This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52016AP0087
Amendments adopted by the European Parliament on 10 March 2016 on the proposal for a regulation of the European Parliament and of the Council on veterinary medicinal products (COM(2014)0558 — C8-0164/2014 — 2014/0257(COD))
Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 10 maart 2016 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (COM(2014)0558 — C8-0164/2014 — 2014/0257(COD))
Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 10 maart 2016 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (COM(2014)0558 — C8-0164/2014 — 2014/0257(COD))
PB C 50 van 9.2.2018, p. 166–279
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
9.2.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 50/166 |
P8_TA(2016)0087
Geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik ***I
Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 10 maart 2016 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (COM(2014)0558 — C8-0164/2014 — 2014/0257(COD)) (1)
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
(2018/C 050/26)
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Overweging 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 6
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 7
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 7 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 9
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 14
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 17
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 18
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 20
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 23
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 25
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 311
Voorstel voor een verordening
Overweging 25 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Overweging 27
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Overweging 27 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Overweging 31
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.) |
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Overweging 32
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Overweging 33
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Overweging 34 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Overweging 35
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Overweging 36
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Overweging 37
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Overweging 37 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Overweging 38
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Overweging 38 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Overweging 38 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Overweging 39
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Overweging 40
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 28
Voorstel voor een verordening
Overweging 40 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Overweging 49
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Overweging 50
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 314
Voorstel voor een verordening
Overweging 52 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Overweging 56
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Overweging 56 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Overweging 56 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Overweging 57
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Overweging 58 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 36
Voorstel voor een verordening
Overweging 62
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 295
Voorstel voor een verordening
Overweging 65
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 38
Voorstel voor een verordening
Overweging 67
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Overweging 71
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Overweging 71 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Overweging 73
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
In deze verordening zijn regels vastgesteld voor het in de handel brengen, de vervaardiging, invoer, uitvoer, levering , geneesmiddelenbewaking, controle en het gebruik van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik. |
In deze verordening zijn regels vastgesteld voor het in de handel brengen, de ontwikkeling, de vervaardiging, invoer, uitvoer, groothandel en detailhandel , geneesmiddelenbewaking, controle en het gebruik van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik. |
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 — lid 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De lidstaten kunnen strengere en op basis van de bescherming van de volksgezondheid, de diergezondheid en het milieu gerechtvaardigde voorwaarden opleggen aan het gebruik en de detailhandel van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik op hun grondgebied, mits deze voorwaarden in verhouding staan tot het risico en de werking van de interne markt niet nodeloos belemmeren. |
Amendement 44
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 — lid 1 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De lidstaten stellen de Commissie van de in lid 1 bis bedoelde regels in kennis. |
Amendement 45
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — lid 4 — letter e bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 46
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — lid 4 — letter e ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — lid 4 — letter e quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 48
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 — lid 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. In geval van twijfel of een product, gezien het geheel van zijn kenmerken, onder de definitie van een „geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik” valt als bedoeld in artikel 4, lid 1, of onder de definitie van een product in het kader van andere wetgeving van de Unie, hebben de bepalingen van deze verordening voorrang. |
Amendement 49
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 50
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 51
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 2 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 52
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 2 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 53
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 2 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 54
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 2 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 55
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 2 — letter c bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 56
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 2 — letter c ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 57
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 2 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 58
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 2 — letter d bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 59
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 60
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 61
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 7
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 62
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 7 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 63
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 8
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 64
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 8 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 65
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 8 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 66
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 8 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 67
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 9
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 68
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 10
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 69
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 11 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 70
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 12
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 71
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 18
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 72
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 20 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 73
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 21
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 74
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 24
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 75
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 25
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 76
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 26
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 77
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 27 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 78
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 27 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 79
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 27 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 80
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 27 quinquies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 81
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 27 sexies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 82
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 27 septies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 83
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 27 octies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 84
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 27 nonies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 85
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 27 decies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 86
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 27 undecies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||||
|
|
Amendement 87
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 27 duodecies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 88
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 27 terdecies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 89
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 27 quaterdecies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 90
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 — punt 27 quindecies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 91
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik mag alleen in de handel worden gebracht wanneer daarvoor hetzij door een bevoegde instantie overeenkomstig de artikelen 44, 46 of 48 , hetzij door de Commissie overeenkomstig artikel 40 een vergunning voor het in de handel brengen is verleend. |
1. Onverminderd andere bepalingen van deze verordening mag een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik alleen in een lidstaat in de handel worden gebracht wanneer daarvoor hetzij door de bevoegde instantie van die lidstaat , hetzij door de Commissie overeenkomstig deze verordening een vergunning voor het in de handel brengen is verleend. |
Amendement 92
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Een vergunning voor het in de handel brengen voor een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik is voor onbepaalde tijd geldig. |
2. Een vergunning voor het in de handel brengen voor een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik is voor onbepaalde tijd geldig , tenzij er risico's voor de volksgezondheid, de diergezondheid of het milieu worden gesignaleerd of nieuwe wetenschappelijke kennis een nieuwe beoordeling van de baten-risicobalans rechtvaardigt . In dergelijke situaties leggen de lidstaten of de Commissie de zaak voor aan het Bureau in overeenstemming met de procedure als bedoeld in artikel 84. |
|
Indien een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik waarvoor eerder een vergunning is verleend vijf opeenvolgende jaren niet in de handel is geweest in een lidstaat, vervalt de verleende vergunning voor dat geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik. |
|
In uitzonderlijke omstandigheden en om redenen van de gezondheid van mens of dier kan de bevoegde autoriteit vrijstelling verlenen van het bepaalde in de tweede alinea. Die vrijstelling moet naar behoren worden gemotiveerd. |
|
De houder van de vergunning voor het in de handel brengen is verantwoordelijk voor het in de handel brengen van het geneesmiddel. De aanwijzing van een vertegenwoordiger ontslaat de houder van de vergunning niet van zijn wettelijke aansprakelijkheid. |
Amendement 93
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 94
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Aanvragen worden in elektronische vorm ingediend. Voor aanvragen die volgens de gecentraliseerde procedure voor het in de handel brengen worden ingediend, worden de door het Bureau beschikbaar gestelde formats gebruikt. |
3. Aanvragen worden in elektronische vorm ingediend of bewaard onder buitengewone omstandigheden en na een akkoord met een bevoegde instantie, of, in geval van een centrale aanvraag, met het Bureau. De Commissie neemt in samenwerking met de lidstaten en met het Bureau gedetailleerde richtsnoeren voor het format van elektronische aanvragen aan. |
Amendement 95
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Binnen 15 dagen na ontvangst van de aanvraag deelt de bevoegde instantie of het Bureau de aanvrager mee of alle uit hoofde van artikel 7 vereiste gegevens zijn ingediend . |
5. Onverminderd specifieke bepalingen in verband met de procedure voor wederzijdse erkenning en de gedecentraliseerde procedure deelt de bevoegde instantie of het Bureau de aanvrager binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag mee of aan de formele voorschriften als vastgesteld in deze verordening voor de betrokken aanvraag is voldaan en of op de aanvraag een wetenschappelijke beoordeling van toepassing kan zijn . |
Amendement 96
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 — lid 2 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 97
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 — lid 2 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 98
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Indien de aanvraag betrekking heeft op een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik dat bestemd is voor voedselproducerende doeldiersoorten, waarvan de farmacologisch werkzame stof(fen) voor de betrokken diersoort of diersoorten nog niet in tabel 1 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 zijn opgenomen, moet naast de in lid 1 genoemde gegevens een attest worden ingediend ter certifiëring dat een geldige aanvraag tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen bij het Bureau is ingediend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad (22). |
3. Indien de aanvraag betrekking heeft op een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik dat bestemd is voor voedselproducerende doeldiersoorten, waarvan de farmacologisch werkzame stof(fen) voor de betrokken diersoort of diersoorten nog niet in tabel 1 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 zijn opgenomen, moet naast de in lid 1 genoemde gegevens een attest worden ingediend ter certifiëring dat een geldige aanvraag tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen bij het Bureau is ingediend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad (22) en dat ten minste zes maanden zijn verstreken sinds de indiening van die aanvraag . |
Amendement 100
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
2. Voor klinische proeven wordt goedkeuring verleend op voorwaarde dat voedselproducerende dieren die in de klinische proeven worden gebruikt of de van die dieren afkomstige producten niet in de menselijke voedselketen komen, tenzij: |
2. De lidstaten staan niet toe dat dieren waarop geneesmiddelen zijn beproefd, worden gebruikt als bron voor voor menselijke consumptie bestemde levensmiddelen, tenzij de bevoegde autoriteiten een voldoende ruime wachttermijn hebben vastgesteld. Deze termijn is: |
||||
|
|
||||
|
|
Amendement 101
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. De beginselen van vervanging, vermindering en verfijning met betrekking tot de verzorging en het gebruik van levende dieren voor wetenschappelijke doeleinden moeten in aanmerking worden genomen bij het ontwerp en de uitvoering van klinische proeven. |
Amendement 102
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 6 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 bis. De houder van de machtiging voor een klinische proef meldt elke ernstige bijwerking en alle bijwerkingen bij de mens onmiddellijk en uiterlijk binnen vijftien dagen na ontvangst van de informatie aan de bevoegde instantie. |
Amendement 103
Voorstel voor een verordening
Artikel 9
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
Etikettering van de primaire verpakking van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik |
Etikettering van de primaire verpakking van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik |
||||
1. De primaire verpakking van een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik bevat enkel de volgende gegevens: |
1. De primaire verpakking van een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik bevat enkel de volgende gegevens: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
1 bis. In buitengewone gevallen kan, op verzoek van de indiener van de aanvraag of de bevoegde autoriteit en wanneer dit absoluut noodzakelijk is om de veilige en correcte toediening van het product te waarborgen, in overeenstemming met artikel 30 aanvullende informatie worden opgenomen. |
||||
2. De in lid 1 vermelde informatie wordt opgenomen in duidelijk leesbare en gemakkelijk begrijpelijke lettertypen, of, in voorkomend geval, afkortingen of pictogrammen die gangbaar zijn in de Unie. |
2. De in lid 1 vermelde informatie wordt opgenomen in duidelijk leesbare en gemakkelijk begrijpelijke lettertypen, of, in voorkomend geval, afkortingen of pictogrammen die gangbaar zijn in de Unie. |
||||
|
2 bis. De in de punten a) tot en met g) van lid 1 bedoelde informatie wordt ook opgenomen in elektronische vorm, bijvoorbeeld een streepjescode. De informatie wordt middels een standaardinterface voor andere documentatiesystemen beschikbaar gemaakt. |
Amendement 104
Voorstel voor een verordening
Artikel 10
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
Etikettering van de buitenverpakking van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik |
Etikettering van de buitenverpakking van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik |
||||
1. De buitenverpakking van het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik bevat enkel de volgende informatie: |
1. De buitenverpakking van het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik bevat enkel de volgende informatie: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
1 bis. In buitengewone gevallen kan, op verzoek van de indiener van de aanvraag of de bevoegde autoriteit en wanneer dit absoluut noodzakelijk is om de veilige en correcte toediening van het product te waarborgen, in overeenstemming met artikel 30 aanvullende informatie worden opgenomen. |
||||
2. De in lid 1 vermelde informatie wordt opgenomen in duidelijk leesbare en gemakkelijk begrijpelijke lettertypen, of, in voorkomend geval, afkortingen of pictogrammen die gangbaar zijn in de Unie. |
2. De in lid 1 vermelde informatie wordt opgenomen in duidelijk leesbare en gemakkelijk begrijpelijke lettertypen, alsook in een machinaal leesbare vorm, of, in voorkomend geval, afkortingen of pictogrammen die gangbaar zijn in de Unie. |
||||
3. Indien er geen buitenverpakking is, moeten alle in lid 1 genoemde bijzonderheden op de primaire verpakking worden vermeld. |
3. Indien er geen buitenverpakking is, moeten alle in lid 1 genoemde bijzonderheden op de primaire verpakking worden vermeld. |
Amendement 105
Voorstel voor een verordening
Artikel 11
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
