Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022XR1800

    Resolutie van het Europees Comité van de Regio’s over REPowerEU: steden en regio’s zetten vaart achter de energietransitie

    COR 2022/01800

    PB C 301 van 5.8.2022, p. 6–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    5.8.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 301/6


    Resolutie van het Europees Comité van de Regio’s over REPowerEU: steden en regio’s zetten vaart achter de energietransitie

    (2022/C 301/02)

    HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S (CvdR),

    gezien de hoge en stijgende energieprijzen, die sinds de zomer van 2021 de koopkracht van huishoudens en ondernemingen uithollen, onder invloed van de wereldwijde vraag naar energie, met name gas, nu we herstellen van de COVID-19-pandemie;

    gezien de mededeling van de Europese Commissie (hierna: de Commissie) van 13 oktober 2021 over het aanpakken van de stijgende energieprijzen en de daarin opgenomen toolbox;

    gezien de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde invasie van Oekraïne op 24 februari 2022 door de Russische Federatie, met de steun van Belarus;

    gezien de mededeling van de Commissie van 8 maart 2022, getiteld “REPowerEU: een gemeenschappelijk Europees optreden voor betaalbaardere, veiligere en duurzamere energie”;

    gezien de Verklaring van Versailles die de staatshoofden en regeringsleiders van de EU tijdens de informele bijeenkomst op 10 en 11 maart 2022 hebben uitgebracht;

    gezien de mededeling van de Commissie over voorzieningszekerheid en betaalbare energieprijzen, het voorstel voor een verordening betreffende de opslag van gas, en het tijdelijke crisiskader voor flexibiliteit in het kader van de staatssteunregeling, van 23 maart 2022;

    gezien de gezamenlijke taskforce inzake energiezekerheid die onverwijld door de Commissie en de Verenigde Staten zal worden opgericht;

    gezien de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2022;

    gezien de werkzaamheden die het CvdR recent via zijn adviezen en zijn werkgroep “Green Deal Going Local” heeft verricht ten aanzien van het “Fit for 55”-pakket;

    Over de aanpak van meervoudige crises

    1.

    is ingenomen met de initiatieven die de Commissie overweegt om iets te doen aan de huidige hoge energieprijzen, die sinds de zomer van 2021 aan het stijgen zijn, wat nog verergerd wordt door de illegale, niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde oorlog van de Russische Federatie in Oekraïne; onderstreept dat het niet simpelweg volstaat om onze afhankelijkheid van de levering van fossiele brandstoffen uit alleen de Russische Federatie geleidelijk aan af te bouwen, maar beschouwt het REPowerEU-plan als een manier om de energietransitie te versnellen, de EU in het algemeen minder afhankelijk te maken van de invoer van energie en grondstoffen en aldus de politieke, economische en veiligheidsrisico’s die uit deze invoer voortvloeien te verkleinen; betreurt evenwel ten zeerste dat niet duidelijk wordt aangegeven dat steden en regio’s in dezen een rol spelen, zowel om de huidige energiecrisis het hoofd te bieden als om er duurzame oplossingen voor aan te dragen;

    2.

    is ook bezorgd dat de energiecrisis naar verwachting een asymmetrische impact op steden en regio’s zal hebben, omdat zij over ongelijke mogelijkheden beschikken om op de verstoring van de energievoorziening en de stijgende energieprijzen te reageren, en roept de Commissie en de lidstaten op om deze asymmetrieën terdege in aanmerking te nemen bij het formuleren en implementeren van de respectieve maatregelen;

    3.

    maakt zich grote zorgen over de bevindingen in het meest recente IPCC-rapport “Climate Change 2022 — Impacts, Adaptation and Vulnerability” (1), waarin wordt bevestigd dat veel van de gevolgen van de klimaatverandering nu al onomkeerbaar zijn; onderstreept dat beperkende en aanpassingsmaatregelen, waarbij lokale en regionale overheden een sleutelrol spelen, niet nog meer vertraging mogen oplopen;

