Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R0118

    Verordening (EG) nr. 118/2004 van de Commissie van 23 januari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2419/2001 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het bij Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad ingestelde geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen

    PB L 17 van 24.1.2004, p. 7–10 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 06/05/2004

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/118/oj

    32004R0118

    Verordening (EG) nr. 118/2004 van de Commissie van 23 januari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2419/2001 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het bij Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad ingestelde geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen

    Publicatieblad Nr. L 017 van 24/01/2004 blz. 0007 - 0010


    Verordening (EG) nr. 118/2004 van de Commissie

    van 23 januari 2004

    tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2419/2001 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het bij Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad ingestelde geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen(1), en met name op artikel 12,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) In het licht van de ervaring die is opgedaan met de toepassing van de regels betreffende administratieve controles in Verordening (EG) nr. 2419/2001 van de Commissie(2), zijn enige verduidelijkingen nodig ten aanzien van de aard van de te verrichten controles en ten aanzien van de maatregelen die in geval van twijfel na kruiscontroles moeten worden genomen.

    (2) Wat de steekproeftrekking op basis van het risico betreft, dienen bepaalde verduidelijkingen en aanvullende elementen te worden opgenomen.

    (3) De bestaande regels betreffende teledetectie in Verordening (EG) nr. 2419/2001 moeten nader worden uitgewerkt om te garanderen dat naar behoren gebruik van teledetectie wordt gemaakt bij de uitvoering van de controles door de lidstaten.

    (4) Gezien de ervaring moeten de bestaande voorschriften inzake het tijdstip en de inhoud van bepaalde controles ter plaatse met betrekking tot de runderpremies worden gewijzigd om te zorgen voor een evenwichtige en uniforme aanpak.

    (5) De bestaande bepalingen betreffende ooien en geiten moeten nader worden uitgewerkt om rekening te houden met de praktische omstandigheid dat dieren soms gedurende de aanhoudperiode moeten worden vervangen, en om een ongerechtvaardigde sanctie te voorkomen in sommige gevallen waarin landbouwers zowel ooien als geiten houden. De termijnen voor een vervanging, voor de aantekening van de vervanging in het register en voor de kennisgeving van de vervanging aan de bevoegde autoriteit dienen te worden vastgesteld in het licht van de lengte van de aanhoudperiode en van de noodzaak van doeltreffende controles.

    (6) Ter bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap zijn in titel IV van Verordening (EG) nr. 2419/2001 bepalingen betreffende de verlaging en de uitsluiting van communautaire steun in geval van onregelmatigheden vastgesteld. Sommige van die bepalingen dienen te worden gewijzigd om ervoor te zorgen dat de verlagingen en uitsluitingen te allen tijde strikt volgens de ernst van de onregelmatigheid zijn gedifferentieerd.

    (7) Bij Verordening (EG) nr. 2419/2001 zijn regels ingevoerd met betrekking tot de terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen. Bepaald dient te worden dat deze regels onder bepaalde voorwaarden ook gelden voor steunaanvragen betreffende verkoopseizoenen en/of premieperioden die vóór 1 januari 2002 zijn ingegaan.

    (8) Verordening (EG) nr. 2419/2001 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (9) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van het fonds,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 2419/2001 wordt als volgt gewijzigd:

    1. Artikel 16 wordt vervangen door:

    "Artikel 16

    Kruiscontroles

    1. De in artikel 8, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3508/92 bedoelde administratieve controles maken de automatische opsporing van onregelmatigheden met behulp van computermiddelen mogelijk en omvatten met name:

    a) kruiscontroles betreffende de aangegeven percelen landbouwgrond en dieren om te voorkomen dat dezelfde steun meer dan eenmaal voor hetzelfde kalenderjaar of verkoopseizoen wordt toegekend en dat in het kader van communautaire steunregelingen als bedoeld in artikel 9 bis van Verordening (EEG) nr. 3508/92 waarvoor de oppervlakte moet worden aangegeven, steun ten onrechte wordt gecumuleerd;

    b) kruiscontroles met gebruikmaking van het gecomputeriseerde gegevensbestand of, in het geval van steunaanvragen 'oppervlakten', met behulp van welke andere computermiddelen ook om na te gaan of is voldaan aan de voorwaarden om voor steun in aanmerking te komen.

    2. Uit de kruiscontroles voortvloeiende indicaties omtrent onregelmatigheden geven aanleiding tot een vervolgactie in de vorm van enige andere passende administratieve procedure en, zo nodig, een controle ter plaatse.".

