EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CA0053

Zaak C-53/20: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 15 april 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bundesgerichtshof — Duitsland) — Hengstenberg GmbH & Co. KG/Spreewaldverein eV [Prejudiciële verwijzing – Bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen – Verordening (EU) nr. 1151/2012 – Artikel 49, lid 3, eerste alinea, en lid 4, tweede alinea – Artikel 53, lid 2, eerste alinea – Wijziging van een productdossier – Augurken uit het Spreewald (Duitsland), “Spreewälder Gurken (BGA)” – Niet-minimale wijzigingen – Bezwaarprocedure – Bezwaar tegen de wijzigingsaanvraag – Beroep tegen het besluit waarbij die aanvraag wordt ingewilligd – Begrip “rechtmatig belang”]

PB C 217 van 7.6.2021, p. 15–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

7.6.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 217/15


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 15 april 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bundesgerichtshof — Duitsland) — Hengstenberg GmbH & Co. KG/Spreewaldverein eV

(Zaak C-53/20) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen - Verordening (EU) nr. 1151/2012 - Artikel 49, lid 3, eerste alinea, en lid 4, tweede alinea - Artikel 53, lid 2, eerste alinea - Wijziging van een productdossier - Augurken uit het Spreewald (Duitsland), “Spreewälder Gurken (BGA)” - Niet-minimale wijzigingen - Bezwaarprocedure - Bezwaar tegen de wijzigingsaanvraag - Beroep tegen het besluit waarbij die aanvraag wordt ingewilligd - Begrip “rechtmatig belang”)

(2021/C 217/20)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Hengstenberg GmbH & Co. KG

Verwerende partij: Spreewaldverein eV

Dictum

Artikel 49, lid 3, eerste alinea, en lid 4, tweede alinea, van verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen, gelezen in samenhang met artikel 53, lid 2, eerste alinea, van deze verordening, moet aldus worden uitgelegd dat in de procedure voor aanvragen tot niet-minimale wijziging van het productdossier van een product met een beschermde geografische aanduiding elke natuurlijke of rechtspersoon die door de gevraagde wijzigingen daadwerkelijk of — voor zover dit althans niet geheel onaannemelijk is — potentieel economisch wordt geraakt, het “rechtmatige belang” kan hebben dat vereist is om bezwaar aan te tekenen tegen de ingediende wijzigingsaanvraag of om beroep in te stellen tegen het besluit waarbij die aanvraag wordt ingewilligd, voor zover het gevaar dat de belangen van die persoon worden geschaad niet volstrekt onwaarschijnlijk of hypothetisch is, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan.


(1)  PB C 161 van 11.5.2020.


Top