Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOL_2005_302_R_0046_01

    2005/800/EG: Besluit van de Raad van 14 november 2005 betreffende de sluiting van de Internationale Overeenkomst van 2005 voor olijfolie en tafelolijven
    Internationale Overeenkomst van 2005 voor olijfolie en tafelolijven

    PB L 302 van 19.11.2005, p. 46–67 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
    PB L 334M van 12.12.2008, p. 609–648 (MT)

    19.11.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 302/46


    BESLUIT VAN DE RAAD

    van 14 november 2005

    betreffende de sluiting van de Internationale Overeenkomst van 2005 voor olijfolie en tafelolijven

    (2005/800/EG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Raad heeft de Commissie op 25 november 2003 toestemming gegeven om namens de Gemeenschap te onderhandelen over de herziening van de in 1993 gewijzigde en verlengde en voor het laatst in 2004 verlengde Internationale Overeenkomst van 1986 voor olijfolie en tafelolijven.

    (2)

    Op 29 april 2005 is de nieuwe Internationale Overeenkomst voor olijfolie en tafelolijven vastgesteld door de Conferentie van de Verenigde Naties voor de onderhandelingen over een overeenkomst ter opvolging van de bestaande Internationale Overeenkomst van 1986 voor olijfolie en tafelolijven.

    (3)

    De Internationale Overeenkomst van 2005 voor olijfolie en tafelolijven bevordert de internationale samenwerking en draagt bij tot de ontwikkeling en de stabiliteit van de markten voor de betrokken producten en tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Gemeenschap op het gebied van het gemeenschappelijk handelsbeleid en het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

    (4)

    Het is derhalve in het belang van de Gemeenschap de Overeenkomst van 2005 goed te keuren,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    De Internationale Overeenkomst van 2005 voor olijfolie en tafelolijven wordt namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.

    De tekst van de Overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

    Artikel 2

    De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de personen aan te wijzen die bevoegd zijn om de overeenkomst te ondertekenen, teneinde aldus tot uitdrukking te brengen dat de Gemeenschap ermee instemt door die Overeenkomst gebonden te zijn, overeenkomstig artikel 39, lid 2, onder a) (1).

    Gedaan te Brussel, 14 november 2005.

    Voor de Raad

    De voorzitster

    T. JOWELL


    (1)  De datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst zal door het secretariaat-generaal van de Raad bekendgemaakt worden in het Publicatieblad van de Europese Unie.


    CONFERENTIE VAN DE VERENIGDE NATIES INZAKE HANDEL EN ONTWIKKELING (Unctad)

    INTERNATIONALE OVEREENKOMST VAN 2005 VOOR OLIJFOLIE EN TAFELOLIJVEN

    Image

    VERENIGDE NATIES

    Genève, 2005

    OPMERKING

    De codes van de documenten van de Verenigde Naties bestaan uit hoofdletters, gecombineerd met cijfers. Het voorkomen van een dergelijke code in het onderhavige document wijst erop dat het betrokken stuk door de Verenigde Naties is opgesteld.

    TD/OLIVE OIL.10/6

    DE PARTIJEN BIJ DEZE OVEREENKOMST,

    BENADRUKKENDE dat de olijventeelt bepalend is voor het levensonderhoud en de levensstandaard van miljoenen gezinnen, die afhankelijk zijn van de maatregelen die worden genomen om het verbruik van olijfproducten te handhaven en te bevorderen en de wereldeconomie voor dergelijke producten te versterken,

    OVERWEGENDE dat de olijfboom wegens zijn blijvende karakter onmisbaar is voor het onderhoud en de instandhouding van de bodem, van essentieel belang is voor de ontwikkeling van bodems die niet geschikt zijn voor andere gewassen, en zelfs bij niet-intensieve exploitatie gunstig reageert op elke verbetering van de teeltmethode,

    OVERWEGENDE dat olijfolie en tafelolijven in de streken waarin deze teelt reeds lange tijd wordt beoefend, zeer belangrijke basisproducten zijn en basisbestanddelen vormen van het mediterrane dieet en sinds kort ook van andere voedingspatronen,

    OVERWEGENDE dat het onregelmatige verloop van de olijventeelt bijzondere moeilijkheden veroorzaakt, die niet alleen ernstig nadeel kunnen berokkenen aan de producenten en consumenten, maar ook het op economische ontwikkeling gerichte algemene beleid in gevaar kunnen brengen in de landen waar de olijventeelt reeds lange tijd wordt beoefend,

    BENADRUKKENDE dat de olijventeelt uitermate belangrijk is voor de economie van een groot aantal landen;

    OVERWEGENDE dat de maatregelen, die moeten worden afgestemd op de specifieke kenmerken van de olijventeelt en van de markt voor de producten ervan, verder reiken dan de nationale grenzen en dat internationale samenwerking daarom geboden is;

    VAN OORDEEL ZIJNDE dat de werkzaamheden die uitgemond zijn in de Overeenkomst van 1956 en in de in 1993 gewijzigde Overeenkomst van 1986, moeten worden voortgezet en ontwikkeld en dat het noodzakelijk is om, gezien de veranderingen in de sector, te onderhandelen over een nieuwe bijgewerkte Overeenkomst;

    REKENING HOUDENDE MET de bepalingen van de Consensus van São Paulo die is bereikt tijdens de elfde vergadering van de Conferentie van de Verenigde Naties inzake handel en ontwikkeling (Unctad),

    ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

    HOOFDSTUK I

    Algemene doelstellingen

    Artikel 1

    Algemene doelstellingen

    Met deze Overeenkomst worden de onderstaande algemene doelstellingen beoogd.

    1)

    Inzake internationale technische samenwerking:

    het bevorderen van internationale samenwerking met het oog op een geïntegreerde duurzame ontwikkeling van de mondiale olijventeelt;

    het bevorderen van de coördinatie van het beleid inzake de productie, de verwerking en behandeling alsmede de opslag en de afzet van olijfolie, olie van afvallen van olijven en tafelolijven;

    het bevorderen van onderzoek en ontwikkeling en het bevorderen van technologieoverdracht en opleiding in de sector olijfproducten met onder meer als doel de olijventeelt en de in deze sector actieve bedrijven te moderniseren en de kwaliteit van de productie te verbeteren;

    het leggen van de basis voor internationale samenwerking in de internationale handel in olijfolie, olie van afvallen van olijven en tafelolijven met als doel om, met inachtneming van de desbetreffende internationale overeenkomsten en akkoorden, nauw samen te werken met de vertegenwoordigers van de verschillende actoren in de sector olijfproducten;

    het voortzetten van inspanningen en maatregelen om de productkwaliteit te verbeteren en onder de aandacht te brengen;

    het voortzetten van inspanningen en maatregelen om, met name met het oog op de bescherming en instandhouding van het milieu, de interactie tussen de olijventeelt en het milieu te verbeteren;

    het bestuderen en stimuleren van methoden om de van de olijfboom afgeleide producten volledig te benutten;

    het organiseren van acties voor het behoud van de genetische bronnen van olijfbomen.

    2)

    Inzake de regularisering van het internationale handelsverkeer in olijfproducten:

    het voortzetten van de samenwerking op het gebied van fysico-chemische en sensorische tests om zo de kennis over de samenstelling en de kwaliteitskenmerken van olijfproducten uit te breiden en uiteindelijk internationale normen vast te stellen inzake:

    controle van de productkwaliteit,

    eerlijke internationale handel,

    bescherming van de rechten van de consument,

    preventie van frauduleuze praktijken;

    het vergemakkelijken van het onderzoek en de toepassing van maatregelen om de nationale en internationale regels inzake met name de afzet van olijfolie en tafelolijven te harmoniseren;

    het stimuleren van de harmonisatie van de criteria ter definiëring van geografische aanduidingen die de leden toekennen met het oog op de internationale bescherming van dergelijke producten;

    het leggen van de basis voor internationale samenwerking ter voorkoming en, in voorkomend geval, bestrijding van frauduleuze praktijken in de internationale handel in voor consumptie geschikte olijfproducten, door middel van nauwe samenwerking met de vertegenwoordigers van de verschillende actoren in de sector olijfproducten.

    3)

    Inzake de uitbreiding van de internationale handel in olijfproducten en de bevordering van de verkoop deze producten:

    het bevorderen van acties op de gebieden productie, verbruik en internationale handel, die bevorderlijk zijn voor de harmonieuze en duurzame uitbreiding van de mondiale olijfproductensector, waarbij gebruik wordt gemaakt van alle instrumenten die de Internationale Olijfolieraad ter beschikking heeft en waarbij aandacht wordt besteedt aan de wisselwerking tussen de drie genoemde gebieden;

    het vergemakkelijken van het onderzoek en de toepassing van maatregelen voor het tot stand brengen van een evenwicht tussen productie en verbruik en het vaststellen van informatie- en overlegprocedures ter verbetering van de markttransparantie;

    het ten uitvoer leggen van maatregelen die gericht zijn op de uitbreiding van de internationale handel in olijfproducten en het vaststellen van maatregelen om het verbruik van olijfolie en tafelolijven te verhogen;

    het uitvoeren van acties om de kennis over de nutritieve, therapeutische en andere eigenschappen van olijfolie en tafelolijven te vergroten;

    het behouden en verstevigen van de positie van de Internationale Olijfolieraad als een forum voor alle marktdeelnemers uit de sector en als een mondiaal documentatie- en informatiecentrum over de olijfboom en de producten ervan.

