 2: Desinfectie na het melken, handmatig sprayen, spuitfles (Gebruiksklaar product)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE: desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten) voor gebruik na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
handmatig sprayen, spuitfles (gebruiksklaar) Vul het reservoir met gebruiksklaar product en schroef de bovenkant van de spuitfles erop. Reinig de spenen zorgvuldig door ze af te vegen met één uierpapier/-doek voor eenmalig gebruikdirect vóór het melken. Na het melken spuit u het desinfectiemiddel op de spenen met behulp van de spuitfles en zorgt u ervoor dat elke speen is bedekt met desinfectiemiddel. Vul het reservoir naar behoefte bij met vers desinfectiemiddel. Leeg na het desinfecteren het reservoir en reinig het reservoir en de spuitfles door ze met water te spoelen. |
Dosering(en) en frequentie |
Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.2.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Draag wanneer u het product aanbrengt beschermende, chemisch resistente handschoenen (handschoenmateriaal moet door de vergunninghouder worden gespecificeerd in de productinformatie).
4.2.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.3. Omschrijving van het gebruik
Tabel 12. Gebruik # 3: Desinfectie na het melken, handmatig sprayen met een elektronische spuitfles (Gebruiksklaar product)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE: desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten) voor gebruik na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
handmatig sprayen, elektronische spuitfles (gebruiksklaar) Open een vat met het gebruiksklaar product en plaats de zuigbuis van de elektronische spuitfles er in. Reinig de spenen zorgvuldig door ze af te vegen met één uierpapier/-doek voor eenmalig gebruikdirect vóór het melken. Na het melken spuit u het desinfectiemiddel op de spenen met behulp van de elektronische spuitfles en zorgt u ervoor dat elke speen is bedekt met desinfectiemiddel. Vervang het lege vat naar behoefte door een nieuw vat. Na het desinfecteren zet u het zuigbuissysteem in een emmer water en spoelt u de spuitfles door. |
Dosering(en) en frequentie |
Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.3.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.3.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Draag wanneer u het product aanbrengt beschermende, chemisch resistente handschoenen (handschoenmateriaal moet door de vergunninghouder worden gespecificeerd in de productinformatie).
4.3.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.3.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.3.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.4. Omschrijving van het gebruik
Tabel 13. Gebruik # 4: Desinfectie na het melken, automatisch dippen (Gebruiksklaar product)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE: desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten) voor gebruik na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
automatisch dippen (gebruiksklaar) Open een vat met gebruiksklaar product en plaats de zuigbuis van het automatische dipsysteem er in. Reinig de spenen voor het melken zorgvuldig, automatisch of handmatig. Na het melken wordt het vacuüm uitgeschakeld en wordt het desinfectiemiddel voor spenen via een spuitstuk in het melkstel geïnjecteerd. De spenen worden bedekt met ca. 2-4 ml desinfectiemiddel wanneer de melkbeker wordt teruggetrokken. Na het verwijderen van het melkstel wordt de binnenzijde van het automatische dipsysteem grondig gespoeld met water en uitgeblazen met perslucht. In een laatste reinigingsstap na elke melksessie van de kudde worden de binnenzijde gedesinfecteerd (bijv. met een product op basis van chloor) en opnieuw uitgeblazen met perslucht. Daarna is het melksysteem klaar voor de volgende melkwinning. Het hele proces is geautomatiseerd. |
Dosering(en) en frequentie |
Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.4.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.4.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.4.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.4.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.4.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.5. Omschrijving van het gebruik
Tabel 14. Gebruik # 5: Desinfectie na het melken,automatisch sprayen door een robot (Gebruiksklaar product)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE:desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten) voor gebruik na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
atomatisch sprayen door robot, (gebruiksklaar product) Open een vat met gebruiksklaar product en plaats de zuigbuis van de melk robot er in. De spenen worden gereinigd door de robot met automatische borstels. Na het robotmelken wordt 2-4 ml van het desinfectiemiddel automatisch op de spenen gespoten vanaf een clusterarm. De spuitmond wordt automatisch gespoeld. |
Dosering(en) en frequentie |
Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.5.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.5.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.5.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.5.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.5.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
5. ALGEMENE GEBRUIKSAANWIJZING (4) VAN DE META-SPC 4
5.1. Gebruiksvoorschrift
Vul het reservoir met het gebruiksklaar product en schroef de dipbeker er bovenop.
De producten moeten vóór gebruik op een temperatuur van boven de 20 °C worden gebracht.