    4.

    benadrukt dat het streven naar energiezekerheid uiteindelijk de nagestreefde klimaatneutraliteit en de energietransitie moet ondersteunen. Om de huidige crisis toekomstbestendig aan te pakken, is het absoluut zaak dat de weg naar continu geleverde, betaalbare en duurzame energie wordt ingeslagen; roept in dit verband de medewetgevers van de EU op om meer ambitie te tonen en vaart te zetten achter de goedkeuring van het “Fit for 55”-pakket, waarin specifiek rekening wordt gehouden met de CvdR-adviezen over de herzieningen van de richtlijn hernieuwbare energie (RED) en de richtlijn energie-efficiëntie (EED) en over de richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD);

    5.

    vindt het een goede zaak dat energie-efficiëntie als een eerste beginsel wordt erkend en wijst nogmaals op de cruciale rol van de regio’s en steden in de EU bij het stimuleren van energie-efficiëntiewinsten; verzoekt de Commissie om in haar strategie het begrip “toereikende energie” (2) op te nemen, waarbij het erom gaat tot een situatie te komen waarin alle mensen toegang hebben tot alle energiediensten die zij nodig hebben en tot een billijk aandeel van de energiediensten die zij willen hebben, terwijl tegelijkertijd de impact van het energiesysteem niet verder gaat dan wat het milieu aankan;

    6.

    wijst op de essentiële rol van de bestaande innovatieve governance-instrumenten voor samenwerking en capaciteitsopbouw, zoals het Burgemeestersconvenant, de advieshub energiearmoede, het Europees Klimaatpact, het initiatief “Schone energie voor eilanden van de EU” en soortgelijke EU-initiatieven ter bevordering van de hoognodige transitie naar betaalbare, duurzame en continu geleverde energie;

    7.

    zou graag zien dat de Commissie en de lidstaten in nauwe samenwerking met de Europese Investeringsbank steun verlenen voor de oprichting van “one-stop-shops” voor de uitvoering van het REPowerEU-plan op regionaal en lokaal niveau;

    8.

    verzoekt de Commissie te bevorderen dat huidige voorbeelden van beste praktijken stelselmatig worden nagevolgd, en wel door lokale en regionale overheden gerichte technische en financiële steun te verlenen om de aanloopkosten van energie-efficiëntiemaatregelen te verminderen, waarbij speciale aandacht moet uitgaan naar kwetsbare huishoudens, micro- en kleine ondernemingen en consumenten;

    9.

    wijst erop dat met de toolbox voor het aanpakken van de energieprijzen (3) voor het eerst is getracht instrumenten voor te stellen om de sociale gevolgen van de huidige energiecrisis te verzachten, maar dat de toolbox niet zo doeltreffend is gebleken als nodig was, en moet worden versterkt; is van mening dat de nadruk moet worden gelegd op langetermijnoplossingen voor een fossielvrij en energieonafhankelijk Europa, met diepgaande veranderingen in alle sectoren om energie- en mobiliteitsarmoede uit te bannen;

    10.

    verzoekt de Commissie rekening te houden met de problemen van regio’s die afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen en die niet op het continentale net kunnen worden aangesloten, zoals ultraperifere regio’s, als het gaat om langetermijnoplossingen voor het bereiken van energie-efficiëntie;

    Over het gezamenlijk stimuleren van hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en energiebesparing via het REPowerEU-plan

    11.

    roept de Commissie en de lidstaten op ervoor te zorgen dat massale investeringen en concrete maatregelen om het gebruik van hernieuwbare energiebronnen te versnellen en energie-efficiëntie, energiebesparing en onderzoek naar alternatieve duurzame brandstoffen te stimuleren, prioriteit krijgen en volledig aan elkaar gekoppeld worden;

    12.

