Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 41976A0165

    76/165/EEG: Intern akkoord betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap

    PB L 25 van 30.1.1976, p. 168–177 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 29/02/1980

    41976A0165

    76/165/EEG: Intern akkoord betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap

    Publicatieblad Nr. L 025 van 30/01/1976 blz. 0168 - 0177


    ++++

    INTERN AKKOORD

    betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap

    ( 76/165/EEG )

    DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LID-STATEN , IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , hierna te noemen het Verdrag ,

    Overwegende dat het totale bedrag van de steun van de Gemeenschap aan de A.C.S.-Staten in de A.C.S.-E.E.G.-Overeenkomst van Lomé , hierna te noemen de Overeenkomst , is vastgesteld op 3 390 miljoen rekeneenheden ;

    Overwegende dat de Vertegenwoordigers van de Regeringen der Lid-Staten , in het kader van de Raad bijeen , op 16 januari 1975 overeengekomen zijn om van de steun ten behoeve van de landen en gebieden overzee die bijzondere betrekkingen onderhouden met Frankrijk , Nederland en het Verenigd Koninkrijk - hierna te noemen landen en gebieden - en van de Franse overzeese departementen , het bedrag dat ten laste komt van het Europees Ontwikkelingsfonds , vast te stellen op 150 miljoen rekeneenheden ; dat , voor een bedrag van 10 miljoen rekeneenheden eveneens is voorzien in steun van de Europese Investeringsbank , hierna te noemen de Bank , in de landen en gebieden en in de Franse overzeese departementen , uit haar eigen middelen ;

    Overwegende dat de Raad , bij besluit van 21 april 1975 ( 1 ) , de in het kader van de Overeenkomst geldende rekeneenheid heeft omschreven ;

    Overwegende dat met het oog op de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst en van het besluit betreffende de landen en gebieden , hierna te noemen " Besluit " , een vierde Europees Ontwikkelingsfonds dient te worden ingesteld , de voorschriften voor zijn toewijzing moeten worden vastgesteld alsmede de bijdragen van de Lid-Staten hiervoor ;

    Overwegende dat de regels voor het beheer van de financiële samenwerking dienen te worden vastgesteld , alsmede de procedure voor de planning , het onderzoek en de goedkeuring van de steun , en de wijze van toezicht op het gebruik van de steun ;

    Overwegende dat een Comité van de Vertegenwoordigers van de Regeringen der Lid-Staten moet worden ingesteld bij de Commissie en een zelfde Comité bij de Bank ;

    Overwegende dat het gewenst is de harmonisatie te waarborgen van de werkzaamheden die door de Commissie en de Bank worden verricht voor de toepassing van de Overeenkomst en van de overeenkomstige bepalingen van het Besluit en dat het derhalve wenselijk is dat de samenstelling van de Comités die zowel bij de Commissie als bij de Bank zitting hebben , zoveel mogelijk gelijk is ;

    Overwegende dat de Raad op 16 juli 1974 een resolutie heeft aangenomen inzake de harmonisatie en coordinatie van het samenwerkingsbeleid der Lid-Staten ,

    Na raadpleging van de Commissie der Europese Gemeenschappen ,

    HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT DE VOLGENDE BEPALINGEN :

    HOOFDSTUK I

    Artikel 1

    1 . De Lid-Staten stellen een Europees Ontwikkelingsfonds ( 1975 ) in , hierna te noemen het Fonds .

    2 . Aan het Fonds wordt een bedrag van 3 150 miljoen rekeneenheden door de Lid-Staten ter beschikking gesteld , dat als volgt over hen wordt omgeslagen :

    België : 196,875 miljoen rekeneenheden

    Denemarken : 75,600 miljoen rekeneenheden

    Duitsland : 817,425 miljoen rekeneenheden

    Frankrijk : 817,425 miljoen rekeneenheden

    Ierland : 18,900 miljoen rekeneenheden

    Italië : 378,000 miljoen rekeneenheden

    Luxemburg : 6,300 miljoen rekeneenheden

    Nederland : 250,425 miljoen rekeneenheden

    Verenigd Koninkrijk : 589,050 miljoen rekeneenheden .

    3 . Het in lid 2 genoemde bedrag wordt als volgt verdeeld :

    a ) 3 000 miljoen rekeneenheden zijn bestemd voor de A.C.S.-Staten , waarvan

    2 100 miljoen rekeneenheden in de vorm van subsidies

    430 miljoen rekeneenheden in de vorm van speciale leningen

    95 miljoen rekeneenheden in de vorm van risicodragend kapitaal

    375 miljoen rekeneenheden in de vorm van transfers , uit hoofde van Titel II van de Overeenkomst ;

    b ) 130 miljoen rekeneenheden zijn bestemd voor de landen en gebieden , alsmede voor de Franse overzeese departementen , waarvan

    65 miljoen rekeneenheden in de vorm van subsidies

    40 miljoen rekeneenheden in de vorm van speciale leningen

    5 miljoen rekeneenheden in de vorm van risicodragend kapitaal

    20 miljoen rekeneenheden als reserve .

    c ) 20 miljoen rekeneenheden in de vorm van transfers voor de landen en gebieden , krachtens de bepalingen van het Besluit inzake het systeem van de stabilisatie van de exportopbrengsten .