Etikettering van kleine primaire verpakkingseenheden van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik |
Etikettering van kleine primaire verpakkingseenheden van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik |
||||
In afwijking van artikel 9 bevatten kleine primaire verpakkingseenheden enkel de volgende gegevens: |
In afwijking van artikel 9 bevatten kleine primaire verpakkingseenheden enkel de volgende gegevens: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
In buitengewone gevallen kan, op verzoek van de indiener van de aanvraag of de bevoegde autoriteit en wanneer dit absoluut noodzakelijk is om de veilige en correcte toediening van het product te waarborgen, in overeenstemming met artikel 30 aanvullende informatie worden opgenomen. |
Amendement 106
Voorstel voor een verordening
Artikel 12
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
Bijsluiter van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik |
Bijsluiter van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik |
||||
1. Voor elk geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik is een bijsluiter beschikbaar, die ten minste de volgende gegevens bevat: |
1. Bij elk geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik is direct een bijsluiter beschikbaar, die ten minste de volgende gegevens bevat: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
2. De bijsluiter mag aanvullende informatie bevatten over de distributie, het bezit of alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen overeenkomstig de vergunning voor het in de handel brengen, mits de informatie niet van publicitaire aard is. Deze aanvullende informatie wordt in de bijsluiter opgenomen en duidelijk gescheiden van de in lid 1 bedoelde informatie. |
2. De bijsluiter mag aanvullende informatie bevatten over de distributie, het bezit of alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen overeenkomstig de vergunning voor het in de handel brengen, mits de informatie niet van publicitaire aard is. Deze aanvullende informatie wordt in de bijsluiter opgenomen en duidelijk gescheiden van de in lid 1 bedoelde informatie. |
||||
3. De bijsluiter moet in duidelijke en begrijpelijke bewoordingen ontworpen en geschreven zijn en in termen die begrijpelijk zijn voor het grote publiek. |
3. De bijsluiter moet in duidelijke en begrijpelijke bewoordingen ontworpen en goed leesbaar geschreven zijn en in termen die begrijpelijk zijn voor het grote publiek. |
Amendement 107
Voorstel voor een verordening
Artikel 13
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
Bijsluiter van het homeopathische geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik |
Bijsluiter van het homeopathische geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik |
||||
In afwijking van artikel 12, lid 1, bevat de bijsluiter van overeenkomstig de artikelen 89 en 90 geregistreerde homeopathische geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik enkel de volgende informatie: |
In afwijking van artikel 12, lid 1, bevat de bijsluiter van overeenkomstig de artikelen 89 en 90 geregistreerde homeopathische geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik enkel de volgende informatie: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
Amendement 108
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Voor de toepassing van deze afdeling wordt de werkzame stof, wanneer deze uit andere zouten, esters, ethers, isomeren, mengsels van isomeren, complexen of derivaten bestaat dan de in het referentiegeneesmiddel gebruikte werkzame stof, beschouwd als dezelfde werkzame stof als die van het referentiegeneesmiddel, tenzij deze ten aanzien van eigenschappen betreffende de veiligheid en/of doeltreffendheid aanzienlijk verschilt. Indien deze ten aanzien van die eigenschappen aanzienlijk verschilt, verstrekt de aanvrager aanvullende informatie ter staving van de veiligheid en/of doeltreffendheid van de verschillende zouten, esters of derivaten van de werkzame stof van het referentiegeneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik waarvoor een vergunning is verleend. |
2. Voor de toepassing van deze afdeling wordt de werkzame stof, wanneer deze uit andere zouten, esters, ethers, isomeren, mengsels van isomeren, complexen of derivaten bestaat dan de in het referentiegeneesmiddel gebruikte werkzame stof, beschouwd als dezelfde werkzame stof als die van het referentiegeneesmiddel, tenzij deze ten aanzien van eigenschappen betreffende de veiligheid, de doeltreffendheid of het gedrag van de residuen aanzienlijk verschilt. Indien deze ten aanzien van die eigenschappen aanzienlijk verschilt, verstrekt de aanvrager aanvullende informatie ter staving van de veiligheid en/of doeltreffendheid van de verschillende zouten, esters of derivaten van de werkzame stof van het referentiegeneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik waarvoor een vergunning is verleend. |
Amendement 109
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 — lid 6
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Indien de vergunning voor het referentiegeneesmiddel vóór 20 juli 2000 is verleend of een tweede-fase-milieueffectbeoordeling voor het referentiegeneesmiddel moest worden uitgevoerd, kan de bevoegde instantie of het Bureau de aanvrager verplichten veiligheidsgegevens te verstrekken over de potentiële risico's van het generieke geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik voor het milieu. |
6. Indien er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de vergunning kan resulteren in een verhoogd risico voor het milieu als gevolg van het gebruik van het generieke geneesmiddel in vergelijking met het gebruik van het referentiegeneesmiddel verstrekt de aanvrager de bevoegde autoriteit of het Bureau , op hun verzoek, veiligheidsgegevens over de potentiële risico's van het generieke geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik voor het milieu. |
Amendement 110
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 — alinea 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
In afwijking van artikel 7, lid 1, onder b), voldoet een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen voor een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik met een combinatie van werkzame stoffen die elk al worden gebruikt in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik waarvoor een vergunning is verleend , maar waarvoor tot op heden nog geen vergunning is verleend in die combinatie („combinatiegeneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik”) aan de volgende criteria: |
In afwijking van artikel 7, lid 1, onder b), voldoet een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen voor een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik met een combinatie van werkzame stoffen die elk al worden gebruikt in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik waarvoor een vergunning is verleend aan de volgende criteria: |
Amendement 111
Voorstel voor een verordening
Artikel 21
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
Beperkte gegevensvoorschriften voor aanvragen voor beperkte markten |
Beperkte gegevensvoorschriften voor aanvragen voor beperkte markten |
||||
1. In afwijking van artikel 7, lid 1, onder b), wordt, ondanks dat de documentatie betreffende de kwaliteit en/of de doeltreffendheid overeenkomstig bijlage II niet is verstrekt , een vergunning voor het in de handel brengen voor een voor een beperkte markt bestemd geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik verleend, indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan: |
1. In afwijking van artikel 7, lid 1, onder b), wordt, ook wanneer de aanvrager om objectieve, verifieerbare redenen niet in staat is de documentatie betreffende de kwaliteit en/of de doeltreffendheid overeenkomstig bijlage II niet te verstrekken , een vergunning voor het in de handel brengen voor een voor een beperkte markt bestemd geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik verleend, op voorwaarde dat aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
2. In afwijking van artikel 5, lid 2, wordt een vergunning voor het in de handel brengen voor een beperkte markt verleend voor een periode van 3 jaar. |
2. In afwijking van artikel 5, lid 2, wordt een vergunning voor het in de handel brengen voor een beperkte markt verleend voor een periode van vijf jaar. Na het verstrijken van deze periode kan de vergunninghouder op basis van wetenschappelijke gegevens en gegevens aangaande geneesmiddelenbewaking en effectiviteit een verzoek indienen om deze vergunning om te zetten in een vergunning met onbeperkte geldigheidsduur. |
||||
3. Wanneer voor een geneesmiddel een vergunning voor het in de handel brengen is verleend uit hoofde van dit artikel, wordt in de samenvatting van de productkenmerken duidelijk vermeld dat vanwege het ontbreken van volledige gegevens over de doeltreffendheid en/of de kwaliteit slechts een beperkte beoordeling van de kwaliteit en/of de doeltreffendheid is uitgevoerd . |
3. Wanneer voor een geneesmiddel een vergunning voor het in de handel brengen is verleend uit hoofde van dit artikel, wordt in de samenvatting van de productkenmerken duidelijk vermeld dat alleen beperkte gegevens over de kwaliteit en de doeltreffendheid werden ingediend . Op de verpakking staat een waarschuwing met dezelfde gegevens. |
||||
|
3 bis. Een diergeneesmiddel waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig dit artikel mag enkel op voorschrift worden verstrekt. |
Amendement 113
Voorstel voor een verordening
Artikel 22
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
Gegevensvoorschriften voor aanvragen in uitzonderlijke omstandigheden |
Gegevensvoorschriften voor aanvragen in uitzonderlijke omstandigheden |
||||
1. In uitzonderlijke omstandigheden in verband met de gezondheid van mens of dier en wanneer de aanvrager heeft aangetoond dat hij om objectieve en controleerbare redenen niet in staat is om de overeenkomstig de delen 1, 2 en 3 van bijlage II vereiste gegevens betreffende de kwaliteit, veiligheid en/of doeltreffendheid te verstrekken, mag in afwijking van artikel 7, lid 1, onder b), een vergunning voor het in de handel brengen worden verleend, die aan een of meer van de volgende voorschriften is onderworpen: |
1. In uitzonderlijke omstandigheden in verband met de gezondheid van mens of dier , waaronder onbevredigde behoeften met betrekking tot diergezondheid, en wanneer de aanvrager heeft aangetoond dat hij om objectieve en controleerbare redenen niet in staat is om de overeenkomstig de delen 1, 2 en 3 van bijlage II vereiste gegevens betreffende de kwaliteit, veiligheid en/of doeltreffendheid te verstrekken, mag in afwijking van artikel 7, lid 1, onder b), een vergunning voor het in de handel brengen worden verleend, die aan een of meer van de volgende voorschriften is onderworpen: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
2. In afwijking van artikel 5, lid 2, wordt een vergunning voor het in de handel brengen in uitzonderlijke omstandigheden verleend voor een periode van 1 jaar . |
2. De verlenging van een overeenkomstig lid 1 verleende vergunning voor het in de handel brengen is verbonden aan de jaarlijkse herbeoordeling van de in dat lid vermelde voorwaarden totdat aan deze voorwaarden is voldaan . |
||||
3. Wanneer voor een geneesmiddel een vergunning voor het in de handel brengen is verleend uit hoofde van dit artikel, wordt in de samenvatting van de productkenmerken duidelijk vermeld dat vanwege het ontbreken van volledige gegevens over de kwaliteit, veiligheid en/of doeltreffendheid slechts een beperkte beoordeling van de kwaliteit, veiligheid en/of de doeltreffendheid is uitgevoerd. |
3. Wanneer voor een geneesmiddel een vergunning voor het in de handel brengen is verleend uit hoofde van dit artikel, wordt in de samenvatting van de productkenmerken duidelijk vermeld dat vanwege het ontbreken van volledige gegevens over de kwaliteit, veiligheid en/of doeltreffendheid slechts een beperkte beoordeling van de kwaliteit, veiligheid en/of de doeltreffendheid is uitgevoerd. Op de verpakking staat een waarschuwing met dezelfde gegevens. |
||||
|
3 bis. De bevoegde instantie of de Commissie kan op elk moment een vergunning voor het in de handel brengen van onbeperkte duur verlenen op voorwaarde dat op het vlak van veiligheid of doeltreffendheid geen problemen werden vastgesteld bij het gebruik van het product in de praktijk en dat de houder van de vergunning voor het in de handel brengen de ontbrekende gegevens betreffende de kwaliteit, veiligheid en doeltreffendheid, als bedoeld in lid 1, heeft vertrekt. |
||||
|
3 ter. Een diergeneesmiddel waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig dit artikel mag enkel op voorschrift worden verstrekt. |
Amendement 114
Voorstel voor een verordening
Artikel 25 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De bevoegde instantie vergewist zich ervan dat de fabrikanten van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik uit derde landen in staat zijn het betrokken geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik te vervaardigen en/of de controles uit te voeren volgens de methodes als omschreven in de ter ondersteuning van de aanvraag overeenkomstig artikel 7, lid 1, ingediende documentatie. |
De bevoegde instantie vergewist zich ervan dat de fabrikanten van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik uit derde landen voldoen aande toepasselijke Unierecht , in staat zijn het betrokken geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik te vervaardigen en/of de controles uit te voeren volgens de methodes als omschreven in de ter ondersteuning van de aanvraag overeenkomstig artikel 7, lid 1, ingediende documentatie , en dat zij de milieuvervuiling tot een minimum beperken . |
Amendement 115
Voorstel voor een verordening
Artikel 28 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Indien de aanvraag betrekking heeft op een antimicrobieel geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik, kan de bevoegde instantie of de Commissie eisen dat de houder van de vergunning voor het in de handel brengen na verlening van de vergunning studies uitvoert om ervoor te zorgen dat de baten-risicobalans positief blijft, waarbij rekening wordt gehouden met de mogelijke ontwikkeling van resistentie tegen antimicrobiële stoffen. |
3. Indien de aanvraag betrekking heeft op een antimicrobieel geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik, eist de bevoegde instantie of de Commissie dat de houder van de vergunning voor het in de handel brengen na verlening van de vergunning studies uitvoert om ervoor te zorgen dat de baten-risicobalans positief blijft, waarbij rekening wordt gehouden met de mogelijke ontwikkeling van resistentie tegen antimicrobiële stoffen. |
Amendementen 116 en 298
Voorstel voor een verordening
Artikel 29
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
Vereiste van een voorschrift van een dierenarts |
Vereiste van een voorschrift van een dierenarts |
||||
1. Een bevoegde instantie of de Commissie classificeert de volgende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik als „ uitsluitend op voorschrift van een dierenarts”: |
1. De volgende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik mogen uitsluitend op voorschrift van een dierenarts worden verstrekt : |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
1 bis. De lidstaten mogen op hun grondgebied voorzien in aanvullende wettelijke subcategorieën in overeenstemming met het desbetreffende nationale recht. |
||||
2. De bevoegde instantie of de Commissie kan een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik indelen als geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik waarvoor een voorschrift van een dierenarts benodigd is indien in de samenvatting van de productkenmerken als bedoeld in artikel 30 bijzondere voorzorgsmaatregelen zijn opgenomen, met name in verband met potentiële risico's voor: |
2. Geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik kunnen worden ingedeeld als geneesmiddelen die alleen op voorschrift van een dierenarts mogen worden verstrekt indien in de samenvatting van de productkenmerken als bedoeld in Artikel 30 bijzondere voorzorgsmaatregelen zijn opgenomen, met name in verband met potentiële risico's voor: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
3. In afwijking van lid 1 classificeert de bevoegde instantie of het Bureau een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik niet als een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik waarvoor een voorschrift van een dierenarts vereist is indien aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan: |
3. In afwijking van lid 1 classificeert de bevoegde instantie of de Commissie een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik niet als een geneesmiddel voor diergeneeskundig dat alleen op voorschrift van een dierenarts kan worden verstrekt indien aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
Amendement 117
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 — lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
3 bis. Niettegenstaande het bepaalde in lid 1 mogen geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik zonder voorschrift worden gebruikt wanneer: |
||
|
|
||
|
|
Amendement 118
Voorstel voor een verordening
Artikel 30 — lid 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 119
Voorstel voor een verordening
Artikel 30 — lid 1 — letter c — punt vi
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 120
Voorstel voor een verordening
Artikel 30 — lid 1 — letter c — punt xiii
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 121
Voorstel voor een verordening
Artikel 30 — lid 1 — letter e — point iii bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 122
Voorstel voor een verordening
Artikel 30 — lid 1 — letter e bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 123
Voorstel voor een verordening
Artikel 30 — lid 1 — letter j bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 124
Voorstel voor een verordening
Artikel 31 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Indien twee producten dezelfde therapeutische werking hebben, kunnen er vergelijkende beoordelingen worden verricht. In een dergelijk geval worden de producten die een risico voor het milieu of de behandelde dieren met zich meebrengen, vervangen door minder risicovolle producten met dezelfde therapeutische werking. |
Amendement 125
Voorstel voor een verordening
Artikel 32 — lid 1 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 126
Voorstel voor een verordening
Artikel 32 — lid 1 — letter e
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 127
Voorstel voor een verordening
Artikel 32 — lid 1 — letter g bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 128
Voorstel voor een verordening
Artikel 32 — lid 1 — letter g ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 129
Voorstel voor een verordening
Artikel 32 — lid 1 — letter h bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 130
Voorstel voor een verordening
Artikel 32 — lid 1 — letter h ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 132
Voorstel voor een verordening
Artikel 32 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Een vergunning voor het in de handel brengen voor een antimicrobieel geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik wordt geweigerd als de antimicrobiële stof is voorbehouden voor de behandeling van bepaalde aandoeningen bij de mens. |
2. Een vergunning voor het in de handel brengen voor een antimicrobieel geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik wordt geweigerd als de antimicrobiële stof is voorbehouden voor de behandeling van bepaalde aandoeningen bij de mens als bedoeld in lid 4 . |
Amendement 133
Voorstel voor een verordening
Artikel 32 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Om de werking van bepaalde werkzame stoffen in de mens te behouden, is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 146 gedelegeerde handelingen vast te stellen voor het vaststellen van voorschriften voor de aan te wijzen van de antimicrobiële stoffen die voorbehouden moeten worden voor de behandeling van bepaalde aandoeningen bij de mens. |
3. Om de werking van bepaalde werkzame stoffen in de mens te behouden, is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 146 gedelegeerde handelingen vast te stellen voor het vaststellen van voorschriften , rekening houdend met het wetenschappelijk advies van het Bureau, voor het aanwijzen van de antimicrobiële stoffen die voorbehouden moeten worden voor de behandeling van bepaalde aandoeningen bij de mens. |