    kijkt uit naar het voorstel van de EC betreffende een snellere vergunningsprocedure op het gebied van hernieuwbare energie, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel, en dringt erop aan dat soortgelijke maatregelen worden genomen voor belangrijke projecten op het gebied van energie-efficiëntie; verzoekt de Commissie de bestaande instrumenten voor technische ondersteuning van lokale en regionale overheden te versterken; is dan ook te spreken over het voorstel voor een Europees initiatief voor zonnepanelen op daken in de voor juni geplande mededeling van de Commissie over een strategie voor zonne-energie; roept de lidstaten op om koopstimulerende maatregelen te nemen, zoals kortlopende subsidieprogramma’s voor consumenten;

    13.

    wijst erop dat maatschappelijk draagvlak voor infrastructuurprojecten cruciaal is voor het versnellen van plannings- en vergunningsprocedures en verzoekt de Commissie en de lidstaten te stimuleren dat goede praktijken op dit gebied, zoals die welke genoemd worden in het recente infrastructuurverslag van het CvdR-netwerk van regionale hubs, onder de aandacht worden gebracht;

    14.

    beschouwt het koolstofvrij maken van openbare en particuliere gebouwen als een centraal element van de Europese Green Deal en als een essentieel deel van de oplossing voor de huidige crisis om de vraag naar gas drastisch te verminderen; dringt er bij de Commissie op aan om vaart te zetten achter het gebruik van warmtepompen (4) als onderdeel van het REPowerEU-plan, en achter het onderzoek naar innovatieve oplossingen om ons gebouwenbestand zo slim en klimaatneutraal mogelijk te maken;

    15.

    verzoekt de Commissie daarnaast publiek-private consortia voor de renovatie van gebouwen, bestaande uit bedrijven en lokale en regionale overheden, te stimuleren om geïntegreerde renovatiepakketten voor de verbetering van de verwarming en koeling van gebouwen onder de aandacht te brengen, een programma voor industriële isolatie op te zetten om kosteneffectieve investeringen met een korte terugverdientijd vast te leggen, en de opleiding van renovatiepersoneel te ondersteunen;

    16.

    merkt op dat het energiebesparingspotentieel in de mededeling over REPowerEU onderbelicht blijft en verzoekt de Commissie en de lidstaten na te denken over maatregelen zoals campagnes om gedragsverandering aan te moedigen;

    17.

    betreurt dat de goedkeuring van de wet inzake natuurherstel vertraging heeft opgelopen en benadrukt dat de bescherming en het herstel van de biodiversiteit niet los van de aanpassing aan de klimaatverandering kunnen worden gezien en in het kader van de Europese Green Deal een hoofdpijler van de groene transitie moeten blijven; dringt er bij de Commissie op aan de regionale en lokale overheden overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel volwaardig te betrekken bij de aanwijzing van “go-to”-gebieden voor de uitvoering van projecten voor hernieuwbare energie, om ervoor te zorgen dat deze projecten volledig in overeenstemming zijn met het “niet-schaden”-beginsel;

    18.

    is van mening dat energiezekerheid en klimaatneutraliteit alleen kunnen worden bereikt als de Europese Unie berust op een robuuste en volledig geïnterconnecteerde interne elektriciteitsmarkt en een goed functionerende koolstofmarkt; benadrukt dat tijdelijke kortetermijnmaatregelen, zoals een betere opslag van fossiel gas en meer invoer van vloeibaar aardgas, geen extra “lock-in” mogen creëren en “groengasklaar” moeten zijn, ter voorbereiding op klimaatneutraliteit met hernieuwbare waterstof en andere hernieuwbare brandstoffen; dringt erop aan dat onze onderlinge verbindingen voor gas, waterstof en elektriciteit in de hele Europese Unie worden voltooid en verbeterd, met inbegrip van de volledige synchronisatie van de elektriciteitsnetten;

    19.

    benadrukt dat het belangrijk is om de bijdragen van “prosumenten” en lokale gemeenschappen voor hernieuwbare energie volledig te omvatten en te benutten en stelt een minder restrictieve definitie voor van slimme netwerken binnen het kader en de infrastructuur van de trans-Europese energienetwerken (TEN-E); onderstreept dat er behoefte is aan aansluiting van nieuwe kleinschalige producenten op de laag- en middenspanningsnetwerken; roept de Commissie ertoe op een kader te bieden om verschillende kleinere projecten bijeen te brengen, met flexibiliteit voor in het bijzonder grensregio’s, zodat het mogelijk wordt om samengevoegde projecten op te zetten en daar financiering voor te krijgen; benadrukt dat Europese groeperingen voor territoriale samenwerking (EGTS) bij deze projecten een belangrijke rol kunnen spelen; wijst erop dat landelijke gebieden een onmisbare rol vervullen bij de productie van hernieuwbare energie;

    20.

    beklemtoont dat de huidige energiecrisis een kans biedt om elektrificatie en de productie van hernieuwbare waterstof aanzienlijk op te voeren als schone oplossingen om onze economie koolstofvrij te maken; verzoekt de Commissie ambitieuze en concrete acties voor te stellen om de waterstofversneller te implementeren, met inbegrip van een vast tijdschema voor elke actie; verzoekt de Commissie in dit verband om bij wijze van cruciale maatregel een EU-initiatief voor waterstofvalleien te beginnen dat deze versterkt, hun Europese netwerkvorming en grensoverschrijdende samenwerking structureel ondersteunt en voorziet in financiering uit het EU-innovatiefonds alsook in meer financiële middelen een hogere financiering via de gemeenschappelijke onderneming Clean Hydrogen Partnership; juicht het voorstel voor een wereldwijde Europese waterstoffaciliteit toe en roept op tot structurele betrokkenheid van de EU-regio’s die op dit gebied al actief zijn; roept de Europese wetgevers op om bij de aanneming van het “Fit for 55”-pakket, met inbegrip van het wetgevingspakket om de gasmarkt koolstofvrij te maken, consequent steun te verlenen aan de versnelde marktinvoering van groene waterstof;

    21.

    pleit voor het actualiseren van de huidige staatssteunregels om deze optimaal vorm te geven voor de cofinanciering, exploitatie en verdere ontwikkeling van openbare infrastructuur voor elektrisch opladen, en is van mening dat de bijbehorende investeringskosten in aanmerking moeten komen voor overheidssteun, zoals is voorgesteld in het recente infrastructuurverslag van het netwerk van regionale hubs van het CvdR;

    Naar een REPowerEU-plan in partnerschap met steden en regio’s

    22.

    benadrukt dat het komende REPowerEU-plan een plan moet bevatten voor het bekostigen en sturen van bestaande of nieuwe financiële middelen van de EU om lokale en regionale overheden bij de tenuitvoerlegging ervan te helpen; verzoekt de lidstaten ongebruikte middelen uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit te herbestemmen om lokale plannen voor energiezekerheid en investeringen in hernieuwbare bronnen te ondersteunen;

    23.

    zou graag zien dat het als institutionele partner wordt opgenomen in de onlangs door de Commissie opgerichte Coördinatiegroep energiearmoede en kwetsbare consumenten, teneinde de informatie-uitwisseling en de coördinatie tussen de Commissie en de lidstaten te vergemakkelijken waar het gaat om vraagstukken in verband met de opzet en de uitvoering van het komende REPowerEU-plan, de wetgeving van de Unie, de programma’s en het beleid ten aanzien van kwetsbare huishoudens en consumenten die op alle niveaus door energie- en mobiliteitsarmoede worden getroffen. Het CvdR is bereid om via zijn werkgroep Green Deal Going Local bij te dragen aan deze interinstitutionele samenwerking door knelpunten, manieren en middelen in kaart te brengen om de “Fit for 55”-maatregelen op lokaal en regionaal niveau eerder te laten ingaan en op te voeren, onder meer door de uitwisseling van beste praktijken, ervaringen en expertise;

