Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010D0799

    Besluit 2010/799/GBVB van de Raad van 13 december 2010 ter bevordering van een proces van vertrouwensopbouw dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van massavernietigingswapens en hun overbrengingsmiddelen, ter ondersteuning van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens

    PB L 341 van 23.12.2010, p. 27–31 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/799/oj

    23.12.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 341/27


    BESLUIT 2010/799/GBVB VAN DE RAAD

    van 13 december 2010

    ter bevordering van een proces van vertrouwensopbouw dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van massavernietigingswapens en hun overbrengingsmiddelen, ter ondersteuning van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 26, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Europese Unie is bezig met de uitvoering van de strategie van de Europese Unie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens en past de maatregelen toe die in hoofdstuk III van de strategie staan, zoals het multilateralisme doeltreffender maken en een stabiele internationale en regionale omgeving bevorderen.

    (2)

    De Europese Unie is gehouden aan het stelsel van multilaterale verdragen dat de wettelijke en normatieve basis biedt voor alle op non-proliferatie gerichte inspanningen. De Europese Unie streeft in haar beleid naar het uitvoeren en universeel geldig maken van de bestaande ontwapenings- en non-proliferatienormen. De Europese Unie zal derde landen helpen hun verplichtingen uit hoofde van multilaterale overeenkomsten en regelingen na te komen.

    (3)

    Het bevorderen van een stabiele internationale en regionale omgeving is een voorwaarde voor het tegengaan van proliferatie van massavernietigingswapens (MVW). Daarom zal de Europese Unie regionale veiligheidsregelingen en regionale wapenbeheersings- en ontwapeningsprocessen bevorderen.

    (4)

    Positieve en negatieve veiligheidsgaranties kunnen een belangrijke rol spelen: zij kunnen zowel een stimulans zijn om af te zien van de verwerving van massavernietigingswapens als een afschrikkende werking hebben. De Europese Unie zal een nader onderzoek van deze veiligheidsgaranties stimuleren.

    (5)

    Proliferatie van massavernietigingswapens is een mondiale dreiging, die om een wereldwijde aanpak vraagt. Aangezien de veiligheid in Europa nauw verbonden is met de veiligheid en stabiliteit in het Middellandse Zeegebied en in het Midden-Oosten, vindt de Europese Unie dat zij de plicht heeft bij te dragen aan de veiligheid en de stabiliteit aldaar.

    (6)

    In de gezamenlijke verklaring van de top van Parijs voor het Middellandse Zeegebied van 13 juli 2008, waarbij de Unie voor het Middellandse Zeegebied werd ingesteld, werd de gemeenschappelijke ambitie bevestigd om vrede en regionale veiligheid te bewerkstelligen zoals uiteengezet in de op de Euro-mediterrane conferentie van 27-28 november 1995 aangenomen Verklaring van Barcelona, waarin onder meer wordt gepleit voor het bevorderen van de veiligheid in de regio door voor niet-verspreiding van kernwapens en chemische en biologische wapens te ijveren via toetreding tot en naleving van een reeks internationale en regionale non-proliferatieregelingen en overeenkomsten inzake wapenbeheersing en ontwapening, zoals het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (NPV), het Chemischewapensverdrag, het Verdrag inzake biologische en toxine wapens, het Alomvattend Kernstopverdrag en/of regionale regelingen zoals wapenvrije zones en de bijbehorende verificatieregelingen, alsmede door het te goeder trouw nakomen van de afspraken die zijn gemaakt in het kader van overeenkomsten inzake wapenbeheersing, ontwapening en non-proliferatie.

    (7)

    De partijen van de Unie voor het Middellandse Zeegebied zullen streven naar een wederzijds en effectief controleerbare zone in het Midden-Oosten die vrij is van nucleaire, chemische en biologische MVW en hun overbrengingsmiddelen. Voorts bezinnen de partijen zich op praktische maatregelen, onder meer om de verspreiding van kernwapens en chemische en biologische wapens te verhinderen en een buitensporige accumulatie van conventionele wapens te voorkomen.

    (8)

    De Euro-mediterrane associatieovereenkomsten tussen de Europese Unie en haar mediterrane partners voorzien in de instelling van een regelmatige politieke dialoog die de regionale veiligheid en stabiliteit zal verbeteren en alle onderwerpen moet bestrijken die van gemeenschappelijk belang zijn, in het bijzonder vrede, veiligheid, democratie en regionale ontwikkeling.