|
Het Bureau houdt in zijn advies met betrekking tot het aanwijzen van antimicrobiële stoffen rekening met het klasse-, het stof- en zelfs het indicatieniveau, en met de toedieningsweg. |
|
De lidstaten die strengere regels kennen of willen hanteren, staat het vrij dit te doen. |
Amendement 134
Voorstel voor een verordening
Artikel 32 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De Commissie wijst door middel van uitvoeringshandelingen antimicrobiële stoffen of groepen van antimicrobiële stoffen aan die worden voorbehouden voor de behandeling van bepaalde aandoeningen bij de mens. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 145, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
4. De Commissie wijst door middel van uitvoeringshandelingen en rekening houdend met het wetenschappelijk advies van het Bureau, alsook het reeds door de WHO verrichte werk antimicrobiële stoffen of groepen van antimicrobiële stoffen aan die worden voorbehouden voor de behandeling van bepaalde aandoeningen bij de mens. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 145, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
|
Bij het aanwijzen wordt, daar waar van toepassing, rekening gehouden met het klasse-, het stof- en zelfs het indicatieniveau, en met de toedieningsweg. |
Amendement 301
Voorstel voor een verordening
Artikel 33 — lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Veiligheidsinformatie met betrekking tot de milieueffecten van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik wordt niet beschermd. |
Amendement 136
Voorstel voor een verordening
Artikel 34
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
Beschermingstermijn voor technische documentatie |
Beschermingstermijn voor technische documentatie |
||||
1. De beschermingstermijn voor technische documentatie is: |
1. De beschermingstermijn voor technische documentatie is: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
2. De bescherming geldt vanaf de dag waarop de vergunning voor het in de handel brengen voor het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik op grond van artikel 7 is verleend. |
2. De bescherming geldt vanaf de dag waarop de vergunning voor het in de handel brengen voor het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik op grond van artikel 7 is verleend. |
||||
|
2 bis. Indien voor het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik voor meer dan één diersoort een vergunning is verleend, wordt de duur overeenkomstig de termijnen als bedoeld in artikel 35 verlengd. |
Amendement 312
Voorstel voor een verordening
Artikel 34 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Artikel 34 bis |
||
|
Periode van bescherming van nieuwe pakketten gegevens betreffende bestaande geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik |
||
|
1. Wanneer de aanvrager van een vergunning voor het in de handel brengen van een bestaand geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik waarvoor geen enkele gegevensbeschermingstermijn meer geldt bij de bevoegde instanties nieuwe studies en proeven verstrekt, geldt voor deze studies en proeven een niet-cumulatieve beschermingstermijn van vier jaar, op voorwaarde dat ze: |
||
|
|
||
|
|
||
|
2. Geen enkele andere aanvrager mag deze proeven of studies voor commerciële doeleinden gebruiken tijdens deze periode van vier jaar, tenzij deze andere aanvrager schriftelijk toestemming heeft ontvangen van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen in de vorm van een verklaring van toegang met betrekking tot deze proeven of studies. |
Amendement 138
Voorstel voor een verordening
Artikel 35
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Verlenging van de beschermingstermijnen voor technische documentatie |
Verlenging van de beschermingstermijnen voor technische documentatie |
1. Wanneer een wijziging wordt goedgekeurd overeenkomstig artikel 65, waardoor de vergunning voor het in de handel brengen wordt uitgebreid tot een andere dan de in artikel 34, lid 1, onder a), vermelde soort, wordt de termijn voor de in dat artikel bedoelde bescherming voor elke aanvullende doeldiersoort met 1 jaar verlengd, op voorwaarde dat de wijziging niet ten minste 3 jaar vóór het verstrijken van de beschermingstermijn als bedoeld in artikel 34, lid 1, onder a), is ingediend. |
1. Wanneer de eerste vergunning voor het in de handel brengen is verleend voor meer dan een soort of een wijziging wordt goedgekeurd overeenkomstig artikel 65, waardoor de vergunning voor het in de handel brengen wordt uitgebreid tot een andere dan de in artikel 34, lid 1, onder a), vermelde soort, wordt de termijn voor de in artikel 34 bedoelde bescherming voor elke aanvullende doeldiersoort in het oorspronkelijke dossier met 2 jaar verlengd, op voorwaarde dat de wijziging niet ten minste 3 jaar vóór het verstrijken van de beschermingstermijn als bedoeld in artikel 34, lid 1, onder a), is ingediend. De informatie over de aanvraag voor uitbreiding van de vergunning voor het in de handel brengen wordt openbaar gemaakt. |
2. Wanneer een wijziging wordt goedgekeurd overeenkomstig artikel 65, waardoor de vergunning voor het in de handel brengen wordt uitgebreid tot een andere soort dan die in artikel 34, lid 1, onder a) wordt vermeld, wordt de beschermingstermijn als bedoeld in artikel 34 met 4 jaar verlengd. |
2. Wanneer de eerste vergunning voor het in de handel brengen is verleend voor meer dan een soort of een wijziging wordt goedgekeurd overeenkomstig artikel 65, waardoor de vergunning voor het in de handel brengen wordt uitgebreid tot een andere dan de in artikel 34, lid 1, onder a), vermelde soort, wordt de beschermingstermijn als bedoeld in artikel 34 met 4 jaar verlengd , op voorwaarde dat de wijziging ten minste 3 jaar vóór het verstrijken van de beschermingstermijn als bedoeld in artikel 34 is ingediend . De informatie over de aanvraag voor uitbreiding van de vergunning voor het in de handel brengen wordt openbaar gemaakt. |
3. De beschermingstermijn van de eerste vergunning voor het in de handel brengen, verlengd met aanvullende beschermingstermijnen als gevolg van eventuele wijzigingen of verleningen van nieuwe vergunningen die toebehoren aan de verlening voor het in de handel brengen (hierna: „totale beschermingstermijn voor technische documentatie”) duurt maximaal 18 jaar. |
3. De beschermingstermijn van de eerste vergunning voor het in de handel brengen, verlengd met aanvullende beschermingstermijnen als gevolg van eventuele wijzigingen of verleningen van nieuwe vergunningen die toebehoren aan de verlening voor het in de handel brengen (hierna: „totale beschermingstermijn voor technische documentatie”) duurt maximaal 14 jaar voor producten als bedoeld in artikel 34, lid 1, onder a). Voor producten als bedoeld in artikel 34, lid 1, onder b) en d), duurt de periode maximaal 18 jaar. |
4. Wanneer een aanvrager van een vergunning voor het in de handel brengen voor een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik of van een wijziging in de voorwaarden van de vergunning voor het in de handel brengen een aanvraag voor de vaststelling van een maximumwaarde voor residuen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 470/2009 indient en tijdens de aanvraagprocedure klinische proeven indient, mogen andere aanvragers gedurende een periode van 5 jaar na het verlenen van de vergunning voor het in de handel brengen waarvoor zij zijn uitgevoerd, geen gebruik maken van die proeven, tenzij die andere aanvrager schriftelijke toestemming in de vorm van een verklaring van toegang met betrekking tot die proeven heeft verkregen. |
4. Wanneer een aanvrager van een vergunning voor het in de handel brengen voor een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik of van een wijziging in de voorwaarden van de vergunning voor het in de handel brengen een aanvraag voor de vaststelling van een maximumwaarde voor residuen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 470/2009 indient en tijdens de aanvraagprocedure klinische proeven indient, mogen andere aanvragers gedurende een periode van 5 jaar na het verlenen van de vergunning voor het in de handel brengen waarvoor zij zijn uitgevoerd, geen commercieel gebruik maken van de resultaten van die proeven, tenzij die andere aanvrager schriftelijke toestemming in de vorm van een verklaring van toegang met betrekking tot die proeven heeft verkregen. |
Amendement 139
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Gecentraliseerde vergunningen voor het in de handel brengen worden door de Commissie verleend in overeenstemming met deze afdeling. Zij zijn in de hele Unie geldig. |
1. Gecentraliseerde vergunningen voor het in de handel brengen worden door de Commissie verleend in overeenstemming met deze afdeling. Zij zijn in de hele Unie geldig en moeten worden beschouwd als de prioritaire procedure . De Commissie en het Bureau zorgen ervoor dat het gebruik van de gecentraliseerde procedure wordt ontwikkeld en bevorderd, met name door de toegang voor kmo's te vergemakkelijken. |
Amendement 141
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 — lid 2 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 142
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 — lid 2 — letter e
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
schrappen |
Amendement 143
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Voor andere geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik dan diegene in lid 2, kan een gecentraliseerde vergunning voor het in de handel brengen worden verleend indien voor het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik in de Unie geen andere vergunning voor het in de handel brengen is verleend . |
3. Voor andere geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik dan diegene in lid 2, kan ook een gecentraliseerde vergunning voor het in de handel brengen worden verleend. |
Amendement 144
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 146 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de lijst in lid 2 om rekening te houden met de toestand van de dier- volksgezondheid in de Unie. |
schrappen |
Amendement 145
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De aanvragen voor gedecentraliseerde vergunningen voor het in de handel brengen worden ingediend bij de door de aanvrager gekozen lidstaat („de referentielidstaat”). |
1. De aanvragen en dossiers voor gedecentraliseerde vergunningen voor het in de handel brengen worden ingediend bij alle lidstaten . De door de aanvrager gekozen lidstaat is de referentielidstaat. |
Amendement 146
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. In de aanvraag vermeldt de aanvrager de lidstaten waarvoor hij een vergunning voor het in de handel brengen wil verkrijgen („de betrokken lidstaten”). |
2. In de aanvraag vermeldt de aanvrager de lidstaten waarvoor hij een vergunning voor het in de handel brengen wil verkrijgen („de betrokken lidstaten”). De aanvrager dient bij alle betrokken lidstaten een aanvraag in die identiek is aan de aanvraag die hij bij de referentielidstaat heeft ingediend, inclusief een identiek dossier als bedoeld in artikel 7. |
Amendement 147
Voorstel voor een verordening
Artikel 48 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De aanvragen voor de wederzijdse erkenning van vergunningen voor het in de handel brengen worden ingediend bij de lidstaat die de eerste nationale vergunning voor het in de handel brengen heeft verleend („de referentielidstaat”). |
1. De aanvragen en dossiers voor de wederzijdse erkenning van vergunningen voor het in de handel brengen worden ingediend bij alle lidstaten . De lidstaat die de eerste nationale vergunning voor het in de handel brengen heeft verleend is de referentielidstaat. |
Amendement 148
Voorstel voor een verordening
Artikel 48 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Er dienen minstens 6 maanden te verstrijken tussen het besluit tot verlening van de eerste nationale vergunning voor het in de handel brengen en de indiening van de aanvraag tot wederzijdse erkenning van de nationale vergunning voor het in de handel brengen. |
Schrappen |
Amendement 149
Voorstel voor een verordening
Artikel 48 — lid 3 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendement 150
Voorstel voor een verordening
Artikel 48 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De referentielidstaat stelt binnen 90 dagen na ontvangst van een geldige aanvraag voor het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik een bijgewerkt beoordelingsrapport op. Het bijgewerkte beoordelingsrapport, de goedgekeurde samenvatting van de productkenmerken en de tekst die op de etikettering en de bijsluiter moet worden vermeld, worden samen met een lijst van de lidstaten waarvoor de aanvrager wederzijdse erkenning van de vergunning voor het in de handel brengen wil verkrijgen (de betrokken lidstaten) toegezonden aan alle lidstaten en aan de aanvrager. |
4. De referentielidstaat stelt binnen 45 dagen na ontvangst van een geldige aanvraag voor het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik een bijgewerkt beoordelingsrapport op. Het bijgewerkte beoordelingsrapport, de goedgekeurde samenvatting van de productkenmerken en de tekst die op de etikettering en de bijsluiter moet worden vermeld, worden toegezonden aan alle betrokken lidstaten en aan de aanvrager. |
Amendement 151
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Indien een lidstaat binnen de in artikel 46, lid 4, of artikel 48, lid 5, bedoelde termijn bezwaren kenbaar maakt tegen het beoordelingsrapport, de voorgestelde samenvatting van de productkenmerken, de voorgestelde etikettering en bijsluiter, wordt aan de referentielidstaat, de andere lidstaten en de aanvrager een gedetailleerde uiteenzetting van de redenen toegezonden. De geschilpunten worden door de referentielidstaat onverwijld meegedeeld aan de bij artikel 142 ingestelde coördinatiegroep voor wederzijdse erkenning en gedecentraliseerde procedures („de coördinatiegroep”). |
1. Indien een lidstaat binnen de in artikel 46, lid 4, of artikel 48, lid 5, bedoelde termijn bezwaren kenbaar maakt tegen het beoordelingsrapport, de voorgestelde samenvatting van de productkenmerken of de voorgestelde etikettering en bijsluiter, op grond van een potentieel ernstig risico voor de volksgezondheid, de diergezondheid of het milieu, wordt aan de referentielidstaat, de andere lidstaten en de aanvrager een gedetailleerde uiteenzetting van de redenen toegezonden. De geschilpunten worden door de referentielidstaat onverwijld meegedeeld aan de bij artikel 142 ingestelde coördinatiegroep voor wederzijdse erkenning en gedecentraliseerde procedures („de coördinatiegroep”). |
Amendement 152
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. In de coördinatiegroep wordt een rapporteur aangesteld om voor het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik een tweede beoordelingsrapport op te stellen. |
schrappen |
Amendement 153
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Indien over de verlening van de vergunning voor het in de handel brengen een gunstig advies wordt uitgebracht, neemt de referentielidstaat de overeenstemming van de lidstaten op, voltooit hij de procedure en stelt hij de lidstaten en de aanvrager daarvan in kennis. |
4. Indien over de verlening of wijziging van de vergunning voor het in de handel brengen een gunstig advies wordt uitgebracht, neemt de referentielidstaat de overeenstemming van de lidstaten op, voltooit hij de procedure en stelt hij de lidstaten en de aanvrager daarvan in kennis. |
Amendement 154
Voorstel voor een verordening
Artikel 50 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Binnen 15 dagen na ontvangst van het in artikel 46, lid 3, of in artikel 48, lid 4, bedoelde beoordelingsrapport kan de aanvrager schriftelijk bij het Bureau tegen het beoordelingsrapport bezwaar aantekenen. In dat geval zendt de aanvrager binnen zestig dagen na ontvangst van het beoordelingsrapport een gedetailleerd bezwaarschrift aan het Bureau. De aanvraag gaat vergezeld van het betalingsbewijs van de aan het Bureau verschuldigde vergoeding voor de behandeling van het bezwaar. |
1. Binnen 15 dagen na ontvangst van het in artikel 46, lid 3, of in artikel 48, lid 4, bedoelde beoordelingsrapport kan de aanvrager schriftelijk bij de coördinatiegroep tegen het beoordelingsrapport bezwaar aantekenen. In dat geval zendt de aanvrager binnen zestig dagen na ontvangst van het beoordelingsrapport een gedetailleerd bezwaarschrift aan het Bureau. De aanvraag gaat vergezeld van het betalingsbewijs van de aan het Bureau verschuldigde vergoeding voor de behandeling van het bezwaar. |
Amendement 155
Voorstel voor een verordening
Artikel 50 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Tijdens de bezwaarprocedure worden enkel de punten van het beoordelingsrapport behandeld die de aanvrager in zijn bezwaarschrift heeft vermeld. |
3. Het comité bepaalt het beoordelingsgebied aan de hand van de door de aanvrager verstrekte informatie. |
Amendement 156
Voorstel voor een verordening
Artikel 50 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Binnen vijftien dagen na de vaststelling van het advies van het Comité zendt het Bureau dit advies aan de coördinatiegroep . Het advies gaat vergezeld van een rapport dat een beschrijving van de beoordeling van het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik door het Comité en de motivering van zijn beslissing bevat. Deze documenten worden ter informatie aan de Commissie, de lidstaten en de aanvrager gezonden. |
4. Binnen vijftien dagen na de vaststelling van het advies van het Comité zendt het Bureau dit advies aan de Commissie . Het advies gaat vergezeld van een rapport dat een beschrijving van de beoordeling van het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik door het Comité en de motivering van zijn beslissing bevat. Deze documenten worden ter informatie aan de lidstaten en de aanvrager gezonden. |
Amendement 157
Voorstel voor een verordening
Artikel 50 — lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Na de indiening van het advies van het Bureau besluit de coördinatiegroep bij volstrekte meerderheid van de op de bijeenkomst vertegenwoordigde leden. De referentielidstaat neemt de overeenstemming op, voltooit de procedure en stelt de aanvrager daarvan in kennis. Artikel 49 is van overeenkomstige toepassing. Indien het besluit afwijkt van het advies van het Bureau, voegt de coördinatiegroep een gedetailleerde uiteenzetting van de redenen voor de afwijkingen bij. |
5. Binnen 15 dagen na ontvangst van het advies bereidt de Commissie met betrekking tot de procedure een ontwerpbesluit voor. |
|
Wanneer in het ontwerpbesluit wordt voorzien in de vergunning voor het in de handel brengen, bevat het ontwerpbesluit de in artikel 28 vermelde documenten of wordt in het ontwerpbesluit hiernaar verwezen. |
|
Wanneer in het ontwerpbesluit wordt voorzien in de weigering van de vergunning voor het in de handel brengen, worden de redenen voor de weigering verduidelijkt overeenkomstig artikel 32. |
|
Wanneer het ontwerpbesluit niet overeenstemt met het advies van het comité, voegt de Commissie een gedetailleerde uitleg voor deze verschillen bij. |
|
De Commissie kan middels uitvoeringshandelingen een definitief besluit nemen over het verlenen van een vergunning voor het in de handel brengen via de gedecentraliseerde procedure of de procedure voor wederzijdse erkenning. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 145, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
|
Het Bureau zendt de in artikel 28 vermelde documenten aan de aanvrager. |
|
Het Bureau maakt het advies beschikbaar voor het publiek, met weglating van commercieel vertrouwelijke informatie. |
Amendement 158
Voorstel voor een verordening
Artikel 51 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het Bureau stelt een databank van de Unie inzake geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in en werkt deze bij. |
1. Het Bureau stelt een Uniebrede databank inzake geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in en werkt deze bij. |
Amendement 159
Voorstel voor een verordening
Artikel 51 — lid 2 — punt a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 160
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Houders van vergunningen voor het in de handel brengen hebben volledige toegang tot de gegevens in de geneesmiddelendatabank met betrekking tot hun eigen vergunningen. |