    4 . Indien een onafhankelijk geworden land of gebied tot de Overeenkomst toetreedt , worden de in lid 3 , sub b ) , aangegeven bedragen verminderd en die van lid 3 , sub a ) , dienovereenkomstig verhoogd bij besluit van de Raad , die met eenparigheid van stemmen op voorstel van de Commissie een besluit neemt .

    5 . In dit geval blijft het betrokken land in aanmerking komen voor de in lid 3 , sub c ) , bedoelde middelen , maar volgens de beheersvoorschriften van Titel II van de Overeenkomst .

    Artikel 2

    Bij het in artikel 1 , lid 2 , vastgestelde bedrag komen , tot een bedrag van 400 miljoen rekeneenheden , leningen die worden verstrekt door de Bank , uit eigen middelen tegen de door haar overeenkomstig de bepalingen van haar statuten vastgestelde voorwaarden .

    Deze leningen zijn bestemd :

    a ) tot een bedrag van 390 miljoen rekeneenheden voor financieringsverrichtingen in de A.C.S.-Staten ,

    b ) tot een bedrag van 10 miljoen rekeneenheden voor financieringsverrichtingen in de landen en gebieden , en in de Franse overzeese departementen .

    Artikel 3

    De voor de toepassing van dit Akkoord gebruikte rekeneenheid is die welke is vastgesteld in het besluit van de Raad van 21 april 1975 betreffende de definitie en de omrekening van de Europese rekeneenheid waarin de in artikel 42 van de A.C.S.-E.E.G.-Overeenkomst van Lomé genoemde steunbedragen worden uitgedrukt .

    Artikel 4

    In de eerste twee toepassingsjaren van de Overeenkomst kan een bedrag van maximaal 40 miljoen rekeneenheden worden uitgetrokken in de vorm van risicodragend kapitaal .

    Over de ervaringen van de eerste twee jaren brengen de Commissie en de Bank gezamenlijk verslag uit aan de Raad . In het licht van dit verslag kan de Raad binnen het raam van het in artikel 1 , lid 3 , sub a ) en b ) , bepaalde maximum van 100 miljoen rekeneenheden het ter beschikking van de Bank gestelde bedrag herzien , waarbij de beschikbaar komende gelden worden gevoegd bij de voor speciale leningen bestemde middelen .

    Artikel 5

    Voor de financiering van de in artikel 5 van Protocol nr . 2 van de Overeenkomst en in de dienovereenkomstige bepalingen van het Besluit genoemde rentesubsidies wordt van de in artikel 1 , lid 3 , sub a ) en b ) , vermelde subsidies een bedrag gereserveerd tot een maximum van 100 miljoen rekeneenheden . Het gedeelte van dit bedrag waarvoor aan het einde van de periode waarin de Bank leningen verstrekt , geen betalingsverplichtingen zijn aangegaan , komt opnieuw beschikbaar voor subsidies .

    De Raad kan ingevolge een in overleg met de Bank tot stand gekomen voorstel van de Commissie , besluiten tot verhoging van dit maximum .

    Artikel 6

    Alle financiële verrichtingen ten bate van de A.C.S.-Staten , van de landen en gebieden en van de Franse overzeese departementen , geschieden op de in dit Akkoord omschreven wijze en ten laste van het Fonds , met uitzondering van de leningen welke de Bank verstrekt uit haar eigen middelen .

    Artikel 7

    1 . Binnen één maand na de inwerkingtreding van de Overeenkomst en vervolgens elk jaar voor 1 september stelt de Commissie een raming op van de betalingsverplichtingen die in de loop van elk begrotingsjaar zullen worden aangegaan , daarbij rekening houdende met de ramingen van de Bank ten aanzien van de verrichtingen welke deze beheert ; de Commissie doet deze raming toekomen aan de Raad .

    2 . Op dezelfde wijze stelt de Commissie het totale bedrag vast van de voor het begrotingsjaar te verwachten betalingen en stelt zij de Raad hiervan in kennis . Op de grondslag van dit bedrag en rekening houdende met de kasbehoeften , met inbegrip van die welke zijn bestemd ter dekking van de uitgaven als gevolg van de toepassing van het systeem bedoeld in Titel II van de Overeenkomst en in de dienovereenkomstige bepalingen van het Besluit , stelt zij een vervalboek op voor het afroepen van de bijdragen , dat bepaalt wanneer deze opeisbaar zijn ; de wijze van storting van deze bijdragen door de Lid-Staten wordt bepaald bij het in artikel 30 bedoelde Financiële Reglement . Zij legt dit vervalboek voor aan de Raad , die zich uitspreekt met de in artikel 18 , lid 4 , voorgeschreven gekwalificeerde meerderheid .

