This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016CA0194
Case C-194/16: Judgment of the Court (Grand Chamber) of 17 October 2017 (request for a preliminary ruling from the Riigikohus — Estonia) — Bolagsupplysningen OÜ, Ingrid Ilsjan v Svensk Handel AB (Reference for a preliminary ruling — Judicial cooperation in civil matters — Regulation (EU) No 1215/2012 — Article 7(2) — Special jurisdiction in matters relating to tort, delict or quasi-delict — Infringement of the rights of a legal person by the publication on the internet of allegedly incorrect information concerning that person and by the failure to remove comments relating to that person — Place where the damage occurred — Centre of interests of that person)
Zaak C-194/16: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 17 oktober 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Riigikohus — Estland) — Bolagsupplysningen OÜ, Ingrid Ilsjan / Svensk Handel AB [Prejudiciële verwijzing — Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Verordening (EU) nr. 1215/2012 — Artikel 7, punt 2 — Bijzondere bevoegdheid ten aanzien van verbintenissen uit onrechtmatige daad — Schending van de rechten van een rechtspersoon door de publicatie op internet van beweerdelijk onjuiste gegevens over hem en door het niet verwijderen van op hem betrekking hebbende reacties — Plaats waar de schade is ingetreden — Centrum van de belangen van deze persoon]
Zaak C-194/16: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 17 oktober 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Riigikohus — Estland) — Bolagsupplysningen OÜ, Ingrid Ilsjan / Svensk Handel AB [Prejudiciële verwijzing — Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Verordening (EU) nr. 1215/2012 — Artikel 7, punt 2 — Bijzondere bevoegdheid ten aanzien van verbintenissen uit onrechtmatige daad — Schending van de rechten van een rechtspersoon door de publicatie op internet van beweerdelijk onjuiste gegevens over hem en door het niet verwijderen van op hem betrekking hebbende reacties — Plaats waar de schade is ingetreden — Centrum van de belangen van deze persoon]
PB C 424 van 11.12.2017, p. 4–5
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
11.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 424/4 |
Arrest van het Hof (Grote kamer) van 17 oktober 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Riigikohus — Estland) — Bolagsupplysningen OÜ, Ingrid Ilsjan / Svensk Handel AB
(Zaak C-194/16) (1)
([Prejudiciële verwijzing - Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken - Verordening (EU) nr. 1215/2012 - Artikel 7, punt 2 - Bijzondere bevoegdheid ten aanzien van verbintenissen uit onrechtmatige daad - Schending van de rechten van een rechtspersoon door de publicatie op internet van beweerdelijk onjuiste gegevens over hem en door het niet verwijderen van op hem betrekking hebbende reacties - Plaats waar de schade is ingetreden - Centrum van de belangen van deze persoon])
(2017/C 424/05)
Procestaal: Ests
Verwijzende rechter
Riigikohus
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: Bolagsupplysningen OÜ, Ingrid Ilsjan
Verwerende partij: Svensk Handel AB
Dictum
1) |
Artikel 7, punt 2, van verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken dient aldus te worden uitgelegd dat een rechtspersoon die stelt dat zijn persoonlijkheidsrechten zijn geschonden door de publicatie op internet van onjuiste gegevens over hem en door het niet verwijderen van op hem betrekking hebbende reacties, een beroep kan instellen tot rectificatie van die gegevens, verwijdering van die reacties en vergoeding van alle geleden schade bij de gerechten van de lidstaat waar zich het centrum van zijn belangen bevindt. Verricht de betrokken rechtspersoon het grootste deel van zijn activiteiten in een andere lidstaat dan die waar hij zijn statutaire zetel heeft, dan kan hij de vermeende veroorzaker van de aantasting in die andere lidstaat oproepen met een beroep op de plaats waar de schade is ingetreden. |
2) |
Artikel 7, punt 2, van verordening nr. 1215/2012 dient aldus te worden uitgelegd dat een persoon die stelt dat zijn persoonlijkheidsrechten zijn geschonden door de publicatie op internet van onjuiste gegevens over hem en door het niet verwijderen van op hem betrekking hebbende reacties niet bij de gerechten van elke lidstaat op het grondgebied waarvan de op internet gepubliceerde informatie toegankelijk is of was, een beroep kan instellen tot rectificatie van die gegevens en verwijdering van die reacties. |