    (9)

    Op 19 en 20 juni 2008 heeft de Europese Unie een seminar in Parijs belegd over veiligheid, non-proliferatie van MVW en ontwapening in het Midden-Oosten, waaraan is deelgenomen door de staten van de regio en de lidstaten van de Europese Unie en door academici en nationale instanties voor kernenergie. De deelnemers hebben de Europese Unie aangespoord ervoor te zorgen dat het debat in diverse fora wordt voortgezet en geleidelijk over te gaan op een formelere werkwijze, inhoudende dat er tussen regeringsfunctionarissen overleg wordt gepleegd, met als uitgangspunt het kader van Barcelona, maar met een groter geografisch bereik.

    (10)

    In de NPV-toetsingsconferentie van 2010 werd het belang van een proces dat leidt tot volledige uitvoering van de resolutie van deze conferentie van 1995 over het Midden-Oosten („de resolutie van 1995”) benadrukt. Daartoe heeft de conferentie praktische stappen goedgekeurd, onder meer het bezien van alle voorstellen waarbij werd aangeboden de uitvoering van de resolutie van 1995 te ondersteunen, waaronder het aanbod van de Europese Unie om een vervolgseminar te organiseren van het seminar dat in juni 2008 plaatsvond.

    (11)

    De NPV-toetsingsconferentie van 2010 heeft voorts de belangrijke rol van de civiele samenleving onderkend voor de uitvoering van de resolutie van 1995 en alle inspanningen in dat kader aangemoedigd.

    (12)

    Tijdens de twintigste Gezamenlijke Raad en ministeriële bijeenkomst EU-GCC op 14 juni 2010 in Luxemburg werd de succesvolle uitkomst van de NPV-toetsingsconferentie van 2010 toegejuicht. De deelnemers spraken opnieuw hun steun uit voor het instellen van een zone in het Midden-Oosten, met inbegrip van de Golfregio, die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   Als vervolg op het EU-seminar van 2008 over „veiligheid, non-proliferatie van MVW en ontwapening in het Midden-Oosten”, steunt de Europese Unie activiteiten ter bevordering van de volgende doelstellingen:

    stimuleren van een regionale dialoog over politiek en veiligheid binnen de civiele samenleving en regeringen, en meer in het bijzonder tussen deskundigen, ambtenaren en wetenschappers;

    vaststellen van vertrouwenwekkende maatregelen die kunnen dienen als praktische stappen in de richting van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen;

    aanmoedigen van een discussie over het universeel geldig maken en uitvoeren van de desbetreffende internationale verdragen en andere instrumenten ter voorkoming van de proliferatie van MVW en hun overbrengingsmiddelen;

    bespreken van thema’s die betrekking hebben op het vreedzaam gebruik van kernenergie en internationale en regionale samenwerking daarbij.

    2.   In deze context hebben de door de Europese Unie te steunen projecten betrekking op de volgende specifieke activiteiten:

    a)

    het verschaffen van de middelen voor de organisatie van het vervolg op het EU-seminar van 2008 over „veiligheid, non-proliferatie van MVW en ontwapening in het Midden-Oosten”;

    b)

    het verschaffen van de middelen voor het opstellen van achtergrondnota’s over onderwerpen die tijdens het vervolgseminar ter sprake zullen komen.

    In de bijlage gaat een nadere omschrijving van bovenbedoelde projecten.

    Artikel 2

    1.   De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV) is verantwoordelijk voor de uitvoering van dit besluit.

    2.   Het EU-consortium non-proliferatie is belast met de technische uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projecten en voert deze taak uit onder verantwoordelijkheid van de HV. Daartoe treft de HV de nodige regelingen met het EU-consortium non-proliferatie.

    Artikel 3

    1.   Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projecten beloopt 347 700 EUR.

    2.   Voor het beheer van de in lid 1 bedoelde uitgaven gelden de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de begroting van de Unie.

    3.   De Commissie houdt toezicht op het correcte beheer van de in lid 1 bedoelde uitgaven. Hiertoe sluit zij een financieringsovereenkomst met het EU-consortium non-proliferatie. In de overeenkomst wordt bepaald dat het EU-consortium non-proliferatie er zorg voor moet dragen dat de EU-bijdrage zichtbaar is in een mate die overeenstemt met haar omvang.

    4.   De Commissie streeft ernaar om de in lid 3 bedoelde financieringsovereenkomst zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van dit besluit te sluiten. Zij stelt de Raad in kennis van eventuele moeilijkheden en van de datum van sluiting van de financieringsovereenkomst.

