This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015CA0398
Case C-398/15: Judgment of the Court (Second Chamber) of 9 March 2017 (request for a preliminary ruling from the Corte suprema di cassazione — Italy) — Camera di Commercio, Industria, Artigianato e Agricoltura di Lecce v Salvatore Manni (Reference for a preliminary ruling — Personal data — Protection of individuals with regard to the processing of personal data — Directive 95/46/EC — Article 6(1)(e) — Data subject to disclosure in the companies register — First Directive 68/151/EEC — Article 3 — Winding-up of the company concerned — Restriction of access to that data by third parties)
Zaak C-398/15: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 9 maart 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione — Italië) — Camera di Commercio, Industria, Artigianato e Agricoltura di Lecce/Salvatore Manni [Prejudiciële verwijzing — Persoonsgegevens — Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van deze gegevens — Richtlijn 95/46/EG — Artikel 6, lid 1, onder e) — Gegevens die in het vennootschapsregister openbaar moeten worden gemaakt — Eerste richtlijn (68/151/EEG) — Artikel 3 — Ontbinding van de betrokken vennootschap — Beperking van de toegang van derden tot deze gegevens]
Zaak C-398/15: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 9 maart 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione — Italië) — Camera di Commercio, Industria, Artigianato e Agricoltura di Lecce/Salvatore Manni [Prejudiciële verwijzing — Persoonsgegevens — Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van deze gegevens — Richtlijn 95/46/EG — Artikel 6, lid 1, onder e) — Gegevens die in het vennootschapsregister openbaar moeten worden gemaakt — Eerste richtlijn (68/151/EEG) — Artikel 3 — Ontbinding van de betrokken vennootschap — Beperking van de toegang van derden tot deze gegevens]
PB C 144 van 8.5.2017, p. 6–6
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
8.5.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 144/6 |
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 9 maart 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione — Italië) — Camera di Commercio, Industria, Artigianato e Agricoltura di Lecce/Salvatore Manni
(Zaak C-398/15) (1)
([Prejudiciële verwijzing - Persoonsgegevens - Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van deze gegevens - Richtlijn 95/46/EG - Artikel 6, lid 1, onder e) - Gegevens die in het vennootschapsregister openbaar moeten worden gemaakt - Eerste richtlijn (68/151/EEG) - Artikel 3 - Ontbinding van de betrokken vennootschap - Beperking van de toegang van derden tot deze gegevens])
(2017/C 144/07)
Procestaal: Italiaans
Verwijzende rechter
Corte suprema di cassazione
Partijen in het hoofdgeding
Eiseres tot cassatie: Camera di Commercio, Industria, Artigianato e Agricoltura di Lecce
Verweerder in cassatie: Salvatore Manni
Dictum
Artikel 6, lid 1, onder e), artikel 12, onder b), en artikel 14, eerste alinea, onder a), van richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, gelezen in samenhang met artikel 3 van de Eerste richtlijn (68/151/EEG) van de Raad van 9 maart 1968 strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de lidstaten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 58 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks teneinde die waarborgen gelijkwaardig te maken, zoals gewijzigd bij richtlijn 2003/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2003, moeten aldus worden uitgelegd dat het bij de huidige stand van het Unierecht aan de lidstaten is om te bepalen of natuurlijke personen als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder d) en j), van richtlijn 68/151 de met het houden van het centraal register, handelsregister of vennootschapsregister belaste autoriteit mogen verzoeken om op basis van een beoordeling per geval na te gaan of het, om zwaarwegende en gerechtvaardigde redenen die verband houden met hun bijzondere situatie, bij wijze van uitzondering gerechtvaardigd is om, na verloop van een voldoende lange termijn na de ontbinding van de betrokken vennootschap, de toegang tot in dat register over hen opgenomen persoonsgegevens te beperken tot derden die een aantoonbaar belang hebben bij inzage in die gegevens.