EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31976R0566

Verordening (EEG) nr. 566/76 van de Raad van 15 maart 1976 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1411/71 met betrekking tot het vetgehalte van volle melk

PB L 67 van 15.3.1976, p. 23–24 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1997; stilzwijgende opheffing door 31997R2597

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1976/566/oj

31976R0566

Verordening (EEG) nr. 566/76 van de Raad van 15 maart 1976 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1411/71 met betrekking tot het vetgehalte van volle melk

Publicatieblad Nr. L 067 van 15/03/1976 blz. 0023 - 0024
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 14 blz. 0188
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 9 blz. 0249
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 9 blz. 0249
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 7 blz. 0019
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 7 blz. 0019


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 566/76 VAN DE RAAD

van 15 maart 1976

tot wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 1411/71 met betrekking tot het vetgehalte van volle melk

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 42 en 43 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Overwegende dat , overeenkomstig artikel 3 , lid 1 , sub b ) , tweede streepje , en artikel 6 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 1411/71 van de Raad van 29 juni 1971 houdende aanvullende voorschriften voor de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten met betrekking tot de produkten van post 04.01 van het gemeenschappelijk douanetarief ( 2 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 3358/75 ( 3 ) , in de Gemeenschap alleen melk met een vetgehalte van ten minste 3,5 % als volle melk voor onmiddellijke consumptie mag worden verkocht ; dat de Lid-Staten uit hoofde van artikel 6 , lid 2 , van die verordening de bepalingen die bij de inwerkingtreding daarvan op hun grondgebied van toepassing waren , tot en met 31 maart 1976 mogen handhaven ;

Overwegende dat sommige nieuwe Lid-Staten moeilijkheden ondervinden om de voor hun toetreding tot de Gemeenschap vastgestelde bepalingen op hun grondgebied toe te passen , aangezien andere produktie - en distributiemethoden worden toegepast en de consumenten niet gewend zijn gestandaardiseerde volle melk te kopen ; dat het in deze landen toegepaste stelsel evenwel waarborgt dat het vetgehalte van de aan de consumenten verkochte volle melk gemiddeld met het bovengenoemde gehalte overeenkomt en zelfs hoger is dan dit gehalte ;

Overwegende dat het derhalve dienstig is deze Lid-Staten er niet toe te verplichten de desbetreffende maatregelen , die voor de gehele Gemeenschap waren bedoeld , in toepassing te brengen en er toch voor te zorgen dat het handelsverkeer tussen de Lid-Staten zo min mogelijk wordt belemmerd ; dat de ingevoerde regeling binnen een bepaalde termijn opnieuw moet worden onderzocht in het licht van de opgedane ervaring ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Vanaf 1 april 1976 komt artikel 3 , lid 1 , sub b ) , tweede streepje , van Verordening ( EEG ) nr . 1411/71 , als volgt te luiden :

" - Volle melk : melk die in een melkverwerkend bedrijf ten minste een warmtebehandeling of een toegestane behandeling met een gelijkwaardige uitwerking heeft ondergaan en , wat het vetgehalte ervan betreft , voldoet aan één van de volgende voorschriften :

Gestandaardiseerde volle melk :

het vetgehalte bedraagt ten minste 3,5 % .

Niet-gestandaardiseerde volle melk :

het vetgehalte is sedert het melken niet gewijzigd , noch door toevoeging of verwijdering van melkvet , noch door vermenging met melk waarvan het natuurlijke vetgehalte is gewijzigd . Het vetgehalte mag evenwel niet lager zijn dan 3 % . "

Artikel 2

Vanaf 1 april 1976 wordt lid 4 van artikel 3 van Verordening ( EEG ) nr . 1411/71 vervangen door de volgende leden :

" 4 . Onverminderd het bepaalde in lid 1 , sub b ) , tweede streepje , inzake niet-gestandaardiseerde volle melk , mag het voor consumptiemelk voorgeschreven vetgehalte , zo dit niet in natuurlijke staat aanwezig is , slechts worden verkregen door toevoeging of verwijdering van melk of room of door toevoeging van magere of halfvolle melk . Andere wijzigingen van de samenstelling van consumptiemelk zijn niet toegestaan .

5 . Voor volle melk doen de Lid-Staten uiterlijk vanaf 1 oktober 1976 op hun grondgebied één van de twee in lid 1 , sub b ) , tweede streepje , bedoelde voorschriften in werking treden . Voor 1 juli 1976 nemen zij een besluit over het voor hun grondgebied gekozen voorschrift en zij stellen de Commissie uiterlijk op deze datum daarvan in kennis .

6 . Vanaf 1 oktober 1976 mag een Lid-Staat die voor niet-gestandaardiseerde volle melk heeft geopteerd , onverminderd de eisen inzake de bescherming van de volksgezondheid , geen verbod uitvaardigen ten aanzien van :

a ) de produktie op zijn grondgebied van gestandaardiseerde volle melk , bestemd om te worden verhandeld op het grondgebied van een andere Lid-Staat die voor deze melk heeft geopteerd ;

b ) het verhandelen op zijn grondgebied van gestandaardiseerde volle melk die afkomstig is uit een andere Lid-Staat , wanneer het vetgehalte van deze melk niet minder is dan een indicatief percentage dat door de Raad op voorstel van de Commissie is bepaald volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag .

7 . Het in lid 6 , sub b ) , bedoelde indicatieve percentage wordt voor 1 januari van elk jaar vastgesteld voor het volgende melkprijsjaar . Het wordt evenwel in 1976 vastgesteld voor de periode van 1 oktober 1976 tot en met het einde van het melkprijsjaar 1976/1977 .

Het indicatieve percentage wordt bepaald voor elk der Lid-Staten die hebben geopteerd voor niet-gestandaardiseerde volle melk ; het komt overeen met het gewogen gemiddelde van het vetgehalte van de volle melk die in het voorafgaande jaar in de betrokken Lid-Staat is geproduceerd en verhandeld .

8 . Voor 1 maart 1978 dient de Commissie bij de Raad een verslag in over de toepassing van het bepaalde in lid 1 , sub b ) , tweede streepje , en de leden 5 tot en met 7 , en stelt zij , in het licht van de opgedane ervaring , de eventuele in deze regeling aan te brengen wijzigingen voor . "

Artikel 3

1 . Vanaf 1 april 1976 wordt in artikel 6 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 1411/71 , de datum 31 maart 1976 vervangen door 30 september 1976 .

2 . Vanaf 1 oktober 1976 wordt in artikel 6 van Verordening ( EEG ) nr . 1411/71 :

- lid 2 geschrapt en het huidige lid 1 bis , lid 2 ;

- " volle melk " in lid 3 telkens vervangen door " gestandaardiseerde volle melk " .

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op 1 april 1976 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 15 maart 1976 .

Voor de Raad

De Voorzitter

R . VOUEL

( 1 ) Advies uitgebracht op 2 . 3 . 1976 ( nog niet verschenen in het PB ) .

( 2 ) PB nr . L 148 van 3 . 7 . 1971 , blz . 4 .

( 3 ) PB nr . L 330 van 24 . 12 . 1975 , blz . 45 .

Top