This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62020CN0050
Case C-50/20 P: Appeal brought on 29 January 2020 by ZW against the order of the General Court (Fourth Chamber) delivered on 21 November 2019 in Case T-727/18, ZW v EIB
Zaak C-50/20 P: Hogere voorziening ingesteld op 29 januari 2020 door ZW tegen de beschikking van het Gerecht (Vierde kamer) van 21 november 2019 in zaak T-727/18, ZW / EIB
Zaak C-50/20 P: Hogere voorziening ingesteld op 29 januari 2020 door ZW tegen de beschikking van het Gerecht (Vierde kamer) van 21 november 2019 in zaak T-727/18, ZW / EIB
PB C 348 van 19.10.2020, p. 2–2
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
19.10.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 348/2 |
Hogere voorziening ingesteld op 29 januari 2020 door ZW tegen de beschikking van het Gerecht (Vierde kamer) van 21 november 2019 in zaak T-727/18, ZW / EIB
(Zaak C-50/20 P)
(2020/C 348/02)
Procestaal: Engels
Partijen
Rekwirante: ZW (vertegenwoordiger: T. Petsas, dikigoros)
Andere partij in de procedure: Europese Investeringsbank (EIB)
Bij beschikking van 3 september 2020 heeft het Hof van Justitie (Achtste kamer) de hogere voorziening gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk kennelijk ongegrond verklaard en rekwirante verwezen in haar eigen kosten.