    2. Artikel 19 wordt vervangen door:

    "Artikel 19

    Selectie van de ter plaatse te controleren aanvragen

    1. De bedrijfshoofden bij wie een controle ter plaatse zal worden verricht, worden door de bevoegde autoriteit geselecteerd aan de hand van een risicoanalyse en van een element van representativiteit voor de ingediende steunaanvragen. De doeltreffendheid van de in eerdere jaren voor de risicoanalyse gebruikte parameters wordt op jaarbasis beoordeeld.

    Om voor het element van representativiteit te zorgen, selecteren de lidstaten op aselecte wijze tussen 20 % en 25 % van het in artikel 18, lid 1, bedoelde minimumaantal bedrijfshoofden bij wie een controle ter plaatse moet worden verricht.

    2. Bij de risicoanalyse wordt rekening gehouden met:

    a) de steunbedragen;

    b) het aantal percelen landbouwgrond en de oppervlakte of het aantal dieren waarvoor de steun wordt aangevraagd;

    c) de ontwikkeling ten opzichte van het voorgaande jaar;

    d) de controleresultaten in de voorgaande jaren;

    e) de gevallen waarin Verordening (EG) nr. 1760/2000 niet is nageleefd;

    f) de bedrijfshoofden die net boven of onder voor de toekenning van de steun relevante grenswaarden zitten;

    g) de vervangingen van dieren overeenkomstig artikel 37;

    h) andere door de lidstaten te bepalen factoren.

    3. Voor elk bedrijfshoofd dat voor een controle ter plaatse is geselecteerd, houdt de bevoegde autoriteit aantekening van de redenen waarom dit is gebeurd. De met de controle ter plaatse belaste inspecteur wordt vóór het begin van de controle ter plaatse over deze redenen geïnformeerd.".

    3. In artikel 22 wordt lid 1 vervangen door:

    "1. De oppervlakte van de percelen landbouwgrond wordt geconstateerd met behulp van welk dan ook door de bevoegde autoriteit bepaald geschikt middel en dat een meetnauwkeurigheid garandeert die ten minste overeenkomt met die welke volgens de nationale bepalingen voor officiële metingen is vereist. De bevoegde autoriteit kan een meettolerantie vaststellen die niet meer bedraagt dan hetzij 5 % van de oppervlakte van het perceel landbouwgrond, hetzij een tolerantiemarge van 1,5 m, vermenigvuldigd met de omtrek van het perceel landbouwgrond. Voor elk perceel landbouwgrond is de maximumtolerantie in absolute waarde echter niet groter dan 1,0 ha.".

    4. Artikel 23 wordt vervangen door:

    "Artikel 23

    Teledetectie

    1. Onder de in dit artikel bepaalde voorwaarden kunnen de lidstaten voor de in artikel 18, lid 1, onder a), bedoelde steekproef teledetectie gebruiken in plaats van traditionele middelen voor een controle ter plaatse. In voorkomend geval geldt het bepaalde in de artikelen 17, 18, 19 en 20, artikel 21, eerste zin, en artikel 22.

    2. De door middel van teledetectie te controleren zones worden op basis van een risicoanalyse of op aselecte wijze geselecteerd.

    In het geval van een selectie op basis van een risicoanalyse houden de lidstaten rekening met passende risicofactoren, waaronder met name:

    a) de financiële betekenis van de zones uit het oogpunt van de communautaire steunverlening;

    b) het samenstel van steunaanvragen;

    c) de structuur van de stelsels van percelen landbouwgrond en de complexiteit van het agrarische landschap;

    d) de ontoereikende dekking in eerdere jaren;

    e) de technische eisen voor een doeltreffend gebruik van teledetectie wat de begrenzing van de zone betreft;

    f) de controleresultaten in de voorgaande jaren.

    3. Controles ter plaatse door middel van teledetectie hebben betrekking op:

    - hetzij alle steunaanvragen die binnen de betrokken zone vallen voor ten minste 80 % van de oppervlakte waarvoor op grond van de in artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3508/92 genoemde regelingen steun wordt aangevraagd;

    - hetzij door de bevoegde autoriteit op basis van artikel 19, lid 2, te selecteren steunaanvragen.

    De overeenkomstig artikel 19, lid 1, op aselecte wijze geselecteerde aanvragen mogen worden gecontroleerd door middel van teledetectie.

