Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018CA0344

    Zaak C-344/18: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 26 maart 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het arbeidshof Gent — België) — ISS Facility Services NV / Sonia Govaerts, Atalian NV, voorheen Euroclean NV (Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 2001/23/EG – Artikel 3, lid 1 – Overgang van ondernemingen – Behoud van de rechten van de werknemers – Overheidsopdracht inzake schoonmaakdiensten – Gunning van de percelen van de opdracht aan twee nieuwe opdrachtnemers – Overname van een werknemer die was aangesteld voor alle percelen van de opdracht)

    PB C 215 van 29.6.2020, p. 7–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    29.6.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 215/7


    Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 26 maart 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het arbeidshof Gent — België) — ISS Facility Services NV / Sonia Govaerts, Atalian NV, voorheen Euroclean NV

    (Zaak C-344/18) (1)

    (Prejudiciële verwijzing - Richtlijn 2001/23/EG - Artikel 3, lid 1 - Overgang van ondernemingen - Behoud van de rechten van de werknemers - Overheidsopdracht inzake schoonmaakdiensten - Gunning van de percelen van de opdracht aan twee nieuwe opdrachtnemers - Overname van een werknemer die was aangesteld voor alle percelen van de opdracht)

    (2020/C 215/08)

    Procestaal: Nederlands

    Verwijzende rechter

    Arbeidshof Gent

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: ISS Facility Services NV

    Verwerende partijen: Sonia Govaerts, Atalian NV, voorheen Euroclean NV

    Dictum

    Bij een overgang van onderneming waarbij verschillende verkrijgers betrokken zijn, moet artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen, aldus worden uitgelegd dat de uit een arbeidsovereenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen overgaan op ieder van de verkrijgers naar verhouding van de door de betrokken werknemer verrichte werkzaamheden, op voorwaarde dat de daarmee gepaard gaande splitsing van de arbeidsovereenkomst mogelijk is en geen verslechtering van de arbeidsvoorwaarden meebrengt of afbreuk doet aan het behoud van de door deze richtlijn gewaarborgde rechten van werknemers, waarbij het aan de verwijzende rechter staat om dit te verifiëren. Wanneer een dergelijke splitsing onmogelijk blijkt te zijn of afbreuk zou doen aan de rechten van die werknemer, moet de arbeidsovereenkomst, wanneer deze daarop in voorkomend geval wordt verbroken, op grond van artikel 4 van die richtlijn worden geacht te zijn verbroken door toedoen van de verkrijger(s), zelfs indien de verbreking op initiatief van de werknemer zou zijn geschied.


    (1)  PB C 294 van 20.8.2018.


    Top