Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52019AE5743

    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Het jaarlijkse werkprogramma van de Unie voor Europese normalisatie voor 2020 (COM(2019) 486 final)

    EESC 2019/05743

    PB C 311 van 18.9.2020, p. 45–51 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    18.9.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 311/45


    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Het jaarlijkse werkprogramma van de Unie voor Europese normalisatie voor 2020

    (COM(2019) 486 final)

    (2020/C 311/05)

    Rapporteur:

    Gerardo LARGHI

    Corapporteur:

    Elżbieta SZADZIŃSKA

    Raadpleging

    Europese Commissie, 19.12.2019

    Rechtsgrondslag

    Artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

    Bevoegde afdeling

    Interne Markt, Productie en Consumptie

    Goedkeuring door de afdeling

    2.3.2020

    Goedkeuring door de voltallige vergadering

    10.6.2020

    Zitting nr.

    552

    Stemuitslag

    (voor/tegen/onthoudingen)

    206/0/7

    1.   Conclusies en aanbevelingen

    1.1.

    Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) is het met de Commissie eens dat normalisatie van cruciaal belang is voor de strategie voor de eengemaakte markt en dat normen voortdurend bijgewerkt moeten worden.

    1.2.

    Het Europese normalisatiesysteem moet dringend worden gemoderniseerd om op de mondiale uitdagingen in te spelen via een innovatief samenwerkingsproces met het oog op de tijdige ontwikkeling van normen in een snel veranderende technologische omgeving.

    1.3.

    De nieuwe modulaire aanpak op basis van transversale vereisten (met betrekking tot milieubescherming, de Green Deal, de circulaire economie) vergt een sectoroverschrijdende aanpak.

    1.4.

    Het EESC stelt vast dat het jaarlijkse werkprogramma voor 2020 nieuwe doelstellingen bevat en de eerder vastgestelde prioriteiten verder ontwikkelt en integreert.

    1.5.

    Het normalisatieproces moet volgens het EESC beginnen vanaf de onderzoeks- en ontwikkelingsfase, met steun van de industrie, vertegenwoordigers van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en de sociale economie, consumenten, sociale partners, milieuactivisten en belanghebbenden uit het maatschappelijk middenveld.

    1.6.

    Voor het EESC is het belangrijk dat er een meerjarig financieel kader komt voor een concrete follow-up van de geplande acties, waarbij financiële en organisatorische steun wordt verleend voor inclusieve deelname van de zwakkere en minder goed uitgeruste organisaties en vertegenwoordigingen.

    1.7.

    Het Comité onderschrijft het belang van kunstmatige intelligentie (KI) voor de interne markt en is van mening dat de huidige veiligheidsnormen moeten worden geactualiseerd. De ethische richtsnoeren voor betrouwbare KI die in 2019 zijn ontwikkeld met het oog op mensgerichte KI moeten met name worden aangevuld met normen inzake technologische veiligheid.

    1.8.

    Het EESC dringt erop aan dat minimale milieucriteria verplichte normen worden in het kader van overheidsopdrachten en dat het gebruik van secundaire grondstoffen wordt opgenomen in de criteria waaraan bij uitstek aandacht moet worden geschonken.

    1.9.

    Het EESC is ingenomen met de mogelijkheid van een nieuw normalisatieverzoek met betrekking tot het internet van de dingen en normen voor cyberbeveiliging, ter bescherming van de veiligheid, de privacy en de connectiviteit.

    1.10.

    Het EESC hoopt dat het “Europees uitwisselingsformaat voor elektronische patiëntendossiers” de veiligheid van netwerken en informatiesystemen zal waarborgen dankzij de ontwikkeling van geavanceerde normen.

    1.11.

    Om rekening te houden met het mogelijke falen van geautomatiseerde voertuigsystemen, gegevensbeveiliging, cyberaanvallen, communicatie en ethische kwesties moeten specifieke normen worden ontwikkeld.

    1.12.

    Het Comité juicht het toe dat de Commissie verzoekt om op belangrijke gebieden als milieubescherming, sociale integratie en de eengemaakte markt voor goederen geharmoniseerde normen te ontwikkelen of te herzien. Het steunt het voorstel om normen uit te werken voor de recycling en het hergebruik van plastic vistuig, de veiligheid van pyrotechnische artikelen, de migratiegrenswaarden voor aan beperkingen onderworpen chemische stoffen die in consumptiegoederen worden gebruikt, de energieprestaties van elektrische motoren en huishoudelijke apparaten, meststoffen en de bouwsector. Van bijzonder belang is het besluit om middelen in te zetten voor de harmonisering van productietechnologieën in de staalindustrie.

    1.13.

    Het Comité pleit ervoor om normalisatie inclusief te benaderen en daarbij ook aandacht te besteden aan de doelstellingen op het gebied van inzetbaarheid, sociale rechten, respect voor de biodiversiteit en milieu. Dit zou de overgang van conformiteit naar compatibiliteit vergemakkelijken en het concurrentievermogen van het Europese systeem ten goede komen.

    1.14.

    Het EESC is van mening dat door middel van wetgeving en normalisatie een eind moet worden gemaakt aan de oude praktijk van geplande veroudering van producten.

    1.15.

    Het Comité pleit voor de ontwikkeling van normen waardoor mensen met een handicap en digitaal ongeletterden beter toegang kunnen krijgen tot producten en diensten op de interne markt.

    1.16.

    Het Comité steunt de politieke dialoog met internationale normalisatie-instellingen en bilaterale onderhandelingen met niet-EU-landen.

    1.17.

    De maatregelen die de Commissie heeft genomen om de deelname van belanghebbenden aan normalisatieactiviteiten te ondersteunen, zijn een goede zaak.

    1.18.

    Het Comité verzoekt alle betrokken actoren een ad-hocforum over de inclusiviteit van het Europese normalisatiesysteem op te richten, met als taak een jaarlijkse openbare hoorzitting te organiseren om de vooruitgang op dit gebied te beoordelen.

    1.19.

    Het Comité is het met de Commissie eens over de vaststelling van een actieplan voor normalisatie op het gebied van defensie en ruimtevaart en over de ontwikkeling van normen in de circulaire economie en in de sociale economie.

    1.20.

    Bij de vaststelling van Europese normen moet een taal worden gebruikt die onmiddellijk begrijpelijk is voor de eindgebruikers, zoals kmo’s en consumenten.

    2.   Voorstellen van de Europese Commissie

    2.1.

    Aansluitend bij Verordening (EU) nr. 1025/2012 heeft de Commissie een mededeling uitgebracht waarin het jaarlijkse EU-werkprogramma voor Europese normalisatie in 2020 wordt uiteengezet. In dat programma worden de maatregelen geschetst die de Commissie in 2020 wil nemen om de governance, de inclusiviteit en de internationale impact van het Europese normalisatiesysteem te verbeteren.

    2.2.

    Strategische prioriteiten voor Europese normalisatie ter ondersteuning van de wetgeving en beleidslijnen van de Unie zijn o.a.:

    maatregelen ter ondersteuning van recycling en hergebruik van plastic vistuig (1);

    maatregelen i.v.m. eisen inzake ecologisch ontwerp ter ondersteuning van uitvoerende rechtshandelingen (2) m.b.t. specifieke productcategorieën;

    maatregelen m.b.t. pyrotechnische artikelen en de meest recente technologische ontwikkelingen ter zake (3);

    maatregelen m.b.t. het ontwerp, de vervaardiging, de installatie, het gebruik en de controle van de prestaties van radionuclidekalibratie-instrumenten (4);

    maatregelen m.b.t. apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen, teneinde gelijke tred te houden met de technologische ontwikkelingen op dit gebied (5);

    maatregelen m.b.t. meststoffen (6);

    maatregelen m.b.t. de vaststelling van migratiegrenswaarden voor stoffen waarvoor beperkingen gelden (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) in rubber en plastic materiaal dat in consumentenartikelen wordt gebruikt (7);

    maatregelen m.b.t. de technische taal voor bouwproducten (8);

    maatregelen m.b.t. accreditatie en conformiteitsbeoordeling (9);

    maatregelen m.b.t. de naleving van de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten (10);

    maatregelen m.b.t. kunstmatige intelligentie (11), het internet van de dingen en cyberbeveiliging (12);

    maatregelen m.b.t. de uitwisseling van Europese elektronische patiëntendossiers;

    maatregelen m.b.t. de interoperabiliteit van coöperatieve systemen die alle voertuigklassen bestrijken;

    maatregelen m.b.t. digitalisering, automatisering en cyberbeveiliging die van cruciaal belang zijn voor de spoorwegsector (13);

    maatregelen m.b.t. het industrieel ontwikkelingsprogramma voor defensie (14).

    2.2.1.

    Daarnaast is de Commissie voornemens:

    de samenwerking met internationale normalisatie-instellingen voort te zetten;

    prioritair in handelsovereenkomsten (met China, Singapore, Australië, Nieuw-Zeeland, Indonesië, Mercosur enz.) samen te werken op het gebied van normen om de handel te bevorderen en het concurrentievermogen, de werkgelegenheid en de groei in de EU te stimuleren;

    het governanceproces te blijven ondersteunen met alle relevante middelen waarover zij beschikt, namelijk via het Comité voor normen, het multistakeholderplatform inzake ICT-normalisatie en de structurele dialogen met de Europese normalisatieorganisaties;

    steun te blijven verlenen aan het betrekken van vertegenwoordigers van kmo’s, consumenten, milieubelangengroeperingen en vakbonden (zgn. Bijlage III-organisaties (15) (16)) bij het normalisatieproces;

    de effecten van het programma voor de eengemaakte markt (17) te beoordelen door tussentijdse en eindevaluaties en via de continue monitoring van een aantal hoogwaardige kernprestatie-indicatoren;

    in 2019 een onderzoek te starten naar de functies en gevolgen van Europese normen en normalisatie in de EU; de resultaten hiervan zouden in 2021 beschikbaar moeten zijn.

    3.   Algemene opmerkingen

    3.1.

    Het Comité is het met de Commissie eens dat normalisatie van cruciaal belang is voor de strategie voor de eengemaakte markt.

    3.2.

    De technische veiligheidsnormen en de betreffende wettelijke normen moeten voortdurend worden bijgewerkt, met name gezien de risico’s die geavanceerde technologieën met zich mee kunnen brengen.

    3.3.

    Naast de conformiteitsvereiste die slaat op zowel het concept van naleving van de normen als op de prestaties (doeltreffendheid, duurzaamheid enz.) moet een modulaire aanpak worden gehanteerd op basis van transversale eisen (m.b.t. respect voor het milieu, de Green Deal, de circulaire economie enz.). De Commissie heeft haar aanpak dan ook terecht geactualiseerd, getuige de Green Deal en haar algemene werkprogramma voor 2020.

    3.4.

    Het EESC onderschrijft — nog maar eens (18) — dat een echte en doeltreffende modernisering van het Europese normalisatiesysteem hoognodig is en dat er absoluut een nieuwe gemeenschappelijke visie en concrete maatregelen moeten worden uitgestippeld waarmee, altijd op vrijwillige basis, de mondiale uitdagingen op het gebied van normalisatie kunnen worden aangegaan via een innovatieve, op consensus gebaseerde samenwerking, zodat tijdig normen kunnen worden ontwikkeld in een snel veranderende technologische omgeving.

    3.5.

    Het EESC neemt er nota van dat het jaarlijkse werkprogramma voor 2020 nieuwe doelstellingen bevat en de eerder vastgestelde prioriteiten verder ontwikkelt en integreert om het Europese normalisatiesysteem aan te passen aan een steeds veranderende internationale context en aan de uitdagingen op de wereldmarkt.

    3.6.

    Volgens het EESC moet het normalisatieproces al tijdens de fase van onderzoek en ontwikkeling op gang worden gebracht met co- en pre-normalisatieactiviteiten, en moeten de mechanismen voor de overdracht van Europese normen op internationaal niveau worden versterkt. Dit is alleen mogelijk met steun van de industrie, vertegenwoordigers van kleine en middelgrote ondernemingen en de sociale economie, consumenten, de sociale partners, milieuorganisaties en belanghebbende partijen uit het maatschappelijk middenveld.

    3.7.

    Het EESC verzoekt alle betrokkenen ervoor te ijveren dat de verschillende Europese programmerings-, ontwikkelings- en monitoringsystemen snel en doeltreffend op elkaar worden afgestemd.

    3.8.

    Het is van belang dat er een toereikend meerjarig financieel kader komt om te zorgen voor een concrete follow-up van de geplande acties (19), met financiële en organisatorische steun voor inclusieve participatie van de zwakkere en minder goed uitgeruste organisaties en belangenbehartigers, via maatregelen met het oog op de ontwikkeling van technische normen, “bewustmaking, onderwijs en goed begrip”, “Europese” inclusiviteit, en de “internationale dimensie”.

    3.9.

    Het Comité steunt de ontwikkeling van normen in de circulaire economie, zodat een cruciale bijdrage kan worden geleverd aan duurzame productie en bijgevolg ook aan de instandhouding van de natuurlijke hulpbronnen (20) en van de biodiversiteit.

    3.10.

    Voorts zou het Comité graag zien dat normen worden ontwikkeld voor de sector van de sociale economie, met als doel goede praktijken te verspreiden en het sociale en economische potentieel van een dermate belangrijke sector van onze economie te consolideren.

    3.11.

    Het EESC dringt erop aan dat minimale milieucriteria verplichte normen worden in het kader van overheidsopdrachten en dat het gebruik van secundaire grondstoffen wordt opgenomen in de criteria waaraan bij uitstek aandacht moet worden geschonken.

    3.12.

    Het Comité onderschrijft het belang van KI voor de eengemaakte markt en is van mening dat de huidige veiligheidsnormen en -voorschriften moeten worden bijgewerkt om het hoofd te bieden aan de nieuwe risico’s ter zake. Een en ander moet gebeuren op basis van de ethische richtsnoeren voor betrouwbare KI die in 2019 zijn ontwikkeld met het oog op mensgerichte KI.

    3.13.

    Het EESC is ingenomen met de mogelijkheid van een nieuw normalisatieverzoek met betrekking tot het internet van de dingen en normen voor cyberbeveiliging, ter bescherming van de veiligheid, de privacy en de connectiviteit.

    3.14.

    Het EESC hoopt dat het “Europees uitwisselingsformaat voor elektronische patiëntendossiers” de veiligheid van netwerken en informatiesystemen zal waarborgen dankzij de ontwikkeling van geavanceerde normen.

    3.15.

    Ook geautomatiseerde auto’s zijn risicovolle producten, waarvoor specifieke normen moeten worden opgesteld.

    3.16.

    Het Comité is ingenomen met het verzoek van de Commissie om, aansluitend bij de keuze voor een New Green Deal, geharmoniseerde normen te ontwikkelen of te herzien op belangrijke gebieden als de eengemaakte markt, productietechnologieën in de staalsector, defensie en ruimtevaarttechnologie, milieubescherming en sociale integratie. Het steunt het voorstel om normen uit te werken voor de recycling en het hergebruik van plastic vistuig, de veiligheid van pyrotechnische artikelen, de migratiegrenswaarden voor aan beperkingen onderworpen chemische stoffen die in consumptiegoederen worden gebruikt, de energieprestaties van elektrische motoren en huishoudelijke apparaten, meststoffen en de bouwsector.

    3.17.

    Het EESC wijst erop dat de geplande veroudering van producten de consument ongeveer 100 miljard euro per jaar kost. Deze praktijk moet wettelijk worden verboden en hoe dan ook via normalisatie uit de wereld worden geholpen.

    3.18.

    Het Comité pleit voor de ontwikkeling van normen waardoor mensen met een handicap beter toegang kunnen krijgen tot producten en diensten op de eengemaakte markt. Het benadrukt dat specifieke normalisatie i.v.m. handicaps ook betrekking moet hebben op normen voor werkgelegenheid en sociale integratie.

    3.19.

    Het Comité steunt de politieke dialoog met internationale normalisatie-instellingen en bilaterale onderhandelingen met niet-EU-landen.

    3.20.

    Het EESC herhaalt zijn pleidooi voor een grondige follow-up van de inspanningen van de belangrijkste normalisatieactoren, om het inclusieve karakter van het Europese normalisatiesysteem te versterken. Het EESC stelt met name voor om alle maatregelen aan te moedigen waarmee de normeringsproblematiek onder de aandacht gebracht en gecoördineerd wordt en de kennis ter zake wordt vergroot. Ook zou er eventueel een ad-hocforum over de inclusiviteit van het Europese normalisatiesysteem kunnen worden opgericht dat jaarlijks beoordeelt welke vooruitgang er op dit gebied wordt geboekt.

    3.21.

    Het EESC wijst de Commissie op de gevolgen die normalisatiekeuzes kunnen hebben voor het maatschappelijk leven, bijvoorbeeld ten aanzien van mobiliteit, zoals tijdens het debat tussen Commissie en belanghebbenden duidelijk is geworden. Het is daarom zaak dat de dialoog over dit gevoelige aspect wordt voortgezet en dat er met alle Europese instanties en belanghebbenden wordt samengewerkt.

    3.22.

    Het Comité zou graag zien dat rekening wordt gehouden met de gevolgen die de toegankelijkheid van normen kan hebben voor mensen die minder openstaan voor vernieuwingen, zoals sommige ouderen en digitaal ongeletterden, alsook met de economische gevolgen voor kmo’s.

    4.   Specifieke opmerkingen

    4.1.

    Met betrekking tot “eco-ontwerp” (21) is het belangrijk om passende referentiepraktijken te ontwikkelen, waarbij technische vereisten worden gedefinieerd en op korte termijn initiële facultatieve richtsnoeren worden aangereikt m.b.t. nieuwe zaken die nog niet via technische normalisatie zijn geconsolideerd.

    4.2.

    De Commissie heeft in haar werkprogramma voor de periode 2016-2019 (22) inzake ecologisch ontwerp en energie-etikettering (23) een aantal verordeningen uitgevaardigd (24). Voor alle betrokken producten lopen er thans meer dan 40 procedures in verband met normalisatiemandaten.

    4.3.

    De Commissie heeft een aanbeveling (25) geformuleerd met richtsnoeren om de industrie te helpen tot vrijwillige overeenkomsten te komen, als alternatief voor of ter ondersteuning van regelgeving, met inbegrip van herzieningsclausules. Bij de herziening is het van belang om rekening te houden met aspecten in verband met de circulaire economie, efficiënt gebruik van hulpbronnen, repareerbaarheid, recycleerbaarheid en duurzaamheid.

    4.4.

    Inclusiviteit. Het EESC wijst andermaal op “het belang van een betere toegang tot het normalisatieproces voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) en maatschappelijk belanghebbenden […]” en van “een grondige follow-up […] van de inspanningen van de belangrijkste actoren van de normalisatie, teneinde het inclusieve karakter van het ENS te versterken” (26). Het evenement dat bij het EESC in Brussel op 5 november 2019 is gehouden over de inclusiviteit van het Europese normalisatiesysteem kan volgens het Comité een voorbeeld van samenwerking en constructieve dialoog tussen instellingen en belanghebbenden zijn.

    4.5.

    Ondersteuning van Europese normen op wereldniveau. Er is behoefte aan een grotere impact, een betere vertegenwoordiging, meer bekwaamheid en een grotere samenhang, met name in het kader van ISO/IEC/ITU — voor kleine bedrijven, consumenten en het milieu — en in multilaterale fora en vrijhandelsovereenkomsten.

    4.5.1.

    Aansluitend bij zijn standpunt over de circulaire economie is het EESC van mening dat de keuze voor harmonisering van het mobiliteitsbeleid ook een belangrijke stap is in de richting van duurzame mobiliteit voor Europa (27).

    4.6.