    Artikel 4

    1.   De HV brengt verslag uit aan de Raad over de toepassing van dit besluit op basis van de regelmatige rapporten van het EU-consortium non-proliferatie. Deze verslagen vormen de basis voor de evaluatie door de Raad.

    2.   De Commissie verstrekt informatie over de financiële aspecten van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projecten.

    Artikel 5

    1.   Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

    2.   Het verstrijkt 18 maanden na de sluiting van de in artikel 3, lid 3, bedoelde financieringsovereenkomst. Het verstrijkt echter zes maanden nadat het in werking is getreden indien voor die tijd geen financieringsovereenkomst is gesloten.

    Gedaan te Brussel, 13 december 2010.

    Voor de Raad

    De voorzitster

    C. ASHTON


    BIJLAGE

    Projecten ter bevordering van een proces van vertrouwensopbouw dat moet leiden tot de instelling van een zone in het midden-oosten die vrij is van massavernietigingswapens en hun overbrengingsmiddelen, ter ondersteuning van de uitvoering van de strategie van de europese unie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens

    1.   Doelstellingen

    In de op de Euro-mediterrane conferentie van 27-28 november 1995 aangenomen Verklaring van Barcelona zijn de Europese Unie en haar mediterrane partners overeengekomen om te streven naar een doeltreffend controleerbare zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen. In 2008 is in de gezamenlijke verklaring van de top van Parijs voor het Middellandse Zeegebied bevestigd dat de Europese Unie bereid is zich te bezinnen op praktische maatregelen, en deze uit te werken, als voorbereiding op de volledige uitvoering van de resolutie van de NPV-toetsingsconferentie van 1995 over het Midden-Oosten („de resolutie van 1995”) en de instelling van een dergelijke zone. Deze praktische maatregelen zijn besproken tijdens het seminar van de Europese Unie over veiligheid, non-proliferatie van MVW en ontwapening in het Midden-Oosten van juni 2008 in Parijs.

    Volgens de Europese Unie moeten praktische maatregelen onder meer stimulerend werken en leiden tot universele toetreding tot en naleving van alle multilaterale verdragen en instrumenten op het gebied van non-proliferatie, wapenbeheersing en ontwapening, zoals het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (NPV), het Chemischewapensverdrag, het Verdrag inzake biologische en toxine wapens, het Alomvattend Kernstopverdrag en de Haagse Gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten alsmede de integrale-waarborgovereenkomsten van de IAEA en het aanvullende protocol. Ook het openen van onderhandelingen over een verdrag inzake een verbod op de levering van splijtstof zou hierbij een cruciale stap zijn. Dat zouden belangrijke maatregelen zijn voor het opbouwen van regionaal vertrouwen met het oog op de instelling van een controleerbare zone die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen.

    De Europese Unie wenst de politieke en veiligheidsdialoog met betrekking tot thema’s die verband houden met de instelling van een MVW-vrije zone tussen de betrokken partners van de Unie voor het Middellandse Zeegebied en alle overige landen in het Midden-Oosten, voort te zetten en te intensiveren. De Europese Unie is van mening dat het ontwikkelen en uitvoeren van concrete vertrouwenwekkende maatregelen de vooruitgang richting een MVW-vrije zone kan bevorderen. Deze maatregelen kunnen onder meer kleinschalige projecten inhouden op wetenschappelijk en maatschappelijk gebied waar vooruitgang mogelijk is, alsook opleidingen voor diplomaten en militairen en bezoeken aan landen in de regio, bedoeld om vertrouwen te kweken.

    Tegen de achtergrond van toenemende belangstelling voor het ontwikkelen van een vreedzaam gebruik van kernenergie in de regio, moeten er ook inspanningen worden geleverd die ervoor zorgen dat vreedzaam gebruik verwezenlijkt wordt volgens de hoogste normen qua veiligheid, beveiliging en non-proliferatie. De vraag hoe vreedzame nucleaire samenwerking moet worden verbeterd, dient zowel in algemene termen als meer in het bijzonder te worden besproken, bijvoorbeeld via de ontwikkeling van regionale multinationale kerninstallaties.

    Volgens de Europese Unie kunnen die doelstellingen onder meer dichterbij worden gebracht door een tweede seminar over veiligheid, non-proliferatie van MVW en ontwapening in het Midden-Oosten, met alle betrokken partners. Dit vervolgseminar zou een gerichte en gestructureerde discussie mogelijk maken over de vereisten die in de toekomst zouden kunnen leiden tot de instelling van een effectief controleerbare zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en alle andere MVW en hun overbrengingsmiddelen. De voorbereidingen voor het seminar kunnen worden getroffen in nauwe coördinatie met alle betrokken partijen.