Het gebruik van een doseerpomp om de applicatieapparatuur met het product te vullen, wordt aanbevolen.
Om voldoende contacttijd te garanderen, moet erop worden gelet dat het product na aanbrenging niet wordt verwijderd. Bij desinfectie na het melken, laat het product op de spenen zitten en laat de dieren minimaal vijf minuten staan na de desinfectie behandeling.
5.2. Risicobeperkende maatregelen
Indien een combinatie van desinfectie vóór en na het melken nodig is, moet u het gebruik van een ander product dat geen jodium bevat overwegen voor het desinfecteren vóór het melken.
5.3. Bijzonderheden van mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO instructies en noodmaatregelen om mens, dier en milieu te beschermen
Beschrijving eerstehulpmaatregelen
Algemeen: haal de getroffen persoon uit de buurt van de bron van vervuiling.
Na inademing: breng de persoon in frisse lucht en zorg ervoor dat hij of zij comfortabel kan ademen. Roep medische hulp in als de ongemakken aanhouden.
Na huidcontact: met water afspoelen. Doe verontreinigde kleding en schoenen uit. Win medisch advies in als er een huidreactie of ongemak optreedt.
Na oogcontact: onmiddellijk uitspoelen met water (minimaal 15 minuten). Contactlenzen verwijderen, mits aanwezig en gemakkelijk uit te nemen. Blijven spoelen. Roep medische hulp in als de ongemakken aanhouden.
Na inslikken: neem onmiddellijk contact op met een specialist voor behandeling van vergiftigingen bij symptomen en/of als er grote hoeveelheden in aanraking zijn gekomen met de mond. Dien geen vloeistoffen toe en probeer de persoon niet te laten braken als hij of zij niet bij bewustzijn is; plaats de persoon in de stabiele zijligging en win onmiddellijk medisch advies in.
Bij het inwinnen van medisch advies houdt u de verpakking of het etiket ter beschikking.
Ecologische noodmaatregelen
Voorkom dat het product wegstroomt via waterwegen, afvoerleidingen of het riool
Breng de relevante autoriteiten op de hoogte als het product milieuvervuiling heeft veroorzaakt (afvoerleidingen, waterwegen, bodem of lucht)
Dam grote hoeveelheden gemorst product in
Beheers of absorbeer gemorst product met inert materiaal en doe het vervolgens in een afgesloten, geschikte verpakking om het product overeenkomstig de voorschriften af te voeren
Doe gemorste materialen niet terug in de oorspronkelijke verpakking
5.4. Instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Methode van verwijdering: Voer ongebruikt product en verpakking af volgens de lokale voorschriften. Residuen in bijvoorbeeld dipbekers en spuitflacons mag, afhankelijk van de lokale voorschriften, worden geloosd op de gemeentelijke riolering of de mestopslag. Voorkom lozen op installaties voor individuele afvalwaterbehandeling.
Lege containers moeten worden uitgespoeld met een ruime hoeveelheid water en bij het normale of commerciële afval worden gedaan.
De papieren handdoekjes die worden gebruikt voor het reinigen van spenen kunnen bij het gewone afval.
Product geclassificeerd als gevaarlijk afval: nee
Verpakking geclassificeerd als gevaarlijk afval: nee
EWC-afvalcode: EWC: 0706 afval van de MFSU van vetten, smeermiddelen, zepen, detergenten, desinfectiemiddelen en cosmetische producten
Andere informatie: bij het verwerken van afval, moeten de voorzorgsmaatregelen voor verwerking van het product in acht worden genomen. De afvalcode geldt voor productrestanten in pure vorm.
5.5. Voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Genoemd in het SDS: Opbergen in oorspronkelijke verpakking. Berg het product op uit de buurt van rechtstreeks zonlicht, in een ondoorzichtige verpakking. Uit de buurt van voedsel, diervoeding, mest en ander gevoelig materiaal houden. Boven het vriespunt bewaren.
Opslagtemperatuur: 0 — 30 °C
Houdbaarheid: 24 maanden.
