Tento dokument je výňatkem z internetových stránek EUR-Lex
Dokument 62017CA0644
Case C-644/17: Judgment of the Court (Fourth Chamber) of 3 July 2019 (request for a preliminary ruling from the Hoge Raad der Nederlanden — Netherlands) — proceedings brought by Eurobolt BV (Reference for a preliminary ruling — Article 267 TFEU — Right to an effective remedy — Extent of review by national courts of an act of the European Union — Regulation (EC) No 1225/2009 — Article 15(2) — Communication to the Member States, no later than 10 working days before the meeting of the Advisory Committee, of all relevant information — Concept of ‘relevant information’ — Essential procedural requirement — Implementing Regulation (EU) No 723/2011 — Extension of the anti-dumping duty imposed on imports of certain iron or steel fasteners originating in China to imports consigned from Malaysia — Validity)
Zaak C-644/17: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 3 juli 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — Procedure ingeleid door Eurobolt BV (Prejudiciële verwijzing — Artikel 267 VWEU — Recht op een doeltreffende voorziening in rechte — Omvang van de door de nationale rechter te verrichten toetsing van een handeling van de Europese Unie — Verordening (EG) nr. 1225/2009 — Artikel 15, lid 2 — Verstrekking van alle relevante gegevens aan de lidstaten uiterlijk tien werkdagen voorafgaand aan de vergadering van het raadgevend comité — Begrip „relevante gegevens” — Wezenlijk vormvoorschrift — Uitvoeringsverordening (EU) nr. 723/2011 — Uitbreiding van het antidumpingrecht op bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen van oorsprong uit China tot de invoer verzonden uit Maleisië — Geldigheid)
Zaak C-644/17: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 3 juli 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — Procedure ingeleid door Eurobolt BV (Prejudiciële verwijzing — Artikel 267 VWEU — Recht op een doeltreffende voorziening in rechte — Omvang van de door de nationale rechter te verrichten toetsing van een handeling van de Europese Unie — Verordening (EG) nr. 1225/2009 — Artikel 15, lid 2 — Verstrekking van alle relevante gegevens aan de lidstaten uiterlijk tien werkdagen voorafgaand aan de vergadering van het raadgevend comité — Begrip „relevante gegevens” — Wezenlijk vormvoorschrift — Uitvoeringsverordening (EU) nr. 723/2011 — Uitbreiding van het antidumpingrecht op bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen van oorsprong uit China tot de invoer verzonden uit Maleisië — Geldigheid)
PB C 305 van 9.9.2019, s. 6—7
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
9.9.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 305/6 |
Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 3 juli 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — Procedure ingeleid door Eurobolt BV
(Zaak C-644/17) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Artikel 267 VWEU - Recht op een doeltreffende voorziening in rechte - Omvang van de door de nationale rechter te verrichten toetsing van een handeling van de Europese Unie - Verordening (EG) nr. 1225/2009 - Artikel 15, lid 2 - Verstrekking van alle relevante gegevens aan de lidstaten uiterlijk tien werkdagen voorafgaand aan de vergadering van het raadgevend comité - Begrip „relevante gegevens” - Wezenlijk vormvoorschrift - Uitvoeringsverordening (EU) nr. 723/2011 - Uitbreiding van het antidumpingrecht op bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen van oorsprong uit China tot de invoer verzonden uit Maleisië - Geldigheid)
(2019/C 305/07)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Hoge Raad der Nederlanden
Partijen in het hoofdgeding
Eurobolt BV
in tegenwoordigheid van: Staatssecretaris van Financiën
Dictum
1) |
Artikel 267 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat een justitiabele, om de geldigheid van een handeling van afgeleid Unierecht te betwisten, zich voor een nationale rechter kan beroepen op de grieven die kunnen worden aangevoerd in het kader van een beroep tot nietigverklaring op grond van artikel 263 VWEU, daaronder begrepen grieven inzake de niet-naleving van de voorwaarden voor vaststelling van een dergelijke handeling. |
2) |
Artikel 267 VWEU juncto artikel 4, lid 3, VEU moet aldus worden uitgelegd dat een nationale rechter zich, voorafgaand aan een verwijzing naar het Hof, kan wenden tot de instellingen van de Europese Unie die betrokken waren bij de totstandkoming van een handeling van afgeleid Unierecht waarvan de geldigheid bij hem wordt betwist, teneinde van hen de specifieke informatie en gegevens te verkrijgen die hij nodig acht om iedere twijfel die hij omtrent de geldigheid van de betrokken Uniehandeling mocht hebben, weg te nemen en te vermijden dat hij het Hof een prejudiciële vraag ter beoordeling van de geldigheid van die handeling moet voorleggen. |
3) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 723/2011 van de Raad van 18 juli 2011 tot uitbreiding van het bij verordening (EG) nr. 91/2009 ingestelde definitieve antidumpingrecht op bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen van oorsprong uit de Volksrepubliek China tot bepaalde soorten uit Maleisië verzonden ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië, is ongeldig, omdat deze is vastgesteld in strijd met artikel 15, lid 2, van verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap. |