    De Europese Unie blijft achter de besluiten en de resolutie over het Midden-Oosten staan die zijn aangenomen door de NPV-toetsings- en verlengingsconferentie van 1995, en achter de slotdocumenten van de NPV-toetsingsconferenties van 2000 en 2010. Tijdens de NPV-toetsingsconferenties van 2010 zijn verscheidene praktische stappen goedgekeurd, onder meer het bezien van alle voorstellen waarbij werd aangeboden de uitvoering van de resolutie van 1995 te ondersteunen, waaronder het aanbod van de Europese Unie om een vervolgseminar te organiseren van het seminar dat in juni 2008 plaatsvond. De conferentie heeft voorts de belangrijke rol van de civiele samenleving onderkend voor de uitvoering van de resolutie van 1995.

    De Europese Unie wenst bovengenoemde doelen als volgt te steunen:

    via de organisatie van het vervolg op het EU-seminar van 2008 over „veiligheid, non-proliferatie van MVW en ontwapening in het Midden-Oosten”;

    via het verschaffen van de middelen voor het opstellen van achtergrondnota’s over onderwerpen die tijdens het vervolgseminar ter sprake komen.

    2.   Beschrijving van de projecten

    2.1.   Project: Seminar ter ondersteuning van een proces van vertrouwensopbouw dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen

    2.1.1.   Doel van het project

    In het kader van het project:

    a)

    een vervolg bieden op het EU-seminar over veiligheid, non-proliferatie van MVW en ontwapening in het Midden-Oosten, dat op 19 en 20 juni 2008 in Parijs is gehouden;

    b)

    thema’s in verband met regionale veiligheid in het Midden-Oosten bespreken, onder meer de proliferatie van MVW en hun overbrengingsmiddelen en kwesties in verband met conventionele wapens;

    c)

    bezien welke vertrouwenwekkende maatregelen kunnen worden genomen ter bevordering van een proces dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen, onder meer op basis van de ervaringen met bestaande zones;

    d)

    de mogelijkheden bezien om de bestaande verdragen en andere instrumenten inzake non-proliferatie en ontwapening universeel toepasselijk te maken en uit te voeren;

    e)

    de perspectieven bezien voor vreedzame nucleaire samenwerking en daarmee verband houdende activiteiten, onder meer door de met Euratom opgedane ervaring te benutten.

    2.1.2.   Resultaten van het project

    In het kader van het project:

    a)

    de dialoog verdiepen en vertrouwen kweken in de civiele samenleving en bij de regeringen om nog meer vorderingen te maken ter ondersteuning van de regionale veiligheid en de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen;

    b)

    het wederzijds inzicht vergroten in kwesties die van invloed zijn op het regionale veiligheidsbeeld, onder meer de proliferatie van MVW en hun overbrengingsmiddelen en kwesties in verband met conventionele wapens;

    c)

    verbeteren van de aandacht voor, de kennis van en het inzicht in de praktische maatregelen die genomen dienen te worden voor de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen;

    d)

    zich mede inzetten om de bestaande verdragen en andere instrumenten inzake non-proliferatie en ontwapening universeel toepasselijk te maken en uit te voeren;

    e)

    bevorderen van de internationale en regionale samenwerking omtrent het vreedzaam gebruik van kernenergie volgens de hoogste normen qua veiligheid en non-proliferatie.

    2.1.3.   Omschrijving van het project

    Het project houdt in dat er een tweedaags seminar wordt belegd, bij voorkeur in Brussel of in het Middellandse Zeegebied.

    Aan dit seminar zal onder meer worden deelgenomen door vertegenwoordigers van de betrokken EU-instellingen, van de lidstaten, van alle landen van het Midden-Oosten, van kernwapenstaten, van betrokken internationale organisaties en door wetenschappelijke experts. Naar verwachting zullen ongeveer 100 vertegenwoordigers het seminar bijwonen.

    De besprekingen zullen onder leiding staan van wetenschappelijke experts. Omdat de te behandelen onderwerpen erg gevoelig liggen, zullen de besprekingen verlopen volgens de „Chatham House Rule” om een meer informeel en open debat mogelijk te maken zonder dat tijdens de bijeenkomst de bron van de ontvangen informatie bekendgemaakt wordt.

    De uitgenodigde deelnemers en sprekers krijgen hun kosten vergoed en wel: reis- en verblijfkosten en dagvergoedingen. Ook worden bij het besluit van de Raad financiële middelen vrijgemaakt voor alle overige kosten, onder meer de conferentie-installaties, lunches, diners, koffiepauzes, vertaling van stukken en vertolking.