6. OVERIGE INFORMATIE
pH-bereik van meta-SPC 4: 4-5
7. DERDE INFORMATIENIVEAU: INDIVIDUELE BIOCIDEN IN DE META-SPC 4
7.1. Handelsnaam (-namen), toelatingsnummer en specifieke samenstelling van elke individuele biocide
Handelsnaam |
Jopo Spray IO Spray Barrera Spray Agro Teat Spray Nova Dip — gebruiksklaar |
||||
Toelatingsnummer |
EU-0019757-0004 1-4 |
||||
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
Polyvinylpyrrolidone iodine |
|
Werkzame stof |
25655-41-8 |
|
0,714 |
Jood |
|
Werkzame stof |
7553-56-2 |
231-442-4 |
0,15 |
META-SPC 5
1. ADMINISTRATIEVE INFORMATIE VAN DE META-SPC 5
1.1. Identificatiecode van de meta-SPC 5
Identificatiecode |
meta-SPC 5 |
1.2. Achtervoegsel van het toelatingsnummer
Nummer |
1-5 |
1.3. Productsoort(en)
Productsoort(en) |
PT 03 — Dierhygiëne |
2. SAMENSTELLING VAN DE META-SPC 5
2.1. Kwalitatieve en kwantitatieve informatie over de samenstelling van de meta-SPC 5
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
|
Min. |
Max. |
|||||
Polyvinylpyrrolidone iodine |
|
Werkzame stof |
25655-41-8 |
|
1,0 |
1,46 |
Jood |
|
Werkzame stof |
7553-56-2 |
231-442-4 |
0,21 |
0,307 |
2.2. Soort(en) formulering van de meta-SPC 5
Formulering(en) |
AL — Vloeistof voor toepassing zonder verdunning |
3. GEVARENAANDUIDINGEN EN VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN VAN DE META-SPC 5
Gevarencategorie |
Schadelijk voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen. Veiligheidsinformatieblad op verzoek verkrijgbaar. |
Veiligheidsaanbevelingen |
Buiten het bereik van kinderen houden. Voorkom lozing in het milieu. Inhoud naar in overeenstemming met de lokale/regionale/nationale/internationale voorschriften verpakking afvoeren naar overeenstemming met de lokale/regionale/nationale/internationale voorschriften |
4. TOEGESTANE VORM(EN) VAN GEBRUIK VAN DE META-SPC 5
4.1. Omschrijving van het gebruik
Tabel 15. Gebruik # 1: Desinfectie na het melken, handmatig dippen (Gebruiksklaar product)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE:desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten) voor gebruik na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
handmatig dippen (gebruiksklaar product) Vul het reservoir met het gebruiksklaar producten schroef de dipbeker er bovenop. Reinig de spenen zorgvuldig door ze af te vegen met één uierpapier/-doek voor eenmalig gebruik direct vóór het melken. Na het melken knijpt u het reservoir in en zet u van onderaf de dipbeker over elke speen, waarbij u ervoor zorgt dat de volledige lengte van de speen is ondergedompeld in het desinfectiemiddel. Bijvullen met vers desinfectiemiddel door het reservoir naar behoefte in te knijpen. Leeg na het desinfecteren het reservoir en reinig het reservoir en de dipbeker door ze met water te spoelen. |
Dosering(en) en frequentie |
Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.1.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2. Omschrijving van het gebruik
Tabel 16. Gebruik # 2: Desinfectie na het melken, handmatig sprayen, spuitfles (Gebruiksklaar product)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE: desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten) voor gebruik na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
handmatig sprayen, spuitfles (gebruiksklaar product) Vul het reservoir met het gebruiksklaar product en schroef de bovenkant van de spuitfles erop. Reinig de spenen zorgvuldig door ze af te vegen met één uierpapier/-doek voor eenmalig gebruikdirect vóór het melken. Na het melken spuit u het desinfectiemiddel op de spenen met behulp van de spuitfles en zorgt u ervoor dat elke speen is bedekt met desinfectiemiddel. Vul het reservoir naar behoefte bij met vers desinfectiemiddel. Leeg na het desinfecteren het reservoir en reinig het reservoir en de spuitfles door ze met water te spoelen. |
Dosering(en) en frequentie |
Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.2.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Draag wanneer u het product aanbrengt beschermende, chemisch resistente handschoenen (handschoenmateriaal moet door de vergunninghouder worden gespecificeerd in de productinformatie).
4.2.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.3. Omschrijving van het gebruik
Tabel 17. Gebruik # 3: Desinfectie na het melken, handmatig sprayen met een elektronische spuitfles (gebruiksklaar product)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE: desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten) voor gebruik na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
handmatig sprayen, electronische spuitfles (gebruiksklaar product) Open een vat met gebruiksklaar product en plaats de zuigbuis van de elektronische spuitfles er in. Reinig de spenen zorgvuldig door ze af te vegen met één uierpapier/-doek voor eenmalig gebruik direct vóór het melken. Na het melken spuit u het desinfectiemiddel op de spenen met behulp van de elektronische spuitfles en zorgt u ervoor dat elke speen is bedekt met desinfectiemiddel. Vervang het lege vat naar behoefte door een nieuw vat. Na het desinfecteren zet u het zuigbuissysteem in een emmer water en spoelt u de spuitfles door. |
Dosering(en) en frequentie |
koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.3.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.3.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Draag wanneer u het product aanbrengt beschermende, chemisch resistente handschoenen (handschoenmateriaal moet door de vergunninghouder worden gespecificeerd in de productinformatie).
