This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52016AP0069
Amendments adopted by the European Parliament on 8 March 2016 on the proposal for a regulation of the European Parliament and of the Council establishing a framework on market access to port services and financial transparency of ports (COM(2013)0296 — C7-0144/2013 — 2013/0157(COD))
Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 8 maart 2016 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de toegang tot de markt voor havendiensten en de financiële transparantie van havens (COM(2013)0296 — C7-0144/2013 — 2013/0157(COD))
Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 8 maart 2016 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de toegang tot de markt voor havendiensten en de financiële transparantie van havens (COM(2013)0296 — C7-0144/2013 — 2013/0157(COD))
PB C 50 van 9.2.2018, p. 102–148
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
9.2.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 50/102 |
P8_TA(2016)0069
Toegang tot de markt voor havendiensten en financiële transparantie van havens ***I
Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 8 maart 2016 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de toegang tot de markt voor havendiensten en de financiële transparantie van havens (COM(2013)0296 — C7-0144/2013 — 2013/0157(COD)) (1)
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
(2018/C 050/16)
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Titel
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Voorstel voor een |
Voorstel voor een |
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD |
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD |
tot vaststelling van een kader voor de toegang tot de markt voor havendiensten en de financiële transparantie van havens |
tot vaststelling van een kader voor de organisatie van havendiensten en voor de financiële transparantie van havens |
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 6
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 7
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 7 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 7 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 7 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Overweging 10
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Overweging 10 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Overweging 11
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Overweging 12
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Overweging 13
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Overweging 13 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Overweging 14
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Overweging 18
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Overweging 19
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Overweging 19 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Overweging 19 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Overweging 19 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Overweging 19 quinquies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Overweging 20
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Overweging 20 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Overweging 21 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 28
Voorstel voor een verordening
Overweging 22
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Overweging 22 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Overweging 22 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Overweging 22 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Overweging 23
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Overweging 24
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Overweging 25
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Overweging 26
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 36
Voorstel voor een verordening
Overweging 27
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 37
Voorstel voor een verordening
Overweging 28
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 38
Voorstel voor een verordening
Overweging 28 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Overweging 29
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Overweging 30
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Overweging 30 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Overweging 31
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Overweging 31 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 44
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 — lid 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 45
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 — lid 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 46
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 — lid 2 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 — lid 2 — alinea 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Daarnaast is artikel 12, lid 2, van deze verordening ook van toepassing op baggerwerkzaamheden. |
Amendement 48
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Deze verordening is van toepassing op alle zeehavens die deel uitmaken van het trans-Europees vervoersnetwerk , als omschreven in bijlage I bij Verordening XXX [verordening betreffende de richtsnoeren inzake het TEN-T]. |
3. Deze verordening is van toepassing op alle maritieme havens die deel uitmaken van het trans-Europees vervoersnetwerk zoals opgenomen in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1bis) |
Amendement 49
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 — lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Deze verordening laat havenstructuren die de beginselen als bedoeld in paragrafen 1 (a) en 1 (b) eerbiedigen onverlet. |
Amendement 50
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 — lid 3 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 ter. De lidstaten kunnen besluiten deze verordening geheel of gedeeltelijk niet toe te passen op maritieme havens van het uitgebreide trans-Europese vervoersnetwerk in de in artikel 349 VWEU genoemde ultraperifere gebieden. Indien lidstaten besluiten om deze verordening niet toe te passen op die maritieme havens, stellen zij de Commissie in kennis van dat besluit. |
Amendement 51
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — lid 1 — punt 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 52
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — lid 1 — punt 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 53
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — lid 1 — punt 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 54
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — lid 1 — punt 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 55
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — lid 1 — punt 6
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 56
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — lid 1 — punt 8
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 57
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — lid 1 — punt 9
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 58
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — lid 1 — punt 12
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 59
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — lid 1 — punt 16
