5.3.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/6

(1)

De wereldmarktprijzen voor suiker liggen sinds het begin van het verkoopseizoen 2010/2011 op een constant hoog niveau. Voorspellingen van de wereldmarktprijzen op basis van de termijnmarkt voor suiker van New York voor maart, mei en juli 2011 wijzen verder op een blijvend hoge wereldmarktprijs.

(2)

Het gecumuleerde negatieve verschil tussen de beschikbaarheid en het gebruik van suiker en isoglucose over de laatste twee verkoopseizoenen wordt op 1,0 miljoen ton geraamd, wat zou neerkomen op de laagste eindvoorraden in de EU sinds de uitvoering van de hervorming van de suikersector in 2006. Verdere invoertekorten dreigen het aanbod op de suikermarkt van de Unie ernstig te verstoren en zullen de toestand verder doen verslechteren indien er geen maatregelen voor de sector worden genomen.

(3)

Het ziet er niet naar uit dat de uitvoer naar de Europese Unie vanuit landen in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen) en minst ontwikkelde landen (MOL’s) op korte termijn zal stijgen.

(4)

Daarentegen heeft een goede oogst in sommige delen van de Unie ertoe geleid dat er suiker is geproduceerd buiten het in artikel 56 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 vastgestelde quotum. Een deel van deze suiker moet ter beschikking van de suikermarkt van de Unie worden gesteld om gedeeltelijk te voldoen aan de vraag en buitensporige prijsstijgingen te voorkomen. De beschikbare hoeveelheid suiker waarmee het quotum is overschreden, wordt geraamd op 0,5 miljoen ton. Bij die raming is rekening gehouden met de contractuele verplichtingen van suikerproducenten met betrekking tot bepaalde vormen van industrieel gebruik als bedoeld in artikel 62 van Verordening (EG) nr. 1234/2007, en met de hoeveelheden waarvoor al uitvoercertificaten zijn afgegeven.

(5)

Krachtens artikel 64, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 stelt de Commissie de overschotheffing op suiker en isoglucose die buiten het quotum worden geproduceerd, vast op een niveau dat hoog genoeg is om de opeenstapeling van overtollige hoeveelheden te voorkomen. In artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 967/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad met betrekking tot de productie buiten het quotum in de sector suiker (2) is die heffing vastgesteld op 500 EUR per ton.

(6)

Door het buitengewoon lage aanbod aan suiker op de interne markt in het verkoopseizoen 2010/2011 kan de Commissie de overschotheffing voor een beperkte buiten het quotum geproduceerde hoeveelheid suiker uitzonderlijk vaststellen op nul, zonder enig risico op opeenstapeling van hoeveelheden.

(7)

Aangezien bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 quota voor zowel suiker als isoglucose zijn vastgesteld, moet voor een passende hoeveelheid buiten het quotum geproduceerde isoglucose een vergelijkbare maatregel gelden, daar dit product tot op zekere hoogte een commerciële suikervervanger is. Om het evenwicht tussen beide zoetstoffen te bewaren, moet de passende hoeveelheid buiten het quotum geproduceerde isoglucose die op de interne markt wordt gebracht, worden vastgesteld op basis van de verhouding tussen de in bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 voor elk van beide producten vastgestelde quota.

(8)

Producenten van suiker en isoglucose moeten bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaten certificaten aanvragen waarmee zij bepaalde buiten het quotum geproduceerde hoeveelheden kunnen verkopen op de markt van de Unie.

(9)

Door bovengrenzen te stellen aan de hoeveelheden waarvoor iedere producent in een aanvraagperiode een aanvraag kan indienen en de certificaten te beperken tot producten uit de eigen productie van de aanvrager, moet speculatie in het kader van het bij deze verordening ingestelde systeem worden voorkomen.

(10)

Er moet worden bepaald dat aanvragen slechts mogelijk zijn tot eind juni en dat zij slechts een korte periode geldig zijn. Dit moet een snelle beschikbaarheid van de hoeveelheden op de markt van de Unie in de hand werken.

(11)

Met hun aanvraag moeten suikerproducenten zich ertoe verbinden de minimumprijs te betalen voor de suikerbieten die zijn gebruikt om de hoeveelheid suiker te produceren waarvoor zij een aanvraag indienen.

(12)

De bevoegde autoriteiten van de lidstaten moeten de Commissie in kennis stellen van de ontvangen aanvragen.

(13)

De Commissie moet ervoor zorgen dat er uitsluitend certificaten worden afgegeven binnen de bij deze verordening gestelde kwantitatieve grenzen. Daarom moet de Commissie bij machte zijn zo nodig een toewijzingscoëfficiënt vast te stellen die op de ontvangen aanvragen wordt toegepast.

(14)

De lidstaten moeten de aanvragers er onverwijld van in kennis stellen of hun aanvraag geheel of gedeeltelijk is ingewilligd.

(15)

Aangezien het op de markt van de Unie brengen van hoeveelheden die de afgegeven certificaten overschrijden, is onderworpen aan de in artikel 64, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 vastgestelde overschotheffing moet, met het oog op de consistentie en om te voorkomen dat misbruik wordt gemaakt van het uitzonderlijke op de markt van de Unie brengen van buiten het quotum geproduceerde suiker en isoglucose in het verkoopseizoen 2010/2011, worden bepaald dat een aanvrager die zijn verbintenis om de door een aan hem afgegeven certificaat gedekte hoeveelheid op de markt van de Unie te brengen, niet nakomt, eveneens een bedrag van 500 EUR per ton moet betalen.

(16)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

(a)

zij bevatten:

(b)

de aangevraagde hoeveelheid suiker bedraagt niet meer dan de hoeveelheid buiten het quotum geproduceerde suiker waarvan de aanvrager in zijn laatste overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Verordening (EG) nr. 952/2006 van de Commissie (4) gedane kennisgeving heeft aangegeven dat zij is opgeslagen. Die hoeveelheid wordt verlaagd met de hoeveelheden die worden gedekt door niet-gebruikte certificaten en uitvoercertificaten welke al aan de aanvrager waren afgegeven in het kader van deze verordening of Verordening (EG) nr. 397/2010 van de Commissie (5). De aangevraagde hoeveelheid isoglucose bedraagt niet meer dan 10 % van het aan de aanvrager toegewezen isoglucosequotum;

(c)

indien de aanvraag betrekking heeft op suiker, verbindt de aanvrager zich ertoe voor de door overeenkomstig artikel 6 van deze verordening afgegeven certificaten gedekte hoeveelheid suiker de in artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde minimumprijs voor bieten te betalen;

(d)

de aanvraag wordt opgesteld in de officiële taal of een van de officiële talen van de lidstaat waar de aanvraag wordt ingediend.

(a)

zij stelt een toewijzingscoëfficiënt vast die de lidstaten toepassen op de door elke aangemelde certificaataanvraag gedekte hoeveelheden;

(b)

zij wijst nog niet aangemelde aanvragen af;

(c)

zij sluit de periode voor het indienen van de aanvragen.