4.3.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.3.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.3.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.4. Omschrijving van het gebruik
Tabel 18. Gebruik # 4: Desinfectie na het melken, automatisch dippen na het melken (Gebruiksklaar product)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE: desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten) voor gebruik na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
automatisch dippen (gebruiksklaar product) Open een vat met gebruiksklaar product en plaats de zuigbuis van het automatische dipsysteem er in. Reinig de spenen voor het melken zorgvuldig, automatisch of handmatig. Na het melken wordt het vacuüm uitgeschakeld en wordt het desinfectiemiddel voor spenen via een spuitstuk in het melkstel geïnjecteerd. De spenen worden bedekt met ca. 2-4 ml desinfectiemiddel wanneer de melkbeker wordt teruggetrokken. Na het verwijderen van het melkstel wordt de binnenzijde van het automatische dipsysteem grondig gespoeld met water en uitgeblazen met perslucht. In een laatste reinigingsstap na elke melksessie van de kudde worden de binnenzijde gedesinfecteerd (bijv. met een product op basis van chloor) en opnieuw uitgeblazen met perslucht. Daarna is het melksysteem klaar voor de volgende melkwinning. Het hele proces is geautomatiseerd. |
Dosering(en) en frequentie |
Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.4.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.4.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.4.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.4.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.4.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.5. Omschrijving van het gebruik
Tabel 19. Gebruik # 5: Desinfectie na het melken, automatisch sprayen door een robot (Gebruiksklaar product)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE:desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten) voor gebruik na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
automatisch sprayen door robot (gebruiksklaar product) Open een vat met gebruiksklaar product en plaats de zuigbuis van de melkrobot er in. De spenen worden gereinigd door de robot met automatische borstels. Na het robotmelken wordt 2-4 ml van het desinfectiemiddel automatisch op de spenen gespoten vanaf een clusterarm. De spuitfles wordt automatisch gespoeld. |
Dosering(en) en frequentie |
Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.5.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.5.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.5.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.5.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.5.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
5. ALGEMENE GEBRUIKSAANWIJZING (5) VAN DE META-SPC 5
5.1. Gebruiksvoorschrift
Vul het reservoir met gebruiksklaar product en schroef de dipbeker er bovenop.
De producten moeten vóór gebruik op een temperatuur van boven de 20 °C worden gebracht.
Het gebruik van een doseerpomp om de applicatieapparatuur met het product te vullen, wordt aanbevolen.
Om voldoende contacttijd te garanderen, moet erop worden gelet dat het product na aanbrenging niet wordt verwijderd. Bij desinfectie na het melken, laat het product op de spenen zitten en laat de dieren minimaal vijf minuten staan na de desinfectie behandeling.
5.2. Risicobeperkende maatregelen
Indien een combinatie van desinfecteren vóór en na het melken nodig is, moet u het gebruik van een ander product dat geen jodium bevat overwegen voor het desinfecteren vóór het melken.
5.3. Bijzonderheden van mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO instructies en noodmaatregelen om mens, dier en milieu te beschermen
Beschrijving eerstehulpmaatregelen
Algemeen: haal de getroffen persoon uit de buurt van de bron van vervuiling.
Na inademing: breng de persoon in frisse lucht en zorg ervoor dat hij of zij comfortabel kan ademen. Roep medische hulp in als de ongemakken aanhouden.
Na huidcontact: met water afspoelen. Doe verontreinigde kleding en schoenen uit. Win medisch advies in als er een huidreactie of ongemak optreedt.
Na oogcontact: onmiddellijk uitspoelen met water (minimaal 15 minuten). Contactlenzen verwijderen, mits aanwezig en gemakkelijk uit te nemen. Blijven spoelen. Roep medische hulp in als de ongemakken aanhouden.