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 60
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — punt 17
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 61
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — lid 1 — punt 18
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 62
Voorstel voor een verordening
Hoofdstuk II — titel
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Markttoegang |
Organisatie van havendiensten |
Amendement 63
Voorstel voor een verordening
Artikel 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 3 |
Schrappen |
Vrij verrichten van diensten |
|
1. De vrijheid om diensten te verrichten in zeehavens die onder deze verordening vallen is van toepassing op in de Unie gevestigde aanbieders van havendiensten onder de in dit hoofdstuk omschreven voorwaarden. |
|
2. Aanbieders van havendiensten hebben toegang tot essentiële haveninstallaties voor zover dit noodzakelijk is om hun werkzaamheden uit te voeren. De toegangsvoorwaarden zijn billijk, redelijk en niet-discriminerend. |
|
Amendement 64
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Artikel 3 bis |
||
|
Vrij organiseren van havendiensten |
||
|
1. Wat onderhavige verordening betreft kan voor de organisatie van havendiensten die onder dit hoofdstuk vallen, het volgende gelden: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
2. Bij het organiseren van havendiensten als bedoeld in lid 1 worden de in dit hoofdstuk genoemde voorwaarden in acht genomen. |
Amendement 65
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Havenbeheerders kunnen eisen dat aanbieders van havendiensten voldoen aan minimumeisen voor de verrichting van de desbetreffende havendienst. |
1. Onverminderd de mogelijkheid om openbaredienstverplichtingen op te leggen zoals bepaald in artikel 8, kunnen havenbeheerders of de bevoegde instanties eisen dat aanbieders van havendiensten , met inbegrip van onderaannemers, voldoen aan minimumeisen voor de verrichting van de desbetreffende havendienst. |
Amendement 66
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 2 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De in lid 1 bedoelde minimumeisen mogen, indien van toepassing, alleen betrekking hebben op: |
2. De in lid 1 bedoelde minimumeisen hebben betrekking op: |
Amendement 67
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 2 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 68
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 2 — letter b bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 69
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 2 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 70
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 2 — letter d bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 71
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 2 — letter d ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 72
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. De tenuitvoerlegging van deze verordening vormt onder geen beding een reden voor verlaging van de minimumeisen voor de verrichting van havendiensten die al door de lidstaten of bevoegde instanties worden gesteld. |
Amendement 73
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Indien de minimumeisen specifieke lokale kennis of bekendheid met lokale omstandigheden omvatten, waarborgt de havenbeheerder de toegang tot de nodige opleiding , tegen transparante en niet-discriminerende voorwaarden , tenzij de lidstaat de toegang tot de nodige opleiding waarborgt . |
4. Indien de minimumeisen specifieke lokale kennis of bekendheid met lokale omstandigheden omvatten, waarborgt de havenbeheerder de toegang tot informatie , tegen transparante en niet-discriminerende voorwaarden. |
Amendement 74
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. In de in lid 1 bedoelde gevallen zijn de in lid 2 bedoelde minimumeisen en de procedure voor het verlenen van het recht om met inachtneming van deze eisen havendiensten te verrichten door de havenbeheerder bekendgemaakt vóór 1 juli 2015 , of, voor minimumeisen die van kracht worden na die datum, ten minste drie maanden voorafgaand aan de datum waarop deze minimumeisen van kracht worden. Aanbieders van havendiensten worden van tevoren in kennis gesteld van wijzigingen in de criteria en de procedure. |
5. In de in lid 1 bedoelde gevallen zijn de in lid 2 bedoelde minimumeisen en de procedure voor het verlenen van het recht om met inachtneming van deze eisen havendiensten te verrichten door de havenbeheerder bekendgemaakt vóór … (*1), of, voor minimumeisen die van kracht worden na die datum, ten minste drie maanden voorafgaand aan de datum waarop deze minimumeisen van kracht worden. Aanbieders van havendiensten worden van tevoren in kennis gesteld van wijzigingen in de criteria en de procedure. |
Amendement 75
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 5 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. Om de veiligheid op zee en de bescherming van het milieu te waarborgen kunnen de lidstaat of de bevoegde instantie voorschrijven dat de voor sleepdiensten of aan- of afmeeractiviteiten gebruikte vaartuigen in de lidstaat van de desbetreffende haven zijn geregistreerd en onder de vlag van die lidstaat varen. |
Amendement 76
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De havenbeheerder behandelt aanbieders van havendiensten gelijk en handelt op transparante wijze. |
1. De havenbeheerder of de bevoegde instantie behandelt aanbieders van havendiensten gelijk en handelt op transparante , objectieve, niet-discriminerende en evenredige wijze. |
Amendement 77
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De havenbeheerder verleent of weigert het recht om havendiensten te verrichten op grond van de overeenkomstig artikel 4 vastgestelde minimumeisen binnen een maand na de ontvangst van een verzoek om verlening van een dergelijk recht. Weigeringen worden naar behoren gemotiveerd op basis van objectieve, transparante, niet-discriminerende en evenredige criteria. |
2. De havenbeheerder of de bevoegde instantie verleent of weigert het recht om havendiensten te verrichten op grond van de overeenkomstig artikel 4 vastgestelde minimumeisen . Dit gebeurt binnen een redelijke termijn, die in geen geval de vier maanden mag overschrijden, na de ontvangst van een verzoek om verlening van een dergelijk recht. Weigeringen worden naar behoren gemotiveerd op basis van objectieve, transparante, niet-discriminerende en evenredige criteria. |
Amendement 78
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid - 1 (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
-1. In de in artikel 9 van onderhavige verordening vermelde gevallen, wanneer de havenbeheerder geen aanbestedende instantie in de zin van Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad is (1bis) , is dit artikel niet van toepassing. |
Amendement 79
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. In afwijking van artikel 3 kan de havenbeheerder het aantal aanbieders van een havendienst voor een gegeven havendienst beperken om een of meerdere van de volgende redenen: |
1. Onverminderd de bestaande verschillende modellen voor de organisatie van havendiensten, kan de havenbeheerder of de bevoegde instantie het aantal aanbieders van een havendienst voor een gegeven havendienst beperken om een of meerdere van de volgende redenen: |