    HOOFDSTUK II

    Definities

    Artikel 2

    Definities

    Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt verstaan onder:

    1)

    „Internationale Olijfolieraad”: de in artikel 3, lid 1, vermelde internationale organisatie die is opgericht met het oog op de toepassing van de bepalingen van deze Overeenkomst;

    2)

    „Ledenraad”: het besluitvormingsorgaan van de Internationale Olijfolieraad;

    3)

    „lid”: een partij bij deze Overeenkomst;

    4)

    „olijfolie”: olie die uitsluitend wordt verkregen uit vruchten van de olijfboom, met uitsluiting van olie verkregen door het gebruik van oplosmiddelen of herverestering en van alle mengsels met olie van een andere soort;

    5)

    „tafelolijven”: het product dat wordt verkregen uit gezonde vruchten van bepaalde variëteiten van geteelde olijfbomen die worden geselecteerd op hun capaciteit om olijven te produceren die bijzonder geschikt zijn om in te leggen, en dat op passende wijze wordt behandeld of verwerkt en aan de handel en de eindconsument wordt aangeboden;

    6)

    „olijfproduct”: alle voor consumptie geschikte olijfproducten, met name olijfolie, olie van afvallen van olijven en tafelolijven;

    7)

    „bijproducten van de olijventeelt”: met name van snoeiafval van olijfbomen en van de olijfproductenindustrie afgeleide producten, alsmede de producten die resulteren uit het alternatieve gebruik van de producten van de sector;

    8)

    „verkoopseizoen voor olijven”: de periode van 1 oktober van elk jaar tot en met 30 september van het volgende jaar.

    DEEL 1

    INSTITUTIONELE BEPALINGEN

    HOOFDSTUK III

    Internationale Olijfolieraad

    Afdeling I

    Instelling, organen, taken, voorrechten en immuniteiten

    Artikel 3

    Instelling, zetel en structuur van de Internationale Olijfolieraad

    1.   De Internationale Olijfolieraad treedt op bij monde van:

    de voorzitter,

    de Ledenraad, en, in voorkomend geval, de comités en subcomités,

    het uitvoerend secretariaat,

    overeenkomstig de bepalingen van de afdelingen II tot en met V.

    2.   De zetel van de Internationale Olijfolieraad is gevestigd te Madrid (Spanje), tenzij de Ledenraad hierover anders beslist.

    Artikel 4

    Vertegenwoordiging van de leden in de Internationale Olijfolieraad

    1.   Elk lid wijst zijn vertegenwoordiger in de Internationale Olijfolieraad aan.

    2.   Elke vermelding in deze Overeenkomst van een „regering” of van „regeringen” omvat tevens de Europese Gemeenschap en de intergouvernementele organisatie die verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van de onderhandelingen over en de sluiting en de tenuitvoerlegging van internationale overeenkomsten, met name overeenkomsten voor basisproducten. Elke vermelding in deze Overeenkomst van de ondertekening, de bekrachtiging, de aanvaarding of de goedkeuring, of van de kennisgeving van voorlopige toepassing dan wel van de toetreding wordt in het geval van de Europese Gemeenschap of een dergelijke intergouvernementele organisatie derhalve geacht ook te gelden voor de ondertekening, de bekrachtiging, de aanvaarding of de goedkeuring, of voor de kennisgeving van voorlopige toepassing dan wel voor de toetreding door de Europese Gemeenschap of die intergouvernementele organisaties.

    Artikel 5

    Voorrechten en immuniteiten

    1.   De Internationale Olijfolieraad heeft internationale rechtspersoonlijkheid. Hij kan met name contracten sluiten, roerende en onroerende goederen verwerven en afstaan en in rechte optreden. De Internationale Olijfolieraad is niet gemachtigd om leningen aan te gaan.

    2.   Op het grondgebied van elk lid heeft de Internationale Olijfolieraad, voorzover de wetgeving van dit lid het toestaat, de rechtsbevoegdheid die nodig is voor de uitoefening van de taken die hem bij deze Overeenkomst zijn toegewezen.

    3.   Met het oog op de goede werking van de Internationale Olijfolieraad worden het statuut en de voorrechten en immuniteiten van deze Olijfolieraad, van de uitvoerend directeur, de hoge functionarissen, het personeel, de deskundigen alsmede de delegaties van de leden op het Spaanse grondgebied geregeld bij een Zetelovereenkomst.

    4.   Voorzover haar wetgeving dat toestaat, verleent de regering van de staat waarin de zetel van de Internationale Olijfolieraad zich bevindt, vrijstelling van belasting voor de door de Internationale Olijfolieraad aan zijn personeel uitgekeerde bezoldigingen en voor de tegoeden, de inkomsten en de andere eigendommen van de Internationale Olijfolieraad.

    5.   De Internationale Olijfolieraad mag met één of meer leden overeenkomsten sluiten over de voorrechten en immuniteiten die noodzakelijk zijn voor de efficiënte toepassing van deze Overeenkomst.

    Afdeling II

    Ledenraad

    Artikel 6

    Samenstelling en taken

    1.   Elk lid vaardigt één vertegenwoordiger af naar de Ledenraad. Bovendien mag elk lid één of meer plaatsvervangers en één of meer adviseurs voor zijn afgevaardigde aanwijzen.

    2.   De Ledenraad is het belangrijkste besluitvormingsorgaan van de Internationale Olijfolieraad. De Ledenraad oefent alle bevoegdheden uit en vervult alle taken of ziet toe op de uitvoering van alle taken die nodig zijn om de doelstellingen van deze Overeenkomst te bereiken. Alle in deze Overeenkomst bedoelde beslissingen, aanbevelingen of suggesties worden door de Ledenraad vastgesteld, tenzij het bevoegdheden of taken betreft waarmee het uitvoerend secretariaat of de uitvoerend directeur expliciet is belast.

    Beslissingen, aanbevelingen of suggesties die krachtens de aan deze Overeenkomst voorafgaande Internationale Overeenkomst (1) zijn vastgesteld en die nog van kracht zijn bij de inwerkingtreding van de onderhavige Overeenkomst, blijven van toepassing, tenzij zij tegen deze Overeenkomst indruisen of door de Ledenraad worden ingetrokken.

    3.   De Ledenraad gaat overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst over tot de vaststelling van:

    a)

    het reglement van orde,

    b)

    het statuut, met inachtneming van de statuten voor functionarissen van soortgelijke internationale organisaties,

    c)

    een organigram.

    4.   De Ledenraad voert studies of andere werkzaamheden uit of laat deze uitvoeren, waaronder het verzamelen van uitvoerige gegevens over verschillende vormen van steunverlening voor activiteiten die betrekking hebben op de olijventeelt en olijfproducten, teneinde de aanbevelingen en suggesties te kunnen doen die hij dienstig acht om de in artikel 1 vastgestelde algemene doelstellingen te verwezenlijken. Deze studies en werkzaamheden moeten met name betrekking hebben op een zo groot mogelijk aantal landen of groepen van landen en rekening houden met de algemene, sociale en economische omstandigheden in de betrokken landen.

    De leden stellen de Ledenraad overeenkomstig een door de Ledenraad vastgestelde procedure in kennis van de conclusies die zij met inachtneming van de uit de toepassing van deze Overeenkomst voortvloeiende aanbevelingen en suggesties hebben bereikt.

    5.   De Ledenraad publiceert een jaarlijks verslag over zijn activiteiten en over de werking van deze Overeenkomst.

    6.   De Ledenraad zorgt voor de opstelling, voorbereiding en publicatie in de officiële talen van de Internationale Olijfolieraad van alle verslagen, studies en andere documenten die hij dienstig en noodzakelijk acht, en houdt de documentatie bij die hij nodig heeft om de taken te vervullen die hem bij deze Overeenkomst zijn toevertrouwd.

    Artikel 7

    Vergaderingen van de Ledenraad

    1.   De Ledenraad vergadert in de zetel van de Internationale Olijfolieraad, tenzij hij daaromtrent een andersluidend besluit neemt. Indien de Ledenraad op uitnodiging van een lid beslist om elders te vergaderen, komen de kosten die deze beslissing voor de begroting van de Internationale Olijfolieraad met zich brengt voor rekening van dat lid, met aftrek van de kosten van een vergadering in de zetel.

    2.   De Ledenraad houdt eens per jaar, in het najaar, een gewone vergadering.

    Elk lid kan de afgevaardigde van een ander lid machtigen om zijn belangen te behartigen en zijn recht op deelneming aan de besluitvorming van de Ledenraad in een of verschillende vergaderingen van de Ledenraad uit te oefenen. Hiertoe moet een voor de Ledenraad aanvaardbaar bewijs van de machtiging worden overgelegd.

    De afgevaardigde van een lid mag slechts voor één ander lid de belangen behartigen en diens recht op deelneming aan de besluitvorming van de Ledenraad uitoefenen.

    3.   De Ledenraad kan te allen tijde op verzoek van de voorzitter worden bijeengeroepen. De voorzitter kan de Ledenraad bovendien bijeenroepen, wanneer meerdere leden of één door minstens twee andere leden gesteund lid daarom verzoekt.

    4.   De uitgaven van de delegaties bij de Ledenraad zijn ten laste van de betrokken leden.

    5.   De convocaties voor de in lid 2 bedoelde vergaderingen moeten ten minste 60 dagen vóór de datum van de eerste bijeenkomst van elke vergadering worden toegezonden. De convocaties voor de in lid 3 bedoelde vergaderingen moeten ten minste 21 dagen vóór de datum van de eerste bijeenkomst van elke vergadering worden toegezonden.

    6.   Het voor elke vergadering van de Ledenraad vereiste quorum is bereikt bij aanwezigheid van de afgevaardigden van een meerderheid der leden die over ten minste 90 % van het totaal van de aan de leden toegekende aandelen beschikt.

    Indien dit quorum niet wordt bereikt, wordt de vergadering 24 uur later gehouden en het dan vereiste quorum wordt bereikt bij aanwezigheid van de afgevaardigden van een groep leden die over ten minste 85 % van het totaal van de aan de leden toegekende aandelen beschikt.