Na inslikken: neem onmiddellijk contact op met een specialist voor behandeling van vergiftigingen bij symptomen en/of als er grote hoeveelheden in aanraking zijn gekomen met de mond. Dien geen vloeistoffen toe en probeer de persoon niet te laten braken als hij of zij niet bij bewustzijn is; plaats de persoon in de stabiele zijligging en win onmiddellijk medisch advies in.
Bij het inwinnen van medisch advies houdt u de verpakking of het etiket ter beschikking.
Ecologische noodmaatregelen
Voorkom dat het product wegstroomt via waterwegen, afvoerleidingen of het riool
Breng de relevante autoriteiten op de hoogte als het product milieuvervuiling heeft veroorzaakt (afvoerleidingen, waterwegen, bodem of lucht)
Dam grote hoeveelheden gemorst product in
Beheers of absorbeer gemorst product met inert materiaal en doe het vervolgens in een afgesloten, geschikte verpakking om het product overeenkomstig de voorschriften af te voeren
Doe gemorste materialen niet terug in de oorspronkelijke verpakking
5.4. Instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Methode van verwijdering: Voer ongebruikt product en verpakking af volgens de lokale voorschriften. Residuen in bijvoorbeeld dipbekers en spuitflacons mag, afhankelijk van de lokale voorschriften, worden geloosd op de gemeentelijke riolering of de mestopslag. Voorkom lozen op installaties voor individuele afvalwaterbehandeling.
Lege containers moeten worden uitgespoeld met een ruime hoeveelheid water en bij het normale of commerciële afval worden gedaan.
De papieren handdoekjes die worden gebruikt voor het reinigen van spenen kunnen bij het gewone afval.
Product geclassificeerd als gevaarlijk afval: nee
Verpakking geclassificeerd als gevaarlijk afval: nee
EWC-afvalcode: EWC: 0706 afval van de MFSU van vetten, smeermiddelen, zepen, detergenten, desinfectiemiddelen en cosmetische producten
Andere informatie: bij het verwerken van afval, moeten de voorzorgsmaatregelen voor verwerking van het product in acht worden genomen. De afvalcode geldt voor productrestanten in pure vorm.
5.5. Voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Genoemd in het SDS: Opbergen in oorspronkelijke verpakking. Berg het product op uit de buurt van rechtstreeks zonlicht, in een ondoorzichtige verpakking. Uit de buurt van voedsel, diervoeding, mest en ander gevoelig materiaal houden. Boven het vriespunt bewaren.
Opslagtemperatuur: 0 — 30 °C
Houdbaarheid: 24 maanden.
6. OVERIGE INFORMATIE
pH-bereik van meta-SPC 5: 4-5
7. DERDE INFORMATIENIVEAU: INDIVIDUELE BIOCIDEN IN DE META-SPC 5
7.1. Handelsnaam (-namen), toelatingsnummer en specifieke samenstelling van elke individuele biocide
Handelsnaam |
Nova Dip Spray 3000 IO Spray Plus PV-Plus 3000 Tehotippi Soft Plus F 6 Robo V |
||||
Toelatingsnummer |
EU-0019757-0005 1-5 |
||||
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
Polyvinylpyrrolidone iodine |
|
Werkzame stof |
25655-41-8 |
|
1,46 |
Jood |
|
Werkzame stof |
7553-56-2 |
231-442-4 |
0,307 |
META-SPC 6
1. ADMINISTRATIEVE INFORMATIE VAN DE META-SPC 6
1.1. Identificatiecode van de meta-SPC 6
Identificatiecode |
meta-SPC 6 |
1.2. Achtervoegsel van het toelatingsnummer
Nummer |
1-6 |
1.3. Productsoort(en)
Productsoort(en) |
PT 03 — Dierhygiëne |
2. SAMENSTELLING VAN DE META-SPC 6
2.1. Kwalitatieve en kwantitatieve informatie over de samenstelling van de meta-SPC 6
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
|
Min. |
Max. |
|||||
Polyvinylpyrrolidone iodine |
|
Werkzame stof |
25655-41-8 |
|
1,0 |
1,43 |
Jood |
|
Werkzame stof |
7553-56-2 |
231-442-4 |
0,21 |
0,3 |
2.2. Soort(en) formulering van de meta-SPC 6
Formulering(en) |
EW — Emulsie, olie in water |
3. GEVARENAANDUIDINGEN EN VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN VAN DE META-SPC 6
Gevarencategorie |
Schadelijk voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen. Veiligheidsinformatieblad op verzoek verkrijgbaar. |
Veiligheidsaanbevelingen |