    Doorslaggevend is de vraag hoe snel in de behoeften van het Europese productiesysteem op normalisatiegebied zal worden voorzien. In dit verband is het van belang dat verdere inspanningen worden geleverd om de structurele achterstand inzake nieuwe werkmethoden weg te werken.

    4.7.

    Het Comité is het eens met de door de Commissie vastgestelde strategische gebieden, nl. kunstmatige intelligentie, het internet van de dingen, blockchain, cyberbeveiliging, met name m.b.t. kritieke infrastructuur zoals communicatie- en vervoersnetwerken, toegankelijkheid, hulp bij de opbouw van veilige digitale uitwisselingssystemen in de gezondheidssector op Europees niveau (e-gezondheid).

    4.8.

    Het EESC herhaalt zijn standpunt over de dringende noodzaak van voortdurende onderhandelingen met andere internationale concurrenten. De sluiting van de handelsovereenkomst met Japan en de geplande voortzetting van de besprekingen met de VS en China, de vrijhandelsovereenkomsten met Australië, Nieuw-Zeeland, Indonesië en de Mercosur-landen moeten de hoeksteen vormen van het optreden van de Commissie in 2020 en de volgende jaren.

    Brussel, 10 juni 2020.

    De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    Luca JAHIER


    (1)  Zie acties en maatregelen in verband met vistuig in de Europese strategie voor kunststoffen in een circulaire economie — COM(2018) 28 final en actie 13 in de bijlage bij deze mededeling.

    (2)  Zie details in de acties 1 tot en met 3 in de bijlage bij deze mededeling.

    (3)  Zie actie 7 in de bijlage bij deze mededeling.

    (4)  Zie actie 8 in de bijlage bij deze mededeling.

    (5)  Zie actie 6 in de bijlage bij deze mededeling.

    (6)  Zie actie 5 in de bijlage bij deze mededeling.

    (7)  Zie actie 4 in de bijlage bij deze mededeling.

    (8)  Zie actie 9 in de bijlage bij deze mededeling.

    (9)  Zie actie 11 in de bijlage bij deze mededeling.

    (10)  Zie actie 12 in de bijlage bij deze mededeling.

    (11)  COM(2018) 237 final.

    (12)  COM(2017) 477 final.

    (13)  Zie actie 10 in de bijlage bij deze mededeling.

    (14)  Verordening (EU) 2018/1092.

    (15)  Small Business Standards (SBS), Europese vereniging voor de coördinatie van de consumentenvertegenwoordiging bij normalisatie (ANEC), het Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV) en de Europese Burgerorganisatie voor normalisatie op milieugebied (ECOS).

    (16)  Bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1025/2012 betreffende Europese normalisatie.

    (17)  COM(2018) 441 final.

    (18)  PB C 376 van 22.12.2011, blz. 69.

    (19)  Zie de bijlage bij het Gezamenlijk initiatief inzake normalisatie (JIS) in het kader van de strategie voor de eengemaakte markt: https://ec.europa.eu/transparency/regdoc/rep/3/2016/NL/3-2016-3211-NL-F1-1-ANNEX-1.PDF

    (20)  PB C 264 van 20.7.2016, blz. 98; PB C 367 van 10.10.2018, blz. 97; PB C 283 van 10.8.2018, blz. 61 en PB C 62 van 15.2.2019, blz. 207.

    (21)  Zie punten 1 tot 3 in de bijlage bij COM 486, zoals bepaald in Richtlijn 2005/32/EG, herschikt in Richtlijn 2009/125/EG.

    (22)  COM(2016) 773 final.

    (23)  In toepassing van Richtlijn 2009/125/EG.

    (24)  Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2019/2013, (EU) 2019/2014, (EU) 2019/2015, (EU) 2019/2016, (EU) 2019/2017, (EU) 2019/2018, (EU) 2019/2019, (EU) 2019/2020, (EU) 2019/2021, (EU) 2019/2022, (EU) 2019/2023, (EU) 2019/2024 van de Commissie (PB L 315 van 5.12.2019).

    (25)  C (2016) 7770.

    (26)  PB C 303 van 19.8.2016, blz. 81.

    (27)  PB C 62 van 15.2.2019, blz. 254.


    Top