Amendement 80
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 81
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 1 — letter a bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 82
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 1 — letter a ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 83
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 1 — letter a quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 84
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Elke beperking van aanbieders van een havendienst wordt voorafgegaan door een selectieprocedure die openstaat voor alle belangstellende partijen en die niet-discriminerend en transparant is. De havenbeheerder doet alle belangstellende partijen alle noodzakelijke informatie toekomen betreffende de organisatie van de selectieprocedure en de uiterste termijn voor de indiening, alsook alle relevante criteria en vereisten voor de toewijzing. De uiterste termijn voor de indiening is ruim genoeg om de belangstellende partijen in staat te stellen een degelijke evaluatie uit te voeren en hun aanvraag voor te bereiden, waarbij de minimale termijn gewoonlijk 30 dagen bedraagt. |
Amendement 85
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Wanneer een havenbeheerder zelf of via een juridisch zelfstandige entiteit waarover hij rechtstreeks of onrechtstreeks zeggenschap uitoefent havendiensten verricht, kan de lidstaat het nemen van een besluit tot beperking van het aantal aanbieders van havendiensten delegeren aan een instantie die onafhankelijk is van de havenbeheerder . Indien de lidstaat het nemen van een besluit tot beperking van het aantal aanbieders van havendiensten aan een dergelijke instantie toevertrouwt , mag het aantal aanbieders niet kleiner zijn dan twee. |
4. Wanneer een havenbeheerder zelf of via een juridisch zelfstandige entiteit waarover hij rechtstreeks of onrechtstreeks zeggenschap uitoefent havendiensten verricht, neemt de lidstaat de nodige maatregelen om belangenconflicten te voorkomen . Indien dergelijke maatregelen uitblijven , mag het aantal aanbieders niet kleiner zijn dan twee , tenzij een van de in het eerste lid genoemde redenen beperking tot een enkele aanbieder rechtvaardigt . |
Amendement 86
Voorstel voor een verordening
Artikel 7
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 7 |
Schrappen |
Beperkingen van het aantal aanbieders van havendiensten |
|
1. Elke beperking van het aantal aanbieders van een havendienst overeenkomstig artikel 6 wordt voorafgegaan door een selectieprocedure die openstaat voor alle belangstellende partijen en die niet-discriminerend en transparant is. |
|
2. Indien de geschatte waarde van de havendienst hoger is dan de in lid 3 omschreven drempelwaarde, zijn de voorschriften inzake de gunningsprocedure, de procedurele waarborgen en de maximale looptijd van de concessies als omschreven in Richtlijn …/… [concessieopdrachten] van toepassing. |
|
3. De drempelwaarde en de methode om de waarde van de havendienst te bepalen zijn die van de desbetreffende en toepasselijke bepalingen van Richtlijn …/… [concessieopdrachten]. |
|
4. De geselecteerde aanbieder of aanbieders en de havenbeheerder sluiten een havendienstovereenkomst. |
|
5. Voor de toepassing van deze verordening wordt een materiële wijziging in de zin van Richtlijn …/… [concessieopdrachten] van de bepalingen van een havendienstovereenkomst tijdens de looptijd ervan beschouwd als een nieuwe havendienstovereenkomst, waardoor een nieuwe procedure als bedoeld in lid 2 vereist is. |
|
6. In de in artikel 9 bedoelde gevallen zijn de leden 1 tot en met 5 van dit artikel niet van toepassing. |
|
7. Deze verordening doet geen afbreuk aan Richtlijn …/… [concessieopdrachten] (15) , Richtlijn .…/….[openbare diensten] (16) en Richtlijn …/… [overheidsopdrachten] (17) . |
|
Amendement 87
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten kunnen besluiten om aan havendiensten gerelateerde openbaredienstverplichtingen op te leggen om het volgende te waarborgen: |
1. De lidstaten wijzen de op hun grondgebied bevoegde instantie aan — mogelijkerwijs de havenbeheerder — die gemachtigd is om aan havendiensten gerelateerde openbaredienstverplichtingen op te leggen om ten minste een van de volgende zaken te waarborgen: |
Amendement 88
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 1 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 89
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 1 — letter c bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 90
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 1 — letter c ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 91
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De lidstaten wijzen bevoegde instanties aan om op hun grondgebied dergelijke openbaredienstverplichtingen op te leggen. De havenbeheerder kan de bevoegde instantie zijn. |
Schrappen |
Amendement 92
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Indien de overeenkomstig lid 3 aangewezen bevoegde instantie een andere is dan de havenbeheerder, oefent die bevoegde instantie de bevoegdheden uit waarin de artikelen 6 en 7 voorzien met betrekking tot de beperking van het aantal aanbieders van havendiensten op basis van openbaredienstverplichtingen. |
4. Indien de overeenkomstig lid 1 van dit artikel aangewezen bevoegde instantie een andere is dan de havenbeheerder, oefent die bevoegde instantie de bevoegdheden uit waarin artikel 6 voorziet met betrekking tot de beperking van het aantal aanbieders van havendiensten op basis van openbaredienstverplichtingen. |
Amendement 93
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Indien een bevoegde instantie besluit openbaredienstverplichtingen op te leggen in alle zeehavens in een lidstaat die onder deze verordening vallen, stelt zij de Commissie in kennis van die verplichtingen. |
5. Indien een lidstaat besluit openbaredienstverplichtingen op te leggen in alle maritieme havens in een lidstaat die onder deze verordening vallen, stelt hij de Commissie in kennis van die verplichtingen. |
Amendement 94
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 6
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. In geval van een verstoring van havendiensten waarvoor openbaredienstverplichtingen zijn opgelegd of wanneer er een direct risico op een dergelijke situatie bestaat, kan de bevoegde instantie een noodmaatregel treffen. De noodmaatregel kan de vorm aannemen van een directe gunning om de dienst voor een termijn van maximaal een jaar aan een andere aanbieder toe te wijzen. In deze tijdsperiode start de bevoegde instantie een nieuwe procedure om een aanbieder van een havendienst te selecteren overeenkomstig artikel 7 of past zij artikel 9 toe. |
6. In geval van een verstoring van havendiensten waarvoor openbaredienstverplichtingen zijn opgelegd of wanneer er een direct risico op een dergelijke situatie bestaat, kan de bevoegde instantie een noodmaatregel treffen. De noodmaatregel kan de vorm aannemen van een directe gunning om de dienst voor een termijn van maximaal een jaar aan een andere aanbieder toe te wijzen. In deze tijdsperiode start de bevoegde instantie een nieuwe procedure om een aanbieder van een havendienst te selecteren of past zij artikel 9 toe. Collectieve vakbondsacties die overeenkomstig de nationale wetgeving van de desbetreffende lidstaat en/of overeenkomstig toepasselijke akkoorden tussen de sociale partners worden ondernomen, worden niet beschouwd als onderbreking van de havendiensten waarvoor noodmaatregelen kunnen worden getroffen. |
