Ez a dokumentum az EUR-Lex webhelyről származik.
Dokumentum 62021CA0695
Case C-695/21, Recreatieprojecten Zeeland and Others: Judgment of the Court (Seventh Chamber) of 2 March 2023 (request for a preliminary ruling from the Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel — Belgium) — Recreatieprojecten Zeeland BV, Casino Admiral Zeeland BV, Supergame BV v Belgische Staat (Reference for a preliminary ruling — Freedom to provide services — Article 56 TFEU — Restrictions on the freedom to provide services — Games of chance — Legislation of a Member State laying down a general ban on advertising by gaming establishments — Automatic derogation from that ban for establishments holding an operating licence issued by the authorities of that Member State — No possibility of derogation for establishments located in another Member State)
Zaak C-695/21, Recreatieprojecten Zeeland e.a.: Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 2 maart 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel — België) — Recreatieprojecten Zeeland BV, Casino Admiral Zeeland BV, Supergame BV / Belgische Staat (Prejudiciële verwijzing – Vrij verrichten van diensten – Artikel 56 VWEU – Beperkingen van het vrij verrichten van diensten – Kansspelen – Regeling van een lidstaat die in een algemeen reclameverbod voorziet voor kansspelinrichtingen – Van rechtswege geldende uitzondering op dit verbod voor de inrichtingen die beschikken over een door de autoriteiten van die lidstaat afgegeven exploitatievergunning – Geen uitzondering op dit verbod mogelijk voor inrichtingen die zijn gelegen in een andere lidstaat)
Zaak C-695/21, Recreatieprojecten Zeeland e.a.: Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 2 maart 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel — België) — Recreatieprojecten Zeeland BV, Casino Admiral Zeeland BV, Supergame BV / Belgische Staat (Prejudiciële verwijzing – Vrij verrichten van diensten – Artikel 56 VWEU – Beperkingen van het vrij verrichten van diensten – Kansspelen – Regeling van een lidstaat die in een algemeen reclameverbod voorziet voor kansspelinrichtingen – Van rechtswege geldende uitzondering op dit verbod voor de inrichtingen die beschikken over een door de autoriteiten van die lidstaat afgegeven exploitatievergunning – Geen uitzondering op dit verbod mogelijk voor inrichtingen die zijn gelegen in een andere lidstaat)
PB C 155 van 2.5.2023., 20—20. o.
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
2.5.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 155/20 |
Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 2 maart 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel — België) — Recreatieprojecten Zeeland BV, Casino Admiral Zeeland BV, Supergame BV / Belgische Staat
(Zaak C-695/21 (1), Recreatieprojecten Zeeland e.a.)
(Prejudiciële verwijzing - Vrij verrichten van diensten - Artikel 56 VWEU - Beperkingen van het vrij verrichten van diensten - Kansspelen - Regeling van een lidstaat die in een algemeen reclameverbod voorziet voor kansspelinrichtingen - Van rechtswege geldende uitzondering op dit verbod voor de inrichtingen die beschikken over een door de autoriteiten van die lidstaat afgegeven exploitatievergunning - Geen uitzondering op dit verbod mogelijk voor inrichtingen die zijn gelegen in een andere lidstaat)
(2023/C 155/23)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: Recreatieprojecten Zeeland BV, Casino Admiral Zeeland BV, Supergame BV
Verwerende partij: Belgische Staat
Dictum
Artikel 56, eerste alinea, VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een wettelijke regeling van een lidstaat die exploitanten van een beperkt en gecontroleerd aantal op het grondgebied van die lidstaat gelegen kansspelinrichtingen van rechtswege een uitzondering verleent op het algemene reclameverbod dat voor dergelijke inrichtingen geldt, zonder te voorzien in de mogelijkheid voor exploitanten van in een andere lidstaat gelegen inrichtingen om een uitzondering op dat verbod te verkrijgen voor die doeleinden.