    Indien de bijdragen niet voldoende zijn om de feitelijke behoeften van het Fonds in het betrokken begrotingsjaar te dekken , dient de Commissie voorstellen tot aanvullende stortingen in bij de Raad , die zich hierover zo spoedig mogelijk met de in artikel 18 , lid 4 , voorgeschreven gekwalificeerde meerderheid van stemmen uitspreekt .

    3 . De middelen die afkomstig zijn van het in lid 2 bedoelde afroepen van de bijdragen blijven , op de wijze die is bepaald in het in artikel 30 bedoelde Financieel Reglement , op de bijzondere rekeningen staan die door elke Lid-Staat bij zijn schatkist of bij de door hem aangewezen instellingen zijn geopend , totdat zij door de Commissie worden gebruikt voor de financiering van de projecten , programma's of transfers die overeenkomstig de artikelen 11 tot en met 21 en 26 tot en met 30 zijn aanvaard .

    4 . Vanaf de dag van hun opeisbaarheid behouden deze middelen , zolang zij op de in lid 3 bedoelde bijzondere rekeningen blijven staan , de waarde in rekeneenheden die overeenstemt met de wisselkoers die gold op de dag van hun opeisbaarheid ten opzichte van deze rekeneenheid . De uitvoeringsbepalingen van dit lid worden vastgesteld in het in artikel 30 bedoelde Financieel Reglement .

    Artikel 8

    1 . De eventueel overgebleven middelen van het Fonds worden totdat zij volledig zijn opgebruikt , aangewend op dezelfde wijze als is bepaald in de Overeenkomst , het Besluit en in dit Akkoord .

    2 . Bij afloop van dit Akkoord blijven de Lid-Staten verplicht om op de in artikel 7 omschreven wijze het nog niet afgeroepen gedeelte van hun bijdragen te storten .

    Artikel 9

    1 . Naar rato van hun intekening op het kapitaal van de Bank verplichten de Lid-Staten zich ertoe , zich tegenover de Bank garant te stellen , onder afstanddoening van het voorrecht van uitwinning , voor alle financiële verplichtingen welke voor de leningnemers van de Bank voortvloeien uit de door de Bank uit haar eigen middelen op grond van de Overeenkomst en het Besluit aangegane leningcontracten .

    2 . Deze borgstelling , die geldt ter dekking van ongeacht welk risico , blijft beperkt tot 30 % van het totaalbedrag der door de Bank uit hoofde van de leningcontracten geopende kredieten .

    3 . De uit de leden 1 en 2 voortvloeiende verplichtingen worden vastgelegd in borgstellingscontracten tussen elk der Lid-Staten en de Bank .

    4 . Bij sluiting van nieuwe overeenkomsten door de Gemeenschap waarbij voorzien wordt in interventies van de Bank uit haar eigen middelen ten behoeve van buiten de Gemeenschap gelegen landen , kan dit artikel onder met de Bank overeengekomen voorwaarden op zodanige wijze worden aangevuld dat de borgstelling van de Lid-Staten op algemene wijze en volgens het in lid 2 vastgestelde percentage , van toepassing is op leningen die worden verstrekt aan de desbetreffende landen .

    Artikel 10

    1 . De door de Bank na 1 juni 1964 uit hoofde van de speciale leningen aan de A.C.S.-Staten , aan de landen en gebieden en aan de Franse overzeese departementen verrichte betalingen , alsmede de opbrengsten en revenuen van de verrichtingen met risicodragend kapitaal die na 1 februari 1971 hebben plaatsgevonden ten gunste van deze staten , landen , gebieden en departementen , komen toe aan de Lid-Staten naar rato van hun bijdragen aan het Fonds waaruit deze middelen afkomstig zijn , tenzij de Raad , op voorstel van de Commissie , met eenparigheid van stemmen besluit deze bedragen te reserveren of voor andere verrichtingen aan te wenden .

    De wegens het beheer van de in lid 1 bedoelde leningen en verrichtingen aan de Bank verschuldigde provisies worden vooraf op deze middelen in mindering gebracht .

    2 . Het in artikel 1 , lid 3 , sub a ) , vastgestelde subsidiebedrag van het Fonds wordt verhoogd met de eventuele overige ontvangsten van het Fonds .

    HOOFDSTUK II

    Artikel 11

    1 . Behoudens de artikelen 18 tot en met 21 en onverminderd de bevoegdheden van de Bank voor het beheer van bepaalde vormen van steun wordt het Fonds beheerd door de Commissie op de wijze bepaald bij het in artikel 30 bedoelde Financiële Reglement .

    2 . Behoudens de artikelen 22 tot en met 24 worden het risicodragend kapitaal en de rentesubsidies uit de middelen van het Fonds door de Bank voor rekening van de Gemeenschap beheerd , overeenkomstig de statuten van de Bank en op de wijze bepaald bij het in artikel 30 bedoelde Financiële Reglement .