    7.   De vergaderingen van de Ledenraad mogen volledig of gedeeltelijk worden bijgewoond door de volgende waarnemers, mits de Ledenraad daarvoor vooraf toestemming verleent:

    a)

    de in artikel 14 van deze Overeenkomst vermelde internationale organisaties en instellingen;

    b)

    de regering van een land dat als lid of als waarnemer zitting heeft in de Verenigde Naties of in één van de in artikel 14 van deze Overeenkomst vermelde organisaties en dat van plan is tot deze Overeenkomst toe te treden, na schriftelijk overleg tussen de dag waarop de convocatie is verzonden en de dag van de vergadering.

    Het is waarnemers niet toegestaan tijdens de vergaderingen van de Ledenraad het woord te nemen, tenzij de voorzitter hun daarvoor toestemming geeft.

    Artikel 8

    Aandelen

    1.   De leden beschikken samen over 1 000 aandelen.

    De aandelen worden tussen de leden verdeeld overeenkomstig de met de volgende formule berekende basisgegevens van elk lid:

    q = p1 + e1 + p2 + e2.

    De parameters in deze formule zijn in 1 000 metrieke ton uitgedrukte gemiddelden, waarbij het gedeelte van 1 000 metrieke ton boven het gehele getal niet wordt meegerekend. De aandelen mogen nooit in fracties worden aangegeven.

    q

    :

    basisgegevens voor de proportionele berekening van de aandelen;

    p1

    :

    gemiddelde olijfolieproductie van de laatste zes verkoopseizoenen voor olijven;

    e1

    :

    gemiddelde (douane-)uitvoer van olijfolie in de laatste zes kalenderjaren die overeenstemmen met de jaren waarin de voor de berekening van p1 in aanmerking genomen verkoopseizoenen voor olijven aflopen;

    p2

    :

    gemiddelde productie van tafelolijven van de laatste zes verkoopseizoenen voor olijven, omgerekend in olijfolie-equivalent door toepassing van een omrekeningscoëfficiënt van 16 %;

    e2

    :

    gemiddelde (douane-)uitvoer van tafelolijven in de laatste zes kalenderjaren die overeenstemmen met de jaren waarin de voor de berekening van p2 in aanmerking genomen verkoopseizoenen voor olijven aflopen, omgerekend in olijfolie-equivalent door toepassing van een omrekeningscoëfficiënt van 16 %.

    2.   Elk lid beschikt over niet minder dan vijf aandelen. Daarom geldt dat, indien de op lid 1 gebaseerde berekening een resultaat van minder dan vijf aandelen voor een lid oplevert, het aandeel van dat lid wordt verhoogd tot vijf en de aandelen van de andere leden overeenkomstig worden verlaagd.

    3.   De Ledenraad stelt de overeenkomstig dit artikel berekende aandelen vast tijdens zijn jaarlijkse vergadering. De aldus verkregen verdeling geldt voor het volgende jaar.

    4.   De oorspronkelijke aandelen zijn opgenomen in bijlage A bij deze Overeenkomst. De vaststelling ervan is gebeurd op basis van de leden 1 en 2 in het licht van het gemiddelde van de gegevens voor de laatste zes verkoopseizoenen voor olijven en de laatste zes kalenderjaren waarvoor definitieve gegevens beschikbaar zijn. De aandelen worden, zo nodig, jaarlijks door de Ledenraad gewijzigd overeenkomstig de leden 1, 2 en 3.

    Artikel 9

    Besluiten van de Ledenraad

    1.   Behoudens andersluidende bepalingen van deze Overeenkomst worden de besluiten van de Ledenraad binnen een door de voorzitter gestelde termijn genomen bij consensus van de leden. Die termijn mag de duur van de vergadering waarop het ontwerpbesluit aan de Ledenraad wordt voorgelegd, niet overschrijden.

    Wordt binnen die termijn geen consensus bereikt, dan gaan de leden tot stemming over.

    2.   Een besluit wordt als vastgesteld beschouwd wanneer een groep van minstens 50 % van de leden, die over 82 % van de aandelen beschikt, vóór stemt.

    3.   De Ledenraad kan zonder te vergaderen besluiten nemen op grond van een briefwisseling tussen de voorzitter en de leden, op voorwaarde dat geen enkel lid tegen deze procedure bezwaar maakt.

    De regels voor deze overlegprocedure worden door de Ledenraad in het reglement van orde vastgelegd.

    Alle aldus genomen besluiten worden zo spoedig mogelijk door het uitvoerend secretariaat aan alle leden meegedeeld en worden opgenomen in het slotverslag van de volgende vergadering van de Ledenraad.

    Afdeling III

    Voorzitter en vice-voorzitter

    Artikel 10

    Voorzitter en vice-voorzitter

    1.   De Ledenraad kiest een afgevaardigde van de leden tot voorzitter. Als de voorzitter tevens delegatieleider is, wordt zijn recht om aan de besluitvorming in de Ledenraad deel te nemen, uitgeoefend door een ander lid van zijn delegatie.

    Onverminderd de bevoegdheden en taken waarmee de uitvoerend directeur in of overeenkomstig deze Overeenkomst is belast, oefent de voorzitter de bevoegdheden en taken uit die in deze Overeenkomst zijn opgenomen en in het reglement van orde zijn gespecificeerd. Bovendien vertegenwoordigt de voorzitter de Internationale Olijfolieraad in rechte en zit hij de vergaderingen van de Ledenraad voor.

    2.   De Ledenraad kiest een afgevaardigde van de leden tot vice-voorzitter. Als de vice-voorzitter tevens delegatieleider is, heeft hij toch het recht om aan de besluitvorming in de Ledenraad deel te nemen, behalve wanneer hij de taken van de voorzitter waarneemt en hij daarom dat recht aan een ander lid van zijn delegatie moet overdragen.

    De vice-voorzitter vervangt de voorzitter wanneer deze afwezig is.

    3.   De voorzitter en de vice-voorzitter worden niet bezoldigd.

    4.   Bij gelijktijdige afwezigheid van de voorzitter en de vice-voorzitter of bij permanente afwezigheid van een van beiden of van beiden, kiest de Ledenraad uit de delegaties van de leden, naar gelang van het geval, tijdelijke of permanente nieuwe titularissen voor die functies.

    Afdeling IV

    Comités en subcomités

    Artikel 11

    Financieel Comité

    1.   De Ledenraad richt een Financieel Comité op waarin per lid één afgevaardigde zitting neemt.

    2.   Het Financieel Comité is verantwoordelijk voor de financiële controle van de Internationale Olijfolieraad en voor de controle van de toepassing van hoofdstuk IV van deze Overeenkomst.

    Het Financieel Comité wordt in dit verband belast met de analyse en bestudering van de door het uitvoerend secretariaat voorgestelde ontwerpen van jaarbegrotingen van de Internationale Olijfolieraad. Alleen de door het Financieel Comité reeds behandelde ontwerpbegrotingen worden ter goedkeuring aan de Ledenraad overgelegd.

    Het Financieel Comité is tevens verantwoordelijk voor de bestudering van de rekeningen van de Internationale Olijfolieraad overeenkomstig artikel 18.

    Elk jaar legt het Financieel Comité de rekeningen over het vorige begrotingsjaar, samen met eventuele andere maatregelen betreffende financiële aangelegenheden, voor goedkeuring tijdens de jaarlijkse vergadering aan de Ledenraad voor.

    3.   De regels voor de toepassing van deze bepalingen worden door de Ledenraad in het reglement van orde verankerd en vastgesteld.

    Artikel 12

    Andere comités en subcomités

    1.   De Ledenraad kan de comités en subcomités benoemen die hij dienstig acht om hem bij te staan bij de uitoefening van de taken die hem bij deze Overeenkomst worden opgedragen.

    2.   De regels voor de toepassing van deze bepaling worden door de Ledenraad in het reglement van orde verankerd en vastgesteld. Deze regels moeten van die aard zijn dat:

    a)

    aan de hand ervan de leden op een billijke wijze over de comités worden verdeeld;

    b)

    aan de hand ervan de bepalingen inzake het toelaten van waarnemers tot de vergaderingen van de comités en subcomités kunnen worden vastgesteld.

    Afdeling V

    Uitvoerend secretariaat

    Artikel 13

    Uitvoerend secretariaat

    1.   De Internationale Olijfolieraad heeft een uitvoerend secretariaat bestaande uit een uitvoerend directeur, hoge functionarissen en het personeel dat nodig is voor de uitvoering van de uit deze Overeenkomst voortvloeiende taken. De functies van de uitvoerend directeur en de hoge functionarissen worden gedefinieerd in het door de Ledenraad vastgestelde reglement van orde.

    2.   De Ledenraad wijst de uitvoerend directeur en de hoge functionarissen aan op basis van het beginsel van evenredige rotering van de leden en op basis van geografisch evenwicht.

    De Ledenraad stelt de voorwaarden voor aanwerving van deze personen vast met inachtneming van de voorwaarden die in soortgelijke intergouvernementele organisaties gelden voor functionarissen van een overeenkomstige rang. Hun profiel wordt beschreven in het reglement van orde.

    3.   De uitvoerend directeur is de hoogste functionaris van de Internationale Olijfolieraad. Hij vervult zijn taken en neemt beheersbeslissingen in samenspraak met de hoge functionarissen volgens het collegialiteitsbeginsel.

    4.   De uitvoerend directeur benoemt het personeel overeenkomstig de bepalingen van het reglement van orde.

    5.   De uitvoerend directeur, de hoge functionarissen en de andere personeelsleden mogen geen winstgevende activiteiten uitoefenen in een van de diverse takken van de olijventeelt en de olijfproductensector.