    4. Voor een overeenkomstig lid 3 voor een controle ter plaatse geselecteerd bedrijfshoofd wordt ten minste 80 % van de oppervlakte waarvoor hij op grond van de in artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3508/92 genoemde regelingen steun heeft aangevraagd, aan de controle ter plaatse door middel van teledetectie onderworpen.

    5. Een lidstaat die gebruikmaakt van de mogelijkheid controles ter plaatse uit te voeren door middel van teledetectie, verricht:

    a) een foto-interpretatie van satellietbeelden of luchtfoto's van alle overeenkomstig lid 4 te controleren percelen landbouwgrond per aanvraag met het doel de vegetatie te herkennen en de oppervlakte te meten;

    b) een fysieke veldinspectie van alle percelen landbouwgrond waarvoor niet op basis van de foto-interpretatie ten genoegen van de bevoegde autoriteit kan worden geconcludeerd dat de aangifte juist is.

    6. De in artikel 18, lid 2, bedoelde extra controles worden met behulp van middelen voor een traditionele controle ter plaatse verricht indien zij in het lopende jaar niet meer door middel van teledetectie kunnen worden verricht.".

    5. In artikel 24 wordt lid 1 vervangen door:

    "1. Voor andere steunregelingen dan die welke bij artikel 4, lid 6, en artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 zijn vastgesteld, wordt ten minste 60 % van het in artikel 18, lid 1, onder b), tweede zin, van de onderhavige verordening vastgestelde minimumpercentage controles ter plaatse gespreid over de hele aanhoudperiode voor de betrokken steunregeling uitgevoerd. Het resterende percentage controles ter plaatse wordt gespreid over de hele aanhoudperiode voor een van die steunregelingen uitgevoerd.".

    6. In artikel 32, lid 2, wordt de tweede alinea vervangen door:"Bedraagt het verschil meer dan 50 %, dan wordt het bedrijfshoofd nogmaals van steun uitgesloten voor een bedrag gelijk aan het bedrag dat overeenstemt met het verschil tussen de aangegeven oppervlakte en de geconstateerde oppervlakte als bedoeld in artikel 31, lid 2. Dit bedrag wordt verrekend met de steunbetalingen in het kader van welke dan ook van de in artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3508/92 genoemde steunregelingen waarop het bedrijfshoofd aanspraak kan maken op grond van aanvragen die hij indient in de drie kalenderjaren volgende op het kalenderjaar waarin het verschil wordt vastgesteld. Kan het bedrag met die steunbetalingen niet volledig worden verrekend, dan komt het nog uitstaande saldo te vervallen.".

    7. In artikel 33 wordt de tweede alinea vervangen door:"Bovendien wordt, wanneer dat verschil meer dan 20 % van de geconstateerde oppervlakte bedraagt, het bedrijfshoofd nogmaals van steun uitgesloten voor een bedrag gelijk aan het bedrag dat overeenstemt met het verschil tussen de aangegeven oppervlakte en de geconstateerde oppervlakte als bedoeld in artikel 31, lid 2. Dit bedrag wordt verrekend met de steunbetalingen in het kader van welke dan ook van de in artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3508/92 genoemde steunregelingen waarop het bedrijfshoofd aanspraak kan maken op grond van aanvragen die hij indient in de drie kalenderjaren volgende op het kalenderjaar waarin het verschil wordt vastgesteld. Kan het bedrag met die steunbetalingen niet volledig worden verrekend, dan komt het nog uitstaande saldo te vervallen.".

    8. In artikel 34 wordt lid 2 vervangen door:

    "2. Wordt een verschil van meer dan 50 % vastgesteld tussen de aangegeven oppervlakte en de geconstateerde oppervlakte als bedoeld in artikel 31, lid 2, dan wordt het bedrijfshoofd in het kader van steunaanvragen die hij indient in de drie kalenderjaren volgende op het kalenderjaar waarin het verschil wordt vastgesteld, nogmaals van steun uitgesloten voor een voederareaal gelijk aan het verschil tussen de aangegeven oppervlakte en de geconstateerde oppervlakte als bedoeld in artikel 31, lid 2. Kan de uit te sluiten oppervlakte binnen deze termijn niet volledig worden verrekend, dan komt het nog uitstaande saldo te vervallen.".