Buiten het bereik van kinderen houden. Voorkom lozing in het milieu. Inhoud naar in overeenstemming met de lokale/regionale/nationale/internationale voorschriften verpakking afvoeren naar overeenstemming met de lokale/regionale/nationale/internationale voorschriften |
4. TOEGESTANE VORM(EN) VAN GEBRUIK VAN DE META-SPC 6
4.1. Omschrijving van het gebruik
Tabel 20. Gebruik # 1: Desinfectie na het melken, handmatig dippen (Gebruiksklaar product)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE: desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten) voor gebruik na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
handmatig dippen (gebruiksklaar) Vul het reservoir met gebruiksklaar product en schroef de dipbeker er bovenop. Reinig de spenen zorgvuldig door ze af te vegen met één uierpapier/-doek voor eenmalig gebruikdirect vóór het melken. Na het melken knijpt u het reservoir in en zet u van onderaf de dipbeker over elke speen, waarbij u ervoor zorgt dat de volledige lengte van de speen is ondergedompeld in het desinfectiemiddel. Bijvullen met vers desinfectiemiddel door het reservoir naar behoefte in te knijpen. Leeg na het desinfecteren het reservoir en reinig het reservoir en de dipbeker door ze met water te spoelen. |
Dosering(en) en frequentie |
Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.1.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.1.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2. Omschrijving van het gebruik
Tabel 21. Gebruik # 2: Desinfectie na het melken, handmatig sprayen, spuitfles (Gebruiksklaar product)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE: desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten) voor gebruik na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
handmatig sprayen, spuitfles (gebruiksklaar product) Vul het reservoir met gebruiksklaar product en schroef de bovenkant van de spuitfles erop. Reinig de spenen zorgvuldig door ze voor het melken af te vegen met één uierpapier/-doek voor eenmalig gebruik. Na het melken spuit u het desinfectiemiddel op de spenen met behulp van de spuitfles en zorgt u ervoor dat elke speen is bedekt met desinfectiemiddel. Vul het reservoir naar behoefte bij met vers desinfectiemiddel. Leeg na het desinfecteren het reservoir en reinig het reservoir en de spuitfles door ze met water te spoelen. |
Dosering(en) en frequentie |
Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.2.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Draag wanneer u het product aanbrengt beschermende, chemisch resistente handschoenen (handschoenmateriaal moet door de vergunninghouder worden gespecificeerd in de productinformatie).
4.2.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.2.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.3. Omschrijving van het gebruik
Tabel 22. Gebruik # 3: Desinfectie na het melken, handmatig sprayen met een elektronische spuitfles (Gebruiksklaar product)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE: desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten) voor gebruik na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
handmatig sprayen, elektronische spuitfles (Gebruiksklaar product) Open een vat met gebruiksklaar product en plaats de zuigbuis van de elektronische spuitfles er in. Reinig de spenen zorgvuldig door ze voor het melken af te vegen met één uierpapier/-doek voor eenmalig gebruik. Na het melken spuit u het desinfectiemiddel op de spenen met behulp van de elektronische spuitfles en zorgt u ervoor dat elke speen is bedekt met desinfectiemiddel. Vervang het lege vat naar behoefte door een nieuw vat. Na het desinfecteren zet u het zuigbuissysteem in een emmer water en spoelt u de spuitfles door. |
Dosering(en) en frequentie |
Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.3.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.3.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Draag wanneer u het product aanbrengt beschermende, chemisch resistente handschoenen (handschoenmateriaal moet door de vergunninghouder worden gespecificeerd in de productinformatie).
