31994R2150

VERORDENING (EG) Nr. 2150/94 VAN DE COMMISSIE van 31 augustus 1994 tot vaststelling, voor niet-geëgreneerde katoen, van de feitelijke produktie voor het verkoopseizoen 1993/1994 en van de geraamde produktie en de voorlopige korting op het steunbedrag voor het verkoopseizoen 1994/1995, en tot vaststelling van het bedrag waarmee de streefprijs voor het verkoopseizoen 1995/1996 zal worden verlaagd

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Akte van Toetreding van Griekenland, en met name op Protocol nr. 4 betreffende katoen, gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal, en met name bij het daaraan gehechte Protocol nr. 14,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2169/81 van de Raad van 27 juli 1981 tot vaststelling van de algemene voorschriften van de steunregeling voor katoen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1554/93 (2), en met name op artikel 11,

Overwegende dat krachtens artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2169/81 de feitelijke produktie van elk verkoopseizoen moet worden bepaald op grond van met name de hoeveelheden waarvoor de steun is aangevraagd; dat dit criterium voor het verkoopseizoen 1993/1994 de hierna vermelde feitelijke produktie oplevert;

Overwegende dat krachtens artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 2169/81 de katoenproduktie moet worden geraamd vóór het begin van elk verkoopseizoen; dat de produktie in het verkoopseizoen 1994/1995 op grond van de beschikbare gegevens moet worden geraamd op de hierna vermelde hoeveelheid;

Overwegende dat in artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1964/87 van de Raad van 2 juli 1987 tot aanpassing van de steunregeling voor katoen die is ingesteld bij het aan de Akte van Toetreding van Griekenland gehechte Protocol nr. 4 (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1553/93 (4), is bepaald dat, wanneer de geraamde produktie groter is dan de gegarandeerde maximumhoeveelheid, de steun op de in dat lid beschreven wijze dient te worden verlaagd; dat voor het verkoopseizoen 1994/1995 de korting op de steun echter hoogstens 20 % van de streefprijs bedraagt, maar dat de verlaging boven dit percentage tot maximaal 7 % doorgeschoven wordt voor verlaging van de streefprijs van het volgende verkoopseizoen; dat een en ander tot gevolg heeft dat de korting op de steun voor het verkoopseizoen 1994/1995 en de verlaging van de streefprijs voor het verkoopseizoen 1995/1996 vastgesteld moeten worden zoals hieronder is aangegeven;

Overwegende dat de Raad zich er onlangs toe verbonden heeft het maximale kortingspercentage van 20 % tot 18,5 % te verlagen; dat in afwachting van de formele aanpassing van dit maximale kortingspercentage het bedrag waarmee de steun voor 1994/1995 en de streefprijs voor 1995/1996 wordt gekort, moet worden berekend aan de hand van het huidige maximale kortingspercentage; dat de naar 1995/1996 door te boeken verlaging, gezien de hoogte van de overschrijding van de gegarandeerde maximumhoeveelheid, echter al definitief kan worden vastgesteld;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor vlas en hennep,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Voor het verkoopseizoen 1993/1994 wordt de feitelijke produktie van niet-geëgreneerde katoen vastgesteld op 1 084 559 ton.

2. Voor het verkoopseizoen 1994/1995 wordt:

- de geraamde produktie vastgesteld op 1 170 070 ton,

- de voorlopige korting op het steunbedrag vastgesteld op 25,365 ecu per 100 kg.

3. De streefprijs voor het verkoopseizoen 1995/1996 zal worden verlaagd met 7,102 ecu per 100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 september 1994.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 31 augustus 1994.

Voor de Commissie

Karel VAN MIERT

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 211 van 31. 7. 1981, blz. 2.

(2) PB nr. L 154 van 25. 6. 1993, blz. 23.

(3) PB nr. L 184 van 3. 7. 1987, blz. 14.

(4) PB nr. L 154 van 25. 6. 1993, blz. 21.