    6.   Bij de vervulling van hun uit deze Overeenkomst voortvloeiende taken vragen of aanvaarden de uitvoerend directeur, de hoge functionarissen en het personeel geen instructies van een lid of van enige instantie buiten de Internationale Olijfolieraad. Zij onthouden zich van iedere handeling die onverenigbaar is met hun status van internationaal ambtenaar die uitsluitend verantwoordelijk is tegenover de Ledenraad. Elk lid moet het uitsluitend internationale karakter van de bevoegdheden van de uitvoerend directeur, de hoge functionarissen en het personeel eerbiedigen en mag niet trachten hen bij de uitvoering van hun taken te beïnvloeden.

    Afdeling VI

    Samenwerking en betrekkingen met andere organisaties

    Artikel 14

    Samenwerking met andere organisaties

    1.   De Internationale Olijfolieraad treft de nodige regelingen voor overleg of samenwerking met de Verenigde Naties (VN) en de VN-organen, met name de Conferentie van de Verenigde Naties inzake handel en ontwikkeling (Unctad), het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP), de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), de Voedsel- en landbouworganisatie (FAO), het gemeenschappelijke FAO/WHO-programma van de Codex Alimentarius-commissie, de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), de Organisatie van de Verenigde Naties voor onderwijs, wetenschap en cultuur (Unesco) en andere gespecialiseerde organen van de Verenigde Naties, alsmede met intergouvernementele, gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties die de olijfsector van dienst kunnen zijn en middelen ter beschikking kunnen stellen ter ondersteuning van door de Internationale Olijfolieraad georganiseerde acties die alle leden van de Internationale Olijfolieraad ten goede komen.

    2.   De Internationale Olijfolieraad gaat betrekkingen aan met internationale of regionale financiële organisaties of instellingen, met name het Gemeenschappelijk Fonds voor de basisproducten, en stelt hiervoor, zo nodig, samenwerkingsovereenkomsten vast.

    Samenwerkingsovereenkomsten tussen de Internationale Olijfolieraad en de hierboven genoemde internationale organisaties of instellingen moeten vooraf door de Ledenraad worden goedgekeurd.

    Bij de uitvoering van projecten op grond van dit artikel gaat de Internationale Olijfolieraad, als internationale organisatie voor dit basisproduct, geen enkele financiële verplichting aan in verband met door leden of andere eenheden gegeven waarborgen. Geen enkel lid kan wegens zijn lidmaatschap van de Internationale Olijfolieraad aansprakelijk worden gesteld voor leningen die door andere leden of andere eenheden in het kader van dergelijke projecten zijn aangegaan of toegestaan.

    3.   In het licht van de speciale rol van Unctad in de internationale handel in grondstoffen stelt de Internationale Olijfolieraad deze organisatie zo nodig in kennis van zijn activiteiten en werkprogramma’s.

    DEEL 2

    FINANCIËLE BEPALINGEN

    HOOFDSTUK IV

    Begrotingen van de Internationale Olijfolieraad

    Artikel 15

    Begrotingen van de Internationale Olijfolieraad

    1.   De Ledenraad stelt, met het oog op de verwezenlijking van de in hoofdstuk I vermelde algemene doelstellingen, de volgende jaarbegrotingen vast:

    een administratieve begroting,

    een begroting voor technische samenwerking,

    een begroting voor verkoopbevordering.

    2.   De administratieve begroting wordt gefinancierd met de bijdragen van de leden en met andere aanverwante inkomsten. De omvang van de bijdrage van elk lid wordt vastgesteld in verhouding tot het overeenkomstig artikel 8 bepaalde aandeel van dat lid.

    3.   De begroting voor technische samenwerking wordt gefinancierd met:

    a)

    een bijdrage van elk lid, die wordt vastgesteld in verhouding tot het overeenkomstig artikel 8 bepaalde aandeel van dat lid;

    b)

    subsidies, bijdragen die de leden overeenkomstig een tussen de Internationale Olijfolieraad en het donerende lid gesloten overeenkomst vrijwillig leveren, en schenkingen, alsmede

    c)

    andere aanverwante inkomsten.

    4.   De begroting voor verkoopbevordering wordt gefinancierd met:

    a)

    een bijdrage van elk lid, die wordt vastgesteld in verhouding tot het overeenkomstig artikel 8 bepaalde aandeel van dat lid;

    b)

    bijdragen die de leden overeenkomstig een tussen de Internationale Olijfolieraad en het donerende lid gesloten overeenkomst vrijwillig leveren;

    c)

    schenkingen door regeringen en/of uit andere bronnen, alsmede

    d)

    andere aanverwante inkomsten.

    5.   De Internationale Olijfolieraad mag ook extra bijdragen in ontvangst nemen in andere vormen, inclusief in de vorm van diensten, wetenschappelijk en technisch materiaal en/of personeel dat kan voldoen aan de vereisten van de goedgekeurde programma’s.

    De Internationale Olijfolieraad streeft er bovendien naar om zich, in het kader van de ontwikkeling van de internationale samenwerking, te verzekeren van de onontbeerlijke financiële en/of technische bijstand die kan worden verkregen van gekwalificeerde, al dan niet financiële, internationale, regionale of nationale instellingen.

    De hierboven bedoelde bijdragen worden door de Ledenraad toegewezen aan de begroting voor technische samenwerking of aan de begroting voor verkoopbevordering, dan wel aan beide begrotingen.

    6.   De middelen van de administratieve begroting, de begroting voor technische samenwerking en de begroting voor verkoopbevordering die in de loop van een kalenderjaar niet zijn vastgelegd, mogen als voorfinanciering van de betrokken begroting naar de volgende kalenderjaren worden overgedragen en worden aan de desbetreffende begroting toegewezen overeenkomstig het aandeel van elk lid voor het betrokken kalenderjaar.

    Behoudens een andersluidende beslissing van de Ledenraad mogen deze bedragen in geen geval naar andere begrotingen worden overgedragen.

    Artikel 16

    Middelen voor administratieve doeleinden

    Naast de in artikel 15 vermelde begrotingen mag de Internationale Olijfolieraad worden voorzien van de in het reglement van orde bedoelde middelen voor administratieve doeleinden.

    Artikel 17

    Betaling van bijdragen

    1.   Elk jaar stelt de Ledenraad tijdens de jaarlijkse vergadering de door elk lid voor het volgende kalenderjaar te betalen bijdrage vast op basis van de overeenkomstig artikel 8 bepaalde aandelen van elk lid.

    2.   De beginsituatie van elk lid dat tot deze Overeenkomst toetreedt na de inwerkingtreding ervan, wordt door de Ledenraad vastgesteld. De bijdrage van het nieuwe lid wordt berekend op basis van het aan dat lid toegewezen aandeel en het deel van het jaar dat resteert na de toetreding van dat lid, zonder dat dit evenwel wijzigingen met zich brengt voor de reeds voor dat kalenderjaar vastgestelde bijdragen van de andere leden.

    3.   De in artikel 15 bedoelde bijdragen zijn opeisbaar op de eerste dag van het kalenderjaar waarvoor deze zijn vastgesteld. De bijdragen worden vastgesteld in euro en moeten worden betaald in die valuta of in de tegenwaarde daarvan in een andere vrij converteerbare valuta.

    4.   De Ledenraad verzoekt de leden aan het begin van het kalenderjaar om, in het belang van de normale werking van de Internationale Olijfolieraad en de tenuitvoerlegging van de door de Internationale Olijfolieraad voor het betrokken kalenderjaar geplande acties, hun bijdrage zo spoedig mogelijk te betalen.

    Heeft een lid uiterlijk zes maanden na het begin van het kalenderjaar zijn bijdrage nog niet betaald, dan wordt dit lid door de Ledenraad verzocht in de komende drie maanden tot betaling over te gaan. Verstrijken beide termijnen zonder betaling, dan wordt de kwestie tijdens de gewone vergadering aan de Ledenraad voorgelegd. Het recht van leden met achterstallige betalingen op deelname aan de besluitvorming in de Ledenraad en op toegang tot verkiesbare functies in de Ledenraad, de comités en de subcomités, wordt automatisch geschorst totdat de bijdrage volledig is betaald. Na de leden met achterstallige betalingen te hebben gehoord, neemt de Ledenraad andere adequate maatregelen, die vervolgens worden uitgevoerd.

    5.   Een beslissing van de Ledenraad mag er in geen geval toe leiden dat een lid wordt ontheven van de uit deze Overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.

    Artikel 18

    Financiële controle

    1.   De financiële controle van de Internationale Olijfolieraad wordt overeenkomstig artikel 11 verricht door het Financieel Comité.

    2.   De door een onafhankelijke auditor gecertificeerde rekeningen van de Internationale Olijfolieraad betreffende het vorige kalenderjaar worden aan het Financieel Comité overgelegd, dat ze, na bestudering, tijdens de jaarlijkse vergadering voor goedkeuring en publicatie aan de Ledenraad voorlegt.

    Voor de selectie van de onafhankelijke auditor schrijft de Ledenraad een aanbesteding uit waaraan op zijn minst drie belangrijke, op dat gebied gespecialiseerde bedrijven deelnemen.

    De onafhankelijke auditor wordt aangewezen voor een periode van maximaal drie jaar.

    Zolang deze Overeenkomst geldig is, komt een bedrijf dat reeds voor de audit van de rekeningen van de Internationale Olijfolieraad is geselecteerd, pas na negen jaar weer in aanmerking voor selectie als auditor.

    3.   De Ledenraad gaat tijdens zijn jaarlijkse vergadering bovendien over tot de behandeling en vaststelling van het verslag over:

    de controle van het beheer van de fondsen, tegoeden en liquide middelen van de Internationale Olijfolieraad,

    de regelmatigheid van de financiële transacties en de naleving hierbij van de geldende regels en begrotingsbepalingen.