4.3.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.3.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.3.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.4. Omschrijving van het gebruik
Tabel 23. Gebruik # 4: Desinfectie na het melken, automatisch dippen (Gebruiksklaar product)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE: desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten) voor gebruik na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
automatisch dippen (Gebruiksklaar product) Open een vat met gebruiksklaar product en plaats de zuigbuis van het automatische dipsysteem er in. Reinig de spenen voor het melken zorgvuldig, automatisch of handmatig. Na het melken wordt het vacuüm uitgeschakeld en wordt het desinfectiemiddel voor spenen via een spuitstuk in het melkstel geïnjecteerd. De spenen worden bedekt met ca. 2-4 ml desinfectiemiddel wanneer de melkbeker wordt teruggetrokken. Na het verwijderen van het melkstel wordt de binnenzijde van het automatische dipsysteem grondig gespoeld met water en uitgeblazen met perslucht. In een laatste reinigingsstap na elke melksessie van de kudde worden de binnenzijde gedesinfecteerd (bijv. met een product op basis van chloor) en opnieuw uitgeblazen met perslucht. Daarna is het melksysteem klaar voor de volgende melkwinning. Het hele proces is geautomatiseerd. |
Dosering(en) en frequentie |
Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.4.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.4.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.4.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.4.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.4.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.5. Omschrijving van het gebruik
Tabel 24. Gebruik # 5: Desinfectie na het melken, automatisch sprayen door een robot (Gebruiksklaar product)
Productsoort |
PT 03 — Dierhygiëne |
Indien van toepassing, een precieze beschrijving van het toegelaten gebruik |
— |
Doelorganisme(n) (met inbegrip van ontwikkelingsstadium) |
Bacteriën Gist |
Toepassingsgebied |
Binnen DESINFECTIE VOOR VETERINAIRE HYGIËNE: desinfectiemiddel voor spenen van melkvee (koeien, buffels, schapen, geiten) voor gebruik na het melken. |
Toepassingsmethode(n) |
automatisch sprayen, robot (Gebruiksklaar product) Open een vat met gebruiksklaar-product en plaats de zuigbuis van de melkrobot er in. De spenen worden gereinigd door de robot met automatische borstels. Na het robotmelken wordt 2-4 ml van het desinfectiemiddel automatisch op de spenen gespoten vanaf een clusterarm. De spuitfles wordt automatisch gespoeld. |
Dosering(en) en frequentie |
Koeien en buffels: 4 ml/dier per behandeling; schapen: 2 ml/dier per behandeling; geiten: 3 ml/dier per behandeling. Toepassing na het melken: 1-3 keer per dag (na elke melkwinning aanbrengen). |
Categorie/categorieën gebruikers |
Professioneel |
Verpakkingsgrootte en verpakkingsmateriaal |
Jerrycan, HDPE: 0,5 L, 5 L, 10 L, 20 L, 60 L Plastic vat, HDPE: 200 L IBC, HDPE: 1 000 L Ondoorzichtige verpakkingen. |
4.5.1. Gebruik-specifieke gebruiksinstructies
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.5.2. Gebruik-specifieke risicobeperkende maatregelen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.5.3. Waar specifiek voor het gebruik, de bijzonderheden betreffende mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO-instructies en noodmaatregelen om het milieu te beschermen
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.5.4. Waar specifiek voor het gebruik, instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
4.5.5. Waar specifiek voor het gebruik, voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Raadpleeg de algemene gebruiksaanwijzing.
5. ALGEMENE GEBRUIKSAANWIJZING (6) VAN DE META-SPC 6
5.1. Gebruiksvoorschrift
Vul het reservoir met het gebruiksklaar product en schroef de dipbeker er bovenop.
De producten moeten vóór gebruik op een temperatuur van boven de 20 °C worden gebracht.
Het gebruik van een doseerpomp om de applicatieapparatuur met het product te vullen, wordt aanbevolen.
Om voldoende contacttijd te garanderen, moet erop worden gelet dat het product na aanbrenging niet wordt verwijderd. Bij desinfectie na het melken, laat het product op de spenen zitten en laat de dieren minimaal vijf minuten staan na de desinfectie behandeling.
5.2. Risicobeperkende maatregelen
Indien een combinatie van desinfectie vóór en na het melken nodig is, moet u het gebruik van een ander product dat geen jodium bevat overwegen voor het desinfecteren vóór het melken.
5.3. Bijzonderheden van mogelijke directe of indirecte effecten, EHBO instructies en noodmaatregelen om mens, dier en milieu te beschermen
Beschrijving eerstehulpmaatregelen
Algemeen: haal de getroffen persoon uit de buurt van de bron van vervuiling.
Na inademing: breng de persoon in frisse lucht en zorg ervoor dat hij of zij comfortabel kan ademen. Roep medische hulp in als de ongemakken aanhouden.
Na huidcontact: met water afspoelen. Doe verontreinigde kleding en schoenen uit. Win medisch advies in als er een huidreactie of ongemak optreedt.
Na oogcontact: onmiddellijk uitspoelen met water (minimaal 15 minuten). Contactlenzen verwijderen, mits aanwezig en gemakkelijk uit te nemen. Blijven spoelen. Roep medische hulp in als de ongemakken aanhouden.
Na inslikken: neem onmiddellijk contact op met een specialist voor behandeling van vergiftigingen bij symptomen en/of als er grote hoeveelheden in aanraking zijn gekomen met de mond. Dien geen vloeistoffen toe en probeer de persoon niet te laten braken als hij of zij niet bij bewustzijn is; plaats de persoon in de stabiele zijligging en win onmiddellijk medisch advies in.