Amendement 95
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. In de gevallen als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b), kan de bevoegde instantie besluiten om een havendienst waarvoor openbaredienstverplichtingen gelden zelf te verrichten of om deze verplichtingen direct op te leggen aan een juridisch zelfstandige entiteit waarover zij een zeggenschap uitoefent die vergelijkbaar is met de zeggenschap die zij uitoefent over haar diensten. In dat geval wordt de aanbieder van de havendienst voor de toepassing van deze verordening als een interne exploitant beschouwd. |
1. De havenbeheerder of de bevoegde instantie kan besluiten om een havendienst zelf te verrichten dan wel via een juridisch zelfstandige entiteit waarover hij/zij een zeggenschap uitoefent die vergelijkbaar is met de zeggenschap die hij uitoefent over zijn eigen diensten , mits artikel 4 op gelijke wijze van toepassing is op alle exploitanten die de dienst in kwestie verrichten . In dat geval wordt de aanbieder van de havendienst voor de toepassing van deze verordening als een interne exploitant beschouwd. |
Amendement 96
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De bevoegde instantie wordt alleen geacht zeggenschap over een juridisch zelfstandige entiteit uit te oefenen die vergelijkbaar is met de zeggenschap die zij over haar eigen diensten uitoefent indien zij een beslissende invloed uitoefent op zowel de strategische doelstellingen als de belangrijke beslissingen van de gecontroleerde rechtspersoon. |
2. De havenbeheerder of de bevoegde instantie wordt alleen geacht zeggenschap over een juridisch zelfstandige entiteit uit te oefenen die vergelijkbaar is met de zeggenschap die hij over zijn eigen diensten uitoefent, indien hij een beslissende invloed uitoefent op zowel de strategische doelstellingen als de belangrijke beslissingen van de betrokken rechtspersoon. |
Amendement 97
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De interne exploitant mag de hem toegewezen havendienst slechts uitvoeren in de haven(s) waarvoor hij als aanbieder van havendiensten is aangewezen. |
3. In de gevallen als bedoeld in artikel 8 mag de interne exploitant de hem toegewezen havendienst slechts uitvoeren in de haven(s) waarvoor hij als aanbieder van havendiensten is aangewezen. |
Amendement 98
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Onverminderd het nationale recht en het Unierecht, met inbegrip van collectieve arbeidsovereenkomsten tussen sociale partners, kunnen havenbeheerders verlangen dat de aangewezen aanbieder van havendiensten die is geselecteerd volgens de procedure van artikel 7, indien deze aanbieder een andere is dan de gevestigde aanbieder van havendiensten, personeel dat eerder door de gevestigde aanbieder van de havendiensten in dienst is genomen de rechten verleent waarover ze zouden beschikken indien er een overdracht in de zin van Richtlijn 2001/23/EG had plaatsgevonden. |
2. Onverminderd het nationale recht en het Unierecht, met inbegrip van representatieve collectieve arbeidsovereenkomsten tussen sociale partners, kan de bevoegde instantie verlangen dat de aangewezen aanbieder van havendiensten zijn personeel arbeidsomstandigheden biedt die berusten op bindende nationale, regionale of plaatselijke sociale normen. In geval van overdracht van personeel als gevolg van een wijziging van de dienstverlener worden aan personeel dat eerder door de gevestigde aanbieder van de havendiensten in dienst was genomen dezelfde rechten verleend waarover zij zouden beschikken indien er een overdracht in de zin van Richtlijn 2001/23/EG had plaatsgevonden. |
Amendement 99
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Indien havenbeheerders van aanbieders van havendiensten verlangen dat zij voldoen aan bepaalde sociale normen met betrekking tot de verrichting van de desbetreffende havendiensten, worden in de aanbestedingsdocumenten en de havendienstovereenkomsten de betrokken personeelsleden opgesomd en transparante details verstrekt over hun contractuele rechten en de voorwaarden waaronder werknemers geacht worden te zijn verbonden aan de havendiensten. |
3. De havenbeheerders of de bevoegde instantie verlangen van alle aanbieders van havendiensten dat zij voldoen aan alle sociale en arbeidsnormen zoals bepaald in de nationale en/of EU-wetgeving, met inbegrip van toepasselijke collectieve overeenkomsten overeenkomstig de nationale gebruiken en tradities. Indien er in het kader van de verlening van relevante havendiensten een overdracht van personeel plaatsvindt , worden in de aanbestedingsdocumenten en de havendienstovereenkomsten de betrokken personeelsleden opgesomd en transparante details verstrekt over hun contractuele rechten en de voorwaarden waaronder werknemers geacht worden te zijn verbonden aan de havendiensten. |
Amendement 100
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 10 bis |
|
Opleiding en bescherming van werknemers |
|
1. De werkgever zorgt ervoor dat zijn werknemers de vereiste opleiding krijgen om een goede kennis te verwerven over de omstandigheden waaronder hun werk wordt verricht en dat zij op juiste wijze worden opgeleid om de gevaren die het werk met zich mee kan brengen het hoofd te bieden. |
|
2. Met volledige inachtneming van de autonomie van de sociale partners wordt het EU-comité voor sociale dialoog in de havensector verzocht richtsnoeren te ontwikkelen voor de vaststelling van opleidingsvereisten om ongevallen te voorkomen en te zorgen voor een hoog niveau van veiligheid en gezondheid van de havenarbeiders. Deze opleidingsvereisten worden regelmatig bijgewerkt om ongevallen op de werkplek op permanente basis terug te dringen. |
|
3. De sociale partners worden verzocht modellen te ontwikkelen die zorgen voor een balans tussen de fluctuerende vraag naar werk in de haven en de flexibiliteit die vereist wordt door de havenactiviteiten, enerzijds, en continuïteit en de bescherming van de werkgelegenheid, anderzijds. |
Amendement 101
Voorstel voor een verordening
Artikel 11
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Dit hoofdstuk en de overgangsbepalingen van artikel 24 zijn niet van toepassing op vrachtafhandelings- en passagiersdiensten. |
Dit hoofdstuk , met uitzondering van artikel 10 bis, en de overgangsbepalingen van artikel 24 zijn niet van toepassing op vrachtafhandelings- en passagiersdiensten , en het loodsen . |
Amendement 102
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 — lid 2 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Indien de havenbeheerder die publieke middelen ontvangt zelf havendiensten verricht, houdt hij gescheiden boekhoudingen bij voor elke afzonderlijke havendienst , op een zodanige wijze dat: |
2. Indien de havenbeheerder die publieke middelen ontvangt zelf havendiensten verricht of baggert , houdt hij gescheiden boekhoudingen bij voor die met openbare middelen gefinancierde activiteit of investering , op een zodanige wijze dat: |
Amendement 103
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 — lid 2 — alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Indien een havenbeheerder of een vereniging van havens zelf baggeractiviteiten uitvoert en daarvoor publieke middelen ontvangt, voert hij geen baggeractiviteiten uit in andere lidstaten. |