    Artikel 12

    De Commissie ziet toe op de toepassing van het door de Raad vastgestelde steunbeleid en op de toepassing van het algemene bestemmingsbeleid dat door de Raad van Ministers A.C.S.-E.E.G . overeenkomstig artikel 41 van de Overeenkomst voor de financiële en technische samenwerking is bepaald .

    Artikel 13

    1 . De Commissie en de Bank verstrekken elkaar periodiek de nodige gegevens omtrent de bij hen ingediende aanvragen om financiering en omtrent de inleidende contacten die de bevoegde instanties van de A.C.S.-Staten , van de landen en gebieden , van de Franse overzeese departementen of de andere begunstigden van de in artikel 49 van de Overeenkomst en in de overeenkomstige bepalingen van het Besluit bedoelde steunverlening , voor de indiening van hun aanvragen met hen hebben opgenomen .

    Van deze gegevens wordt mededeling gedaan binnen 3 maanden na ontvangst van de aanvrage of van het tot stand komen van de inleidende contacten .

    2 . De Commissie en de Bank houden elkaar op de hoogte omtrent het verloop van de behandeling van de aanvragen om financiering .

    3 . De Commissie verstrekt de in de leden 1 en 2 bedoelde gegevens via haar contactbureau . Bovendien verstrekt en verzamelt dit bureau alle algemene gegevens die kunnen dienen voor de harmonisatie van de procedures voor het beheer en de beoordeling der aanvragen .

    Artikel 14

    1 . De Commissie neemt de projecten die op grond van artikel 43 van de Overeenkomst en de dienovereenkomstige bepalingen van het Besluit in aanmerking komen voor financiering door middel van subsidies of speciale leningen uit de middelen van het Fonds , in behandeling .

    2 . De Bank neemt de projecten die op grond van haar statuten en van artikel 43 van de Overeenkomst en de dienovereenkomstige bepalingen van het Besluit in aanmerking komen voor financiering door middel van leningen - met of zonder rentesubsidies - uit haar eigen middelen of door middel van risicodragend kapitaal , in behandeling .

    3 . Projecten die behoren tot de industriële , mijnbouwkundige of toeristische sector , worden ingediend bij de Bank , die nagaat of deze in aanmerking komen voor een van de door haar beheerde vormen van steun .

    4 . Indien bij behandeling door de Commissie of de Bank blijkt dat een project of actieprogramma niet in aanmerking komt voor financiering door middel van een der door hen beheerde vormen van steun , geven zij deze aanvragen aan elkaar door , na instemming te hebben verkregen van de eventuele begunstigde .

    Artikel 15

    1 . Onverminderd de bijzondere opdrachten die de Bank van de Gemeenschap ontvangt voor de inning van hoofdsom en interest van de speciale leningen , draagt de Commissie voor rekening van de Gemeenschap zorg voor de financiële uitvoering van de verrichtingen uit de middelen van het Fonds in de vorm van subsidies , speciale leningen of transfers ; zij verricht de betalingen overeenkomstig het in artikel 30 bedoelde Financieel Reglement .

    2 . De Bank draagt voor rekening van de Gemeenschap zorg voor de financiële uitvoering van de verrichtingen uit de middelen van het Fonds in de vorm van risicodragend kapitaal . De Bank handelt hierbij op naam van en voor risico van de Gemeenschap . Deze bezit alle daaruit voortvloeiende rechten , met name die van schuldeiser of eigenaar .

    3 . De Bank draagt zorg voor de financiële uitvoering van verrichtingen door leningen uit haar eigen middelen , welke zijn gecombineerd met rentesubsidies uit de middelen van het Fonds .

    Artikel 16

    De Commissie stelt de Lid-Staten op de hoogte van de inlichtingen die zij bij de A.C.S.-Staten heeft ingewonnen over de inhoud en de vooruitzichten van hun ontwikkelingsplan , hun doeleinden alsmede de reeds bekende projecten door middel waarvan deze doeleinden bereikt kunnen worden . Deze bepaling is eveneens van toepassing voor wat betreft de landen en gebieden en de Franse overzeese departementen .

    De Commissie stelt deze inlichtingen op in overleg met de Bank voor wat de delen betreft die deze laatste aangaan .

    Tegelijkertijd stellen de Lid-Staten de Commissie op de hoogte van de reeds toegekende of overwogen bilaterale steun .

    Bovendien doet de Commissie aan het in artikel 18 bedoelde Comité van het E.O.F . alle beschikbare gegevens toekomen over de andere , reeds toegekende of overwogen bilaterale en multilaterale steun aan de betrokken A.C.S.-Staten .

    De Commissie verzamelt daartoe , alsook om de documentatie van de Lid-Staten mogelijk te maken , alle dienstige inlichtingen over de steun aan de A.C.S.-Staten , aan de landen en gebieden en aan de Franse overzeese departementen die zowel door de Lid-Staten als door de internationale instellingen of uit andere bronnen van steun wordt overwogen of verleend .

    Elke-Lid-Staat zendt de beschikbare gegevens periodiek aan de Commissie toe .