Bij het inwinnen van medisch advies houdt u de verpakking of het etiket ter beschikking.
Ecologische noodmaatregelen
Voorkom dat het product wegstroomt via waterwegen, afvoerleidingen of het riool
Breng de relevante autoriteiten op de hoogte als het product milieuvervuiling heeft veroorzaakt (afvoerleidingen, waterwegen, bodem of lucht)
Dam grote hoeveelheden gemorst product in
Beheers of absorbeer gemorst product met inert materiaal en doe het vervolgens in een afgesloten, geschikte verpakking om het product overeenkomstig de voorschriften af te voeren
Doe gemorste materialen niet terug in de oorspronkelijke verpakking
5.4. Instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking
Methode van verwijdering: Voer ongebruikt product en verpakking af volgens de lokale voorschriften. Residuen in bijvoorbeeld dipbekers en spuitflacons mag, afhankelijk van de lokale voorschriften, worden geloosd op de gemeentelijke riolering of de mestopslag. Voorkom lozen op installaties voor individuele afvalwaterbehandeling.
Lege containers moeten worden uitgespoeld met een ruime hoeveelheid water en bij het normale of commerciële afval worden gedaan.
De papieren handdoekjes die worden gebruikt voor het reinigen van spenen kunnen bij het gewone afval.
Product geclassificeerd als gevaarlijk afval: nee
Verpakking geclassificeerd als gevaarlijk afval: nee
EWC-afvalcode: EWC: 0706 afval van de MFSU van vetten, smeermiddelen, zepen, detergenten, desinfectiemiddelen en cosmetische producten
Andere informatie: bij het verwerken van afval, moeten de voorzorgsmaatregelen voor verwerking van het product in acht worden genomen. De afvalcode geldt voor productrestanten in pure vorm.
5.5. Voorwaarden voor opslag en de houdbaarheid van het product onder normale opslagomstandigheden
Genoemd in het SDS: Opbergen in oorspronkelijke verpakking. Berg het product op uit de buurt van rechtstreeks zonlicht, in een ondoorzichtige verpakking. Uit de buurt van voedsel, diervoeding, mest en ander gevoelig materiaal houden. Boven het vriespunt bewaren.
Opslagtemperatuur: 0 — 30 °C
Houdbaarheid: 24 maanden.
6. OVERIGE INFORMATIE
pH-bereik van meta-SPC 6: 4-5
7. DERDE INFORMATIENIVEAU: INDIVIDUELE BIOCIDEN IN DE META-SPC 6
7.1. Handelsnaam (-namen), toelatingsnummer en specifieke samenstelling van elke individuele biocide
Handelsnaam |
Jopo Winterspray IO Winterspray Jodopax gebruiksklaar Barrera W |
||||
Toelatingsnummer |
EU-0019757-0006 1-6 |
||||
Triviale naam |
IUPAC-naam |
Functie |
CAS-nummer |
EG-nummer |
Gehalte (%) |
Polyvinylpyrrolidone iodine |
|
Werkzame stof |
25655-41-8 |
|
1,43 |
Jood |
|
Werkzame stof |
7553-56-2 |
231-442-4 |
0,3 |
(1) De gebruiksaanwijzing, de risicobeperkende maatregelen en de andere aanwijzingen voor het gebruik in dit deel gelden voor elk toegelaten gebruik in de meta-SPC 1.
(2) De gebruiksaanwijzing, de risicobeperkende maatregelen en de andere aanwijzingen voor het gebruik in dit deel gelden voor elk toegelaten gebruik in de meta-SPC 2.
(3) De gebruiksaanwijzing, de risicobeperkende maatregelen en de andere aanwijzingen voor het gebruik in dit deel gelden voor elk toegelaten gebruik in de meta-SPC 3.
(4) De gebruiksaanwijzing, de risicobeperkende maatregelen en de andere aanwijzingen voor het gebruik in dit deel gelden voor elk toegelaten gebruik in de meta-SPC 4.
(5) De gebruiksaanwijzing, de risicobeperkende maatregelen en de andere aanwijzingen voor het gebruik in dit deel gelden voor elk toegelaten gebruik in de meta-SPC 5.
(6) De gebruiksaanwijzing, de risicobeperkende maatregelen en de andere aanwijzingen voor het gebruik in dit deel gelden voor elk toegelaten gebruik in de meta-SPC 6.