Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CN0111

    Zaak C-111/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Monomeles Protodikeio Athinon (Griekenland) op 7 maart 2017 — O. L./P. Q.

    PB C 144 van 8.5.2017, p. 32–32 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    8.5.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 144/32


    Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Monomeles Protodikeio Athinon (Griekenland) op 7 maart 2017 — O. L./P. Q.

    (Zaak C-111/17)

    (2017/C 144/42)

    Procestaal: Grieks

    Verwijzende rechter

    Monomeles Protodikeio Athinon (Griekenland)

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: O. L.

    Verwerende partij: P. Q.

    Prejudiciële vraag

    Welke uitlegging dient aan de uitdrukking „gewone verblijfplaats” in de zin van artikel 11, lid 1, van verordening (EG) nr. 2201/2003 (1)„betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid” te worden gegeven in het geval van een zuigeling die toevallig of door overmacht is geboren op een andere plaats dan die welke zijn ouders, die gezamenlijk de ouderlijke verantwoordelijkheid voor hem dragen, als zijn gewone verblijfplaats voor ogen hadden, en die sindsdien door een van zijn ouders ongeoorloofd is vastgehouden in de staat waar hij is geboren dan wel is overgebracht naar een derde staat[?] Is, meer in het bijzonder, de fysieke aanwezigheid hoe dan ook een noodzakelijke en vanzelfsprekende voorwaarde om te kunnen spreken van de gewone verblijfplaats van een persoon en met name van een boreling?


    (1)  PB 2003, L 338, blz. 1.


    Top