Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22018D1804

    Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 244/2016 van 2 december 2016 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2018/1804]

    PB L 296 van 22.11.2018, p. 37–39 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2018/1804/oj

    22.11.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 296/37


    BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. 244/2016

    van 2 december 2016

    tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2018/1804]

    HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

    Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Richtlijn 2011/76/EU van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011 tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (2)

    Bijlage XIII bij de EER-Overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In bijlage XIII bij de Overeenkomst wordt punt 18a (Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad) als volgt gewijzigd:

    1)

    Het volgende streepje wordt toegevoegd:

    „—

    32011 L 0076: Richtlijn 2011/76/EU van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011 (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 1).”.

    2)

    De punten d) en e) worden vervangen door:

    „e)

    In artikel 7i, lid 2, worden de volgende alinea's toegevoegd:

    „Op het trans-Europese wegennet in andere delen van Noorwegen kunnen de huidige kortingen of verlagingen behouden blijven voor tolregelingen die al bestaan op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 129/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 13 juli 2012 (2), op voorwaarde dat het aandeel van het internationale vrachtverkeer op het betrokken infrastructuurnet minder dan 30 % bedraagt.

    Voor tolregelingen die worden ingevoerd nadat Besluit nr. 129/2012 van het Gemengd Comité van de EER in werking is getreden, mogen kortingen of verlagingen van toltarieven voor frequente gebruikers groter zijn dan bepaald in artikel 7i, lid 2, onder c), van deze richtlijn, op voorwaarde dat:

    het aandeel van het internationale vrachtverkeer op het betrokken infrastructuurnet niet meer dan 5 % bedraagt,

    de omvang van de kortingen of verlagingen wordt gerechtvaardigd door bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer het betrokken infrastructuurnet bestaat uit bruggen en/of tunnels als vervanging van een veerboot.

    (2)  PB L 309 van 8.11.2012, blz. 8.””."

    (2)  PB L 309 van 8.11.2012, blz. 8.””."

    3)

    Punt f) wordt hernummerd als punt d), en het woord „7, ldi 9” daarin wordt vervangen door het woord „7, lid 1”.

    Artikel 2

    De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2011/76/EU zijn authentiek.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op 3 december 2016, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

    Artikel 4

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 2 december 2016.

    Voor het Gemengd Comité van de EER

    De voorzitter

    Bergdís ELLERTSDÓTTIR


    (1)  PB L 269 van 14.10.2011, blz. 1.

    (*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


    Verklaring van de EVA-staten

    bij Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 244/2016 waarbij Richtlijn 2011/76/EU in de EER-overeenkomst werd opgenomen

    De opneming van artikel 2, onder b), artikel 7 quater, artikel 7 septies, leden 4 en 5, artikel 7 octies, lid 1, onder iv), artikel 7 novies, leden 3 en 4, artikel 7 decies, lid 1, artikel 7 undecies, leden 3 en 4, artikel 11, lid 1, onder a) en d), en de bijlagen III bis en III ter bij Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (1), zoals gewijzigd bij Richtlijn 2011/76/EU van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011 tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (2), in de EER-overeenkomst doet geen afbreuk aan het toepassingsgebied van de EER-overeenkomst.


    (1)  PB L 187 van 20.7.1999, blz. 42.

    (2)  PB L 269 van 14.10.2011, blz. 1.


    Top