Amendement 104
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De in lid 1 bedoelde publieke middelen omvatten aandelenkapitaal of kapitaalmiddelen van dezelfde aard als aandelenkapitaal, niet of slechts onder bepaalde omstandigheden terug te betalen subsidies, verstrekte leningen, met inbegrip van overdisposities en voorschotten op kapitaalinbreng, door overheden aan de havenbeheerder verstrekte garanties , uitgekeerd dividend en ingehouden winst en elke andere vorm van financiële overheidssteun. |
3. De in lid 1 bedoelde publieke middelen omvatten aandelenkapitaal of kapitaalmiddelen van dezelfde aard als aandelenkapitaal, niet of slechts onder bepaalde omstandigheden terug te betalen subsidies, verstrekte leningen, met inbegrip van overdisposities en voorschotten op kapitaalinbreng, door overheden aan de havenbeheerder verstrekte garanties en elke andere vorm van financiële overheidssteun. |
Amendement 105
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De havenbeheerder zorgt ervoor dat de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde gegevens over de financiële betrekkingen gedurende vijf jaar, gerekend vanaf het einde van het boekjaar waarop de gegevens betrekking hebben, ter beschikking blijven van de Commissie en de bevoegde onafhankelijke toezichthoudende instantie als bedoeld in artikel 17. |
4. De havenbeheerder zorgt ervoor dat de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde gegevens over de financiële betrekkingen gedurende vijf jaar, gerekend vanaf het einde van het boekjaar waarop de gegevens betrekking hebben, ter beschikking blijven van de Commissie en de krachtens artikel 17 aangewezen instantie . |
Amendement 106
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 — lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De havenbeheerder stelt de Commissie en de bevoegde onafhankelijke toezichthoudende instantie op verzoek alle aanvullende informatie ter beschikking die zij noodzakelijk achten voor een grondige analyse van de ingediende gegevens en om te beoordelen of deze verordening wordt nageleefd. De informatie wordt verstrekt binnen twee maanden na de datum van het verzoek. |
5. De havenbeheerder stelt in geval van een formele klacht en op verzoek de Commissie en de krachtens artikel 17 aangewezen instantie alle aanvullende informatie ter beschikking die zij noodzakelijk achten voor een grondige analyse van de ingediende gegevens en om te beoordelen of deze verordening wordt nageleefd. De informatie wordt verstrekt binnen twee maanden na de datum van het verzoek. |
Amendement 107
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 — lid 7 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
7 bis. De lidstaten kunnen beslissen dat lid 2 van dit artikel niet geldt voor hun havens van het uitgebreide netwerk die niet voldoen aan de criteria in punt a) of b) van artikel 20, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1315/2013 indien de administratieve belasting onevenredig groot is, mits alle ontvangen publieke middelen en het gebruik daarvan voor het verrichten van havendiensten, volledig transparant blijven in het boekhoudingssysteem. Indien lidstaten zulks besluiten stellen zij de Commissie daarvan in kennis voordat hun besluit van kracht wordt. |
Amendement 108
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Heffingen voor diensten die worden verleend door een interne exploitant als bedoeld in artikel 9 en heffingen die worden opgelegd door aanbieders van havendiensten wanneer het aantal aanbieders is beperkt en die niet op basis van open , transparante en niet-discriminerende procedures zijn aangewezen, worden op transparante en niet-discriminerende wijze vastgesteld. Het niveau van deze heffingen vormt een weerspiegeling van de normale omstandigheden in de desbetreffende markt en de heffingen worden zodanig vastgesteld dat ze gemiddeld niet hoger zijn dan de gemiddelde kosten van het verrichten van de dienst plus een redelijke winstmarge. |
1. Heffingen voor diensten die worden verleend door een interne exploitant waarvoor een openbaredienstverpliching geldt, heffingen voor loodsdiensten die niet zijn blootgesteld aan daadwerkelijke mededinging, en heffingen die overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder b), worden opgelegd door aanbieders van havendiensten, worden op transparante en niet-discriminerende wijze vastgesteld. Het niveau van deze heffingen vormt zoveel mogelijk een weerspiegeling van de normale omstandigheden in de desbetreffende markt en de heffingen worden zodanig vastgesteld dat ze gemiddeld niet hoger zijn dan de gemiddelde kosten van het verrichten van de dienst plus een redelijke winstmarge. |
Amendement 109
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De aanbieder van de havendiensten stelt de bevoegde onafhankelijke toezichthoudende instantie als bedoeld in artikel 17 op verzoek informatie ter beschikking over de elementen die als basis dienen voor het bepalen van de structuur en het niveau van de heffingen op havendiensten die binnen het toepassingsgebied van lid 1 van dit artikel vallen. Deze informatie omvat de methode die is gebruikt om de heffingen op havendiensten voor het gebruik van installaties en diensten vast te stellen. |
3. De aanbieder van de havendiensten stelt in geval van een formele klacht en op verzoek de krachtens artikel 17 aangewezen instantie informatie ter beschikking over de elementen die als basis dienen voor het bepalen van de structuur en het niveau van de heffingen op havendiensten die binnen het toepassingsgebied van lid 1 van dit artikel vallen. Deze informatie omvat de methode die is gebruikt om de heffingen op havendiensten voor het gebruik van installaties en diensten vast te stellen. |
Amendement 110
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Om bij te dragen tot een efficiënt systeem voor het opleggen van heffingen op het gebruik van haveninfrastructuur, worden de structuur en het niveau van de heffingen op het gebruik van haveninfrastructuur op autonome wijze vastgesteld door de havenbeheerder op basis van zijn eigen commerciële strategie en investeringsplan en als weerspiegeling van de concurrerende omstandigheden op de desbetreffende markt en overeenkomstig de regels inzake staatssteun. |
3. Om bij te dragen tot een efficiënt systeem voor het opleggen van heffingen op het gebruik van haveninfrastructuur, worden de structuur en het niveau van de heffingen op het gebruik van haveninfrastructuur op autonome wijze vastgelegd door de havenbeheerder op basis van zijn eigen commerciële strategie en investeringsplan en in overeenstemming met de regels inzake staatssteun en mededinging . |
Amendement 111
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Onverminderd lid 3, mogen heffingen op het gebruik van haveninfrastructuur worden gedifferentieerd overeenkomstig commerciële praktijken ten aanzien van frequente gebruikers of om een efficiënter gebruik van de haveninfrastructuur, de korte vaart of goede milieuprestaties, dan wel energie- of koolstofefficiënt vervoer te bevorderen. De criteria voor een dergelijke differentiatie zijn relevant , objectief, transparant, niet-discriminerend in overeenstemming met de regelgeving inzake mededinging. Alle betrokken gebruikers kunnen onder dezelfde voorwaarden een beroep doen op de resulterende differentiatie . |
