Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005D0257

    2005/257/: Beschikking van de Raad van 14 maart 2005 tot wijziging van Beschikking 2000/256/EG houdende machtiging van het Koninkrijk der Nederlanden tot het toepassen van een maatregel die afwijkt van artikel 11 van Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting

    PB L 78 van 24.3.2005, p. 45–46 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
    PB L 159M van 13.6.2006, p. 279–280 (MT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2009

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2005/257/oj

    24.3.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 78/45


    BESCHIKKING VAN DE RAAD

    van 14 maart 2005

    tot wijziging van Beschikking 2000/256/EG houdende machtiging van het Koninkrijk der Nederlanden tot het toepassen van een maatregel die afwijkt van artikel 11 van Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting

    (2005/257/EG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (1), en met name op artikel 27, lid 1,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Beschikking 2000/256/EG (2) werd het Koninkrijk der Nederlanden door de Raad gemachtigd om, in afwijking van artikel 11, onderdeel A, lid 1, onder a), van Richtlijn 77/388/EEG, de waarde van goud dat overeenkomstig artikel 26 ter van Richtlijn 77/388/EG met vrijstelling is geleverd, in de maatstaf van heffing op te nemen, wanneer de afnemer ditzelfde goud vervolgens aan een leverancier/dienstverrichter verstrekt om te laten verwerken.

    (2)

    Deze derogatie strekte ertoe misbruik van de vrijstelling voor beleggingsgoud tegen te gaan en aldus bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen.

    (3)

    Bij brief, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 8 september 2004, heeft de Nederlandse regering verzocht om verlenging van Beschikking 2000/256/EG, die op 31 december 2004 is vervallen.

    (4)

    Overeenkomstig artikel 27, lid 2, van Richtlijn 77/388/EEG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 22 november 2004 van het verzoek van het Koninkrijk der Nederlanden in kennis gesteld. Bij brief van 24 november 2004 heeft de Commissie het Koninkrijk der Nederlanden meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

    (5)

    Volgens de Nederlandse autoriteiten heeft de bij Beschikking 2000/256/EG verleende derogatie effectief bijgedragen aan de verwezenlijking van bovengenoemde doelstellingen.

    (6)

    De derogaties uit hoofde van artikel 27 van Richtlijn 77/388/EEG ter bestrijding van BTW-ontwijking waarbij misbruik wordt gemaakt van de vrijstelling voor beleggingsgoud, kunnen worden opgenomen in een later voorstel voor een richtlijn waarbij een aantal derogaties uit hoofde van genoemd artikel worden gerationaliseerd.

    (7)

    De geldigheid van de krachtens Beschikking 2000/256/EG verleende derogatie dient derhalve te worden verlengd tot de datum van inwerkingtreding van een richtlijn die de derogaties uit hoofde van artikel 27 van Richtlijn 77/388/EEG rationaliseert en ziet op gevallen van BTW-ontwijking waarbij misbruik wordt gemaakt van de vrijstelling voor beleggingsgoud, maar uiterlijk tot 31 december 2009.

    (8)

    De derogatie zal geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Gemeenschap uit de BTW,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Artikel 2 van Beschikking 2000/256/EG wordt vervangen door:

    „Artikel 2

    De in artikel 1 verleende machtiging vervalt op de datum van inwerkingtreding van een richtlijn tot rationalisering van de derogaties uit hoofde van artikel 27 van Richtlijn 77/388/EEG ter bestrijding van BTW-ontwijking waarbij misbruik wordt gemaakt van de vrijstelling voor beleggingsgoud, maar uiterlijk op 31 december 2009.”.

    Artikel 2

    Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 2005.

    Artikel 3

    Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk der Nederlanden.

    Gedaan te Brussel, 14 maart 2005.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    F. BODEN


    (1)  PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/66/EG (PB L 168 van 1.5.2004, blz. 35).

    (2)  PB L 79 van 30.3.2000, blz. 36.


    Top