EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22013D0220

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 220/2013 van 13 december 2013 tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) en bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

PB L 154 van 22.5.2014, p. 13–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2013/220(2)/oj

22.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 154/13


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

nr. 220/2013

van 13 december 2013

tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) en bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 208/2013 van de Commissie van 11 maart 2013 betreffende de traceerbaarheidsvoorschriften voor kiemgroenten en voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Verordening (EU) nr. 241/2013 van de Commissie van 14 maart 2013 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van chlorantraniliprole, fludioxonil en prohexadion in of op bepaalde producten (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Verordening (EU) nr. 251/2013 van de Commissie van 22 maart 2013 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumresidugehalten voor aminopyralid, bifenazaat, captan, fluazinam, fluopicolide, folpet, kresoxim-methyl, penthiopyrad, proquinazid, pyridaat en tembotrion in of op bepaalde producten (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen. Wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen is niet van toepassing op Liechtenstein, zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen bij bijlage I en de inleiding van hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein.

(5)

Bijlagen I en II bij de EER-overeenkomst dienen derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk II van bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt in punt 40 (Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad) de volgende streepjes toegevoegd:

„—

32013 R 0241: Verordening (EU) nr. 241/2013 van 14 maart 2013 (PB L 75 van 19.3.2013, blz. 1),

32013 R 0251: Verordening (EU) nr. 251/2013 van 22 maart 2013 (PB L 88 van 27.3.2013, blz. 1).”.

Artikel 2

Hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt 54zzy (Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad) worden de volgende streepjes toegevoegd:

„—

32013 R 0241: Verordening (EU) nr. 241/2013 van de Commissie van 14 maart 2013 (PB L 75 van 19.3.2013, blz. 1),

32013 R 0251: Verordening (EU) nr. 251/2013 van de Commissie van 22 maart 2013 (PB L 88 van 27.3.2013, blz. 1).”.

2)

Na punt 74 (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 788/2012) wordt het volgende punt ingevoegd:

„75.

32013 R 0208: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 208/2013 van de Commissie van 11 maart 2013 betreffende de traceerbaarheidsvoorschriften voor kiemgroenten en voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden (PB L 68 van 12.3.2013, blz. 16).”.

Artikel 3

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 208/2013 en de Verordeningen (EU) nr. 241/2013 en (EU) nr. 251/2013 zijn authentiek.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op 14 december 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (4).

Artikel 5

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 december 2013.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Thórir IBSEN


(1)  PB L 68 van 12.3.2013, blz. 16.

(2)  PB L 75 van 19.3.2013, blz. 1.

(3)  PB L 88 van 27.3.2013, blz. 1.

(4)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


Top