4. Onverminderd lid 3, mogen heffingen op het gebruik van haveninfrastructuur met betrekking tot onder meer bepaalde categorieën gebruikers worden gedifferentieerd overeenkomstig de economische strategie en de strategie inzake ruimtelijke ordening van de haven of om een efficiënter gebruik van de haveninfrastructuur, de korte vaart of goede milieuprestaties, dan wel energie- of koolstofefficiënt vervoer te bevorderen. De criteria voor een dergelijke differentiatie zijn eerlijk , niet-discriminerend op grond van nationaliteit en voldoen aan de regelgeving inzake staatssteun en mededinging. De havenbeheerder mag bij het bepalen van de hoogte van de heffingen rekening houden met externe kosten. De heffingen voor het gebruik van infrastructuur kunnen door de havenbeheerder worden gedifferentieerd overeenkomstig commerciële praktijken . |
Amendement 112
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 — lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De Commissie is bevoegd om in voorkomend geval overeenkomstig de in artikel 21 bedoelde procedure gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de gemeenschappelijke classificatie van vaartuigen, brandstoffen en typen activiteiten op basis waarvan de heffingen op het gebruik van haveninfrastructuur kunnen worden gedifferentieerd, en met betrekking tot gemeenschappelijke heffingsbeginselen voor heffingen op het gebruik van haveninfrastructuur. |
Schrappen |
Amendement 113
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 — lid 6
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De havenbeheerder stelt de gebruikers van de haven en de vertegenwoordigers of verenigingen van havengebruikers in kennis van de structuur van de heffingen op het gebruik van haveninfrastructuur en de criteria die zijn gehanteerd om het niveau ervan vast te stellen , met inbegrip van de totale kosten en inkomsten die als basis dienen voor het bepalen van de structuur en het niveau van de heffingen . Hij stelt gebruikers van haveninfrastructuur ten minste drie maanden van tevoren in kennis van wijzigingen in het niveau van de heffingen op het gebruik van haveninfrastructuur of in de structuur van de heffingen of de criteria die zijn gehanteerd om het niveau ervan vast te stellen. |
6. De havenbeheerder stelt de gebruikers van de haven en de vertegenwoordigers of verenigingen van havengebruikers op transparante wijze in kennis van de structuur van de heffingen op het gebruik van haveninfrastructuur en de criteria die zijn gehanteerd om het niveau ervan vast te stellen. Hij stelt gebruikers van haveninfrastructuur ten minste drie maanden van tevoren in kennis van wijzigingen in het niveau van de heffingen op het gebruik van haveninfrastructuur of in de structuur van de heffingen of de criteria die zijn gehanteerd om het niveau ervan vast te stellen. De havenbeheerder hoeft geen inzage te geven in gedifferentieerde heffingen die het gevolg zijn van individuele onderhandelingen. |
Amendement 114
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 — lid 7
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. De havenbeheerder stelt de Commissie en de bevoegde onafhankelijke toezichthoudende instantie op verzoek de in artikel 4 bedoelde informatie ter beschikking , alsmede gedetailleerde informatie over de kosten en inkomsten die als basis hebben gediend voor het bepalen van de structuur en het niveau van de heffingen op het gebruik van haveninfrastructuur en de gebruikte methode om het niveau van die heffingen voor het gebruik van installaties en diensten waarop deze betrekking hebben vast te stellen. |
7. De havenbeheerder stelt in geval van een formele klacht en op verzoek de krachtens artikel 17 aangewezen instantie en de Commissie de in lid 4 bedoelde informatie ter beschikking die als basis heeft gediend voor het bepalen van de structuur en het niveau van de heffingen op het gebruik van haveninfrastructuur en de gebruikte methode om het niveau van die heffingen op het gebruik van installaties en diensten waarop deze betrekking hebben vast te stellen. |
Amendement 115
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De havenbeheerder stelt een commissie in van vertegenwoordigers van exploitanten van vaartuigen, eigenaars van vracht of andere havengebruikers die een heffing op het gebruik van haveninfrastructuur en/of een heffing op een havendienst dienen te betalen. Deze commissie wordt de „adviescommissie van havengebruikers” genoemd. |
Schrappen |
Amendement 116
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De havenbeheerder raadpleegt de adviescommissie van havengebruikers jaarlijks, voorafgaand aan de vaststelling van de heffingen op het gebruik van haveninfrastructuur, over de structuur en het niveau van deze heffingen . De aanbieders van havendiensten als bedoeld in de artikelen 6 en 9 raadplegen de adviescommissie van havengebruikers jaarlijks, voorafgaand aan de vaststelling van de heffingen op havendiensten, over de structuur en het niveau van deze heffingen. De havenbeheerder verstrekt toereikende faciliteiten voor deze raadpleging en wordt door de aanbieders van havendiensten in kennis gesteld van de resultaten van de raadpleging. |
2. De havenbeheerder zorgt ervoor dat er passende regelingen zijn om havengebruikers te raadplegen, met inbegrip van relevante onderling verbonden vervoersexploitanten. In geval van aanzienlijke wijzigingen van de heffingen op het gebruik van haveninfrastructuur raadpleegt hij de havengebruikers. De aanbieders van de havendiensten stellen de havengebruikers passende informatie ter beschikking over de structuur van de heffingen op havendiensten en de voor het bepalen hiervan gehanteerde criteria . Interne exploitanten die havendiensten aanbieden waarvoor een openbaredienstverplichting geldt en de aanbieders van havendiensten als bedoeld in de artikelen 6 , lid 1, letter b) raadplegen de havengebruikers jaarlijks en voorafgaand aan de vaststelling van de heffingen op havendiensten, over de structuur en het niveau van deze heffingen. De havenbeheerder treft toereikende regelingen voor deze raadpleging en wordt door de aanbieders van havendiensten in kennis gesteld van de resultaten van de raadpleging. |
|
De in dit lid vermelde verplichtingen kunnen worden opgelegd aan exploitanten die reeds in de haven gevestigd zijn, waaronder exploitanten met een andere opzet. |
Amendement 117
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 — lid 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De havenbeheerder raadpleegt regelmatig belanghebbenden, zoals in de haven gevestigde ondernemingen, aanbieders van havendiensten, exploitanten van vaartuigen, eigenaars van vracht, exploitanten van vervoer over land en overheidsinstanties die in het havengebied actief zijn, over het volgende: |
1. De havenbeheerder raadpleegt de in haven gevestigde relevante belanghebbenden en de overheidsdiensten die verantwoordelijk zijn voor de planning van vervoersinfrastructuur waar nodig regelmatig over de volgende kwesties : |
Amendement 118
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 — lid 1 — letter c bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 119
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 — lid 1 — letter c ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 120
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 — titel
