EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016TN0873
Case T-873/16: Action brought on 8 December 2016 — Groupe Canal + v European Commission
Zaak T-873/16: Beroep ingesteld op 8 december 2016 — Groupe Canal +/Commissie
Zaak T-873/16: Beroep ingesteld op 8 december 2016 — Groupe Canal +/Commissie
PB C 38 van 6.2.2017, p. 50–52
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
6.2.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38/50 |
Beroep ingesteld op 8 december 2016 — Groupe Canal +/Commissie
(Zaak T-873/16)
(2017/C 038/66)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Groupe Canal + (Issy-les-Moulineaux, Frankrijk) (vertegenwoordigers: P. Wilhelm, P. Gassenbach en O. de Juvigny, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:
— |
primair,
|
— |
subsidiair,
|
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.
1. |
Het eerste middel is ontleend aan een kennelijke beoordelingsfout van de Commissie waar zij de tussen GROUPE CANAL + en Pictures International Limited (hierna: „Paramount”) gesloten overeenkomst, wat het doel ervan betreft, als strijdig met artikel 101, lid 1, VWEU heeft aangemerkt en zij heeft geoordeeld dat de door Paramount aangeboden toezeggingen geen afbreuk deden aan de culturele diversiteit en — meer in het algemeen — aan de financiering en de exploitatie van films in de EER. Dit middel valt uiteen in twee onderdelen.
|
2. |
Het tweede middel is ontleend aan een kennelijke overschrijding door de Commissie van haar beoordelingsbevoegdheid, waar zij toezeggingen heeft aanvaard die zijn ingediend ter tegemoetkoming van mededingingsbezwaren die zijn niet had geformuleerd in haar voorafgaand onderzoek. Ook dit middel valt uiteen in twee onderdelen.
|
3. |
Het derde middel is ontleend aan een kennelijke schending door de Commissie van het evenredigheidsbeginsel. Dit middel bestaat uit drie onderdelen.
|
4. |
Het vierde middel is ontleend aan misbruik van bevoegdheid door de Commissie, aangezien de door haar verbindend verklaarde toezeggingen een inmenging opleveren in de wetgevingsprocedure die nog hangende is bij het Europees Parlement, dat voorbehoud en bezwaren heeft geformuleerd met betrekking tot de opheffing van de territorialiteit van de licenties in de audiovisuele sector en met betrekking tot de impact daarvan op de financiering van de filmindustrie, de concentratie van de sector en de culturele diversiteit. De Commissie heeft daarmee geenszins rekening gehouden maar is via onderhandelingen met één enkele niet-Europese onderneming, namelijk Paramount, vooruitgelopen op de uitkomst van belangrijke wetgevende besprekingen. Dit middel bevat twee onderdelen.
|