    Artikel 17

    1 . Met het oog op de toepassing van artikel 51 van de Overeenkomst worden planningsmissies verricht onder de algemene verantwoordelijkheid van de Commissie met deelneming van de Bank .

    2 . Voorafgaand aan de toezending van de planningsmissies en op basis van de door de Commissie overeenkomstig artikel 16 verstrekte inlichtingen , wordt het algemene kader van de planningsmissies bepaald , eventueel per groep van landen , tijdens een gedachtenwisseling tussen de Vertegenwoordigers van de Lid-Staten , van de Commissie en van de Bank .

    3 . In aansluiting op de door de Commissie en de Bank in de A.C.S.-Staten ondernomen planningsmissies wordt aan de Lid-Staten een ontwerp van indicatief programma van de communautaire hulp voor elke A.C.S.-Staat toegezonden .

    Over deze ontwerp-programma's wordt ter advies met de Vertegenwoordigers van de Lid-Staten van gedachten gewisseld .

    4 . In aansluiting op de in artikel 51 , lid 3 , van de Overeenkomst bedoelde gedachtenwisseling met de Vertegenwoordigers van de A.C.S.-Staten kan een nieuwe bespreking plaatsvinden tussen de Vertegenwoordigers van de Lid-Staten , van de Commissie en van de Bank , om op grond daarvan de nodige beleidslijnen op te stellen .

    5 . Tijdens de tenuitvoerlegging van de in artikel 51 , leden 2 en 3 , van de Overeenkomst bedoelde indicatieve hulpprogramma's vindt periodiek een gedachtenwisseling plaats tussen de Vertegenwoordigers van de Lid-Staten , van de Commissie en van de Bank . Daarbij beoordelen de Lid-Staten , met inachtneming van de projecten tot de financiering waarvan reeds is besloten en van die welke nog in behandeling moeten worden genomen , de wijzigingen die de betrokken begunstigde landen voorstellen voor de indicatieve programma's van de communautaire hulp .

    Artikel 18

    1 . Er wordt bij de Commissie een Comité ingesteld , hierna te noemen het " Comité van het E.O.F . " , dat is samengesteld uit Vertegenwoordigers van de Regeringen der Lid-Staten .

    Het Comité van het E.O.F . staat onder voorzitterschap van een vertegenwoordiger van de Commissie . Het Secretariaat wordt gevoerd door de Commissie .

    Een vertegenwoordiger van de Bank neemt deel aan de werkzaamheden van dit Comité .

    2 . De Raad stelt met eenparigheid van stemmen het Reglement van Orde van het Comité van het E.O.F . vast .

    3 . In het Comité van het E.O.F . worden de stemmen der Lid-Staten als volgt gewogen :

    België : 6

    Denemarken : 3

    Duitsland : 25

    Frankrijk : 25

    Ierland : 2

    Italië : 12

    Luxemburg : 1

    Nederland : 8

    Verenigd Koninkrijk : 18

    4 . Het Comité van het E.O.F . spreekt zich uit met gekwalificeerde meerderheid van 69 stemmen .

    Artikel 19

    1 . Het Comité van het E.O.F . brengt advies uit omtrent de door de Commissie aan dit Comité voorgelegde voorstellen tot financiering van projecten of actieprogramma's door middel van subsidies of speciale leningen .

    2 . In de financieringsvoorstellen die betrekking hebben op projecten wordt met name een uiteenzetting gegeven van de plaats die de projecten innemen in het kader van de vooruitzichten voor de ontwikkeling van het betrokken land of de betrokken landen ; in voorkomend geval wordt tevens aangegeven op welke wijze in deze landen vroegere steun van de Gemeenschap is aangewend .

    Deze voorstellen omvatten inzonderheid maatregelen ter bevordering van de deelneming van de ondernemingen van de A.C.S.-Staten , de landen en gebieden en de Franse overzeese departementen aan de uitvoering van de projecten overeenkomstig Hoofdstuk 8 van Protocol nr . 2 van de Overeenkomst en de overeenkomstige bepalingen van het Besluit .

    3 . Wanneer het Comité van het E.O.F . om ingrijpende wijzigingen van het financieringsvoorstel verzoekt , of geen gunstig advies over dit voorstel uitbrengt , raadpleegt de Commissie de Vertegenwoordigers van de betrokken A.C.S.-Staat of A.C.S.-Staten . Indien geen gunstig advies is uitgebracht , worden deze eventueel overeenkomstig artikel 54 , lid 3 , van de Overeenkomst gehoord door de Vertegenwoordigers van de Gemeenschap .

    4 . In gevallen als bedoeld in lid 3 wordt het financieringsvoorstel , eventueel herzien of aangevuld , opnieuw tijdens een van de volgende vergaderingen aan het Comité van het E.O.F . voorgelegd .

    Blijft dit Comité weigeren een gunstig advies uit te brengen , dan raadpleegt de Commissie overeenkomstig artikel 54 , lid 3 , van de Overeenkomst opnieuw de Vertegenwoordiger van de betrokken A.C.S.-Staat of A.C.S.-Staten .