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Onafhankelijke toezichthoudende instantie |
Onafhankelijk toezicht |
Amendement 121
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten zorgen ervoor dat een onafhankelijke toezichthoudende instantie toezicht uitoefent op de toepassing van deze verordening in alle zeehavens op het grondgebied van de lidstaten die onder deze verordening vallen. |
1. De lidstaten zorgen ervoor dat er effectieve regelingen zijn om klachten te behandelen voor alle maritieme havens op het grondgebied van de lidstaten die onder deze verordening vallen. Hiertoe wijzen de lidstaten een of meer instanties aan. |
Amendement 122
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De onafhankelijke toezichthoudende instantie is een juridisch zelfstandige entiteit en is functioneel onafhankelijk van havenbeheerders en aanbieders van havendiensten. Lidstaten die de eigendom van of de zeggenschap over havens of havenbeheerders behouden, zorgen voor een daadwerkelijke structurele scheiding tussen de in deze verordening omschreven toezichthoudende taken en de met eigendom of zeggenschap verband houdende activiteiten. De onafhankelijke toezichthoudende instantie oefent haar bevoegdheden onpartijdig en op transparante wijze uit en met inachtneming van de vrijheid van ondernemen. |
2. Het onafhankelijk toezicht wordt uitgeoefend op een manier die belangenconflicten voorkomt en juridisch gescheiden en functioneel onafhankelijk is van havenbeheerders en aanbieders van havendiensten. Lidstaten die de eigendom van of de zeggenschap over havens of havenbeheerders behouden, zorgen ervoor dat er een daadwerkelijke structurele scheiding is tussen de taken in verband met de behandeling van klachten en de met eigendom of zeggenschap verband houdende activiteiten. Het onafhankelijk toezicht wordt onpartijdig en transparant uitgevoerd, met inachtneming van de vrijheid van ondernemen. |
Amendement 123
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De onafhankelijke toezichthoudende instantie neemt klachten die zijn ingediend door partijen met een rechtmatig belang en geschillen die aan haar zijn voorgelegd in verband met de toepassing van deze verordening in behandeling. |
3. De lidstaten zorgen ervoor dat havengebruikers en andere relevante belanghebbenden op de hoogte worden gesteld van de plaats waar en de wijze waarop een klacht kan worden ingediend, met inbegrip van een vermelding van de instanties die verantwoordelijk zijn voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 12, lid 5, artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 7. |
Amendement 124
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Indien een geschil ontstaat tussen in verschillende lidstaten gevestigde partijen, is de onafhankelijke toezichthoudende instantie van de lidstaat van de haven waar het geschil verondersteld wordt te zijn ontstaan bevoegd om het geschil te beslechten. |
4. Indien een geschil ontstaat tussen in verschillende lidstaten gevestigde partijen, is de lidstaat van de haven waar het geschil verondersteld wordt te zijn ontstaan bevoegd om het geschil te beslechten. De betrokken lidstaten werken met elkaar samen en wisselen informatie met elkaar uit betreffende hun werkzaamheden. |
Amendement 125
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 — lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De onafhankelijke toezichthoudende instantie heeft het recht om havenbeheerders, aanbieders van havendiensten en havengebruikers te verplichten om alle informatie te verstrekken die nodig is om toezicht op de toepassing van deze verordening te kunnen houden. |
5. Ingeval er een formele klacht wordt ingediend door een partij met een rechtmatig belang, heeft de relevante instantie die onafhankelijk toezicht houdt, het recht om havenbeheerders, aanbieders van havendiensten en havengebruikers te verplichten om alle informatie te verstrekken die nodig is om toezicht op de toepassing van deze verordening te kunnen houden. |
Amendement 126
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 — lid 6
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De onafhankelijke toezichthoudende instantie kan op eigen initiatief of op verzoek van een bevoegde instantie in de lidstaat adviezen uitbrengen over alle kwesties die verband houden met de toepassing van deze verordening. |
Schrappen |
Amendement 127
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 — lid 7
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. De onafhankelijke toezichthoudende instantie kan de betrokken adviescommissie van havengebruikers raadplegen over de behandeling van klachten of de beslechting van geschillen. |
Schrappen |
Amendement 128
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 — lid 8
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. De besluiten van de onafhankelijke toezichthoudende instantie hebben bindende rechtsgevolgen, rechterlijke toetsing onverlet latend. |
8. De besluiten van de relevante instantie die onafhankelijk toezicht houdt hebben bindende rechtsgevolgen, rechterlijke toetsing onverlet latend. |
Amendement 129
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 — lid 9
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
9. De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op 1 juli 2015 de identiteit van de onafhankelijke toezichthoudende instantie mee , en vervolgens elke wijziging daarvan. De Commissie maakt de lijst van onafhankelijke toezichthoudende instanties bekend en werkt deze bij op haar website. |
9. De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op … (*2) de regelingen en procedures mee die zijn ingesteld ter naleving van de leden 1 en 2 van dit artikel , en vervolgens onverwijld elke wijziging daarvan. De Commissie maakt de lijst van de relevante instanties bekend en werkt deze bij op haar website. |
Amendement 130
Voorstel voor een verordening
Artikel 18
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 18 |
Schrappen |
Samenwerking tussen onafhankelijke toezichthoudende instanties |
|
1. De onafhankelijke toezichthoudende instanties wisselen informatie uit over hun werkzaamheden en besluitvormingsbeginselen en -praktijken teneinde een uniforme tenuitvoerlegging van deze verordening te vergemakkelijken. Voor dit doel nemen zij deel aan en werken zij samen in een netwerk dat op regelmatige tijdstippen en ten minste eenmaal per jaar bijeenkomt. De Commissie neemt deel aan, coördineert en ondersteunt de werkzaamheden van het netwerk. |
|
2. De onafhankelijke toezichthoudende instanties werken nauw samen met het oog op het verlenen van wederzijdse bijstand bij de uitvoering van hun taken, waaronder het verrichten van het benodigde onderzoek in het kader van de behandeling van klachten en de beslechting van geschillen waarbij havens in verschillende lidstaten zijn betrokken. Voor dit doel stelt een onafhankelijke toezichthoudende instantie aan een andere onafhankelijke toezichthoudend instantie, na een gemotiveerd verzoek daartoe, de informatie ter beschikking die voor die instantie nodig heeft om haar verantwoordelijkheden krachtens deze verordening te vervullen. |
|
3. De lidstaten zorgen ervoor dat de onafhankelijke toezichthoudende instanties de Commissie, na een met redenen omkleed verzoek, de informatie verstrekken die zij nodig heeft om haar taken te vervullen. De door de Commissie gevraagde informatie dient in evenredig te zijn met die taken. |