    24.

    merkt op dat volgens de verordening betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) in alle categorieën regio’s ten minste 30 % van de middelen moet worden bestemd om Europa en zijn regio’s groener, koolstofarm en veerkrachtig te maken; zou graag zien dat de lidstaten en de regio’s gebruikmaken van de mogelijkheden die de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) bieden voor de financiering van projecten in verband met de energietransitie, met inbegrip van projecten op het gebied van energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en de ontwikkeling van slimme energiesystemen, -netwerken en -opslag buiten het TEN-E-kader;

    25.

    vindt het een goede zaak dat er in het kader van het instrument voor technische ondersteuning (TSI) een oproep is gelanceerd waarmee beoogd wordt de lidstaten te helpen om geleidelijk minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen uit Rusland, maar betreurt de korte deadline voor het indienen van verzoeken om deze specifieke steun; roept de Commissie op om het TSI gemakkelijker beschikbaar te stellen ter ondersteuning van lokale en regionale overheden, met name in minder ontwikkelde regio’s waar de capaciteitskloof het grootst is, want door deze kloof kunnen ze bij het doorvoeren van investeringen en hervormingen niet optimaal gebruikmaken van de steun uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit; is bereid om de Commissie te helpen ervoor te zorgen dat steden en regio’s daadwerkelijk gebruikmaken van dit instrument;

    26.

    erkent dat het beprijzen van koolstof een cruciaal instrument is om de aangescherpte klimaatdoelen van de EU naderbij te brengen en is voorstander van een aanpak waarbij alle sectoren ertoe bijdragen om de desbetreffende ambities waar te maken; is ermee ingenomen dat de Commissie de risico’s op dit gebied erkent en juicht de voorstellen om ze aan te pakken toe, zoals de wijziging van de EU-richtsnoeren voor staatssteun in het kader van de regeling voor de handel in emissierechten; wijst erop dat sommige van de voorgestelde maatregelen, zoals een hogere belasting op onverwachte winsten, wellicht geen betrouwbare ondersteuning bieden; is zich ervan bewust dat het nieuwe emissiehandelssysteem in de sectoren wegvervoer en bouwnijverheid (ETS II), in combinatie met onvoldoende investeringen in deze sectoren en de stijging van de brandstofprijzen, het risico op energie- en mobiliteitsarmoede kan vergroten; verzoekt de Commissie en de medewetgevers dan ook de lidstaten ertoe te verplichten een minimumpercentage van ten minste 20 % van de inkomsten uit de veiling van ETS-rechten vast te stellen dat rechtstreeks door lokale en regionale overheden wordt beheerd;

    27.

    is verheugd over de goedkeuring van het tijdelijke crisiskader om de lidstaten in staat te stellen gebruik te maken van de flexibiliteit waarin de staatssteunregels voorzien om de economie te ondersteunen in de context van de oorlog van Rusland in Oekraïne; benadrukt dat de mogelijke negatieve gevolgen voor de mededinging en de verstoring van de eengemaakte markt zorgvuldig in de gaten moeten worden gehouden; constateert dat in het recente infrastructuurverslag van het RegHub-netwerk van het CvdR (5) staatssteun aan de orde komt en het standpunt wordt verwoord dat de huidige staatssteunregels niet optimaal zijn voor de medefinanciering, exploitatie en verdere ontwikkeling van openbare infrastructuur voor elektrisch opladen; bij een toekomstige herziening moet worden nagegaan of investeringskosten in aanmerking komen voor overheidssteun;

    28.

    stelt met bezorgdheid vast dat de huidige crisis grote gevolgen zal hebben voor de overheidsfinanciën, en verzoekt de Commissie derhalve de toepassing van de algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact (SGP) te verlengen totdat een nieuw kader voor economische governance is overeengekomen, en ten minste tot eind 2023; overheidsinvesteringen in maatregelen ter ondersteuning van de milieutransitie, en met name in energie-efficiëntie en hernieuwbare energie, mogen in het kader voor economische governance niet als structurele uitgaven worden meegerekend;