    Artikel 20

    De financieringsvoorstellen , vergezeld van het advies van het Comité van het E.O.F . , worden ter beslissing aan de Commissie voorgelegd .

    Indien de Commissie besluit af te wijken van het advies van dit Comité of indien dit Comité geen gunstig advies heeft uitgebracht , moet zij hetzij het financieringsvoorstel intrekken , hetzij de aangelegenheid zo spoedig mogelijk aan de Raad voorleggen , die besluit volgens dezelfde stemprocedure als het Comité van het E.O.F .

    Artikel 21

    1 . De Commissie stelt het Comité van het E.O.F . regelmatig op de hoogte van alle aanvragen om financiering die door een of meer A.C.S.-Staten officieel bij haar zijn ingediend , ongeacht of zij al dan niet door haar diensten worden ingewilligd .

    2 . Het Comité van het E.O.F . dient kennis te nemen van het resultaat van de periodiek door de Commissie verrichte werkzaamheden inzake de beoordeling van projecten die in uitvoering of beëindigd zijn , met name vanuit het oogpunt van de nagestreefde ontwikkelingsdoeleinden .

    Artikel 22

    1 . Bij de Bank wordt een Comité ingesteld , hierna te noemen het " Comité van artikel 22 " , dat is samengesteld uit Vertegenwoordigers van de Regeringen der Lid-Staten .

    Het Comité van artikel 22 staat onder voorzitterschap van de Vertegenwoordiger van de Lid-Staat die het voorzitterschap van de Raad van Gouverneurs van de Bank uitoefent ; het secretariaat van dit Comité wordt gevoerd door de Bank .

    Een vertegenwoordiger van de Commissie neemt deel aan de werkzaamheden van dit Comité .

    2 . De Raad stelt met eenparigheid van stemmen het Reglement van Orde van het Comité van artikel 22 vast .

    3 . De stemmen van de Lid-Staten in het Comité van artikel 22 worden gewogen op dezelfde wijze als bepaald bij artikel 18 , lid 3 .

    4 . Het Comité van artikel 22 spreekt zich uit met gekwalificeerde meerderheid van 69 stemmen .

    Artikel 23

    1 . Het Comité van artikel 22 brengt advies uit over de aanvragen voor leningen met rentesubsidies en over de voorstellen voor financiering met risicodragend kapitaal , welke door de Bank aan dit Comité worden voorgelegd .

    De Commissievertegenwoordiger kan ter vergadering het oordeel van zijn Instelling over die voorstellen weergeven . Dit oordeel heeft betrekking op de conformiteit van de projecten met het beleid van de Gemeenschap inzake ontwikkelingshulp , met de in de Overeenkomst omschreven doeleinden van de financiële en technische samenwerking en met de door de Raad van Ministers A.C.S.-E.E.G . vastgestelde algemene beleidslijnen .

    De Bank licht dit Comité voorts in omtrent de leningen zonder rentesubsidie welke zij voornemens is toe te kennen .

    2 . In het document dat de Bank aan het Comité van artikel 22 voorlegt , wordt met name een uiteenzetting gegeven van de plaats die het project inneemt in het kader van de vooruitzichten van de ontwikkeling van het betrokken land of de betrokken landen , en wordt in voorkomend geval melding gemaakt van de stand van de door de Gemeenschap toegekende terugbetaalbare steun en van de situatie van de deelnemingen van de zijde van de Gemeenschap .

    3 . Wanneer het Comité van artikel 22 geen gunstig advies uitbrengt over een voorstel dat voor een A.C.S.-Staat of een groep A.C.S.-Staten van belang is , raadpleegt de Bank de Vertegenwoordigers van de betrokken A.C.S.-Staat of A.C.S.-Staten en wordt de in artikel 54 , lid 3 , van de Overeenkomst bedoelde procedure toegepast .

    4 . Wanneer het Comité van artikel 22 over een aanvraag voor een lening met rentesubsidies een gunstig advies uitbrengt , wordt deze aanvraag , vergezeld van het met redenen omklede advies van het Comité , en de beoordeling van de Commissievertegenwoordiger , voor een besluit voorgelegd aan de Raad van Bewind van de Bank , die zich overeenkomstig de bepalingen van de statuten van de Bank uitspreekt .

    Indien het Comité van artikel 22 geen gunstig advies uitbrengt , trekt de Bank de aanvraag in of besluit deze te handhaven . In het laatste geval wordt de aanvraag , vergezeld van het met redenen omklede advies van het Comité en de beoordeling van de Commissievertegenwoordiger voor een besluit voorgelegd aan de Raad van Bewind van de Bank , die zich overeenkomstig de bepalingen van de statuten van de Bank uitspreekt .

    5 . Wanneer het Comité van artikel 22 over een voorstel tot financiering met risicodragend kapitaal een gunstig advies uitbrengt , wordt dit voorstel voor een besluit voorgelegd aan de Raad van Bewind van de Bank , die zich overeenkomstig de bepalingen van de statuten van de Bank uitspreekt .