    Artikel 19

    Liquidatie

    1.   In geval van ontbinding neemt de Ledenraad, vóór deze ontbinding, de in artikel 47, lid 5, opgenomen maatregelen.

    2.   Bij het verstrijken van deze Overeenkomst worden, tenzij de Overeenkomst wordt verlengd, de activa van de Internationale Olijfolieraad, de niet-vastgelegde bedragen die voortvloeien uit de in artikel 16 bedoelde middelen, en de niet-vastgelegde bedragen van de in artikel 15 opgenomen begrotingen aan de leden terugbetaald naar rato van het totaal van de aandelen waarover zij op dat moment beschikken. De in artikel 15, lid 4, onder b), en lid 5, onder b), bedoelde vrijwillige bijdragen en de in artikel 15, lid 5, onder c), bedoelde schenkingen worden aan het betrokken lid of de betrokken donor terugbetaald.

    DEEL 3

    ECONOMISCHE BEPALINGEN EN BEPALINGEN INZAKE DE ORDENING VAN DE MARKT

    HOOFDSTUK V

    Benamingen en definities van olijfolie, olie van afvallen van olijven en tafelolijven — Geografische aanduidingen

    Artikel 20

    Gebruik van de benaming „olijfolie”

    1.   De benaming „olijfolie” mag alleen worden gebruikt voor olie die uitsluitend uit olijven wordt verkregen, met uitsluiting van olie verkregen door het gebruik van oplosmiddelen of verestering en van alle mengsels met olie van een andere soort.

    2.   De benaming „olijfolie” zonder meer mag in geen geval worden gebruikt voor olie van afvallen van olijven.

    3.   De leden verbinden zich tot het afschaffen, zowel in de binnenlandse als de buitenlandse handel, van elk gebruik van de benaming „olijfolie”, zonder meer of in combinatie met andere woorden, dat niet in overeenstemming is met dit artikel.

    Artikel 21

    Benamingen en definities van olijfolie, olie van afvallen van olijven en tafelolijven

    1.   De definities van de volgende categorieën olijfolie en olie van afvallen van olijven worden gegeven in bijlage B:

    I.

    Olijfolie:

    A.

    olijfolie van eerste persing:

    a)

    olijfolie van eerste persing, als zodanig voor consumptie geschikt:

    i)

    extra olijfolie van eerste persing,

    ii)

    olijfolie van eerste persing,

    iii)

    courante olijfolie van eerste persing;

    b)

    olijfolie van eerste persing, niet als zodanig voor consumptie geschikt:

    olijfolie van eerste persing voor verlichting;

    B.

    geraffineerde olijfolie;

    C.

    olijfolie.

    II.

    Olie van afvallen van olijven:

    A.

    ruwe olie van afvallen van olijven;

    B.

    geraffineerde olie van afvallen van olijven;

    C.

    olie van afvallen van olijven.

    2.   De definities van de volgende soorten tafelolijven worden gegeven in bijlage C:

    i)

    groene olijven,

    ii)

    rijpende olijven,

    iii)

    zwarte olijven.

    3.   De Ledenraad mag de door hem als noodzakelijk of nuttig beschouwde wijzigingen aanbrengen aan de in dit artikel vermelde categorieën olie en soorten tafelolijven en aan de in de bijlagen B en C opgenomen definities.

    Artikel 22

    Verbintenissen van de lidstaten

    1.   De leden van de Internationale Olijfolieraad verbinden zich ertoe de in de bijlagen B en C vastgestelde benamingen in de internationale handel te gebruiken en moedigen het gebruik ervan in de binnenlandse handel aan.

    2.   De Ledenraad stelt overeenkomstig artikel 25, lid 3, normen betreffende kwaliteitscriteria voor de internationale handel van de leden vast.

    3.   De leden verbinden zich tot een gedetailleerde analyse van de definitie van de benamingen en geografische aanduidingen die van economisch belang voor de leden kunnen zijn, alsmede van de in nationaal recht vastgestelde minimumbepalingen ter bescherming van dergelijke aanduidingen. Hiertoe creëert de Internationale Olijfolieraad de voorwaarden voor de ontwikkeling van een regeling inzake de wederzijdse erkenning van dergelijke benamingen.

    4.   Alleen olijfoliën van eerste persing en tafelolijven van de handelscategorie „Extra” die zijn geproduceerd overeenkomstig de desbetreffende bepalingen voor deze producten, mogen worden voorzien van een geografische aanduiding.

    5.   Geografische aanduidingen mogen alleen overeenkomstig de bij de wetgeving van het land van oorsprong vastgestelde voorwaarden worden gebruikt.

    6.   De leden verbinden zich er met name toe een regeling inzake de wederzijdse erkenning van geografische aanduidingen te ontwikkelen om, ex officio, de bescherming van bij de nationale wetgeving van de leden beschermde geografische aanduidingen te verzekeren, en het gebruik van tegen deze wetgeving indruisende geografische aanduidingen en benamingen van voor de internationale handel bestemde olijfolie, olie van afvallen van olijven en tafelolijven op hun grondgebied te verbieden en te bestrijden.

    Deze verbintenis geldt voor alle vermeldingen die op verpakkingen, facturen, vrachtbrieven en handelsdocumenten en in reclame worden gebruikt, alsmede voor handelsmerken, geregistreerde handelsnamen en afbeeldingen die verbonden zijn met de internationale handel in olijfolie, olie van afvallen van olijven en tafelolijven, voorzover deze vermeldingen onjuiste aanduidingen kunnen vormen of aanleiding kunnen geven tot verwarring over oorsprong, herkomst of kwaliteit van de betrokken olijfolie, olie van afvallen van olijven en tafelolijven.

    Artikel 23

    Geschillen en bemiddeling

    1.   Geschillen over geografische aanduidingen, die voortvloeien uit de interpretatie van de bepalingen van dit hoofdstuk of uit moeilijkheden bij de tenuitvoerlegging ervan en die niet door rechtstreekse onderhandelingen zijn opgelost, worden behandeld door de Ledenraad.

    2.   Nadat een in artikel 37, lid 1, bedoelde adviserende commissie advies heeft uitgebracht en overleg heeft plaatsgevonden met de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom, met een bevoegde beroepsorganisatie en, indien noodzakelijk, met de Internationale Kamer van Koophandel en de in analytische scheikunde gespecialiseerde internationale instellingen, treedt de Ledenraad bemiddelend op; indien deze bemiddeling geen succes heeft en nadat de Ledenraad heeft geconstateerd dat alle middelen om tot overeenstemming te komen, zijn uitgeput, hebben de betrokken leden het recht in laatste instantie een beroep te doen op het Internationale Gerechtshof.

    HOOFDSTUK VI

    Ordening van de markten voor olijfproducten

    Artikel 24

    Onderzoek van de situatie en de ontwikkelingen op de markt voor olijfolie, olie van afvallen van olijven en tafelolijven

    1.   In het kader van de in artikel 1 vastgestelde algemene doelstellingen en teneinde bij te dragen tot het ordenen van de markt voor olijfolie, olie van afvallen van olijven en tafelolijven en tot het corrigeren van een door wisselvallige oogsten of andere factoren veroorzaakt gebrek aan evenwicht tussen vraag en aanbod op de wereldmarkt, stellen de leden alle nodige gegevens, statistieken en documentatie over olijfolie, olie van afvallen van olijven en tafelolijven ter beschikking van de Internationale Olijfolieraad of delen zij deze aan de Internationale Olijfolieraad mee.

    2.   Tijdens de jaarlijkse vergadering onderzoekt de Ledenraad de olijfproductenbalansen en stelt hij een globale raming op van de voorraden olijfolie, olie uit afvallen van olijven en tafelolijven en van de vraag naar deze producten aan de hand van de door elk lid op grond van artikel 36 meegedeelde gegevens, de door de regeringen van landen die geen partij zijn bij deze Overeenkomst, aan de Internationale Olijfolieraad verstrekte gegevens en ander hiervoor bruikbaar statistisch materiaal waarover de Internationale Olijfolieraad beschikt. De Ledenraad verricht, met inachtneming van alle informatie waarover hij beschikt, een onderzoek van de marktsituatie, stelt voor alle olijfproducten samen een globale raming op van de voorraden en de vraag en kan de volgens hem wenselijke maatregelen aan de leden voorstellen.

    Artikel 25

    Ordening van de markt voor olijfproducten

    1.   De Internationale Olijfolieraad verricht studies teneinde aan de leden aanbevelingen te doen met het oog op de totstandbrenging van een evenwicht tussen productie en consumptie en, meer in het algemeen, van een ordening op lange termijn van de olijfproductenmarkt aan de hand van de tenuitvoerlegging van adequate maatregelen.

    2.   Met het oog op een dergelijke ordening verricht de Internationale Olijfolieraad tevens studies om, op passende wijze en met inachtneming van het door productieschommelingen of andere factoren veroorzaakte gebrek aan evenwicht op de markt, adequate oplossingen aan de leden te kunnen aanbevelen voor de problemen die zich in het kader van de ontwikkeling van de internationale markt voor olijfolie, olie van afvallen van olijven en tafelolijven kunnen voordoen.

    3.   De Internationale Olijfolieraad onderzoekt alle middelen om het internationale handelsverkeer in olijfolie en tafelolijven te ontwikkelen en het verbruik van deze producten te verhogen. Hij dient de leden met name alle dienstige aanbevelingen te doen betreffende:

    a)

    de vaststelling en het gebruik van een internationaal standaardcontract voor transacties met olijfolie, olie van afvallen van olijven en tafelolijven;

    b)

    de samenstelling en de werking van een internationaal bemiddelings- en arbitragebureau voor eventuele geschillen betreffende transacties met olijfolie, olie van afvallen van olijven en tafelolijven;

    c)

    de toepassing van normen inzake de fysische, chemische en organoleptische kenmerken van olijfolie, olie van afvallen van olijven en tafelolijven;

    d)

    de vaststelling van uniforme analysemethoden.

    4.   De Internationale Olijfolieraad neemt alle maatregelen die hij nuttig acht om oneerlijke internationale concurrentie, inclusief van landen die geen partij zijn bij deze Overeenkomst of van onderdanen uit die landen, te beteugelen.

    DEEL 4

    TECHNISCHE BEPALINGEN

    HOOFDSTUK VII

    Technische samenwerking in de olijfsector

    Artikel 26

    Programma’s en activiteiten

    1.   Met het oog op de verwezenlijking van de in artikel 1 vastgestelde algemene doelstellingen betreffende de technische samenwerking in de sector olijven en olijfproducten doet de Internationale Olijfolieraad via de Ledenraad het nodige om programma’s met acties in dit verband te bevorderen en op te stellen.

    2.   De technische samenwerking heeft betrekking op de olijventeelt, de olijfolieverwerkende industrie en de tafelolijvenindustrie.

    3.   De Internationale Olijfolieraad kan rechtstreeks interveniëren om de technische samenwerking te bevorderen.

    4.   Voor de tenuitvoerlegging van alle of een gedeelte van de bepalingen van dit hoofdstuk kan de Internationale Olijfolieraad beslissen een beroep te doen op de medewerking van publieke of particuliere, nationale of internationale organen en/of instanties. De Internationale Olijfolieraad kan, met inachtneming van de begrotingsbeperkingen, een financiële bijdrage aan deze organen en/of instanties verlenen.

    Artikel 27

    Onderzoek en ontwikkeling

    1.   De Internationale Olijfolieraad onderzoekt via de Ledenraad alle voorgestelde onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten die van algemeen belang zijn voor de leden, en neemt de terzake passende maatregelen.

    2.   De Internationale Olijfolieraad kan een beroep doen op de medewerking van gespecialiseerde onderzoeksinstellingen, laboratoria en centra met het oog op het toepassen, volgen, exploiteren en verspreiden van de resultaten van de onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s ten bate van de leden.

    3.   De Internationale Olijfolieraad verricht de nodige studies inzake de economische rentabiliteit die van de toepassing van de resultaten van de onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s kan worden verwacht.

    Artikel 28

    Opleiding en specifieke acties

    1.   De Internationale Olijfolieraad neemt via de Ledenraad de nodige maatregelen voor de organisatie, op verschillende niveaus, van opfris- en opleidingscursussen voor technici van de olijfsector, met name wanneer die afkomstig zijn uit ontwikkelingslanden die als lid bij de Internationale Olijfolieraad zijn aangesloten.

    2.   De Internationale Olijfolieraad bevordert de overdracht van technologie door leden die ver gevorderd zijn in technieken op het gebied van de olijventeelt en de verwerking van olijfolie en tafelolijven, aan ontwikkelingslanden die als lid bij de Internationale Olijfolieraad zijn aangesloten.

    3.   De Internationale Olijfolieraad bevordert elke vorm van technische samenwerking waarbij consultants en deskundigen ter beschikking worden gesteld van leden die behoefte hebben aan dat soort diensten.

    4.   De Internationale Olijfolieraad zorgt ervoor dat de delegaties en deskundigen van de leden aan de algemene of wetenschappelijk-technische vergaderingen van de Internationale Olijfolieraad kunnen deelnemen.

    5.   De taken van de Ledenraad bestaan met name in:

    a)

    de uitvoering van specifieke studies en activiteiten;

    b)

    het bijeenroepen van internationale studiebijeenkomsten en vergaderingen of het bevorderen van dergelijke bijeenkomsten;

    c)

    het verzamelen van technische informatie en de mededeling ervan aan alle leden;

    d)

    het bevorderen van de coördinatie van acties op het gebied van technische samenwerking tussen de leden betreffende de olijventeelt, de olijfolieverwerkende industrie en de tafelolijvenindustrie, met inbegrip van acties in het kader van regionale of interregionale programma’s;

    e)

    het bevorderen van bilaterale of multilaterale samenwerking als hulpmiddel voor de Internationale Olijfolieraad om de in deze Overeenkomst vastgestelde doeleinden te bereiken.

    HOOFDSTUK VIII

    Overige maatregelen

    Artikel 29

    Overige maatregelen

    De taken van de Internationale Olijfolieraad bestaan in:

    a)

    het bevorderen en coördineren van studies en onderzoek over de biologische waarde van olijfolie en tafelolijven, waarbij de nadruk wordt gelegd op voedingswaarde en andere intrinsieke eigenschappen;

    b)

    het opstellen, in samenwerking met gespecialiseerde instanties, van terminologie betreffende de olijfsector, normen voor olijfproducten en de daarbijbehorende analysemethoden, alsmede van andere normen in verband met de olijfsector;

    c)

    het nemen van maatregelen om een overzicht op te stellen van gevestigde eerlijke handelspraktijken voor de internationale handel in olijfolie, olie van afvallen van olijven en tafelolijven.

    DEEL 5

    BEPALINGEN INZAKE VERKOOPBEVORDERING

    HOOFDSTUK IX

    Mondiale verkoopbevordering voor het verbruik van olijfolie en tafelolijven

    Artikel 30

    Programma’s ter bevordering van het verbruik van olijfolie en tafelolijven

    1.   De leden verbinden zich er gezamenlijk toe om generieke verkoopbevorderingsacties te voeren teneinde het mondiale verbruik van olijfolie en tafelolijven te vergroten aan de hand van het gebruik van de in respectievelijk bijlage B en bijlage C gedefinieerde benamingen van voor consumptie geschikte olijfolie en tafelolijven.

    2.   De acties, in de vorm van voorlichtings- en informatiecampagnes, hebben betrekking op de organoleptische en chemische kenmerken alsmede op de nutritieve, therapeutische en andere eigenschappen van olijfolie en tafelolijven.

    3.   Bij de verkoopbevorderingscampagnes wordt de consument geïnformeerd over benamingen, oorsprong en herkomst van olijfolie en tafelolijven en wordt erop toegezien dat geen enkele kwaliteit, oorsprong of herkomst wordt bevoordeeld of op het voorplan wordt geplaatst.

    4.   De krachtens dit artikel uit te voeren verkoopbevorderingsprogramma’s worden door de Ledenraad vastgesteld met inachtneming van de middelen die hem ter beschikking worden gesteld. Er wordt prioriteit verleend aan acties in voornamelijk verbruikende landen en in landen waarin het verbruik van olijfolie en tafelolijven verwacht wordt toe te nemen.

    5.   De middelen van de begroting voor verkoopbevordering worden benut met inachtneming van de volgende criteria:

    a)

    de omvang van het verbruik en het groeipotentieel van de bestaande markten;

    b)

    het creëren van nieuwe afzetmogelijkheden voor olijfolie en tafelolijven;

    c)

    de rendabiliteit van uitgaven aan verkoopbevorderingsacties.

    6.   De Ledenraad beheert de middelen die voor gezamenlijke verkoopbevordering worden toegewezen. Hij stelt elk jaar een als bijlage bij zijn begroting te voegen raming op van de met verkoopbevordering gepaard gaande inkomsten en uitgaven.

    7.   Wanneer een lid, organisatie of persoon vrijwillig een bijdrage tot de uitvoering van een verkoopbevorderingsactie levert, stelt de Ledenraad de procedures voor het gebruik van dergelijke middelen vast in het kader van een specifieke overeenkomst tussen de Internationale Olijfolieraad en de partij die de bijdrage levert.

    8.   De Internationale Olijfolieraad is verantwoordelijk voor de technische uitvoering van de verkoopbevorderingsprogramma’s en mag deze technische uitvoering ook toevertrouwen aan gespecialiseerde, overeenkomstig het reglement van orde geselecteerde instanties.

    Artikel 31

    Door de Internationale Olijfolieraad verstrekt internationaal garantielabel

    De Ledenraad kan voorzien in de toepassing van het internationale kwaliteitsborgingslabel, dat aantoont dat de internationale normen van de Internationale Olijfolieraad in acht zijn genomen.

    DEEL 6

    OVERIGE BEPALINGEN

    HOOFDSTUK X

    Diverse verplichtingen

    Artikel 32

    Algemene verplichtingen

    De leden verbinden zich ertoe geen maatregelen te nemen die in strijd zijn met de bij deze Overeenkomst door hen aangegane verplichtingen en met de in artikel 1 vastgestelde algemene doelstellingen.

    Artikel 33

    Financiële verplichtingen van de leden

    Overeenkomstig de algemene rechtsbeginselen blijven de financiële verplichtingen van een lid ten opzichte van de Internationale Olijfolieraad en de andere leden beperkt tot de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 15 inzake de bijdragen tot de in dat artikel vermelde begrotingen en, in voorkomend geval, uit artikel 16 inzake de middelen voor administratieve doeleinden.

    Artikel 34

    Milieuaspecten en ecologische aspecten

    De leden besteden in alle stadia van de productie van olijven en olijfolie de nodige aandacht aan milieuaspecten en ecologische aspecten en verbinden zich ertoe om, ter verbetering of oplossing van eventuele problemen in dit verband, de door de Ledenraad als noodzakelijk beschouwde maatregelen te treffen.

    Artikel 35

    Bevordering van het internationale handelsverkeer en verbruik

    De leden verbinden zich ertoe de nodige maatregelen vast te stellen om het handelsverkeer te bevorderen, het verbruik van olijfolie en tafelolijven te stimuleren en een adequate ontwikkeling van de internationale handel in die producten te verzekeren. Met het oog hierop verbinden zij zich ertoe de beginselen, regels en richtsnoeren waarmee zij in de bevoegde internationale fora hebben ingestemd, in acht te nemen.

