EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005R1299

Verordening (EG) nr. 1299/2005 van de Commissie van 8 augustus 2005 tot wijziging van de bijlagen I en III bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, ten aanzien van fenoxymethylpenicilline, foxim, norgestomet en thiamfenicol (Voor de EER relevante tekst)

PB L 206 van 9.8.2005, p. 4–7 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 05/07/2009; stilzwijgende opheffing door 32009R0470

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2005/1299/oj

9.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 206/4


VERORDENING (EG) Nr. 1299/2005 VAN DE COMMISSIE

van 8 augustus 2005

tot wijziging van de bijlagen I en III bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, ten aanzien van fenoxymethylpenicilline, foxim, norgestomet en thiamfenicol

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad van 26 juni 1990 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (1), en met name op artikel 2 en artikel 4, derde alinea,

Gezien het advies van het Europees Geneesmiddelenbureau dat is opgesteld door het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Alle farmacologisch werkzame substanties die in de Gemeenschap worden gebruikt in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die bestemd zijn om aan voedselproducerende dieren te worden toegediend, moeten worden beoordeeld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2377/90.

(2)

Fenoxymethylpenicilline is in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 opgenomen voor spier, lever en nieren van varkens. Deze vermelding moet voor deze te onderzoeken weefsels, alsmede voor huid en vetweefsel worden uitgebreid tot pluimvee, met uitzondering van dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren.

(3)

Foxim is in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 opgenomen voor spier, nieren en vetweefsel van schapen, met uitzondering van dieren die melk voor menselijke consumptie produceren, en voor spier, lever, nieren en huid en vetweefsel van varkens. Voor kippen is deze substantie, in afwachting van de voltooiing van wetenschappelijk onderzoek, in bijlage III bij die verordening opgenomen. Het onderzoek is nu voltooid en foxim moet bijgevolg in bijlage I bij die verordening worden opgenomen.

(4)

Norgestomet is in afwachting van de voltooiing van wetenschappelijk onderzoek voor runderen in bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 opgenomen. Het onderzoek is nu voltooid en norgestomet moet bijgevolg in bijlage I bij die verordening worden opgenomen.

(5)

De substantie thiamfenicol is in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 opgenomen voor runderen en voor kippen, met uitzondering van dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren. Om de voltooiing van wetenschappelijk onderzoek in verband met de uitbreiding tot varkens mogelijk te maken, moet thiamfenicol in bijlage III bij die verordening worden opgenomen.

(6)

Verordening (EEG) nr. 2377/90 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

Voorafgaand aan de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, moeten de lidstaten voldoende tijd krijgen om de in verband met deze verordening noodzakelijke aanpassingen aan te brengen in de vergunningen voor het in de handel brengen die zijn verleend overeenkomstig Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (2).

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I en III bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 8 oktober 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 augustus 2005.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vice-voorzitter


(1)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1148/2005 van de Commissie (PB L 185 van 16.7.2005, blz. 20).

(2)  PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/28/EG (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 58).


BIJLAGE

A.   De volgende substantie(s) wordt (worden) opgenomen in bijlage I (Lijst van farmacologisch werkzame substanties waarvoor maximumwaarden voor residuen zijn vastgesteld):

1.   Infectiewerende middelen

1.2.   Antibiotica

1.2.1.   Penicillines

Farmacologisch werkzame substantie(s)

Indicatorresidu

Diersoorten

Maximumwaarden voor residuen

Te onderzoeken weefsels

Fenoxymethylpenicilline

Fenoxymethylpenicilline

Pluimvee (1)

25 μg/kg

Spier

25 μg/kg

Huid + vetweefsel

25 μg/kg

Lever

25 μg/kg

Nieren

2.   Antiparasitaire middelen

2.2.   Geneesmiddelen tegen ectoparasieten

2.2.1.   Organofosfaten

Farmacologisch werkzame substantie(s)

Indicatorresidu

Diersoorten

Maximumwaarden voor residuen

Te onderzoeken weefsels

„Foxim

Foxim

Kippen

25 μg/kg

Spier

550 μg/kg

Huid + vetweefsel

50 μg/kg

Lever

30 μg/kg

Nieren

60 μg/kg

Eieren”

6.   Stoffen die inwerken op het voortplantingssysteem

6.1.   Progestagenen

Farmacologisch werkzame substantie(s)

Indicatorresidu

Diersoorten

Maximumwaarden voor residuen

Te onderzoeken weefsels

Norgestomet  (2)

Norgestomet

Runderen

0,2 μg/kg

Spier

0,2 μg/kg

Vetweefsel

0,2 μg/kg

Lever

0,2 μg/kg

Nieren

0,12 μg/kg

Melk

C.   De volgende substantie(s) wordt (worden) opgenomen in bijlage III (Lijst van in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik aangewende farmacologisch werkzame substanties waarvoor voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn vastgesteld):

1.   Infectiewerende middelen

1.2.   Antibiotica

1.2.11.   Florfenicol en verwante stoffen

Farmacologisch werkzame substantie(s)

Indicatorresidu

Diersoorten

Maximumwaarden voor residuen

Te onderzoeken weefsels

Thiamfenicol  (3)

Thiamfenicol

Varkens

50 μg/kg

Spier

50 μg/kg

Huid + vetweefsel

50 μg/kg

Lever

50 μg/kg

Nieren


(1)  Niet te gebruiken bij dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren.”

(2)  Uitsluitend voor therapeutisch en zoötechnisch gebruik.”

(3)  De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2007.”


Top