    Ingeval het Comité van artikel 22 geen gunstig advies uitbrengt , trekt de Bank het voorstel in of verzoekt de Lid-Staat die het voorzitterschap van het Comité van artikel 22 bekleedt , de kwestie zo spoedig mogelijk aan de Raad voor te leggen .

    In dit laatste geval wordt het voorstel samen met het met redenen omklede advies van het Comité van artikel 22 en de beoordeling van de Commissievertegenwoordiger aan de Raad voorgelegd .

    De Raad spreekt zich uit volgens dezelfde stemprocedure als het Comité van artikel 22 .

    Indien de Raad besluit het standpunt van het Comité van artikel 22 te bevestigen , trekt de Bank haar voorstel in .

    Indien de Raad zich daarentegen voor het voorstel van de Bank uitspreekt , legt deze de in haar statuten voorgeschreven procedures ter uitvoering .

    Artikel 24

    1 . Onder voorbehoud van de nodige aanpassingen om met de aard van de gefinancierde verrichtingen en de in de statuten van de Bank voorgeschreven procedures rekening te houden , stelt deze het Comité van artikel 22 regelmatig op de hoogte van alle officieel bij haar ingediende aanvragen om financiering , ongeacht of deze al dan niet door haar diensten in aanmerking werden genomen .

    2 . Het Comité van artikel 22 dient kennis te nemen van het resultaat van de periodiek door de Bank verrichte werkzaamheden inzake de beoordeling van projecten die in uitvoering of beëindigd zijn , met name vanuit het oogpunt van de nagestreefde ontwikkelingsdoeleinden .

    Artikel 25

    1 . De Commissie en de Bank vergewissen zich van de wijze waarop de door elk van hen beheerde steun van de Gemeenschap wordt besteed door de A.C.S.-Staten , door de landen en gebieden , door de Franse overzeese departementen , of door eventuele andere begunstigden .

    2 . Zij vergewissen zich tevens , ieder op eigen gebied en in nauwe samenwerking met de autoriteiten van het betrokken land of de betrokken landen , van de wijze waarop de met communautaire gelden uitgevoerde projecten door de begunstigden worden aangewend .

    3 . Bij het in de leden 1 en 2 bedoelde onderzoek gaan de Commissie en de Bank na in hoeverre de in artikel 40 , lid 2 , van de Overeenkomst , in artikel 1 van Protocol nr . 2 van de Overeenkomst en in de dienovereenkomstige bepalingen van het Besluit bedoelde doelstellingen zijn bereikt .

    4 . De Commissie brengt de Raad ten minste eenmaal per jaar verslag uit over de naleving van de in de leden 1 , 2 en 3 bedoelde voorwaarden .

    De Raad neemt de nodige maatregelen met de in artikel 18 , lid 4 , voorgeschreven gekwalificeerde meerderheid van stemmen .

    HOOFDSTUK III

    Artikel 26

    Het in Titel II van de Overeenkomst en de dienovereenkomstige bepalingen van het Besluit bedoelde systeem van de stabilisatie van de exportopbrengsten is uitsluitend van toepassing op de exportopbrengsten van elk van de volgende kalenderjaren : 1975 , 1976 , 1977 , 1978 en 1979 .

    Artikel 27

    De bedragen van de transfers , als bedoeld respectievelijk in de leden 3 en 6 van artikel 19 van titel II van de Overeenkomst en in de dienovereenkomstige bepalingen van het Besluit , alsmede van de bijdragen ter aanvulling van de middelen , als bedoeld in artikel 21 , lid 2 , van de Overeenkomst en in de dienovereenkomstige bepalingen van het Besluit , worden uitgedrukt in rekeneenheden .

    De betalingen worden verricht in de munteenheid van een of meer Lid-Staten , die door de Commissie wordt gekozen na overleg met de A.C.S.-Staat of de bevoegde autoriteiten van de landen en gebieden .

    Artikel 28

    Ten einde de in artikel 17 van de Overeenkomst en de dienovereenkomstige bepalingen van het Besluit bedoelde onderlinge vergelijking van de statistieken van de Gemeenschap en van de A.C.S.-Staten mogelijk te maken , delen de Lid-Staten volgens in een uitvoeringsverordening vast te stellen procedures , aan de Commissie de statistische gegevens mede waarover zij beschikken en die nodig zijn voor het geordend functioneren van het stabilisatiesysteem .

    Artikel 29

    De Commissie zendt de Lid-Staten de verslagen toe betreffende de aanwending van de middelen welke de A.C.S.-Staten haar elk jaar doen toekomen . Zij stelt eenmaal per jaar een samenvattend verslag over de werking van het systeem op , waarin inzonderheid de invloed van het systeem op de economische ontwikkeling van de begunstigde landen en op de evolutie van het buitenlandse handelsverkeer wordt uiteengezet .

    Dit artikel is eveneens van toepassing voor wat betreft de landen en gebieden .