    9. Aan artikel 37 worden de volgende leden toegevoegd:

    "3. Indien een bedrijfshoofd steun voor zowel ooien als geiten aanvraagt en er geen verschil in de hoogte van de betaalde steun is, mag een ooi door een geit en een geit door een ooi worden vervangen. Ooien en geiten waarvoor overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2529/2001 steun wordt aangevraagd, mogen gedurende de aanhoudperiode binnen de in dat artikel genoemde grenzen worden vervangen zonder dat het recht op betaling van de aangevraagde steun verloren gaat.

    4. Vervangingen als bedoeld in lid 3 vinden plaats binnen tien dagen na de gebeurtenis die de vervanging nodig maakt, en worden uiterlijk drie dagen na de dag van de vervanging in het register aangetekend. De bevoegde autoriteit waarbij de aanvraag is ingediend, wordt hiervan binnen vijf werkdagen na de vervanging in kennis gesteld.".

    10. Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:

    a) In lid 2 wordt de derde alinea vervangen door:"Is het overeenkomstig lid 3 bepaalde percentage groter dan 50 %, dan wordt het bedrijfshoofd bovendien nogmaals van steun uitgesloten voor het bedrag dat overeenstemt met het verschil tussen het aangegeven aantal dieren en het geconstateerde aantal dieren als bedoeld in artikel 36, lid 3. Dit bedrag wordt verrekend met de steunbetalingen in het kader van de steunregelingen voor rundvee waarop het bedrijfshoofd aanspraak kan maken op grond van aanvragen die hij indient in de drie kalenderjaren volgende op het kalenderjaar waarin het verschil wordt vastgesteld. Kan het bedrag met die steunbetalingen niet volledig worden verrekend, dan komt het nog uitstaande saldo te vervallen.".

    b) In lid 4 wordt de tweede alinea vervangen door:"Is het overeenkomstig lid 3 bepaalde verschil groter dan 20 %, dan wordt het bedrijfshoofd nogmaals van steun uitgesloten voor het bedrag dat overeenstemt met het verschil tussen het aangegeven aantal dieren en het geconstateerde aantal dieren als bedoeld in artikel 36, lid 3. Dit bedrag wordt verrekend met de steunbetalingen in het kader van de steunregelingen voor rundvee waarop het bedrijfshoofd aanspraak kan maken op grond van aanvragen die hij indient in de drie kalenderjaren volgende op het kalenderjaar waarin het verschil wordt vastgesteld. Kan het bedrag met die steunbetalingen niet volledig worden verrekend, dan komt het nog uitstaande saldo te vervallen.".

    11. Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:

    a) In lid 1 wordt aan de eerste alinea de volgende zin toegevoegd:"Het bedrag aan steun waarmee moet worden gekort, is echter niet hoger dan 20 % van dat totale bedrag waarop het bedrijfshoofd aanspraak kan maken."

    b) In lid 2 wordt de verklaring van het in de formule gebruikte teken "b" vervangen door:

    "b = het op het tijdstip van de controle ter plaatse op het bedrijf gehouden aantal runderen; dit aantal is niet kleiner dan 1;".

    12. Aan artikel 40 wordt het volgende lid toegevoegd:

    "7. Wanneer voor bedrijfshoofden die ooien en geiten houden die recht geven op hetzelfde premieniveau, bij een controle ter plaatse een verschil blijkt in de samenstelling van de kudde wat de aantallen dieren per soort betreft, worden de dieren geacht tot dezelfde groep te behoren.".

    13. In titel VI wordt het volgende artikel 52 bis ingevoegd:

    "Artikel 52 bis

    Bepaling betreffende steunaanvragen voor verkoopseizoenen en premieperioden die vóór 1 januari 2002 zijn ingegaan

    In afwijking van artikel 54, lid 2, en onverminderd gunstiger bepalingen inzake verjaringstermijnen die door de lidstaten zijn vastgesteld, is het bepaalde in artikel 49, lid 5, ook van toepassing op steunaanvragen voor de verkoopseizoenen en premieperioden die vóór 1 januari 2002 zijn ingegaan, tenzij de begunstigde reeds vóór 1 februari 2004 door de bevoegde autoriteit in kennis is gesteld van het feit dat het betrokken bedrag onverschuldigd is betaald.".

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 23 januari 2004.

    Voor de Commissie

    Franz Fischler

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 355 van 5.12.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 495/2001 (PB L 72 van 14.3.2001, blz. 6).

    (2) PB L 327 van 12.12.2001, blz. 11. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2550/2001 (PB L 341 van 22.12.2001, blz. 105).

    Top