    Artikel 36

    Informatie

    De leden verbinden zich ertoe de Internationale Olijfolieraad de nodige statistieken, inlichtingen en documentatie ter beschikking te stellen en te verstrekken, die deze nodig heeft om de taken te vervullen die hem bij deze Overeenkomst worden opgedragen, en met name alle gegevens die de Internationale Olijfolieraad nodig heeft om de balansen voor olijfolie, olie van afvallen van olijven en tafelolijven op te stellen en inzicht te verkrijgen in het door de leden gevoerde nationale beleid inzake olijfproducten.

    HOOFDSTUK XI

    Geschillen en klachten

    Artikel 37

    Geschillen en klachten

    1.   Elk geschil over de interpretatie of de toepassing van deze Overeenkomst, met uitzondering van de in artikel 23 bedoelde betwistingen, dat niet via onderhandelingen kan worden opgelost, wordt op verzoek van een lid dat partij is in het geschil, verwezen naar de Ledenraad, die, zonder dat het betrokken lid daarbij aanwezig is, een beslissing neemt, eventueel na advies te hebben ingewonnen bij een adviserende commissie waarvan de samenstelling en de werking worden vastgesteld in het reglement van orde.

    2.   Het met redenen omklede advies van de adviserende commissie wordt voorgelegd aan de Ledenraad, die na alle betrokken gegevens te hebben overwogen, in elk geval het geschil beslecht.

    3.   Iedere klacht over de niet-naleving door een lid van zijn uit deze Overeenkomt voortvloeiende verplichtingen wordt op verzoek van het lid dat de klacht indient, verwezen naar de Ledenraad, die, zonder dat het betrokken lid daarbij aanwezig is, een beslissing neemt na overleg met de betrokken leden en na eventueel het advies te hebben ingewonnen van de in lid 1 bedoelde adviserende commissie.

    4.   Indien de Ledenraad vaststelt dat een lid deze Overeenkomst niet heeft nageleefd, kan hij dat lid sancties opleggen, die kunnen variëren van een eenvoudige waarschuwing tot de schorsing van deelneming aan de besluitvorming van de Ledenraad totdat het betrokken lid aan zijn verplichtingen heeft voldaan, of kan hij dat lid overeenkomstig de in artikel 45 vastgestelde procedure van de Overeenkomst uitsluiten. Het betrokken lid heeft het recht om in laatste instantie een beroep toe doen op het Internationale Gerechtshof.

    HOOFDSTUK XII

    Slotbepalingen

    Artikel 38

    Depositaris

    De regering van Spanje wordt aangewezen tot depositaris van deze Overeenkomst.

    Artikel 39

    Ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding en goedkeuring

    1.   Deze Overeenkomst kan van 15 juni tot en met 31 december 2005 bij de zetel van de Spaanse regering te Madrid worden ondertekend door de regeringen die zijn uitgenodigd op de Conferentie van de Verenigde Naties voor de onderhandelingen over een overeenkomst ter opvolging van de in 1993 gewijzigde en verlengde Internationale Overeenkomst van 1986 voor olijfolie en tafelolijven.

    2.   Elke in lid 1 van dit artikel bedoelde regering kan:

    a)

    bij de ondertekening van de Overeenkomst verklaren dat zij zich op grond van die ondertekening gebonden acht door deze Overeenkomst (definitieve ondertekening), of

    b)

    deze Overeenkomst, na ondertekening, bekrachtigen, aanvaarden of goedkeuren door daartoe een akte bij de depositaris neer te leggen.

    Deze Overeenkomst kan door de Europese Gemeenschap worden ondertekend, bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd.

    3.   De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden bij de depositaris neergelegd.

    Artikel 40

    Toetreding

    1.   Elke staat kan onder de voorwaarden die via de Ledenraad door de Internationale Olijfolieraad worden vastgesteld en die onder meer betrekking hebben op een aantal aandelen en een termijn voor neerlegging van de toetredingsakten, tot deze Overeenkomst toetreden. De Ledenraad kan evenwel een verlenging van die termijn toestaan aan regeringen die niet in staat zijn om binnen de in de toetredingsvoorwaarden vastgestelde termijn toe te treden. Bij zijn toetreding wordt een land geacht voor te komen in bijlage A bij deze Overeenkomst, met vermelding van de in de toetredingsvoorwaarden vastgestelde aandelen.

    De Europese Gemeenschap kan tot deze Overeenkomst toetreden.

    2.   De toetreding geschiedt door neerlegging van een toetredingsakte bij de depositaris. In de toetredingsakte moet worden vermeld dat de regering alle door de Internationale Olijfolieraad vastgestelde voorwaarden aanvaardt.

    Artikel 41

    Kennisgeving van voorlopige toepassing

    1.   Een regering die voornemens is deze Overeenkomst te bekrachtigen, te aanvaarden of goed te keuren, of een regering waarvoor de Ledenraad toetredingsvoorwaarden heeft vastgesteld maar die haar toetredingsakte nog niet heeft kunnen indienen, kan de depositaris op elk ogenblik ervan in kennis stellen dat zij deze Overeenkomst voorlopig zal toepassen, hetzij vanaf de datum waarop de Overeenkomst krachtens artikel 42 in werking treedt, hetzij, indien de Overeenkomst reeds van kracht is, vanaf een bepaalde datum.

    2.   Een regering die overeenkomstig lid 1 heeft meegedeeld dat zij deze Overeenkomst zal toepassen met ingang van de inwerkingtreding ervan of, indien de Overeenkomst reeds van kracht is, met ingang van een bepaalde datum, is voorlopig lid tot de betrokken regering haar akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding indient en daardoor definitief lid wordt.

    Artikel 42

    Inwerkingtreding

    1.   Deze Overeenkomst treedt definitief in werking op de datum waarop de regeringen van minstens vijf van de in bijlage A bij de Overeenkomst vermelde landen, die samen minstens 90 % van de aandelen hebben, deze Overeenkomst definitief hebben ondertekend of tot bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring ervan zijn overgegaan, dan wel ertoe zijn toegetreden.

    2.   Indien deze Overeenkomst op 1 januari 2006 niet overeenkomstig lid 1 in werking is getreden, treedt zij voorlopig in werking indien vijf regeringen, die samen het in lid 1 vastgestelde percentage aandelen hebben, op die datum de Overeenkomst definitief hebben ondertekend of deze hebben bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd, dan wel aan de depositaris hebben meegedeeld dat zij deze Overeenkomst voorlopig zullen toepassen.

    3.   Indien de in lid 1 of in lid 2 vastgestelde voorwaarden voor de inwerkingtreding niet zijn vervuld op 1 januari 2006, zal de depositaris de regeringen die de Overeenkomst definitief hebben ondertekend of deze hebben bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd, dan wel hebben meegedeeld dat zij de Overeenkomst voorlopig zullen toepassen, verzoeken te beslissen of deze Overeenkomst voor hen, definitief of voorlopig, geheel of gedeeltelijk, in werking zal treden op een door hen bepaalde datum.

    4.   Voor elke regering die niet, overeenkomstig artikel 41, aan de depositaris heeft meegedeeld dat zij deze Overeenkomst voorlopig zal toepassen en die, na de inwerkingtreding van de Overeenkomst, een akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding indient, treedt de Overeenkomst in werking op de datum van indiening van dat instrument.

    Artikel 43

    Wijziging

    1.   De Internationale Olijfolieraad kan de leden via de Ledenraad een wijziging van deze Overeenkomst aanbevelen.

    2.   De voorgestelde wijziging wordt overeenkomstig artikel 9 van de Overeenkomst vastgesteld door de Ledenraad en treedt voor alle leden in werking op de negentigste dag na de datum waarop de depositaris de kennisgeving van de beslissing van de Ledenraad heeft ontvangen.

    Artikel 44

    Terugtrekking

    1.   Elk lid kan zich uit deze Overeenkomst terugtrekken op elk moment na de inwerkingtreding ervan door schriftelijk zijn terugtrekking aan de depositaris te melden. Het lid moet tegelijkertijd de Internationale Olijfolieraad hiervan schriftelijk in kennis stellen.

    2.   De terugtrekking overeenkomstig dit artikel wordt van kracht op de negentigste dag na de datum waarop de depositaris het betrokken bericht heeft ontvangen.

    Artikel 45

    Uitsluiting

    Onverminderd artikel 37 geldt dat, indien de Ledenraad besluit dat een lid zijn uit deze Overeenkomst voortvloeiende verplichtingen niet is nagekomen en dat de werking van deze Overeenkomst daardoor ernstig wordt geschaad, dat lid door de Ledenraad van deze Overeenkomst kan worden uitgesloten op grond van een met redenen omkleed besluit dat de andere leden in afwezigheid van het betrokken lid hebben getroffen. De Internationale Olijfolieraad stelt de depositaris onverwijld in kennis van een dergelijke beslissing. Het betrokken lid houdt op partij te zijn bij deze Overeenkomst op de dertigste dag na de datum van de beslissing van de Ledenraad.

    Artikel 46

    Liquidatie van de rekeningen

    1.   De Ledenraad gaat, met inachtneming van alle verplichtingen die juridische gevolgen voor de Internationale Olijfolieraad met zich brengen en een effect hebben op de bijdragen, over tot de billijke liquidatie van de rekeningen van een lid dat zich uit deze Overeenkomst heeft teruggetrokken, door de Internationale Olijfolieraad is uitgesloten of op enige andere manier heeft opgehouden partij te zijn bij deze Overeenkomst, en stelt de tijd vast die nodig is voor een vlotte overgang, met name wanneer dergelijke verplichtingen moeten worden afgesloten.

    Onverminderd de vorige alinea is een dergelijk lid verplicht tot betaling van de bedragen die het de Internationale Olijfolieraad voor de periode van zijn lidmaatschap verschuldigd is.