    HOOFDSTUK IV

    Artikel 30

    De uitvoeringsbepalingen van dit Akkoord worden neergelegd in een Financieel Reglement , dat bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst door de Raad wordt vastgesteld met de in artikel 18 , lid 4 , voorgeschreven gekwalificeerde meerderheid van stemmen , op de grondslag van een ontwerp van de Commissie en na advies van de Bank inzake de bepalingen die haar aangaan .

    Artikel 31

    1 . Bij de afsluiting van elk begrotingsjaar stelt de Commissie de jaarrekening en de balans van het Fonds vast .

    2 . Onverminderd lid 4 oefent de in artikel 206 van het Verdrag bedoelde Controlecommissie eveneens ten aanzien van de verrichtingen van het Fonds haar bevoegdheden uit . De wijze waarop dit geschiedt wordt in het in artikel 30 bedoelde Financiële Reglement bepaald .

    3 . De kwijting van het financiële beheer van het Fonds zal aan de Commissie worden verleend overeenkomstig de procedure van artikel 206 van het Verdrag . Voor zover de in dit artikel neergelegde procedure echter een besluit van de Raad inhoudt , neemt de Raad dit besluit met de in artikel 18 , lid 4 , voorgeschreven gekwalificeerde meerderheid van stemmen .

    4 . De uit de middelen van het Fonds gefinancierde verrichtingen , welke de Bank beheert , zijn onderworpen aan toepassing van de controle - en kwijtingsprocedure zoals die voor alle verrichtingen van de Bank in haar statuten zijn vastgelegd . De Bank brengt jaarlijks aan de Commissie en aan de Raad verslag uit over de uitvoering van de uit de middelen van het Fonds gefinancierde verrichtingen die door haar worden beheerd .

    Artikel 32

    1 . De overgebleven middelen van het Fonds voor de ontwikkeling van de landen en gebieden overzee , dat bij de aan het Verdrag gehechte Toepassingsovereenkomst is opgericht , worden verder beheerd op de in die Overeenkomst vastgestelde wijze , alsmede volgens de op 31 december 1962 geldende regeling .

    De overgebleven middelen van het Fonds dat is ingesteld bij het op 20 juli 1963 te Jaoende ondertekende Intern Akkoord betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap , worden verder beheerd op de in dat Interne Akkoord vastgestelde wijze , alsmede volgens de op 31 mei 1969 geldende regeling .

    De overgebleven middelen van het Fonds dat is ingesteld bij het op 29 juli 1969 te Jaoende ondertekende Intern Akkoord betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap , worden verder beheerd op de in dat Interne Akkoord vastgestelde wijze , alsmede volgens de op 31 januari 1975 geldende regeling .

    2 . Indien een gebrek aan middelen ten gevolge van het uitgeput raken van de vorenbedoelde overgebleven middelen de voltooiing in gevaar brengt van de projecten die in het kader van de in lid 1 bedoelde fondsen worden gefinancierd , kan de Commissie aanvullende financieringsvoorstellen indienen overeenkomstig artikel 16 .

    Artikel 33

    Dit Akkoord wordt door elke Lid-Staat goedgekeurd overeenkomstig zijn eigen grondwettelijke voorschriften . De Regering van elke Lid-Staat stelt het secretariaat van de Raad van de Europese Gemeenschappen in kennis van de beëindiging der procedures die voor de inwerkingtreding van dit Akkoord zijn vereist .

    Dit Akkoord wordt gesloten voor dezelfde duur als de Overeenkomst . Het zal echter van kracht blijven voor zover dit nodig is voor de volledige uitvoering van alle uit hoofde van de Overeenkomst gefinancierde verrichtingen .

    Artikel 34

    Dit Akkoord , opgesteld in één exemplaar in de Deense , de Duitse , de Engelse , de Franse , de Italiaanse en de Nederlandse taal , zijnde de zes teksten gelijkelijk authentiek , zal worden neergelegd in het archief van het secretariaat van de Raad van de Europese Gemeenschappen , dat een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan toezendt aan de Regering van elk der ondertekenende Staten .

    Udfaerdiget i Bruxelles , den elvte juli nitten hundrede og femoghalvfjerds .

    Geschehen zu Bruessel am elften Juli neunzehnhundertfuenfundsiebzig .

    Done at Brussels on the eleventh day of July in the year one thousand nine hundred and seventy-five .

    Fait à Bruxelles , le onze juillet mil neuf cent soixante-quinze .

    Fatto a Bruxelles , addì undici luglio millenovecentosettantacinque .

    Gedaan te Brussel , elf juli negentienhonderdvijfenzeventig .

    Pour le Gouvernement du Royaume de Belgique

    Voor de Regering van het Koninkrijk België

    Paa kongeriget Danmarks vegne

    Fuer die Regierung der Bundesrepublik Deutschland

    Pour le Gouvernement de la République française

    For the Government of Ireland

    Per il Governo della Repubblica italiana

    Pour le Gouvernement du Grand-Duché de Luxembourg

    Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

    For the Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland

    ( 1 ) PB nr . L 104 van 24 . 4 . 1975 , blz . 35 .

    Top