2. Houders van vergunningen voor het in de handel brengen hebben volledige toegang tot de gegevens in de geneesmiddelendatabank met betrekking tot hun eigen vergunningen en beperkte toegang tot andere geneesmiddelen . |
Amendement 161
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het grote publiek heeft toegang tot gegevens in de geneesmiddelendatabank wat betreft de lijst van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik waarvoor een vergunning is verleend, de bijbehorende samenvattingen van productkenmerken en de bijsluiters. |
3. Het grote publiek heeft toegang tot gegevens in de geneesmiddelendatabank wat betreft de lijst van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik waarvoor een vergunning is verleend, de bijbehorende samenvattingen van productkenmerken, de bijsluiters en de milieugegevens, en alle veiligheidsinformatie . |
Amendement 162
Voorstel voor een verordening
Artikel 54 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten verzamelen relevante en vergelijkbare gegevens met betrekking tot de verkoopvolumes en het gebruik van antimicrobiële geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik. |
1. De lidstaten verzamelen op boerderijniveau relevante, vergelijkbare en voldoende gedetailleerde gegevens met betrekking tot de verkoopvolumes dat het gewicht en de kosten van elk type antimicrobiële stof betreft, en tot het gebruik van antimicrobiële geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik , inclusief de behandelde soorten, de gediagnosticeerde ziekte en de toedieningsweg . |
Amendement 163
Voorstel voor een verordening
Artikel 54 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De lidstaten zenden gegevens met betrekking tot de verkoopvolumes en het gebruik van antimicrobiële geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik aan het Bureau. Het Bureau analyseert de gegevens en publiceert een jaarverslag. |
2. De lidstaten zenden gegevens met betrekking tot de verkoopvolumes en het gebruik van antimicrobiële geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik aan het Bureau. Het Bureau werkt samen met andere Europese agentschappen voor de analyse van de gegevens en de publicatie van een jaarverslag , waarin ook de overeenkomstige gegevens over het gebruik van antimicrobiële stoffen bij de mens en over de huidige situatie op het gebied van antimicrobiële resistentie in de Unie worden opgenomen, en het publiceert, indien nodig, richtsnoeren en aanbevelingen . |
Amendement 164
Voorstel voor een verordening
Artikel 54 — lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. De lidstaten verzamelen relevante en vergelijkbare gegevens met betrekking tot de verkoopvolumes en het gebruik van antiparasitaire en hormonale geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, en stellen deze ter beschikking aan het Bureau. |
Amendement 165
Voorstel voor een verordening
Artikel 54 — lid 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. De gegevensvereisten voor de aanname van die uitvoeringshandelingen omvatten diersoorten, de dosering, de duur van de behandeling en het type behandeling, het aantal behandelde dieren en de toedieningsweg(en). Daarnaast wordt elk afwijkend gebruik van antimicrobiële stoffen verplicht gemeld aan de nationale instanties. |
Amendement 166
Voorstel voor een verordening
Artikel 54 — lid 4 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 ter. Het gebruik van antibiotica in het drinkwater wordt beperkt tot gevallen waarin de meeste dieren of de volledige kudde ziek zijn. Vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening publiceert de Commissie een verslag waarin de verschillende toedieningswegen voor antibiotica bij voedselproducerende dieren, en in het bijzonder de gebruikte orale toedieningswegen via het voeder of het drinkwater, en de gevolgen ervan op de antimicrobiële resistentie worden onderzocht. |
Amendement 167
Voorstel voor een verordening
Afdeling 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Afdeling 2 bis |
|
Invoer, parallelle invoer en parallelle distributie |
Amendement 168
Voorstel voor een verordening
Artikel 56 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
Artikel 56 bis |
||||
|
Invoervergunningen |
||||
|
1. Een invoervergunning is vereist voor: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
2. De aanvragen voor vergunningen voor deze activiteiten worden bij de bevoegde nationale instanties ingediend voor de vergunningen krachtens lid 1, onder a) en b), en bij het Bureau voor vergunningen krachtens lid 1, onder c). |
||||
|
De bevoegde instanties en het Bureau registreren de door hen toegekende vergunningen voor parallelle invoer en parallelle distributie in de overeenkomstig artikel 51 opgerichte databank voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik. |
||||
|
3. Het parallel ingevoerde of gedistribueerde geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik wordt in de handel gebracht in een verpakking en met etikettering in de door de lidstaat van invoer of distributie bepaalde taal of talen. |
||||
|
4. In afwijking van lid 1 van dit artikel is geen vergunning vereist voor: |
||||
|
|
||||
|
|
Amendement 169
Voorstel voor een verordening
Artikel 56 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Artikel 56 ter |
||
|
Aanvragen voor invoervergunning |
||
|
1. De in artikel 56 bis, lid 1, onder a), bedoelde aanvragen voor invoervergunning worden bij de bevoegde instantie van de lidstaat van invoer ingediend. |
||
|
De vergunning wordt voor één transactie verleend. |
||
|
Elke wijziging van de voor de vergunning verstrekte gegevens wordt aan de bevoegde instantie gemeld, die indien nodig de oorspronkelijke vergunning in overeenstemming daarmee wijzigt. |
||
|
Een aanvraag voor een invoervergunning bevat ten minste: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
2. De in artikel 56 bis, lid 1, onder b), bedoelde aanvragen voor invoervergunning worden bij de bevoegde instantie van de lidstaat van invoer ingediend. |
||
|
Deze vergunningen worden voor een periode van vijf jaar verleend. |
||
|
Elke wijziging van de voor de vergunning verstrekte gegevens wordt aan de bevoegde instantie gemeld, die indien nodig de oorspronkelijke vergunning in overeenstemming daarmee wijzigt. |
||
|
Een aanvraag voor een parallelle-invoervergunning bevat ten minste: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
3. De in artikel 56 bis, lid 1, onder c), bedoelde aanvragen voor invoervergunning worden bij het Bureau ingediend. |
||
|
Deze vergunningen worden voor een periode van vijf jaar verleend. |
||
|
Elke wijziging van de voor de vergunning verstrekte gegevens wordt aan het Bureau gemeld, dat indien nodig de oorspronkelijke vergunning in overeenstemming daarmee wijzigt. |
||
|
Een aanvraag bevat: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
4. De bevoegde instantie of het Bureau kan besluiten tot schorsing of intrekking van de vergunning voor parallelle invoer of parallelle distributie zodra niet meer wordt voldaan aan artikel 56 bis en leden 1, 2 en 3 van dit artikel of het product een risico voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu vormt. |
Amendement 170
Voorstel voor een verordening
Artikel 57 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Artikel 57 bis |
||
|
Omzetting naar een gecentraliseerde vergunning voor het in de handel brengen |
||
|
1. Na de voltooiing van de gedecentraliseerde procedure van artikel 46, de procedure voor wederzijdse erkenning van artikel 48 of de procedure voor harmonisatie van artikel 69, kan de houder van een vergunning voor het in de handel brengen een aanvraag indienen om de bestaande vergunning voor het in handel brengen van een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik om te zetten naar een gecentraliseerde vergunning voor het in de handel brengen die door de Commissie wordt verleend en in de gehele Unie geldig is. |
||
|
2. De aanvraag voor de omzetting naar een gecentraliseerde vergunning voor het in de handel brengen wordt ingediend bij het Bureau en bevat het volgende: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
3. De Commissie stelt binnen 30 dagen na ontvangst van de in lid 2 bedoelde documenten een ontwerpbesluit op tot verlening van een EU-vergunning voor het in de handel brengen overeenkomstig het in artikel 46, lid 3, en in artikel 48, lid 4, en artikel 69, lid 3, bedoelde beoordelingsrapport, of eventueel een bijgewerkt beoordelingsrapport, de samenvatting van de productkenmerken, de etikettering en de bijsluiter. |
||
|
4. De Commissie stelt middels uitvoeringshandelingen een definitief besluit vast over het verlenen van een gecentraliseerde vergunning voor het in de handel brengen. |
||
|
Dit artikel is alleen van toepassing op geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik waarvoor volgens een procedure voor wederzijdse erkenning, een gedecentraliseerde procedure, of een procedure voor harmonisatie voor de vergunning voor het in de handel brengen, een vergunning is verleend na de datum waarop deze verordening van toepassing is geworden. |
Amendement 171
Voorstel voor een verordening
Artikel 64 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Indien de wijzigingsaanvraag voldoet aan de voorschriften van artikel 61, bevestigt de bevoegde instantie, het Bureau of een overeenkomstig artikel 63, lid 3, aangestelde bevoegde instantie de ontvangst van een volledige aanvraag. |
1. Indien de wijzigingsaanvraag voldoet aan de voorschriften van artikel 61, bevestigt de bevoegde instantie, het Bureau of een overeenkomstig artikel 63, lid 3, aangestelde bevoegde instantie binnen 15 dagen de ontvangst van een volledige aanvraag. |
Amendement 172
Voorstel voor een verordening
Artikel 68
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voorbereiding van de harmonisatie |
Voorbereiding van de harmonisatie |
|
-1 bis. Een houder van een vergunning voor het in de handel brengen of een groep houders van een vergunning voor het in de handel brengen kunnen overeenkomstig artikel 69 verzoeken om de harmonisatie van verschillende nationale vergunningen voor het in de handel brengen die zijn verleend voor een bepaald geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik. |
|
-1 ter. Een geharmoniseerde samenvatting van de productkenmerken wordt opgesteld voor het specifieke geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik waarvoor in verschillende lidstaten nationale vergunningen voor het in de handel brengen zijn verleend. De coördinatiegroep stelt een gedetailleerd reglement voor de harmonisatie op. |
|
-1 quater. Nationale vergunning voor het in de handel brengen kunnen worden geharmoniseerd met gedecentraliseerde vergunningen voor het in de handel brengen en/of vergunningen voor het in de handel brengen voor wederzijdse erkenning als zij betrekking hebben op hetzelfde geneesmiddel of in wezen gelijksoortige producten. |
1. Voor andere geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik dan homeopathische geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, met werkzame stoffen in dezelfde kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling en dezelfde farmaceutische vorm, waarvoor in verschillende lidstaten vóór 1 januari 2004 nationale vergunningen voor het in de handel brengen zijn verleend („soortgelijke geneesmiddelen”) wordt in overeenstemming met de procedure van artikel 69 een geharmoniseerde samenvatting van productkenmerken opgesteld. |
1. Voor groepen van in wezen gelijkwaardige andere geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik dan homeopathische geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, met werkzame stoffen in dezelfde kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling en dezelfde farmaceutische vorm, waarvan is aangetoond dat ze bio-equivalent zijn („in wezen gelijkwaardige geneesmiddelen”) en waarvoor in verschillende lidstaten vóór de inwerkingtreding van deze verordening nationale vergunningen voor het in de handel brengen zijn verleend worden in overeenstemming met de procedure van artikel 69 geharmoniseerde gebruiksvoorwaarden overeenkomstig artikel 69, lid 4, opgesteld. |
2. Voor het bepalen van de kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling van de werkzame stoffen worden verschillende zouten, esters, ethers, isomeren, mengsels van isomeren, complexen en derivaten van een werkzame stof beschouwd als dezelfde werkzame stof, tenzij de eigenschappen daarvan aanzienlijk afwijken wat betreft veiligheid of werkzaamheid. |
2. Voor het bepalen van de kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling van de werkzame stoffen worden verschillende zouten, esters, ethers, isomeren, mengsels van isomeren, complexen en derivaten van een werkzame stof beschouwd als dezelfde werkzame stof, tenzij de eigenschappen daarvan aanzienlijk afwijken wat betreft veiligheid of werkzaamheid. |
Amendement 173
Voorstel voor een verordening
Artikel 69
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
Procedure voor harmonisatie van de samenvattingen van productkenmerken |
Procedure voor harmonisatie van de samenvattingen van productkenmerken |
||||
1. Uiterlijk [12 months after the date of application of this Regulation for OP to insert the actual date] verstrekken de bevoegde instanties aan de coördinatiegroep lijsten van alle geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik waarvoor een vergunning voor het in de handel brengen is verleend vóór 1 januari 2004 . |
1. Uiterlijk [12 maanden na de toepassingsdatum voor het PB voeg de correct datum in] verstrekken de bevoegde instanties aan de coördinatiegroep lijsten van alle geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik waarvoor een vergunning voor het in de handel brengen is verleend. |
||||
2. De coördinatiegroep stelt groepen van gelijksoortige geneesmiddelen op. Voor elke groep gelijksoortige geneesmiddelen stelt de coördinatiegroep een lid aan als rapporteur. |
2. De coördinatiegroep stelt groepen van in wezen gelijksoortige geneesmiddelen als geïdentificeerd in artikel 68, lid 4, onder b), op. Voor elk van deze groepen in wezen gelijksoortige geneesmiddelen stelt de coördinatiegroep een lid aan als rapporteur. |
||||
3. Binnen 120 dagen na zijn aanstelling legt de rapporteur aan de coördinatiegroep een verslag voor met betrekking tot de mogelijke harmonisatie van samenvattingen van productkenmerken voor de gelijksoortige geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in de groep en stelt hij een geharmoniseerde samenvatting van productkenmerken voor. |
3. Binnen 120 dagen na zijn aanstelling legt de rapporteur aan de coördinatiegroep een verslag voor met een voorstel tot harmonisatie van de gebruiksvoorwaarden van de groep in wezen gelijksoortige geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik of van de vergunning voor het in de handel brengen van een bepaald geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik . |
||||
4. De geharmoniseerde samenvattingen van productkenmerken voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik bevatten de volgende gegevens: |
4. De geharmoniseerde gebruiksvoorwaarden bevatten ten minste de volgende gegevens: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
4 bis. Naast de gebruiksvoorwaarden kunnen andere elementen van de samenvatting van de productkenmerken en de reeks kwaliteitsgegevens worden geharmoniseerd. |
||||
5. Na de indiening van het verslag besluit de coördinatiegroep bij volstrekte meerderheid van de op de bijeenkomst vertegenwoordigde leden van de coördinatiegroep. De rapporteur neemt de overeenstemming op, voltooit de procedure en stelt de lidstaten en de houders van vergunningen voor het in de handel brengen daarvan in kennis. |
5. Na de indiening van het verslag besluit de coördinatiegroep bij volstrekte meerderheid van de op de bijeenkomst vertegenwoordigde leden van de coördinatiegroep. De rapporteur neemt de overeenstemming op, voltooit de procedure en stelt de lidstaten en de houders van vergunningen voor het in de handel brengen daarvan in kennis. |
||||
6. Indien over de goedkeuring van een geharmoniseerde samenvatting van productkenmerken een gunstig advies wordt uitgebracht, werkt elke lidstaat de vergunning voor het in de handel brengen bij volgens de overeenstemming binnen 30 dagen na dat hij van de rapporteur de gegevens met betrekking tot de overeenstemming heeft ontvangen. |
6. Indien over de goedkeuring van geharmoniseerde gebruiksvoorwaarden een gunstig advies wordt uitgebracht, werkt elke lidstaat de vergunning of vergunningen voor het in de handel brengen zodanig bij dat de in lid 4 vermelde gegevens, indien de samenvatting van de productkenmerken van het product dat tot de groep behoort deze reeds bevatte, stroken met de overeenstemming binnen 30 dagen nadat hij van de rapporteur de gegevens met betrekking tot de overeenstemming heeft ontvangen. Zodra een gunstig advies over de goedkeuring van geharmoniseerde gebruiksvoorwaarden is uitgebracht, komen vergunningen voor het in de handel brengen van een specifiek geneesmiddel in aanmerking om te worden beschouwd als krachtens deze verordening afgegeven vergunningen voor het in de handel brengen met wederzijdse erkenning. |
||||
7. Indien een ongunstig advies wordt uitgebracht, is de procedure van artikel 49 van toepassing. |
7. Indien een ongunstig advies wordt uitgebracht, is de procedure van artikel 49 van toepassing. |
Amendement 174
Voorstel voor een verordening
Artikel 70
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Harmonisatie van de samenvattingen van productkenmerken na herbeoordeling |
Harmonisatie van de samenvattingen van productkenmerken na herbeoordeling |
1. In afwijking van artikel 69 kan het Comité de Commissie aanbevelingen doen voor groepen van soortgelijke geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik waarvoor een wetenschappelijke herbeoordeling noodzakelijk is voordat een geharmoniseerde samenvatting van productkenmerken wordt opgesteld. |
1. In afwijking van artikel 69 kan het Comité , indien harmonisatie van de gebruiksvoorwaarden van een groep geneesmiddelen in het belang is van de volksgezondheid of de diergezondheid op het niveau van de Unie, aan de Commissie aanbevelingen doen voor groepen van soortgelijke geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik waarvoor een wetenschappelijke herbeoordeling noodzakelijk is voordat geharmoniseerde gebruiksvoorwaarden worden opgesteld. |
|
1 bis. Voor harmonisatie overeenkomstig dit artikel worden onder soortgelijke geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik geneesmiddelen verstaan die niet allemaal biologisch gelijkwaardig zijn en andere geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik dan homeopathische geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die dezelfde werkzame stof of stoffen en dezelfde farmaceutische vorm hebben of een reeks geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die behoren tot dezelfde therapeutische klasse. |
2. De Commissie stelt middels uitvoeringshandelingen besluiten vast met betrekking tot groepen van geneesmiddelen waarvoor een wetenschappelijke herbeoordeling noodzakelijk is. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 145, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
2. De Commissie stelt middels uitvoeringshandelingen besluiten vast met betrekking tot groepen van soortgelijke geneesmiddelen waarvoor een wetenschappelijke herbeoordeling noodzakelijk is. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 145, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
3. In afwijking van artikel 69 moet een herbeoordeling worden uitgevoerd van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik waarvoor een vergunning is verleend vóór 20 juli 2000 en van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik waarvoor na die datum een vergunning is verleend maar die bij een milieurisicobeoordeling als mogelijk schadelijk voor het milieu zijn aangemerkt, voordat een geharmoniseerde samenvatting van de productkenmerken wordt opgesteld . |
3. In afwijking van artikel 69 worden geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik waarvoor geen milieurisicobeoordeling in de Unie is uitgevoerd, beoordeeld overeenkomstig bijlage II voordat geharmoniseerde gebruiksvoorwaarden worden opgesteld. Hiertoe werken houders van vergunningen voor het in de handel brengen de in artikel 7, lid 1, onder b), vermelde documentatie dienovereenkomstig bij . |
