This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016CA0151
Case C-151/16: Judgment of the Court (First Chamber) of 13 July 2017 (request for a preliminary ruling from the Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas — Lithuania) — ‘Vakarų Baltijos laivų statykla’ UAB v Valstybinė mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos (Reference for a preliminary ruling — Directive 2003/96/EC — Taxation of energy products and electricity — Article 14(1)(c) — Exemption of energy products used as fuel for the purpose of navigation within European Union waters and to produce electricity on board a craft — Fuel used by a ship to sail from the place where it was built to the port of another Member State for the purpose of taking on its first commercial cargo)
Zaak C-151/16: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 13 juli 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas — Litouwen) — „Vakarų Baltijos laivų statykla” UAB/Valstybinė mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos [Prejudiciële verwijzing — Richtlijn 2003/96/EG — Heffing van belasting over energieproducten en elektriciteit — Artikel 14, lid 1, onder c) — Vrijstelling van energieproducten die worden gebruikt als brandstof voor de vaart in wateren van de Europese Unie en om elektriciteit op te wekken aan boord van een vaartuig — Brandstof gebruikt door een schip om van de plaats waar het is gebouwd, naar een haven in een andere lidstaat te varen opdat het daar zijn eerste commerciële vracht zou kunnen inladen]
Zaak C-151/16: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 13 juli 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas — Litouwen) — „Vakarų Baltijos laivų statykla” UAB/Valstybinė mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos [Prejudiciële verwijzing — Richtlijn 2003/96/EG — Heffing van belasting over energieproducten en elektriciteit — Artikel 14, lid 1, onder c) — Vrijstelling van energieproducten die worden gebruikt als brandstof voor de vaart in wateren van de Europese Unie en om elektriciteit op te wekken aan boord van een vaartuig — Brandstof gebruikt door een schip om van de plaats waar het is gebouwd, naar een haven in een andere lidstaat te varen opdat het daar zijn eerste commerciële vracht zou kunnen inladen]
PB C 293 van 4.9.2017, p. 8–8
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
4.9.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 293/8 |
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 13 juli 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas — Litouwen) — „Vakarų Baltijos laivų statykla” UAB/Valstybinė mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos
(Zaak C-151/16) (1)
([Prejudiciële verwijzing - Richtlijn 2003/96/EG - Heffing van belasting over energieproducten en elektriciteit - Artikel 14, lid 1, onder c) - Vrijstelling van energieproducten die worden gebruikt als brandstof voor de vaart in wateren van de Europese Unie en om elektriciteit op te wekken aan boord van een vaartuig - Brandstof gebruikt door een schip om van de plaats waar het is gebouwd, naar een haven in een andere lidstaat te varen opdat het daar zijn eerste commerciële vracht zou kunnen inladen])
(2017/C 293/10)
Procestaal: Litouws
Verwijzende rechter
Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij:„Vakarų Baltijos laivų statykla” UAB
Verwerende partij: Valstybinė mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos
Dictum
1) |
Artikel 14, lid 1, onder c), van richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit moet aldus worden uitgelegd dat de in deze bepaling bedoelde vrijstelling van toepassing is op de brandstof die wordt gebruikt om een schip zonder lading te laten varen van een haven in een lidstaat — in casu de lidstaat waar dit schip is gebouwd — naar een haven in een andere lidstaat om daar goederen in te laden die vervolgens moeten worden vervoerd naar een haven in een derde lidstaat. |
2) |
Artikel 14, lid 1, onder c), van richtlijn 2003/96 moet aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een regeling van een lidstaat als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, op grond waarvan de in die bepaling bedoelde vrijstelling niet van toepassing is wanneer de bevoorrading van een schip met energieproducten heeft plaatsgevonden zonder dat is voldaan aan de formele vereisten van die regeling, ook al zijn alle in die bepaling gestelde toepassingsvoorwaarden vervuld. |