|
4. Wanneer informatie door de onafhankelijke toezichthoudende instantie in overeenstemming met de nationale en EU-regelgeving betreffende vertrouwelijke bedrijfsgegevens als vertrouwelijk wordt beschouwd, garanderen de andere onafhankelijke toezichthoudende instanties en de Commissie het vertrouwelijke karakter van de verstrekte informatie. Deze informatie mag alleen worden gebruikt voor de behandeling van de klacht of het geschil waarop het verzoek betrekking heeft. |
|
5. Op basis van de ervaringen van de onafhankelijke toezichthoudende instanties en de werkzaamheden van het netwerk als bedoeld in lid 1, en met het oog op een efficiënte samenwerking, kan de Commissie gemeenschappelijke beginselen voor passende regelingen voor de informatie-uitwisseling tussen de onafhankelijke toezichthoudende instanties vaststellen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 22, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. |
|
Amendement 131
Voorstel voor een verordening
Artikel 19 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Elke partij met een rechtmatig belang heeft het recht om beroep aan te tekenen tegen de besluiten of afzonderlijke maatregelen die krachtens deze verordening door de bevoegde instanties, de havenbeheerder of de onafhankelijke toezichthoudende instantie worden genomen bij een beroepsinstantie die onafhankelijk is van de betrokken partijen. Deze beroepsinstantie kan een rechtbank zijn. |
1. Elke partij met een rechtmatig belang heeft het recht om beroep aan te tekenen tegen de besluiten of afzonderlijke maatregelen die krachtens deze verordening door de bevoegde instanties, de havenbeheerder of een krachtens artikel 17 aangewezen instantie worden genomen bij een beroepsinstantie die onafhankelijk is van de betrokken partijen. Deze beroepsinstantie kan een rechtbank zijn. |
Amendement 132
Voorstel voor een verordening
Artikel 20 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De lidstaten stellen de regels vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op schendingen van de bepalingen van deze verordening en nemen alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de bepalingen worden uitgevoerd. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten delen de Commissie de desbetreffende bepalingen uiterlijk op 1 juli 2015 mee en stellen haar onverwijld in kennis van alle eventuele latere wijzigingen. |
De lidstaten stellen de regels vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op schendingen van de bepalingen van deze verordening en nemen alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de bepalingen worden uitgevoerd. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op … (*3) van die bepalingen in kennis en delen haar onverwijld alle latere wijzigingen van die bepalingen mede . |
Amendement 133
Voorstel voor een verordening
Artikel 21
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 21 |
Schrappen |
Uitoefening van de delegatie |
|
1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt overeenkomstig de voorwaarden van dit artikel verleend aan de Commissie. |
|
2. De in artikel 14 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend voor onbepaalde tijd. |
|
3. De in artikel 14 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of door de Raad worden ingetrokken. Een besluit tot intrekking maakt een einde aan de bevoegdheidsdelegatie die in het besluit wordt vermeld. Dit treedt in werking op de dag volgend op de publicatie van dat besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie of een latere datum die daarin nader wordt bepaald. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. |
|
4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling vaststelt, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad. |
|
5. Een gedelegeerde handeling uit hoofde van artikel 14 treedt uitsluitend in werking als geen bezwaar is geuit door het Europees Parlement of de Raad binnen een periode van 2 maanden na de mededeling van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad of wanneer het Europees Parlement en de Raad de Commissie, vóór het verstrijken van die periode, ervan in kennis hebben gesteld dat zij geen bezwaar zullen uiten. Deze periode kan op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met 2 maanden worden verlengd. |
|
Amendement 134
Voorstel voor een verordening
Artikel 22
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 22 |
Schrappen |
Comitéprocedure |
|
1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011. |
|
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. |
|
Amendement 135
Voorstel voor een verordening
Artikel 23
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie brengt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de werking en de effecten van de verordening, desgevallend vergezeld van relevante voorstellen. |
Ter beoordeling van de werking en de effecten van deze verordening worden bij het Europees Parlement en de Raad periodieke verslagen ingediend. De Commissie brengt uiterlijk op … (*4) een eerste verslag uit en om de drie jaar periodieke verslagen, in voorkomend geval vergezeld van relevante voorstellen. De verslagen van de Commissie houden rekening met de vorderingen van het EU-comité voor sociale dialoog in de havensector. |
Amendement 136
Voorstel voor een verordening
Artikel 25
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgend op die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgend op die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2015 . |
Zij is van toepassing met ingang van ... (*5) . |
(1) De zaak werd voor een nieuwe behandeling terugverwezen naar de bevoegde commissie op grond van artikel 61, lid 2, tweede alinea, van het Reglement (A8-0023/2016).
(1bis) Verordening (EEG) nr. 3577/92 van de Raad van 7 december 1992 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer binnen de lidstaten (cabotage in het zeevervoer) (PB L 364 van 12.12.1992, blz. 7).
(1ter) Arrest van het Hof van Justitie van 11 januari 2007 in Zaak C-251/04, Commissie/Helleense Republiek, C-251/04, ECLI:EU:C:2007:5.
(7) Voorstel voor een richtlijn betreffende de gunning van concessieopdrachten (COM(2011) 897 final.
(2) PB C 179 van 1.8.2006, blz. 2.
(11) PB L 82 van 22.3.2001, blz. 16.
(11) PB L 82 van 22.3.2001, blz. 16.
(1bis) Richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten, PB L 94 van 28.3.2014, blz. 1).
(1bis) Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1).
(13) PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13
(1bis) Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1).
(*1) 24 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening.
(1bis) Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).
(15) Voorstel voor een richtlijn betreffende de gunning van concessieopdrachten (COM 2011) 897 definitief.
(16) Voorstel voor een richtlijn betreffende het gunnen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten(COM(2011) 0895 final).
(17) Voorstel voor een richtlijn betreffende het gunnen van overheidsopdrachten (COM/2011/0896 final).
(*2) 24 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening.
(*3) 24 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening.
(*4) vier jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
(*5) 24 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening.