This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62022CN0782
Case C-782/22: Request for a preliminary ruling from the Gerechtshof’s-Hertogenbosch (Netherlands) lodged on 14 December 2022 — XX v Inspecteur van de Belastingdienst
Zaak C-782/22: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland) op 14 december 2022 — XX tegen Inspecteur van de Belastingdienst
Zaak C-782/22: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland) op 14 december 2022 — XX tegen Inspecteur van de Belastingdienst
PB C 155 van 2.5.2023, p. 26–26
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
2.5.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 155/26 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland) op 14 december 2022 — XX tegen Inspecteur van de Belastingdienst
(Zaak C-782/22)
(2023/C 155/31)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekster: XX
Verweerder: Inspecteur van de Belastingdienst
Prejudiciële vraag
Verzet artikel 63, lid 1, VWEU zich tegen een wettelijke regeling als de onderhavige, volgens welke dividenduitkeringen door in Nederland gevestigde (beurs)vennootschappen aan een in een andere lidstaat gevestigde vennootschap, die ter dekking van toekomstige betalingsverplichtingen onder andere in aandelen in die (beurs)vennootschappen heeft belegd, zijn onderworpen aan een bronbelasting naar een tarief van 15 % over het brutobedrag van die dividenduitkeringen, terwijl de belastingdruk op dividenduitkeringen aan een in Nederland gevestigde vennootschap in overigens gelijke omstandigheden nihil zou bedragen, omdat bij de berekening van de belastinggrondslag voor de winstbelasting waaraan die laatstbedoelde vennootschap zou zijn onderworpen rekening wordt gehouden met de kosten die worden opgeroepen door een toename van de toekomstige betalingsverplichtingen van de vennootschap, welke toename vrijwel geheel correspondeert met een (positieve) wijziging in de waarde van de beleggingen, ook al leidt de ontvangst van dividend als zodanig niet tot een wijziging in de waarde van die verplichtingen?