    Het EU-consortium non-proliferatie zal, in overleg met de vertegenwoordiger van de HV en met de lidstaten, deelnemers voor het seminar uitnodigen.

    Het seminar vindt plaats in 2011. Het EU-consortium non-proliferatie stelt een rapport op en zendt dit toe aan de vertegenwoordiger van de HV. Het rapport kan worden toegezonden aan de betrokken instanties van de Europese Unie, alle landen in het Midden-Oosten, andere belangstellende landen, en betrokken internationale organisaties.

    2.2.   Project: Achtergrondnota’s

    2.2.1.   Doel van het project

    In het kader van het project:

    a)

    maximaal acht achtergrondnota’s verstrekken over onderwerpen die ter sprake komen in het seminar ter ondersteuning van een proces van vertrouwensopbouw dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen;

    b)

    instrumenten verstrekken om inzicht te verwerven in het regionale veiligheidsbeeld, onder meer de proliferatie van MVW en hun overbrengingsmiddelen, en kwesties in verband met conventionele wapens;

    c)

    vertrouwenwekkende maatregelen vaststellen die kunnen dienen als praktische stappen in de richting van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen;

    d)

    zoeken naar middelen om verdere vooruitgang te boeken bij het universeel toepasselijk maken en uitvoeren van internationale non-proliferatie- en ontwapeningsverdragen en andere instrumenten;

    e)

    vooruitzichten bepalen voor vreedzame nucleaire samenwerking vanuit het oogpunt van het energiebeleid en de energiebehoeften van de landen.

    2.2.2.   Resultaten van het project

    In het kader van het project:

    a)

    ideeën en suggesties inbrengen voor het seminar ter ondersteuning van een proces van vertrouwensopbouw dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen, en ertoe bijdragen om tot een gerichte en gestructureerde bespreking over alle betrokken thema’s te komen;

    b)

    in de civiele samenleving en bij de regeringen de aandacht voor, de kennis van en het inzicht in kwesties die verband houden met een zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen, en regionale veiligheid in dat gebied, verbeteren;

    c)

    politieke en/of operationele beleidsopties verstrekken aan de regeringen en internationale organisaties ter vereenvoudiging van het proces dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen en tot regionale veiligheid in dat gebied.

    2.2.3.   Omschrijving van het project

    Het project voorziet in de opstelling van maximaal acht achtergrondnota’s van elk 10 à 15 bladzijden (5 000-7 000 woorden). De achtergrondnota’s worden opgesteld door of in opdracht van het EU-consortium non-proliferatie en geven niet noodzakelijk de standpunten weer van de EU-instellingen of de lidstaten.

    De achtergrondnota’s handelen over onderwerpen die ter sprake komen in het seminar ter ondersteuning van een proces van vertrouwensopbouw dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen. In elke nota worden politieke en/of operationele beleidsopties geformuleerd.

    De achtergrondnota’s worden verstrekt aan de deelnemers aan het seminar, de betrokken instanties van de Europese Unie en de lidstaten, alle landen in het Midden-Oosten, andere belangstellende landen, en betrokken internationale organisaties. De achtergrondnota’s kunnen worden gepubliceerd op de website van het EU-consortium non-proliferatie.

    De achtergrondnota’s kunnen gebundeld worden voor één enkele publicatie na het seminar.

    3.   Duur

    De totale geschatte duur van de uitvoering van de projecten is 18 maanden.

    4.   Begunstigden

    De begunstigden van dit project zijn:

    a)

    landen in het Midden-Oosten;

    b)

    andere belangstellende landen;

    c)

    de betrokken internationale organisaties;

    d)

    de civiele samenleving.

    5.   Procedurele aspecten, coördinatie en stuurcomité

    Het stuurcomité bestaat uit een vertegenwoordiger van de HV en een vertegenwoordiger van de uitvoerende instantie van ieder specifiek project. Het stuurcomité evalueert de uitvoering van het Raadsbesluit regelmatig, ten minste om de zes maanden, ook met behulp van elektronische communicatiemiddelen.

    6.   Uitvoerende instanties

    Met de technische uitvoering van dit besluit van de Raad wordt het EU-consortium non-proliferatie belast.

    Het EU-consortium non-proliferatie voert zijn taken uit onder verantwoordelijkheid van de HV. Bij de uitvoering van zijn activiteiten werkt het samen met de HV, de lidstaten, andere deelnemende staten en internationale organisaties, naargelang van het geval.


    Top