Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021TN0715

    Zaak T-715/21: Beroep ingesteld op 5 november 2021 — Cellnex Telecom en Retevisión I / Commissie

    PB C 37 van 24.1.2022, p. 42–43 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    24.1.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 37/42


    Beroep ingesteld op 5 november 2021 — Cellnex Telecom en Retevisión I / Commissie

    (Zaak T-715/21)

    (2022/C 37/56)

    Procestaal: Spaans

    Partijen

    Verzoekende partijen: Cellnex Telecom, SA (Madrid, Spanje) en Retevisión I, SA (Madrid) (vertegenwoordigers: J. Buendía Sierra, A. Lamadrid de Pablo en N. Bayón Fernández, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    toewijzing van de in het verzoekschrift aangevoerde middelen;

    nietigverklaring van besluit (EU) 2021/2034 van de Commissie van 10 juni 2021 betreffende steunmaatregel SA.28599 (C 23/2010) (ex NN 36/2010, ex CP 163/2009) die Spanje heeft uitgevoerd voor de ontwikkeling van digitale terrestrische televisie in afgelegen en minder verstedelijkte gebieden (met uitzondering van Castilla-La Mancha) (1);

    verwijzing van de Commissie in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voeren de verzoekende partijen twee middelen aan.

    1.

    Het eerste middel is gebaseerd op kennelijke schending van de procedure van artikel 108, lid 2, VWEU en schending van de procedurele rechten van de belanghebbenden krachtens het Unierecht.

    Dienaangaande voeren verzoeksters aan dat deze schending heeft plaatsgevonden door de vaststelling van het bestreden besluit zonder dat de Commissie een nieuw inleidingsbesluit heeft vastgesteld of het inleidingsbesluit dat aan het besluit van 2013 voorafging heeft gewijzigd zonder dat zij hen vooraf in kennis heeft gesteld van haar voorlopige selectiviteitsanalyse.

    2.

    Het tweede middel is ontleend aan een onjuiste rechtsopvatting bij de toepassing van artikel 107, lid 1, VWEU met betrekking tot het begrip selectiviteit, schending van de bewijslast en een motiveringsgebrek.

    In dit verband voeren verzoeksters aan dat de Commissie een fout heeft gemaakt bij haar “voornaamste” selectiviteitsanalyse door te oordelen dat het referentiestelsel gelijkstaat aan “de normale marktomstandigheden waaronder de ondernemingen zouden moeten werken”, waaronder alle ondernemingen en sectoren van de economie vallen. De Commissie maakt een fout in haar “subsidiaire” selectiviteitsanalyse door te oordelen dat terrestrische en satelliettechnologieën zich in vergelijkbare situaties bevinden bij de transmissie van het digitale televisiesignaal in wat het bestreden besluit zone II noemt.


    (1)  PB 2021, L 417, blz. 1.


    Top