Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016TB0539

    Zaak T-539/16: Beschikking van het Gerecht van 14 december 2018 — GM e.a./Commissie („Openbare dienst — Ambtenaren — Wijziging van het Statuut — Verordening (EU, Euratom) nr. 1023/2013 — Standaardambten — Overgangsregels voor de indeling in standaardambten — Artikel 31 van bijlage XIII bij het Statuut — Assistenten in de overgangsfase — Bevordering krachtens artikel 45 van het Statuut alleen toegestaan in de loopbaan die overeenkomt met het vervulde standaardambt — Uitsluiting van ambtenaren van de rang AST 9 van de bevorderingsprocedure — Geen bezwarende handeling — Bevestigende handeling — Litispendentie — Kennelijke niet-ontvankelijkheid — Artikel 129 van het Reglement voor de procesvoering — Exceptie van niet-ontvankelijkheid — Artikel 130 van het Reglement voor de procesvoering”)

    PB C 65 van 18.2.2019, p. 33–33 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    18.2.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 65/33


    Beschikking van het Gerecht van 14 december 2018 — GM e.a./Commissie

    (Zaak T-539/16) (1)

    ((„Openbare dienst - Ambtenaren - Wijziging van het Statuut - Verordening (EU, Euratom) nr. 1023/2013 - Standaardambten - Overgangsregels voor de indeling in standaardambten - Artikel 31 van bijlage XIII bij het Statuut - Assistenten in de overgangsfase - Bevordering krachtens artikel 45 van het Statuut alleen toegestaan in de loopbaan die overeenkomt met het vervulde standaardambt - Uitsluiting van ambtenaren van de rang AST 9 van de bevorderingsprocedure - Geen bezwarende handeling - Bevestigende handeling - Litispendentie - Kennelijke niet-ontvankelijkheid - Artikel 129 van het Reglement voor de procesvoering - Exceptie van niet-ontvankelijkheid - Artikel 130 van het Reglement voor de procesvoering”))

    (2019/C 65/41)

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Verzoekende partijen: GM, GN, GO en GP (vertegenwoordigers: T. Bontinck en A. Guillerme, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk J. Currall en G. Gattinara, vervolgens C. Berardis-Kayser en G. Gattinara en, ten slotte, G. Berscheid en G. Gattinara, gemachtigden)

    Voorwerp

    Verzoek krachtens artikel 270 VWEU, strekkende tot nietigverklaring van de besluiten van de Commissie waarbij het tot aanstelling bevoegd gezag van die instelling verzoekers heeft ingedeeld in het standaardambt „assistent in de overgangsfase” met als gevolg dat zij met ingang van 1 januari 2014 hun recht op bevordering naar een hogere rang hebben verloren

    Dictum

    1)

    Het beroep wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

    2)

    De Europese Commissie zal haar eigen kosten dragen en wordt verwezen in de helft van de kosten van GM, GN, GO en GP.

    3)

    GM, GN, GO en GP dragen de helft van hun eigen kosten.

    4)

    Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie dragen hun eigen kosten van hun respectieve verzoeken tot interventie.


    (1)  PB C 96 van 23.3.2015 (zaak aanvankelijk ingeschreven bij het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie onder nummer F-16/15, en op 1 september 2016 overgedragen aan het Gerecht van de Europese Unie).


    Top