|
3 bis. In afwijking van artikel 69 wordt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening een herbeoordeling uitgevoerd van antimicrobiële geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik. |
4. Voor de toepassing van de leden 1 en 3 is de procedure voor verwijzing in het belang van de Unie overeenkomstig de artikelen 84 tot en met 87 van toepassing. |
4. Voor de toepassing van de leden 1, 3 en 3 bis is de procedure voor verwijzing in het belang van de Unie overeenkomstig de artikelen 84 tot en met 87 van toepassing. |
Amendement 175
Voorstel voor een verordening
Artikel 71
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Standpunt van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen |
Standpunt van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen |
Op verzoek van de coördinatiegroep of van het Bureau verstrekken de houders van vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen uit een groep gelijksoortige geneesmiddelen die voor harmonisatie van de samenvattingen van productkenmerken in aanmerking komen gegevens over hun geneesmiddelen. |
Op verzoek van de coördinatiegroep of van het Bureau verstrekken de houders van vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen uit een groep geneesmiddelen die voor harmonisatie van de samenvattingen van productkenmerken in aanmerking komen of de houders van een specifiek geneesmiddel dat voor harmonisatie van de vergunningen voor het in de handel brengen in aanmerking komt, gegevens over hun geneesmiddelen. |
Amendement 176
Voorstel voor een verordening
Artikel 72 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De houders van vergunningen voor het in de handel brengen zetten een systeem op voor het verzamelen van gegevens inzake de risico's van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik met betrekking tot de diergezondheid, de volksgezondheid en het milieu, dat hen in staat stelt de in de artikelen 73, 76 en 77 vermelde verplichtingen („geneesmiddelenbewakingssysteem”) na te komen, en werken dit systeem bij . |
1. De houders van vergunningen voor het in de handel brengen waarborgen dat de baten-risicobalans van de vergunde geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik voortdurend wordt geëvalueerd en dat er passende maatregelen worden getroffen door de houders van een vergunning voor het in de handel brengen om ervoor te zorgen dat dit evenwicht positief blijft voor de vergunde geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik. Hiertoe zetten de houders van vergunningen voor het in de handel brengen een systeem op voor het verzamelen , onderzoeken, beoordelen en delen van gegevens inzake de bijwerkingen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik met betrekking tot de diergezondheid, de volksgezondheid en het milieu, en werken zij dit systeem bij. Het systeem dient ter coördinatie van de noodzakelijke maatregelen voor het nakomen van de in de artikelen 73, 76 en 77 vermelde verplichtingen („geneesmiddelenbewakingssysteem”). |
Amendement 177
Voorstel voor een verordening
Artikel 72 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De bevoegde instanties en het Bureau houden toezicht op de geneesmiddelenbewakingssystemen van de houders van vergunningen voor het in de handel brengen. |
2. De bevoegde instanties en het Bureau houden toezicht op de geneesmiddelenbewakingssystemen van de houders van vergunningen voor het in de handel brengen en hebben geen belangenconflict met betrekking tot de houder van vergunningen voor het in de handel brengen. |
Amendement 178
Voorstel voor een verordening
Artikel 73 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten, de Commissie, het Bureau en de houders van vergunningen voor het in de handel brengen werken samen voor het opzetten en bijwerken van een systeem om de veiligheid van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik waarvoor een vergunning is verleend te monitoren zodat zij de in de artikelen 77 en 79 vermelde verplichtingen („geneesmiddelenbewakingssysteem van de Unie”) kunnen nakomen. |
1. De lidstaten, de Commissie en het Bureau werken samen aan het opzetten , de koppeling en de verdere ontwikkeling van hun systemen voor het monitoren van de veiligheid, doeltreffendheid en kwaliteit van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik om hun verplichtingen overeenkomstig artikel 79 („geneesmiddelenbewakingssysteem van de Unie”) na te komen. De houders van vergunningen voor het in de handel brengen zetten een systeem op voor het monitoren van de veiligheid, doeltreffendheid en kwaliteit van hun producten en werken dit systeem bij, zodat zij de in de artikelen 77 en 78 vermelde verplichtingen kunnen nakomen. |
Amendement 179
Voorstel voor een verordening
Artikel 73 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
2. De bevoegde instanties, het Bureau en de houders van vergunningen voor het in de handel brengen maken verschillende middelen beschikbaar om beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en houders van dieren in kennis te stellen van de volgende voorvallen, ongeacht het feit of de voorval geacht wordt verband te houden met een geneesmiddel („bijwerkingen”) : |
2. De bevoegde instanties, het Bureau en de houders van vergunningen voor het in de handel brengen maken verschillende middelen beschikbaar om beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg, houders van dieren , milieu-instanties van de lidstaten en andere belanghebbende partijen in kennis te stellen van de volgende voorvallen („bijwerkingen”) , ongeacht het feit of het voorval geacht wordt verband te houden met een geneesmiddel: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
Amendement 180
Voorstel voor een verordening
Artikel 73 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De bevoegde instanties en het Bureau stellen, naast de voorvallen in lid 2, ook verschillende manieren ter beschikking van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en houders van dieren om eventuele reacties op geneesmiddelen voor menselijk gebruik bij dieren aan hen te melden. |
Amendement 181
Voorstel voor een verordening
Artikel 73 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 73 bis |
|
Binnen zes maanden nadat deze verordening van toepassing is geworden, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over een haalbaarheidsonderzoek van een op stoffen gebaseerd beoordelingssysteem („monografieën”) en andere mogelijke alternatieven voor de milieurisicobeoordeling van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, zo nodig tezamen met een wetgevingsvoorstel. |
Amendement 182
Voorstel voor een verordening
Artikel 74 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het Bureau stelt een databank op voor geneesmiddelenbewaking van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik („databank voor geneesmiddelenbewaking”) en werkt deze bij. |
1. Het Bureau stelt een databank op voor geneesmiddelenbewaking van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik („databank voor geneesmiddelenbewaking”) , die verbonden is met de databank van geneesmiddelen, en werkt deze bij. De databank van de Unie inzake geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik is het enige centrale punt voor de melding van bijwerkingen door de houders van een vergunning voor het in de handel brengen. De bijwerking omvat de elektronische archivering van de oorspronkelijke verslagen en de bijbehorende follow-upverslagen en een voortdurende kwaliteitscontrole van de gegevens. |
Amendement 183
Voorstel voor een verordening
Artikel 74 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het Bureau stelt in samenwerking met de lidstaten en de Commissie de functiespecificaties voor de databank voor geneesmiddelenbewaking op. |
2. Het Bureau stelt in overleg met de lidstaten, de Commissie en de betrokken partijen de functiespecificaties voor de databank voor geneesmiddelenbewaking op. Gegevens afkomstig uit milieumonitors waarin melding is gemaakt van ongewenste effecten op niet-doelsoorten in het ecosysteem worden ook ingevoerd. De bronnen die worden gebruikt voor invoer in het geneesmiddelenbewakingssysteem worden daarmee uitgebreid, zodat ook observaties en monitoring uitgevoerd door specialisten die niet noodzakelijkerwijs dierenartsen zijn, worden geregistreerd. |
Amendement 184
Voorstel voor een verordening
Artikel 74 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het Bureau zorgt ervoor dat de gegevens die in de databank worden ingevoerd, worden geüpload en overeenkomstig artikel 75 toegankelijk worden gemaakt. |
3. Het Bureau zorgt ervoor dat de gegevens die in de databank worden ingevoerd, worden geüpload en overeenkomstig artikel 75 toegankelijk worden gemaakt voor het publiek . |
Amendement 185
Voorstel voor een verordening
Artikel 74 — lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Het Bureau zorgt ervoor dat gegevensoverdracht tussen zijn databank voor geneesmiddelenbewaking en de nationale databanken voor geneesmiddelenbewaking van de afzonderlijke lidstaten gewaarborgd is. |
Amendement 186
Voorstel voor een verordening
Artikel 75 — lid 3 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 187
Voorstel voor een verordening
Artikel 75 — lid 3 — letter b bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 188
Voorstel voor een verordening
Artikel 75 — lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
3 bis. Beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg hebben toegang tot de databank voor geneesmiddelenbewaking wat de volgende gegevens betreft: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
Amendement 189
Voorstel voor een verordening
Artikel 76 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De bevoegde instanties registreren in de databank voor geneesmiddelenbewaking alle bijwerkingen die door beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en door houders van dieren aan de bevoegde instanties zijn gemeld en die zich op het grondgebied van hun lidstaat hebben voorgedaan binnen 30 dagen na ontvangst van de melding van die bijwerkingen . |
1. De bevoegde instanties registreren en beoordelen alle bijwerkingen waarvan zij overeenkomstig artikel 73 in kennis worden gesteld en die zich voordoen op het grondgebied van hun lidstaat en voeren deze onverwijld en uiterlijk binnen 15 dagen na bekendwording ervan, in de databank voor geneesmiddelenbewaking in. De bevoegde instanties registreren alle ernstige ongewenste voorvallen bij dieren, kwalijke reacties op geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik bij de mens en milieuongevallen die na toediening van een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik aan een dier zijn waargenomen, binnen 15 dagen na ontvangst van zulke melding van een ongewenst voorval . |
Amendement 190
Voorstel voor een verordening
Artikel 76 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Alle bijwerkingen die door beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en door houders van dieren aan de houders van vergunningen voor het in de handel brengen zijn gemeld met betrekking tot de geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik waarvoor zij een vergunning hebben en die zich in de Unie of in een derde land hebben voorgedaan, worden binnen 30 dagen na ontvangst van de melding van de bijwerkingen opgenomen in de databank voor geneesmiddelenbewaking. |
2. Alle bijwerkingen die door beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en door houders van dieren aan de houders van vergunningen voor het in de handel brengen zijn gemeld met betrekking tot de geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik waarvoor zij een vergunning hebben en die zich in de Unie of in een derde land hebben voorgedaan, worden opgenomen in de databank voor geneesmiddelenbewaking en beoordeeld. Ernstige bijwerkingen bij dieren, kwalijke reacties op geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik bij de mens en milieuongevallen die na toediening van een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik aan een dier zijn waargenomen, worden binnen 15 dagen na ontvangst van de melding van de bijwerkingen gemeld. Minder ernstige bijwerkingen in verband met het gebruik van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik worden uiterlijk 42 dagen na ontvangst van de informatie gemeld. Andere vereisten gelden voor bijwerkingen die worden waargenomen bij klinische proeven, volgens de in de richtsnoeren inzake goede klinische praktijken opgenomen specificeringen voor klinische proeven . |
Amendement 191
Voorstel voor een verordening
Artikel 76 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De bevoegde instanties kunnen op eigen initiatief of op verzoek van het Bureau van de houders van vergunningen voor het in de handel brengen verlangen dat zij specifieke gegevens inzake geneesmiddelenbewaking verzamelen, met name met betrekking tot het gebruik van een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik bij bepaalde diersoorten op het vlak van volksgezondheid, diergezondheid, veiligheid van de personen die het geneesmiddel toedienen en milieubescherming. De instantie geeft gedetailleerde gronden op voor het verzoek en stelt de andere bevoegde instanties en het Bureau hiervan in kennis. |
3. De bevoegde instanties kunnen op eigen initiatief of op verzoek van het Bureau van de houders van vergunningen voor het in de handel brengen verlangen dat zij specifieke gegevens inzake geneesmiddelenbewaking voorleggen, zoals informatie over aan de gang zijnde evaluaties van de baten-risicobalans met betrekking tot het gebruik van een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik bij bepaalde diersoorten op het vlak van volksgezondheid, diergezondheid, veiligheid van de personen die het geneesmiddel toedienen en milieubescherming. De instantie geeft gedetailleerde gronden op voor het verzoek en stelt de andere bevoegde instanties en het Bureau hiervan in kennis. |
|
De houders van vergunningen voor het in de handel brengen moeten binnen de door de bevoegde instantie op grond van de specifieke omstandigheden vastgestelde termijn aan dit verzoek voldoen. |
Amendement 192
Voorstel voor een verordening
Artikel 77 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De houders van vergunningen voor het in de handel brengen zijn verantwoordelijk voor de geneesmiddelenbewaking van de geneesmiddelen waarvoor zij een vergunning voor het in de handel brengen hebben. |
1. De houders van vergunningen voor het in de handel brengen zijn verantwoordelijk voor de geneesmiddelenbewaking van de geneesmiddelen waarvoor zij een vergunning voor het in de handel brengen hebben en treffen alle maatregelen om beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en houders van dieren aan te moedigen melding te maken van bijwerkingen . |
Amendement 193
Voorstel voor een verordening
Artikel 77 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Indien de taken met betrekking tot geneesmiddelenbewaking door de houders van vergunningen voor het in de handel brengen zijn uitbesteed aan derden, worden deze regelingen in het basisdossier geneesmiddelenbewakingssysteem in detail beschreven . |
2. Indien de taken met betrekking tot geneesmiddelenbewaking door de houders van vergunningen voor het in de handel brengen zijn uitbesteed aan derden (contractanten) , worden de verantwoordelijkheden van beide partijen op duidelijke wijze vastgelegd in een contract en in het basisdossier geneesmiddelenbewakingssysteem. |
Amendement 194
Voorstel voor een verordening
Artikel 77 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Houders van vergunningen voor het in de handel brengen moeten regelmatig controleren of de contractant zijn taak in overeenstemming met de contractuele vereisten uitvoert. |
Amendement 195
Voorstel voor een verordening
Artikel 77 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De houder van de vergunning voor het in de handel brengen wordt voortdurend bijgestaan door een of meer ter zake gekwalificeerde, voor de geneesmiddelenbewaking verantwoordelijke personen . Deze personen zijn ingezetenen van en werkzaam in de Unie. De houders van vergunningen voor het in de handel brengen stellen per basisdossier geneesmiddelenbewakingssysteem slechts één gekwalificeerde persoon aan . |
3. De houder van de vergunning voor het in de handel brengen wordt voortdurend bijgestaan door een ter zake gekwalificeerde, voor de geneesmiddelenbewaking verantwoordelijke persoon . Deze persoon is ingezetene van en werkzaam in de Unie. De voor de geneesmiddelenbewaking verantwoordelijke gekwalificeerde persoon kan bepaalde werkgebieden delegeren aan behoorlijk opgeleid personeel, maar blijft verantwoordelijk voor het geneesmiddelenbewakingssysteem van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen en voor het veiligheidsprofiel van diens geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik . |
Amendement 196
Voorstel voor een verordening
Artikel 77 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Wanneer de in artikel 78 genoemde taken van de voor geneesmiddelenbewaking gekwalificeerde persoon worden uitbesteed aan derden, worden deze regelingen in het contract in detail beschreven . |
4. Wanneer de in artikel 78 genoemde taken van de voor geneesmiddelenbewaking gekwalificeerde persoon worden uitbesteed aan derden, worden de desbetreffende regelingen op duidelijke wijze vastgelegd in een contract. |
Amendement 197
Voorstel voor een verordening
Artikel 77 — lid 6
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De houder van een vergunning voor het in de handel brengen verstrekt geen gegevens over bijwerkingen van het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik aan het grote publiek zonder voorafgaand van dit voornemen kennisgeving te doen aan de bevoegde instantie of instanties waardoor de vergunning voor het in de handel brengen is verleend, of aan het Bureau indien de vergunning voor het in de handel brengen volgens de procedure voor gecentraliseerde vergunningen is verleend. |
6. De houder van een vergunning voor het in de handel brengen verstrekt geen gegevens over bijwerkingen van het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik en over mogelijk zorgwekkende kwesties met betrekking tot de geneesmiddelenbewaking aan het grote publiek zonder eerst een kopie van de mededeling te hebben gestuurd naar de bevoegde instantie of instanties waardoor de vergunning voor het in de handel brengen is verleend, of aan het Bureau indien de vergunning voor het in de handel brengen volgens de procedure voor gecentraliseerde vergunningen is verleend. |
Amendement 198
Voorstel voor een verordening
Artikel 77 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 77 bis |
|
Enkelvoudig basisdossier |
|
De organisatie van de activiteiten inzake geneesmiddelenbewaking die worden uitgevoerd door de houders van een vergunning voor het in de handel brengen, wordt beschreven in een enkelvoudig basisdossier dat onderworpen is aan een vergunning door de lidstaten. De enige beoordelingscriteria van deze vergunningen worden door de lidstaten bepaald en de besluiten die eruit voortvloeien, worden in de hele Unie erkend. |
|
De bevoegde instantie neemt een besluit over deze vergunning binnen 90 dagen na de ontvangst van een volledige aanvraag. |
|
Het enkelvoudig basisdossier wordt gericht aan de bevoegde instantie van de lidstaat waarin de gekwalificeerde, door de houder aangewezen persoon de in het dossier omschreven activiteiten verricht. De betrokken bevoegde instantie meldt haar besluit aan de houder en registreert het in de databank van de Unie voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik tezamen met een kopie van het enkelvoudig basisdossier. |
|
De houder brengt de bevoegde instantie eveneens op de hoogte van elke wezenlijke wijziging van zijn enkelvoudig basisdossier. |
Amendement 199
Voorstel voor een verordening
Artikel 78
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
Gekwalificeerde personen verantwoordelijk voor geneesmiddelenbewaking |
Gekwalificeerde personen verantwoordelijk voor geneesmiddelenbewaking |
||||
De gekwalificeerde personen die verantwoordelijk zijn voor geneesmiddelenbewaking zoals bedoeld in artikel 77, lid 3, voeren de volgende taken uit : |
De gekwalificeerde personen die verantwoordelijk zijn voor geneesmiddelenbewaking zoals bedoeld in artikel 77, lid 3, zorgen ervoor dat de volgende taken uitgevoerd worden : |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
