Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CA0572

    Zaak C-572/17: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 19 december 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Högsta domstol — Zweden) — Strafzaak tegen Imran Syed (Prejudiciële verwijzing — Auteursrecht en naburige rechten — Richtlijn 2001/29/EG — Artikel 4, lid 1 — Distributierecht — Inbreuk — Voor verkoop bestemde goederen met een auteursrechtelijk beschermd motief — Opslag voor handelsdoeleinden — Opslag gescheiden van de plaats van verkoop)

    PB C 65 van 18.2.2019, p. 16–17 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    18.2.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 65/16


    Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 19 december 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Högsta domstol — Zweden) — Strafzaak tegen Imran Syed

    (Zaak C-572/17) (1)

    ((Prejudiciële verwijzing - Auteursrecht en naburige rechten - Richtlijn 2001/29/EG - Artikel 4, lid 1 - Distributierecht - Inbreuk - Voor verkoop bestemde goederen met een auteursrechtelijk beschermd motief - Opslag voor handelsdoeleinden - Opslag gescheiden van de plaats van verkoop))

    (2019/C 65/20)

    Procestaal: Zweeds

    Verwijzende rechter

    Högsta domstol

    Partij in de strafzaak

    Imran Syed

    Dictum

    Artikel 4, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG van het Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, moet in die zin worden uitgelegd dat de opslag door een handelaar van goederen met een motief dat op het grondgebied van de lidstaat van opslag auteursrechtelijk is beschermd, een inbreuk kan vormen op het uitsluitende distributierecht in de zin van die bepaling, wanneer die handelaar zonder toestemming van de houder van dat auteursrecht in een winkel goederen te koop aanbiedt die identiek zijn aan die welke hij opslaat, op voorwaarde dat die opgeslagen goederen daadwerkelijk bestemd zijn voor de verkoop op het grondgebied van de lidstaat waarin dit motief beschermd is. De afstand tussen de opslagplaats en de verkoopplaats kan als zodanig geen beslissende factor zijn om te bepalen of de opgeslagen goederen bestemd zijn voor de verkoop op het grondgebied van die lidstaat.


    (1)  PB C 412 van 4.12.2017.


    Top