    29.

    is ingenomen met de in artikel 5 van de elektriciteitsrichtlijn vervatte maatregelen met betrekking tot de elektriciteitsmarkt, alsook met de richtsnoeren (6) betreffende de mogelijkheid voor de lidstaten om in te grijpen in de vaststelling van de prijzen voor de elektriciteitsvoorziening; is van oordeel dat het, gezien de huidige geopolitieke situatie en de gevolgen daarvan voor de energiemarkt, met de stijging en de volatiliteit van de elektriciteitsprijzen, van essentieel belang zal zijn dat de lidstaten ingrijpen, teneinde kwetsbare huishoudens en kleine en micro-ondernemingen te beschermen en het concurrentievermogen op te voeren, hetgeen op lange termijn de consumenten ten goede zal komen. Niettemin herhaalt het CvdR (7) dat deze maatregelen van beperkte duur moeten zijn, gekoppeld moeten zijn aan het noodaspect van de energiecrisis en nooit een structurele verandering mogen worden die de liberalisering van het beheer van de elektriciteitsmarkt zou kunnen ondermijnen; daar het opwekken van hernieuwbare energie steeds minder kost, stelt het voor dat het ontkoppelen van gas en elektriciteit wordt overwogen als mogelijke maatregel om te voorkomen dat hoge gasprijzen de elektriciteitsprijzen beïnvloeden;

    30.

    is ingenomen met het wetgevingsvoorstel om te zorgen voor een passend niveau van energievooraden in de EU voor de komende winter en daarna; onderstreept dat bij de vaststelling van dergelijke minimumniveaus rekening moet worden gehouden met regionale risicobeoordelingen;

    31.

    benadrukt dat er meer inzicht moet komen in de regionale behoeften en mogelijkheden op het gebied van omscholing en bijscholing; roept de Commissie op initiatieven als Erasmus+ en Horizon Europa te gebruiken om te zorgen voor nauwere samenwerking tussen het bedrijfsleven en de academische wereld, en het Pact voor vaardigheden te lanceren in belangrijke industriële ecosystemen zoals de waterstof-, zonne-, warmtepomp- en windenergiesector; roept de lidstaten op sneller gebruik te maken van het Europees Sociaal Fonds+, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en de herstel- en veerkrachtfaciliteit om de herscholing en bijscholing van personeel te stimuleren, overeenkomstig de noodzaak om beroepspraktijken aan te passen aan het streven naar een circulaire economie, het gebruik van koolstofarme materialen en nieuwe technologieën.

    Brussel, 28 april 2022.

    De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

    Apostolos TZITZIKOSTAS


    (1)  https://report.ipcc.ch/ar6wg2/pdf/IPCC_AR6_WGII_FinalDraft_FullReport.pdf

    (2)  https://www.energysufficiency.org

    (3)  De stijgende energieprijzen aanpakken: een toolbox met initiatieven en steunmaatregelen, 13 oktober 2021 (COM(2021) 660 final).

    (4)  Warmtepompen, die lijken op airconditioners en buiten gebouwen worden geplaatst, verwarmen woningen door warmte te verplaatsen in plaats van te produceren. Met behulp van elektriciteit zorgen ze ervoor dat warmte aan de buitenlucht, de grond of het water wordt onttrokken en wordt geconcentreerd, waarna ze die warmte het huis in “pompen”.

    (5)  https://cor.europa.eu/nl/news/Pages/reghub-launches-consultation-on-21st-century-rules.aspx

    (6)  Zie bijlage 1 van de Commissiemededeling over REPowerEU.

    (7)  Zie het CvdR-advies over hernieuwbare energie en de interne elektriciteitsmarkt (PB C 342 van 12.10.2017, blz. 79) van D. Matoniene (LT/ECR), artikel 20.


    Top