Amendement 200
Voorstel voor een verordening
Artikel 79 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De bevoegde instanties beoordelen alle bijwerkingen die hun door beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en door houders van dieren zijn gemeld, beheren de risico 's en treffen indien nodig de in de artikelen 130 tot en met 135 genoemde maatregelen met betrekking tot de vergunningen voor het in de handel brengen. |
1. De bevoegde instanties beoordelen alle bijwerkingen die hun door houders van vergunningen voor het in de handel brengen, beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en houders van dieren zijn gemeld, beheren de risico's en treffen indien nodig de in de artikelen 130 tot en met 135 genoemde maatregelen met betrekking tot de vergunningen voor het in de handel brengen. |
Amendement 201
Voorstel voor een verordening
Artikel 79 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De bevoegde instanties en het Bureau verstrekken aan het grote publiek, aan dierenartsen en andere beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg tijdig in elektronische vorm of via andere algemeen beschikbare communicatiemiddelen alle belangrijke gegevens inzake bijwerkingen met betrekking tot het gebruik van een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik. |
4. De bevoegde instanties en het Bureau maken tijdig in elektronische vorm of via andere algemeen beschikbare communicatiemiddelen alle belangrijke gegevens openbaar inzake bijwerkingen met betrekking tot het gebruik van een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik. De bevoegde instanties en het Bureau zorgen ervoor dat dierenartsen feedback ontvangen over gemelde bijwerkingen en regelmatig feedback ontvangen over alle gemelde bijwerkingen. |
Amendement 203
Voorstel voor een verordening
Artikel 80 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Bevoegde instanties kunnen hun in artikel 79 bedoelde toegewezen taken delegeren aan een bevoegde instantie in een andere lidstaat, op voorwaarde dat deze daar schriftelijk in toestemt. |
1. Bevoegde instanties kunnen hun in artikel 79 bedoelde toegewezen taken delegeren aan een bevoegde overheidsinstantie in een andere lidstaat, op voorwaarde dat deze daar schriftelijk in toestemt. |
Amendement 204
Voorstel voor een verordening
Artikel 81
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Signaalbeheerproces |
Signaalbeheerproces |
1. De bevoegde instanties en het Bureau werken samen bij het toezicht op de gegevens in de databank voor geneesmiddelenbewaking om te bepalen of de baten-risicobalans van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik veranderd is teneinde de risico's voor de diergezondheid, de volksgezondheid en milieubescherming op te sporen („signaalbeheerproces”). |
1. De houders van een vergunning voor het in de handel brengen, de bevoegde en andere betrokken instanties en het Bureau werken samen bij het toezicht op de gegevens in de databank voor geneesmiddelenbewaking om te bepalen of de baten-risicobalans van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik veranderd is teneinde de risico's voor de diergezondheid, de volksgezondheid en milieubescherming op te sporen („signaalbeheerproces”). |
2. De bevoegde instanties en het Bureau stellen groepen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik vast waarvoor het signaalbeheerproces gecombineerd kan worden teneinde de risico's voor de diergezondheid, de volksgezondheid en milieubescherming op te sporen. |
2. De bevoegde instanties en het Bureau stellen groepen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik vast waarvoor het signaalbeheerproces gecombineerd kan worden teneinde de risico's voor de diergezondheid, de volksgezondheid en milieubescherming op te sporen. |
3. Voor het delen van de gegevens inzake de monitoring van groepen geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die in de databank voor geneesmiddelenbewaking zijn opgenomen, is de goedkeuring van het Bureau en de coördinatiegroep vereist. Voor elke groep geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik wordt een bevoegde instantie of het Bureau aangesteld als verantwoordelijke voor de monitoring daarvan („leidende instantie”). |
3. Voor het delen van de gegevens inzake de monitoring van groepen geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die in de databank voor geneesmiddelenbewaking zijn opgenomen, is de goedkeuring van het Bureau en de groep voor diergeneeskundige geneesmiddelenbewaking vereist. Voor elke groep geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik wordt een bevoegde instantie of het Bureau aangesteld als verantwoordelijke voor de monitoring daarvan („leidende instantie”). |
4. De resultaten van het signaalbeheerproces worden goedgekeurd door de bevoegde instanties, en indien nodig door het Bureau. De leidende instantie neemt de resultaten op in de databank voor geneesmiddelenbewaking. |
4. Aangezien houders van een vergunning voor het in de handel brengen de belangrijkste bron zijn van deskundigheid en informatie over de geneesmiddelen waarvoor zij verantwoordelijk zijn, kan de leidende instantie hen waar nodig tijdens het signaalbeheerproces raadplegen. De resultaten van het signaalbeheerproces worden goedgekeurd door de bevoegde instanties, en indien nodig door het Bureau. De leidende instantie neemt de resultaten op in de databank voor geneesmiddelenbewaking. |
5. Indien nodig treffen de bevoegde instanties of de Commissie op basis van de in lid 4 bedoelde resultaten van het signaalbeheerproces passende maatregelen als bedoeld in de artikelen 130 tot en met 135. |
5. Indien nodig treffen de bevoegde instanties of de Commissie op basis van de in lid 4 bedoelde resultaten van het signaalbeheerproces passende maatregelen als bedoeld in de artikelen 130 tot en met 135. |
Amendement 205
Voorstel voor een verordening
Artikel 82 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voor het verstrijken van de geldigheidstermijn van 3 jaar worden vergunningen voor het in de handel brengen voor een beperkte markt die overeenkomstig artikel 21 zijn verleend op verzoek van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen opnieuw onderzocht. Na het eerste nieuwe onderzoek volgt om de 5 jaar een nieuw onderzoek. |
Voor het verstrijken van de geldigheidstermijn van vijf jaar worden vergunningen voor het in de handel brengen voor een beperkte markt die overeenkomstig artikel 21 zijn verleend op verzoek van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen opnieuw onderzocht. Na het eerste nieuwe onderzoek volgt , indien nodig, om de vijf jaar een nieuw onderzoek. |
Amendement 206
Voorstel voor een verordening
Artikel 83
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 83 |
schrappen |
Procedure voor een nieuw onderzoek voor een vergunning voor het in de handel brengen in uitzonderlijke omstandigheden |
|
1. Voor het verstrijken van de geldigheidstermijn van 1 jaar worden vergunningen voor het in de handel brengen die overeenkomstig artikel 22 zijn verleend op verzoek van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen opnieuw onderzocht. |
|
2. De aanvraag van een nieuw onderzoek wordt ten minste 3 maanden voor het verstrijken van de geldigheidstermijn van de vergunning voor het in de handel brengen ingediend bij de bevoegde instantie die de vergunning voor het in de handel brengen heeft verleend of bij het Bureau. |
|
3. Wanneer een aanvraag voor een nieuw onderzoek is ingediend, blijft de vergunning voor het in de handel brengen geldig totdat de bevoegde instantie of de Commissie over de aanvraag een besluit heeft vastgesteld. |
|
4. De bevoegde instantie of de Commissie kan te allen tijde een vergunning voor het in de handel brengen van onbeperkte duur verlenen, op voorwaarde dat de houder van de vergunning voor het in de handel brengen voor een beperkte markt de ontbrekende in artikel 22, lid 1, bedoelde gegevens inzake veiligheid en doeltreffendheid verstrekt. |
|
Amendement 207
Voorstel voor een verordening
Artikel 88 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. In afwijking van artikel 5 worden homeopathische geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die voldoen aan de voorschriften van artikel 89 en geen immunologische homeopathische geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik zijn overeenkomstig artikel 90 geregistreerd. |
1. In afwijking van artikel 5 worden homeopathische geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die voldoen aan de voorschriften van artikel 89 en geen immunologische homeopathische geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik zijn overeenkomstig artikel 90 geregistreerd. Dit artikel laat geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die voor 31 december 1993 overeenkomstig de nationale wetgeving zijn geregistreerd of toegestaan onverlet. |
Amendement 208
Voorstel voor een verordening
Artikel 88 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Voor de homeopathische geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die niet onderworpen zijn aan artikel 89, lid 1, worden vergunningen verleend overeenkomstig de algemene voorschriften. Als de veiligheidstests, de preklinische studies en de klinische proeven van homeopathische geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik niet onderworpen zijn aan artikel 89, lid 1, mag een lidstaat op zijn grondgebied bijzondere voorschriften invoeren of handhaven overeenkomstig de beginselen en kenmerken die in die lidstaat gelden. |
Amendement 209
Voorstel voor een verordening
Artikel 89 — lid 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 210
Voorstel voor een verordening
Artikel 90 — lid 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 211
Voorstel voor een verordening
Artikel 91 — lid 1 — letter b bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 212
Voorstel voor een verordening
Artikel 91 — lid 2 — alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Er is evenmin een vergunning voor de vervaardiging vereist voor het bereiden, vullen of wijzigen van de verpakking of aanbiedingsvorm, als deze processen enkel worden uitgevoerd voor verdeling door apothekers in een apotheek of door dierenartsen in een dierenartsenpraktijk. |
Amendement 302
Voorstel voor een verordening
Artikel 92 — lid 2 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 213
Voorstel voor een verordening
Artikel 93 — lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Een voorwaardelijke vergunning voor de vervaardiging kan worden verleend op voorwaarde dat de aanvrager binnen een vastgestelde termijn bepaalde maatregelen treft of specifieke procedures invoert . De vergunning voor de vervaardiging kan worden opgeschort indien niet aan deze voorwaarden is voldaan. |
5. Een voorwaardelijke vergunning voor de vervaardiging kan bij kleine tekortkomingen worden verleend op voorwaarde dat de aanvrager deze tekortkomingen binnen een vastgestelde termijn remedieert . De vergunning voor de vervaardiging kan worden opgeschort indien niet aan deze voorwaarden is voldaan. De vergunning voor de vervaardiging wordt geweigerd als de vervaardiging onaanvaardbare risico's voor het milieu inhoudt. |
Amendement 214
Voorstel voor een verordening
Artikel 98 — alinea 1 — letter c bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 215
Voorstel voor een verordening
Artikel 104 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Leveringen van kleine hoeveelheden geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik tussen detailhandelaars worden niet als groothandel beschouwd. |
3. De aankoop, verkoop, invoer en uitvoer van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik en elk ander type commerciële transactie met betrekking tot deze geneesmiddelen, al dan niet met een winstoogmerk, worden onderworpen aan het bezit van een groothandelsvergunning voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik. Deze vergunning is niet van toepassing op de levering door een fabrikant van door hemzelf vervaardigde geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik noch op detailverkoop van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik door personen die overeenkomstig artikel 107 tot deze verkoop zijn gemachtigd. |
Amendement 216
Voorstel voor een verordening
Artikel 104 — lid 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. De Commissie keurt, naar het voorbeeld van het model voor goede praktijken dat al bestaat voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik, binnen 24 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening, beginselen en richtsnoeren voor goede praktijken goed voor de groothandel van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, die groothandelaars moeten naleven. |
Amendement 217
Voorstel voor een verordening
Artikel 104 — lid 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 ter. Groothandelaars bevoorraden zich voor hun geneesmiddelen enkel bij de fabrikant, een door de houder van de vergunning voor het in de handel brengen aangewezen persoon of personen die zelf een groothandelsvergunning hebben. |
Amendement 218
Voorstel voor een verordening
Artikel 104 — lid 5 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. Groothandelaars komen de verplichtingen na die in artikel 105, lid 3, onder c bis) en c quater), met betrekking tot de levering van geneesmiddelen zijn vastgesteld. |
Amendement 219
Voorstel voor een verordening
Artikel 105 — lid 3 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 220
Voorstel voor een verordening
Artikel 105 — lid 3 — letter c bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 221
Voorstel voor een verordening
Artikel 105 — lid 3 — letter c ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 222
Voorstel voor een verordening
Artikel 105 — lid 3 — letter c quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 223
Voorstel voor een verordening
Artikel 106 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 106 bis |
|
Gekwalificeerd persoon |
|
1. De houder van een groothandelsvergunning maakt permanent en continu gebruik van de diensten van ten minste één gekwalificeerde persoon die voldoet aan de in dit artikel gestelde voorwaarden, die met name verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de in artikel 104 bepaalde taak. |
|
2. De gekwalificeerde persoon is houder van een diploma, een getuigschrift of een ander bewijs van passende kwalificaties en heeft op het gebied van groothandel voldoende ervaring. Indien de houder van de vergunning aan de bovengenoemde voorwaarden voldoet, kan hij zelf de in lid 1 bedoelde verantwoordelijkheden op zich nemen. |
|
3. Door passende administratieve maatregelen of door het opleggen van een gedragscode waarborgen de bevoegde instanties dat de in dit artikel bedoelde gekwalificeerde persoon zijn verplichtingen naleeft. De bevoegde instantie kan dergelijke personen tijdelijk schorsen zodra een administratieve of een tuchtrechtelijke procedure tegen hen is ingeleid wegens het niet naleven van hun verplichtingen. |
Amendement 224
Voorstel voor een verordening
Artikel 107 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Personen die overeenkomstig de toepasselijke nationale wetgeving gekwalificeerd zijn om geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik voor te schrijven drijven slechts detailhandel in antimicrobiële geneesmiddelen voor de dieren die zij verzorgen en enkel in de hoeveelheden die voor de betrokken behandeling noodzakelijk zijn. |
2. Personen die overeenkomstig de toepasselijke nationale wetgeving gekwalificeerd zijn om geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik voor te schrijven, drijven slechts detailhandel in antimicrobiële geneesmiddelen voor de dieren die onder hun rechtstreekse zorg staan, na een passende diergeneeskundige diagnose en een passend diergeneeskundig onderzoek van het dier of de dieren in kwestie, en enkel in de hoeveelheden die voor de betrokken behandeling noodzakelijk zijn. Bij voedselproducerende dieren wordt het besluit tot voortzetting van de behandeling met antimicrobiële geneesmiddelen genomen op basis van een nieuw klinisch onderzoek door een dierenarts. |
Amendement 225
Voorstel voor een verordening
Artikel 107 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De lidstaten kunnen voor de detailhandel van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik op hun grondgebied strengere voorwaarden opleggen die gerechtvaardigd zijn op basis van de bescherming van de volksgezondheid, de diergezondheid en het milieu, mits deze voorwaarden in verhouding staan tot het risico en de werking van de interne markt niet nodeloos belemmeren. |
Amendement 226
Voorstel voor een verordening
Artikel 107 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 ter. Elke commerciële participatie in ondernemingen die handelen in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik of die deze vervaardigen of importeren, is verboden. |
Amendement 227
Voorstel voor een verordening
Artikel 107 — lid 2 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 quater. Gezien de risico's in verband met antimicrobiële resistentie mogen farmaceutische bedrijven noch direct, noch indirect economische stimulansen bieden, in welke vorm ook, aan personen die geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik voorschrijven. |
Amendement 228
Voorstel voor een verordening
Artikel 107 — lid 3 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Detailhandelaars in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik houden gedetailleerde registers bij, waarin voor elke aan- of verkoop van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik de volgende gegevens worden vermeld: |
3. Detailhandelaars in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik houden gedetailleerde registers bij, waarin voor elke aan- of verkoop van alleen op voorschrift verkrijgbare geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik de volgende gegevens worden vermeld: |
Amendement 229
Voorstel voor een verordening
Artikel 107 — lid 3 — alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De lidstaten kunnen, indien ze dit nodig achten, eisen dat de verplichting om bovengenoemd register bij te houden ook geldt voor de aankoop en de verkoop van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die zonder voorschrift verkrijgbaar zijn. |
Amendement 230
Voorstel voor een verordening
Artikel 108
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
Detailhandel op afstand in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik |
Detailhandel op afstand in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik |
||||
1. Personen die overeenkomstig artikel 107, lid 1, toelating hebben om geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik te leveren, kunnen geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik via diensten van de informatiemaatschappij in de zin van Richtlijn 98/34/EG van het Parlement en de Raad (28) aanbieden aan natuurlijke personen of rechtspersonen die in de Unie gevestigd zijn, op voorwaarde dat deze geneesmiddelen voldoen aan de wetgeving van de lidstaat van bestemming. |
1. Personen die overeenkomstig artikel 107, lid 1, toelating hebben om geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik te leveren, kunnen op het internet geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik aanbieden, met uitzondering van antimicrobiële, psychotrope en biologische of immunologische geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, aan natuurlijke personen of rechtspersonen die in de Unie gevestigd zijn, op voorwaarde dat: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
1 bis. Om redenen van volksgezondheid of diergezondheid, dierenwelzijn of milieubescherming kunnen de lidstaten beperkingen of voorwaarden, of beide, vaststellen voor de verkoop op afstand, op het internet, aan het publiek op hun grondgebied van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik of andere met een voorschrift verkrijgbare geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik voor voedselproducerende dieren. |
||||
2. Behalve de gegevens zoals bepaald in artikel 6 van Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad (29), bevatten websites waarop geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik worden aangeboden ten minste de volgende gegevens: |