    2.   Bij het verstrijken van de Overeenkomst heeft een lid dat zich in de in lid 1 bedoelde situatie bevindt, geen recht op enig aandeel in het door de liquidatie opgeleverde tegoed of in de andere tegoeden van de Internationale Olijfolieraad; het dient anderzijds geen deel van het eventuele deficit van de Internationale Olijfolieraad te dekken.

    Artikel 47

    Geldigheidsduur, verlenging en beëindiging

    1.   Deze Overeenkomst blijft van kracht tot en met 31 december 2014 tenzij de Internationale Olijfolieraad via de Ledenraad overeenkomstig de in dit artikel vastgestelde bepalingen beslist om de Overeenkomst te verlengen of vroeger te beëindigen.

    2.   De Internationale Olijfolieraad kan via de Ledenraad beslissen om deze Overeenkomst met maximaal twee perioden van elk twee jaar te verlengen. Leden die een dergelijke verlenging niet aanvaarden, stellen de Internationale Olijfolieraad daarvan in kennis en zijn met ingang van de periode van verlenging geen partij meer bij deze Overeenkomst.

    3.   Indien een nieuwe Overeenkomst of een protocol tot verlenging van deze Overeenkomst vóór 31 december 2014 of, naar gelang van het geval, vóór het verstrijken van een in lid 2 bedoelde periode van verlenging op basis van onderhandelingen is opgesteld maar nog niet definitief of voorlopig in werking is getreden, blijft de onderhavige Overeenkomst van kracht na de datum waarop zij normaal verstrijkt, tot de inwerkingtreding van de nieuwe Overeenkomst of het nieuwe protocol, op voorwaarde dat de duur van die verlenging niet meer bedraagt dan twaalf maanden.

    4.   De Internationale Olijfolieraad kan via de Ledenraad op elk ogenblik beslissen om deze Overeenkomst te beëindigen met ingang van de datum van zijn keuze.

    5.   Ondanks het verstrijken of beëindigen van deze Overeenkomst blijft de Internationale Olijfolieraad bestaan zo lang als nodig is om zichzelf en de rekeningen te liquideren en beschikt de Internationale Olijfolieraad in die periode over de hiertoe vereiste bevoegdheden en functies.

    6.   De Internationale Olijfolieraad stelt de depositaris in kennis van elke op grond van dit artikel genomen beslissing.

    Artikel 48

    Voorbehoud

    Geen enkel voorbehoud mag worden gemaakt ten aanzien van enige bepaling van deze Overeenkomst.

    TER BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend op de vermelde data.

    GEDAAN te Genève op 29 april 2005. De teksten van deze Overeenkomst in de Arabische, de Engelse, de Franse, de Italiaanse en de Spaanse taal zijn gelijkelijk authentiek.


    (1)  Internationale Overeenkomst van 1986 voor olijfolie en tafelolijven, zoals gewijzigd en verlengd in 1993 en voor het laatst verlengd in 2004.

    BIJLAGE A

    Overeenkomstig artikel 8 (1) vastgestelde aandelen in de begrotingen van de Organisatie

    Algerije

    11

    Europese Gemeenschap

    801

    Kroatië

    5

    Egypte

    8

    Iran

    5

    Israël

    5

    Libië

    5

    Jordanië

    7

    Libanon

    5

    Marokko

    25

    Syrië

    45

    Servië en Montenegro

    5

    Tunesië

    73

    Totaal

    1 000


    (1)  De berekeningen zijn gebaseerd op de gemiddelde productie voor de periode 1997/1998-2002/2003 en de gemiddelde uitvoer voor de periode 1998-2003

    BIJLAGE B

    Benamingen en definities van olijfolie en olie van afvallen van olijven

    De benamingen van de verschillende categorieën olijfolie en olie van afvallen van olijven zijn hieronder opgenomen, met de overeenkomstige definitie voor elke benaming.

    I.

    Olijfolie: olie die uitsluitend wordt verkregen uit vruchten van de olijfboom, met uitsluiting van olie verkregen door het gebruik van oplosmiddelen of herverestering en van alle mengsels met olie van een andere soort. De benamingen voor dit product luiden als volgt:

    A.   olijfolie van eerste persing: olie uit vruchten van de olijfboom, die uitsluitend wordt verkregen door middel van mechanische of andere natuurkundige procédés, onder omstandigheden, met name thermische, waardoor de kwaliteit van de olie niet wordt aangetast, en die geen andere behandeling heeft ondergaan dan wassen, decanteren, centrifugeren en filtreren. Deze olie van eerste persing is als volgt ingedeeld en draagt de volgende benamingen:

    a)   olijfolie van eerste persing, als zodanig voor consumptie geschikt:

    i)   extra olijfolie van eerste persing: olijfolie van eerste persing met een gehalte aan vrije vetzuren, uitgedrukt in oliezuur, van ten hoogste 0,8 g per 100 g en waarvan de andere kenmerken overeenkomen met die welke voor deze categorie zijn vastgesteld;

    ii)   olijfolie van eerste persing: olijfolie van eerste persing met een gehalte aan vrije vetzuren, uitgedrukt in oliezuur, van ten hoogste 2,0 g per 100 g en waarvan de andere kenmerken overeenkomen met die welke voor deze categorie zijn vastgesteld;

    iii)   courante olijfolie van eerste persing: olijfolie van eerste persing met een gehalte aan vrije vetzuren, uitgedrukt in oliezuur, van ten hoogste 3,3 g per 100 g en waarvan de andere kenmerken overeenkomen met die welke voor deze categorie zijn vastgesteld (1);

    b)   olijfolie van eerste persing, niet als zodanig voor consumptie geschikt:

    olijfolie van eerste persing voor verlichting: olijfolie van eerste persing met een gehalte aan vrije vetzuren, uitgedrukt in oliezuur, van meer dan 3,3 g per 100 g en/of waarvan de organoleptische en andere kenmerken overeenkomen met die welke voor deze categorie zijn vastgesteld. Dit product is bestemd voor raffinering met het oog op menselijke consumptie of voor technisch gebruik;

    B.   geraffineerde olijfolie: olijfolie verkregen door raffinering van olijfolie van eerste persing. Dit product heeft een gehalte aan vrije vetzuren, uitgedrukt in oliezuur, van ten hoogste 0,3 g per 100 g en de andere kenmerken ervan komen overeen met die welke voor deze categorie zijn vastgesteld (2);

    C.   olijfolie: olie bestaande uit een mengsel van geraffineerde olijfolie en als zodanig voor consumptie geschikte olijfolie van eerste persing. Dit product heeft een gehalte aan vrije vetzuren, uitgedrukt in oliezuur, van ten hoogste 1 g per 100 g en de andere kenmerken ervan komen overeen met die welke voor deze categorie zijn vastgesteld (3).

    II.

    Olie van afvallen van olijven: olie verkregen door de behandeling van afvallen van olijven met oplosmiddelen of andere natuurkundige procédés, met uitsluiting van olie verkregen door herverestering en van alle mengsels met olie van een andere soort. De benamingen voor dit product luiden als volgt:

    A.   ruwe olie van afvallen van olijven: olie van afvallen van olijven, waarvan de kenmerken overeenkomen met die welke voor deze categorie zijn vastgesteld. Dit product is bestemd voor raffinering met het oog op menselijke consumptie of voor technisch gebruik;

    B.   geraffineerde olie van afvallen van olijven: olie verkregen door raffinering van ruwe olie uit afvallen van olijven. Dit product heeft een gehalte aan vrije vetzuren, uitgedrukt in oliezuur, van ten hoogste 0,3 g per 100 g en de andere kenmerken ervan komen overeen met die welke voor deze categorie zijn vastgesteld (4);

    C.   olie van afvallen van olijven: olie bestaande uit een mengsel van geraffineerde olie van afvallen van olijven en als zodanig voor consumptie geschikte olijfolie van eerste persing. Dit product heeft een gehalte aan vrije vetzuren, uitgedrukt in oliezuur, van ten hoogste 1 g per 100 g en de andere kenmerken ervan komen overeen met die welke voor deze categorie zijn vastgesteld. Dit mengsel mag in geen geval „olijfolie” (5) worden genoemd.


    (1)  Dit product mag alleen rechtstreeks aan de consument worden verkocht, indien dat in het land waarin het product in de kleinhandel beschikbaar is, is toegestaan. Is de verkoop niet toegestaan, dan dient de benaming van dit product in overeenstemming te zijn met de wettelijke bepalingen van het betrokken land.

    (2)  Dit product mag alleen rechtstreeks aan de consument worden verkocht, indien dat in het land waarin het product in de kleinhandel beschikbaar is, is toegestaan.

    (3)  Het land waarin het product in de kleinhandel beschikbaar is, kan een meer specifieke benaming voorschrijven.

    (4)  Dit product mag alleen rechtstreeks aan de consument worden verkocht, indien dat in het land waarin het product in de kleinhandel beschikbaar is, is toegestaan.

    (5)  Het land waarin het product in de kleinhandel beschikbaar is, kan een meer specifieke benaming voorschrijven.

    BIJLAGE C

    Soorten tafelolijven en de desbetreffende definities

    De tafelolijven worden ingedeeld in een van de volgende soorten:

    i)   groene olijven: vruchten die tijdens de rijping, vóór het kleuren, zijn geoogst op het ogenblik waarop zij hun normale grootte hebben bereikt. De kleur ervan kan variëren van groen tot strogeel;

    ii)   rijpende olijven: vruchten die in de fase van het kleuren worden geoogst voordat zij volledig rijp zijn. De kleur ervan kan variëren van roze tot wijnroze of bruin;

    iii)   zwarte olijven: vruchten die wanneer zij volledig rijp zijn of kort daarvoor, worden geoogst. De kleur ervan kan variëren van roodzwart tot donkerkastanjebruin met als tussenstadia paarszwart, donkerpaars en groenzwart.


    Top