2. Behalve de gegevens zoals bepaald in artikel 6 van Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad (29) en artikel 6 van Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad (29 bis), bevatten websites waarop geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik worden aangeboden ten minste de volgende gegevens: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
3. Er wordt een gemeenschappelijk logo vastgesteld dat in de gehele Unie herkenbaar is en waardoor de lidstaat kan worden geïdentificeerd waar de persoon is gevestigd die geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik voor verkoop op afstand aan het grote publiek aanbiedt. Het logo wordt duidelijk aangebracht op websites die geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik voor verkoop op afstand aanbieden. |
3. Er wordt een gemeenschappelijk logo vastgesteld dat in de gehele Unie herkenbaar is en waardoor de lidstaat kan worden geïdentificeerd waar de persoon is gevestigd die geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik voor verkoop op afstand aan het grote publiek aanbiedt. Het logo wordt duidelijk aangebracht op websites die geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik voor verkoop op afstand aanbieden. |
||||
4. De Commissie stelt het ontwerp van het gemeenschappelijke logo middels uitvoeringshandelingen vast. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 145, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
4. De Commissie stelt het ontwerp van het gemeenschappelijke logo middels uitvoeringshandelingen vast. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 145, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
||||
5. Elke lidstaat zet een website op met betrekking tot de verkoop van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik op afstand, waarop ten minste de volgende gegevens worden verstrekt: |
5. Elke lidstaat zet een website op met betrekking tot de verkoop van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik op afstand, waarop ten minste de volgende gegevens worden verstrekt: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
De door de lidstaten opgezette website bevatten een hyperlink naar de overeenkomstig lid 6 opgezette website van het Bureau. |
|
||||
6. Het Bureau zet een website op met gegevens in verband met het gemeenschappelijke logo. De website vermeldt expliciet dat de websites van de lidstaten gegevens bevatten over de personen die toelating hebben om in de lidstaten geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik voor verkoop op afstand aan het grote publiek via diensten van de informatiemaatschappij aan te bieden. |
6. Het Bureau zet een website op met gegevens in verband met het gemeenschappelijke logo. De website vermeldt expliciet dat de websites van de lidstaten gegevens bevatten over de personen die toelating hebben om in de lidstaten geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik voor verkoop op afstand , op het internet, aan het grote publiek aan te bieden. De website van het Bureau bevat een link naar de website van de verantwoordelijke instanties van de lidstaten waarop de gemachtigde detailhandelaren in de lidstaat staan vermeld. |
||||
7. De lidstaten kunnen op basis van de bescherming van de volksgezondheid gerechtvaardigde voorwaarden opleggen voor de detailhandel in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik op hun grondgebied die via diensten van de informatiemaatschappij voor verkoop op afstand aan het grote publiek worden aangeboden. |
|
||||
|
7 bis. De lidstaten treffen de nodige maatregelen om aan andere dan in lid 1 bedoelde personen die geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik voor verkoop op afstand, op het internet, aan het grote publiek aanbieden en die op hun grondgebied actief zijn, doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties op te leggen in geval van misbruik of illegale activiteiten of van niet-naleving van hun professionele gedragscode. |
||||
|
7 ter. Uiterlijk zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening stelt de Commissie richtsnoeren vast om de lidstaten te ondersteunen bij de ontwikkeling van een geharmoniseerd systeem van digitale voorschriften in de hele Unie, inclusief maatregelen voor het controleren van grensoverschrijdende voorschriften van dierenartsen. |
||||
|
7 quater. Op basis van de in lid 7 ter bedoelde richtsnoeren worden de lidstaten aangemoedigd tot de ontwikkeling van een geharmoniseerd systeem van digitale voorschriften op nationaal niveau, inclusief maatregelen om voorschriften af te geven en te controleren. De lidstaten worden er ook toe aangemoedigd om een systeem in te stellen ter facilitering van de elektronische indiening van voorschriften door middel van een nationale databank die rechtstreeks verbonden is met alle apotheken (fysieke en internetapotheken), de nationale bevoegde instanties en dierenartsen. |
||||
|
|||||
|
Amendement 231
Voorstel voor een verordening
Artikel 109 — titel
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Detailhandel in anabole, anti-infectueuze, anti-parasitaire, anti-inflammatoire, hormonale of psychotrope geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik |
Detailhandel uitsluitend in geneesmiddelen op voorschrift, of werkzame stoffen, met anabole, anti-infectueuze, anti-parasitaire, anti-inflammatoire, hormonale , immunologische of psychotrope eigenschappen |
Amendement 232
Voorstel voor een verordening
Artikel 109 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik met anabole, anti-infectueuze, anti-parasitaire, anti-inflammatoire, hormonale of psychotrope eigenschappen of stoffen die kunnen worden gebruikt als geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik met dergelijke eigenschappen mogen uitsluitend worden geleverd en aangekocht door fabrikanten, groothandelaars en detailhandelaars die over de specifieke vergunningen uit hoofde van de toepasselijke nationale wetgeving beschikken. |
1. Receptplichtige geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik met anabole, anti-infectueuze, anti-parasitaire, anti-inflammatoire, hormonale , immunologische of psychotrope eigenschappen of stoffen die kunnen worden gebruikt als geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik met dergelijke eigenschappen mogen uitsluitend worden geleverd en aangekocht door fabrikanten, groothandelaars en detailhandelaars die over de vergunningen uit hoofde van de toepasselijke nationale wetgeving beschikken. In het geval van niet-voedselproducerende dieren (gezelschapsdieren en kleine huisdieren) moeten alle detailhandelaars, van supermarkten en dierenwinkels tot traditionele en onlineapotheken (met geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik), antiparasitaire en anti-inflammatoire geneesmiddelen kunnen verkopen zonder dat zij een specifieke vergunning hiervoor hoeven te hebben. |
Amendement 233
Voorstel voor een verordening
Artikel 109 — lid 3 — alinea 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Deze fabrikanten en leveranciers houden gedetailleerde registers bij, waarin voor elke aan- of verkooptransactie de volgende gegevens worden vermeld: |
3. Deze fabrikanten en leveranciers houden gedetailleerde registers bij, waarin voor elke aan- of verkooptransactie met betrekking tot een voorschrift voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik de volgende gegevens worden vermeld: |
Amendement 234
Voorstel voor een verordening
Artikel 109 — lid 3 — alinea 1 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 235
Voorstel voor een verordening
Artikel 110
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
Voorschrift van de dierenarts |
Voorschrift van de dierenarts |
||||
1. Het voorschrift van de dierenarts bevat ten minste de volgende elementen („minimumvoorschriften”): |
1. Het voorschrift van de dierenarts bevat ten minste de volgende elementen („minimumvoorschriften”): |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
2. Het voorschrift van de dierenarts wordt uitsluitend afgegeven door een daarvoor in overeenstemming met de nationale wetgeving gekwalificeerd persoon. |
2. Het voorschrift van de dierenarts wordt uitsluitend afgegeven door een dierenarts of een andere daarvoor in overeenstemming met de nationale wetgeving gekwalificeerd persoon , na een behoorlijke beoordeling van de gezondheidstoestand van het dier in kwestie . |
||||
|
2 bis. Recepten voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik met anabole, anti-inflammatoire, anti-infectueuze (behalve anthelmintica), kankerwerende, anti-parasitaire, hormonale of psychotrope eigenschappen of stoffen mogen alleen worden afgegeven door een dierenarts na een klinisch onderzoek en diagnose. |
||||
3. Indien een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik wordt afgegeven op voorschrift, wordt de voorgeschreven en geleverde hoeveelheid beperkt tot de hoeveelheid die voor de betrokken behandeling of therapie noodzakelijk is. |
3. Indien een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik wordt afgegeven op voorschrift, wordt de voorgeschreven en geleverde hoeveelheid beperkt tot de hoeveelheid die voor de betrokken behandeling of therapie noodzakelijk is. De maximale hoeveelheid geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die in één keer worden geleverd, overschrijdt echter niet de hoeveelheid voor een behandeling van een maand. Voor chronische ziekten en voor periodieke behandelingen overschrijdt de maximale hoeveelheid niet de hoeveelheid voor een behandeling van drie maanden. |
||||
4. Voorschriften van dierenartsen zijn in de hele Unie geldig. Een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik op voorschrift wordt geleverd in overeenstemming met de toepasselijke nationale wetgeving. |
4. Door dierenartsen afgegeven voorschriften zijn in de hele Unie geldig. Een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik op voorschrift wordt geleverd in overeenstemming met de toepasselijke nationale wetgeving. |
||||
|
Deze bepalingen gelden niet voor voorschriften die zijn afgegeven in de uitzonderlijke omstandigheden die worden omschreven in de artikelen 115 en 116. Lidstaten die in hun nationale systeem voorschriften erkennen die zijn afgegeven door een andere persoon dan een dierenarts, brengen dit onmiddellijk ter kennis van de Commissie, die deze informatie doorstuurt naar alle lidstaten. |
Amendement 236
Voorstel voor een verordening
Artikel 110 — lid 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Het opheffen van regelgevende en administratieve belemmeringen voor die erkenning doet geen afbreuk aan de professionele of ethische plicht van professionele geneesmiddelenverstrekkers om te weigeren het in het voorschrift vermelde geneesmiddel te verstrekken. |
Amendement 237
Voorstel voor een verordening
Artikel 111 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik worden gebruikt in overeenstemming met de voorwaarden van de vergunning voor het in de handel brengen. |
1. Geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik worden op verantwoordelijke wijze gebruikt in overeenstemming met de beginselen van goede veehouderij en de voorwaarden van de vergunning voor het in de handel brengen of de registratie, als geen vergunning voor het in de handel brengen verplicht is . |
Amendement 238
Voorstel voor een verordening
Artikel 111 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
2 bis. Antimicrobiële geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik dienen onder geen beding voor een verbetering van de prestatie of ter compensatie van slechte veehouderij. Routinematig profylactisch gebruik van antimicrobiële middelen is daarom verboden. Profylactisch gebruik van antimicrobiële geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik is alleen toegestaan bij individuele dieren, wanneer dit ten volle gerechtvaardigd is door een dierenarts bij uitzonderlijke indicaties, waarvan het Bureau een lijst opstelt. |
||
|
Metafylactisch gebruik van antimicrobiële geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik wordt beperkt tot gebruik bij klinisch zieke dieren en bij individuele dieren waarbij een hoog risico van besmetting is vastgesteld, om verdere verspreiding van de ziekte in de groep te voorkomen. Als de bedoelde geneesmiddelen moeten worden gebruikt voor niet-routinematige metafylaxe, zorgen de eigenaars en houders van voedselproducerende dieren ervoor dat zij beschikken over een gezondheidsplan waarin passende niet-medische maatregelen worden gespecificeerd om de behoefte om een beroep te doen op metafylactisch gebruik in de toekomst te beperken. Bovendien moeten zij de volgende maatregelen in acht nemen: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
(Richtlijn 98/58/EG van de Raad van 20 juli 1998 inzake de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren (PB L 221 van 8.8.1998, blz. 23), Richtlijn 91/630/EEG van de Raad van 19 november 1991 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van varkens (PB L 340 van 11.12.1991, blz. 33), Richtlijn 91/629/EEG van de Raad van 19 november 1991 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren (PB L 340 van 11.12.1991, blz. 28)) |
Amendement 239
Voorstel voor een verordening
Artikel 111 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Artikel 111 bis |
||
|
Levering en gebruik van antimicrobiële stoffen |
||
|
1. De lidstaten kunnen de levering of het gebruik, of beide, van bepaalde antimicrobiële stoffen bij dieren op hun grondgebied beperken of verbieden als aan een van de volgende voorwaarden is voldaan: |
||
|
|
||
|
|
||
|
2. Alvorens de in lid 1 bedoelde maatregelen vast te stellen, zorgt de lidstaat ervoor dat de relevante belanghebbenden zijn geraadpleegd. |
||
|
3. De maatregelen die de lidstaten op basis van lid 1 vaststellen, moeten evenredig zijn en mogen de handel niet sterker beperken dan nodig is om de hoge mate van bescherming van de diergezondheid en de volksgezondheid te bereiken. |
||
|
4. Een lidstaat die op basis van lid 1 een maatregel vaststelt, brengt dit ter kennis van de Commissie. |
Amendement 240
Voorstel voor een verordening
Artikel 112 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De eigenaars of, wanneer de dieren niet worden gehouden door de eigenaars, de houders van voedselproducerende dieren houden registers bij van de geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die zij gebruiken en, indien van toepassing, een kopie van het voorschrift van de dierenarts. |
1. De eigenaars of, wanneer de dieren niet worden gehouden door de eigenaars, de houders van voedselproducerende dieren houden registers bij van de door een dierenarts voorgeschreven geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik en van de geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik met een wachttermijn langer dan nul die zij gebruiken en, indien van toepassing, een kopie van het voorschrift van de dierenarts. |
Amendement 241
Voorstel voor een verordening
Artikel 112 — lid 2 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 242
Voorstel voor een verordening
Artikel 112 — lid 2 — letter d
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 243
Voorstel voor een verordening
Artikel 112 — lid 2 — letter e
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 244
Voorstel voor een verordening
Artikel 112 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Informatie die reeds in het voorschrift of op de leveringsbon is vermeld, hoeft niet nogmaals te worden bijgehouden, wanneer duidelijk naar het desbetreffende voorschrift of de desbetreffende leveringsbon kan worden verwezen. |
Amendement 245
Voorstel voor een verordening
Artikel 112 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 112 bis |
|
Beoordeling van de therapiefrequentie |
|
1. De nationale bevoegde instantie stelt op basis van de overeenkomstig artikel 112 bepaalde aantallen voor elk half jaar het gemiddelde aantal behandelingen met antibacteriële werkzame stoffen vast, evenals de behandelingsfrequentie, op basis van een Europese standaardsleutel die is gebaseerd op de specifieke bedrijfsactiviteiten en de specifieke diersoort die wordt gehouden, rekening houdend met het soort gebruik. |
|
2. De nationale bevoegde instantie informeert landbouwers overeenkomstig lid 1 over de halfjaarlijkse therapiefrequentie voor de specifieke diersoort die zij houden, rekening houdend met hun soort gebruik. |
|
3. De uit hoofde van lid 1 door de nationale bevoegde instantie verzamelde informatie wordt beoordeeld door de Commissie en in de gehele Unie vergeleken. |
|
4. De lidstaten kunnen verzoeken om verdere informatie. |
Amendement 246
Voorstel voor een verordening
Artikel 112 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Artikel 112 ter |
||
|
Beperking van therapieën op basis van antibacteriële stoffen |
||
|
1. Om het gebruik van geneesmiddelen die antibacteriële stoffen bevatten effectief te beperken, moet eenieder die zich bezighoudt met veehouderij: |
||
|
|
||
|
|
||
|
2. Indien de operationele halfjaarlijkse therapieprevalentie van houders van dieren in verband met hun bedrijfsactiviteiten boven het halfjaarlijkse gemiddelde ligt, dienen zij in overleg met een dierenarts de redenen te beoordelen die ertoe kunnen hebben geleid dat het gemiddelde werd overschreden en vast te stellen hoe de behandeling van hun dieren met geneesmiddelen die antibacteriële stoffen bevatten kan worden beperkt. |
||
|
Als uit de beoordeling van de houders van dieren blijkt dat de therapie met de desbetreffende geneesmiddelen kan worden beperkt, moeten zij alle nodige stappen nemen om deze beperking te realiseren. Houders van dieren moeten het welzijn van hun dieren in beschouwing nemen en garanderen dat zij de noodzakelijke medische zorg krijgen. |
||
|
3. De lidstaten kunnen maatregelen vaststellen die verder gaan dan de bovengenoemde voorschriften. |
Amendement 247
Voorstel voor een verordening
Artikel 115 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||||
1. Indien in een lidstaat geen geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik is toegelaten voor een aandoening bij een niet-voedselproducerend dier, kan de verantwoordelijke dierenarts in afwijking van artikel 111 het betrokken dier op eigen verantwoordelijkheid en met name om onaanvaardbaar lijden te voorkomen , als volgt behandelen: |
1. Indien in een lidstaat geen geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik is toegelaten voor een aandoening bij een niet-voedselproducerend dier, kan de verantwoordelijke dierenarts in afwijking van artikel 111 het betrokken dier op eigen verantwoordelijkheid en in het belang van de diergezondheid en het dierenwelzijn , als volgt behandelen , in dalende volgorde van voorkeur : |
||||||
|
|
||||||
|
|
||||||
|
|
||||||
|
|
||||||
|
|
||||||
|
|
||||||
Amendement 303
Voorstel voor een verordening
Artikel 115 — lid 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. In afwijking van lid 1 kunnen homeopathische geneesmiddelen worden toegediend aan niet-voedselproducerende dieren. |
Amendement 249
Voorstel voor een verordening
Artikel 116 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
1. Indien in een lidstaat geen geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik is toegelaten voor een aandoening bij een voedselproducerend dier van een niet-aquatische soort, kan de verantwoordelijke dierenarts in afwijking van artikel 111 het betrokken dier op eigen verantwoordelijkheid en met name om onaanvaardbaar lijden te voorkomen , als volgt behandelen: |
1. Indien in een lidstaat geen geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik is toegelaten voor een aandoening bij een voedselproducerend dier van een niet-aquatische soort, kan de verantwoordelijke dierenarts in afwijking van artikel 111 het betrokken dier op eigen verantwoordelijkheid en in het belang van de diergezondheid en het dierenwelzijn , als volgt behandelen , in dalende volgorde van voorkeur : |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
Amendement 251
Voorstel voor een verordening
Artikel 116 — lid 2 — letter b bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 252
Voorstel voor een verordening
Artikel 116 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
3. Indien er geen in lid 2, onder a) en b) bedoeld geneesmiddel bestaat, kan de dierenarts in afwijking van lid 2 en zolang geen in lid 4 bedoelde uitvoeringshandeling is vastgesteld, de betrokken voedselproducerende dieren van een aquatische soort op een bepaalde houderij uitzonderlijk op eigen verantwoordelijkheid en met name om onaanvaardbaar lijden te voorkomen, met de volgende geneesmiddelen behandelen: |
3. Indien er geen in lid 2, onder a) en b) bedoeld geneesmiddel bestaat, kan de dierenarts in afwijking van lid 2 en zolang geen in lid 4 bedoelde uitvoeringshandeling is vastgesteld, de betrokken voedselproducerende dieren van een aquatische soort op een bepaalde houderij uitzonderlijk op eigen verantwoordelijkheid en met name om onaanvaardbaar lijden te voorkomen, met de volgende geneesmiddelen behandelen: |
||||
|
|
||||
|
|
Amendement 304
Voorstel voor een verordening
Artikel 116 — lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. In afwijking van de leden 1 tot en met 3 kunnen onder de verantwoordelijkheid van een dierenarts homeopathische geneesmiddelen worden toegediend voor de behandeling van voedselproducerende soorten, op voorwaarde dat deze uitsluitend werkzame stoffen bevatten die zijn opgenomen in tabel 1 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 als zijnde stoffen waarvoor de vaststelling van een maximumwaarde niet nodig is. |
Amendement 255
Voorstel voor een verordening
Artikel 116 — lid 6
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De farmacologisch werkzame stoffen in een geneesmiddel dat in overeenstemming met lid 1 wordt gebruikt, worden opgenomen in tabel 1 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010. De dierenarts bepaalt in overeenstemming met artikel 117 een passende wachttermijn. |
6. De farmacologisch werkzame stoffen in een geneesmiddel dat in overeenstemming met lid 1 en lid 3, onder b), wordt gebruikt, worden opgenomen in tabel 1 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010. De dierenarts bepaalt in overeenstemming met artikel 117 een passende wachttermijn. |
Amendement 256
Voorstel voor een verordening
Artikel 117 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De wachttermijn voor homeopathische geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik wordt vastgesteld op nul dagen . |
4. De wachttermijn wordt vastgesteld op nul dagen voor homeopathische geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die uitsluitend werkzame stoffen bevatten die zijn opgenomen in tabel 1 van Verordening (EU) nr . 37/2010 met de opmerking „geen maximumwaarden voor residuen (MRL) vereist” |
Amendement 257
Voorstel voor een verordening
Artikel 117 — lid 5 — alinea 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Er worden gegevens verzameld over het gebruik van antibiotica dat niet voldoet aan de voorwaarden van de toelating en deze gegevens worden verplicht gemeld aan de nationale instanties in overeenstemming met artikel 54. |
Amendement 258
Voorstel voor een verordening
Artikel 118 — titel
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Gebruik van antimicrobiële geneesmiddelen voor soorten of indicaties buiten de voorwaarden van de vergunning voor het in de handel brengen |
Gebruik van antimicrobiële stoffen voor soorten of indicaties buiten de voorwaarden van de vergunning voor het in de handel brengen |
Amendement 259
Voorstel voor een verordening
Artikel 118 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. In overeenstemming met de artikelen 115 en 116 worden antimicrobiële geneesmiddelen uitsluitend gebruikt voor de behandeling van aandoeningen waarvoor geen andere behandeling beschikbaar is die geen risico's inhoudt voor de diergezondheid of de volksgezondheid. |
1. In overeenstemming met de artikelen 115 en 116 worden antimicrobiële geneesmiddelen uitsluitend gebruikt voor de behandeling van aandoeningen waarvoor geen andere behandeling beschikbaar is die geen risico's inhoudt voor de diergezondheid of de volksgezondheid. De artikelen 115 en 116 zijn niet van toepassing op antimicrobiële stoffen van cruciaal belang zoals vermeld in artikel 32, lid 2. |
Amendement 260
Voorstel voor een verordening
Artikel 118 — lid 2 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie kan overeenkomstig de in artikel 145, lid 2 bedoelde onderzoeksprocedure en rekening houdend met het wetenschappelijk advies van het Bureau middels uitvoeringshandelingen een lijst vaststellen van antimicrobiële geneesmiddelen die in overeenstemming met lid 1 niet mogen worden gebruikt of die enkel mogen worden gebruikt voor de behandeling van bepaalde aandoeningen in overeenstemming met lid 1; |
2. De Commissie stelt overeenkomstig de in artikel 145, lid 2 bedoelde onderzoeksprocedure en rekening houdend met het wetenschappelijk advies van het Bureau middels uitvoeringshandelingen een lijst vast van antimicrobiële stoffen of groepen van antimicrobiële stoffen die in overeenstemming met lid 1 niet mogen worden gebruikt of die enkel mogen worden gebruikt voor de behandeling van bepaalde aandoeningen in overeenstemming met lid 1; |
Amendement 261
Voorstel voor een verordening
Artikel 118 — lid 2 — alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De beginselen die moeten worden toegepast bij de opstelling van de lijst van in de diergeneeskunde te beperken antimicrobiële geneesmiddelen mogen de lidstaten niet belemmeren of beletten het gebruik van bepaalde antimicrobiële geneesmiddelen bij sommige diersoorten te verbieden indien zij dit passend achten. |
Amendement 262
Voorstel voor een verordening
Artikel 118 — lid 2 — alinea 2 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 263
Voorstel voor een verordening
Artikel 118 — lid 2 — alinea 2 — letter c bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 264
Voorstel voor een verordening
Artikel 118 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Op geen van de op grond van het Unierecht vastgestelde lijsten aangaande derde landen waaruit de lidstaten landbouwdieren of aquacultuurdieren of van deze dieren verkregen vlees of producten mogen invoeren, mogen derde landen voorkomen waar op grond van het recht het gebruik van antimicrobiële geneesmiddelen van de in lid 2 bedoelde lijst wordt toegestaan in andere dan de in dat lid bedoelde omstandigheden. |
Amendement 265
Voorstel voor een verordening
Artikel 118 — lid 2 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
2 ter. De lidstaten zien er tevens op toe dat de invoer uit op een van de in lid 2 bis bedoelde lijsten vermelde derde landen wordt verboden: |
||
|
|
||
|
|
Amendement 266
Voorstel voor een verordening
Artikel 119 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Bij een uitbraak van een in de lijst opgenomen ziekte zoals bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. …/… van het Europees Parlement en de Raad (31) kan een bevoegde instantie in afwijking van artikel 111 gedurende een beperkte periode en onder specifieke beperkende voorwaarden het gebruik van een in een andere lidstaat toegelaten immunologisch geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik toelaten. |
2. Bij een uitbraak van een in de lijst opgenomen ziekte zoals bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. …/… van het Europees Parlement en de Raad (31) of een door het hoofd van de veterinaire dienst van de lidstaat erkende kritieke gezondheidssituatie kan een bevoegde instantie in afwijking van artikel 111 gedurende een beperkte periode en onder specifieke beperkende voorwaarden het gebruik van een in een andere lidstaat of overeenkomstig de wetgeving van een derde land toegelaten immunologisch geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik waarvoor geen vergunning voor het in de handel brengen is verleend in de desbetreffende lidstaat toelaten , voor zover er geen geschikt geneesmiddel is en nadat zij de Commissie in kennis heeft gesteld van de gedetailleerde gebruiksvoorwaarden . |
Amendement 267
Voorstel voor een verordening
Artikel 122 — alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Binnen twee jaar na inwerkingtreding van deze verordening ontwikkelt de Commissie door middel van gedelegeerde handelingen een geharmoniseerd systeem voor de inzameling van die soorten geneesmiddelen en afvalmateriaal op het niveau van de Unie. |
Amendement 268
Voorstel voor een verordening
Artikel 123 — lid 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. De lidstaten kunnen voorzien in aanvullende voorwaarden voor de reclame voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik om de volks- en diergezondheid, het dierenwelzijn en het milieu te beschermen, met inbegrip van voorwaarden ten aanzien van vergelijkende en misleidende reclame of oneerlijke handelspraktijken. |
Amendement 269
Voorstel voor een verordening
Artikel 124 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het in lid 1 bedoelde verbod is niet van toepassing op reclame die bestemd is voor personen die geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik voorschrijven of leveren. |
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.) |
Amendement 270
Voorstel voor een verordening
Artikel 125 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De bevoegde instanties verrichten regelmatig controles op risicobasis van fabrikanten, importeurs, houders van vergunningen voor het in de handel brengen, groothandelaren en leveranciers van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik om na te gaan of aan de voorschriften van deze verordening wordt voldaan. |
1. De bevoegde instanties verrichten regelmatig controles op risicobasis van fabrikanten, importeurs, houders van vergunningen voor het in de handel brengen, groothandelaren en leveranciers van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik en van dieren en diervoeders om na te gaan of aan de voorschriften van deze verordening wordt voldaan. |
Amendement 271
Voorstel voor een verordening
Artikel 125 — lid 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. De Commissie zorgt voor een geharmoniseerde benadering van inspecties en controles van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in de hele Unie. |
Amendement 272
Voorstel voor een verordening
Artikel 125 — lid 1 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 ter. Om fraude te bestrijden voorzien de bevoegde instanties in een plan voor steekproefsgewijze controle van de veterinaire praktijken en de veestapels om na te gaan of de kwaliteit van de aanwezige geneesmiddelen conform is. |
Amendement 273
Voorstel voor een verordening
Artikel 125 — lid 4 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Indien nodig kunnen onaangekondigde inspecties worden uitgevoerd. |
Alle inspecties worden onaangekondigd uitgevoerd. |
Amendement 274
Voorstel voor een verordening
Artikel 125 — lid 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Er mogen ook inspecties worden uitgevoerd bij de fabrikanten van werkzame stoffen die worden gebruikt als grondstof voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, als er redenen zijn om te vermoeden dat de goede fabricagepraktijken niet worden nageleefd. |
Amendement 275
Voorstel voor een verordening
Artikel 125 — lid 6
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De inspectieverslagen worden geüpload in de juiste databank, waartoe alle bevoegde instanties permanent toegang hebben. |
6. De inspectieverslagen worden geüpload in de juiste databank, waartoe alle bevoegde instanties permanent toegang hebben. Een samenvatting van de resultaten van de inspectie wordt openbaar toegankelijk gemaakt. |
Amendement 276
Voorstel voor een verordening
Artikel 128 — lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Het Bureau en de Commissie zorgen voor een geharmoniseerde benadering van de inspecties van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik. |
Amendement 277
Voorstel voor een verordening
Artikel 132 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Artikel 132 bis |
||
|
Opschorting en intrekking van vergunningen voor groothandel |
||
|
Als de vereisten in artikelen 104, 105 en 106 niet worden nageleefd, kan de bevoegde instantie: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
Amendement 279
Voorstel voor een verordening
Artikel 136 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De bevoegde instanties voor de uitvoering van de taken in het kader van deze verordening worden door de lidstaten aangewezen. |
1. De bevoegde instanties voor de uitvoering van de taken in het kader van deze verordening worden door de lidstaten aangewezen. De bevoegde instanties zijn onder meer verantwoordelijk voor het verschaffen van de wetenschappelijke deskundigheid voor de beoordeling van alle in het kader van deze verordening ingediende aanvragen. |
Amendement 280
Voorstel voor een verordening
Artikel 136 — lid 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Het beheer van de middelen die bestemd zijn voor de werkzaamheden in verband met de voorschriften waarin deze verordening voorziet, het functioneren van de communicatienetwerken en het markttoezicht staan onder permanente controle van de bevoegde instanties, om de onafhankelijkheid van de bevoegde instanties te waarborgen. |
Amendement 281
Voorstel voor een verordening
Artikel 136 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De bevoegde instanties werken onderling samen bij de uitvoering van hun taken uit hoofde van deze verordening en verlenen de bevoegde instanties van de overige lidstaten hiertoe de noodzakelijke en nuttige steun. De bevoegde instanties verstrekken elkaar de nodige inlichtingen, met name wat betreft de naleving van de voorschriften betreffende vergunningen voor de vervaardiging en voor de groothandel, certificaten van goede praktijken voor de vervaardiging of vergunningen voor het in de handel brengen. |
2. De bevoegde instanties werken onderling en met andere betrokken instanties samen bij de uitvoering van hun taken uit hoofde van deze verordening en verlenen de bevoegde instanties van de overige lidstaten hiertoe de noodzakelijke en nuttige steun. De bevoegde instanties verstrekken elkaar en andere betrokken instanties de nodige inlichtingen, met name wat betreft de naleving van de voorschriften betreffende vergunningen voor de vervaardiging en voor de groothandel, certificaten van goede praktijken voor de vervaardiging of vergunningen voor het in de handel brengen. |
Amendement 305
Voorstel voor een verordening
Artikel 140 — lid 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Alle leden, plaatsvervangers en deskundigen die hen vergezellen verstrekken een openbaar toegankelijke opgave van belangen. |
Amendement 282
Voorstel voor een verordening
Artikel 140 — lid 7
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Het Comité benoemt bij coöptatie maximaal vijf extra leden die op grond van hun specifieke wetenschappelijke bekwaamheden worden gekozen. Deze leden worden benoemd voor drie jaar, welke termijn kan worden hernieuwd. Zij hebben geen plaatsvervangers. |
7. Het Comité benoemt bij coöptatie maximaal vijf extra leden die op grond van hun specifieke wetenschappelijke bekwaamheden worden gekozen. Deze leden worden benoemd voor drie jaar, welke termijn kan worden hernieuwd. Zij hebben geen plaatsvervangers. De gecoöpteerde leden kunnen optreden als rapporteur. |
Amendement 283
Voorstel voor een verordening
Artikel 141 — lid 1 — letter h bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||||||
|
|
Amendement 284
Voorstel voor een verordening
Artikel 144 — alinea 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
schrappen |
Amendement 285
Voorstel voor een verordening
Bijlage II — Deel 1 — punt 1.1 — alinea 7
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Experimenten op dieren moeten worden uitgevoerd overeenkomstig Richtlijn 2010/63/EU, met uitzondering van klinische proeven. |
De lidstaten zien erop toe dat alle experimenten op dieren worden uitgevoerd overeenkomstig Richtlijn 2010/63/EU . Zoals bepaald in Richtlijn 2010/63/EU moeten proeven met gewervelde dieren worden vervangen , beperkt of verfijnd. Deze methoden moeten regelmatig worden herzien en verbeterd om het aantal proeven op gewervelde dieren en het aantal betrokken dieren te verminderen . |
Amendement 286
Voorstel voor een verordening
Bijlage II — Deel 1 — punt 1.3 — punt 1.3.1 — alinea 1 — letter e
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 287
Voorstel voor een verordening
Bijlage II — Deel 1 — punt 1.3 — punt 1.3.1 — alinea 7 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De beoordeling omvat normaliter twee fasen. De eerste fase wordt altijd uitgevoerd; de tweede fase wordt uitgevoerd als dat nodig is. De bijzonderheden van de beoordeling worden in overeenstemming met de vastgestelde richtsnoeren verstrekt. In de beoordeling wordt de mogelijke blootstelling van het milieu aan het geneesmiddel en de aan een dergelijke blootstelling verbonden risico vermeld, waarbij in het bijzonder op de volgende punten wordt gelet: |
De beoordeling omvat normaliter twee fasen. Alle beschikbare gegevens die voldoende betrouwbaar en relevant zijn, worden in aanmerking genomen, met inbegrip van informatie die werd verkregen tijdens de ontdekking van het geneesmiddel. De eerste fase wordt altijd uitgevoerd; de tweede fase wordt uitgevoerd als dat nodig is. De bijzonderheden van de beoordeling worden in overeenstemming met de vastgestelde richtsnoeren verstrekt. In de beoordeling worden de mogelijke blootstelling van het milieu aan het geneesmiddel en de aan een dergelijke blootstelling verbonden risico's vermeld, waarbij in het bijzonder op de volgende punten wordt gelet: |
Amendement 288
Voorstel voor een verordening
Bijlage II — Deel 1 — punt 1.3 — punt 1.3.1 — alinea 8
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
In de tweede fase wordt in overeenstemming met de vastgestelde richtsnoeren nader specifiek onderzoek uitgevoerd naar de veranderingen en uitwerking van het geneesmiddel op bepaalde ecosystemen. De mate van blootstelling van het milieu aan het geneesmiddel en de beschikbare gegevens over de fysisch-chemische, farmacologische en/of toxicologische eigenschappen van de betrokken werkzame stof(fen), met inbegrip van metabolieten, worden in aanmerking genomen. |
In de tweede fase wordt in overeenstemming met de vastgestelde richtsnoeren nader specifiek onderzoek uitgevoerd naar de veranderingen en uitwerking van het geneesmiddel op bepaalde ecosystemen , waarbij rekening wordt gehouden met de farmacologische werking van het geneesmiddel en met eventuele relevante bijwerkingen . De mate van blootstelling van het milieu aan het geneesmiddel en de beschikbare gegevens over de fysisch-chemische, farmacologische en/of toxicologische eigenschappen van de betrokken werkzame stof(fen), met inbegrip van metabolieten, worden in aanmerking genomen. |
Amendement 289
Voorstel voor een verordening
Bijlage II — Deel 1 — punt 1.3 — punt 1.3.1 — alinea 8 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De milieurisicobeoordeling wordt bijgewerkt wanneer nieuwe informatie beschikbaar wordt die de schatting van het risico zou veranderen. |
(1) De zaak werd voor een nieuwe behandeling terugverwezen naar de bevoegde commissie op grond van artikel 61, lid 2, tweede alinea, van het Reglement (A8-0046/2016).
(15) Richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 33).
(15) Richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 33).
(17) Mededeling van de Commissie over het voorzorgsbeginsel, COM(2000)0001 def.
(17) Mededeling van de Commissie over het voorzorgsbeginsel, COM(2000)0001 def.
(1a) Verordening (EU) nr. …/… van het Europees Parlement en de Raad van … betreffende de productie, het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders met medicinale werking en tot intrekking van Richtlijn 90/167/EEG van de Raad (PB L …) [2014/0255(COD)].
(1 bis) Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 152 van 16.6.2009, blz. 11).
(*1) 2014/0255(COD).
(22) Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 152 van 16.6.2009, blz. 11).
(22) Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 152 van 16.6.2009, blz. 11).
(28) Richtlijn 98/34/EG van het Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37).
(29) Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt („Richtlijn inzake elektronische handel”) (PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1.)
(29) Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt („Richtlijn inzake elektronische handel”) (PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1.)
(29 bis) Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 64).
(30) Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).
(30) Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).
(31) Verordening van het Europees Parlement en de Raad van … betreffende de diergezondheid (PB L …).
(31) Verordening van het Europees Parlement en de Raad van … betreffende de diergezondheid (PB L …).