EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014CA0397
Case C-397/14: Judgment of the Court (Second Chamber) of 14 April 2016 (request for a preliminary ruling from the Sąd Najwyższy — Poland) — Polkomtel sp. z o.o. v Prezes Urzędu Komunikacji Elektronicznej (Reference for a preliminary ruling — Electronic communications networks and services — Directive 2002/22/EC — Article 28 — Non-geographic numbers — Access by end-users residing in the Member State for operators to services using non-geographic numbers — Directive 2002/19/EC — Articles 5, 8 and 13 — Powers and responsibilities of the national regulatory authorities with regard to access and interconnection — Imposition, amendment or withdrawal of obligations — Imposition of obligations on undertakings that control access to end-users — Price control — Undertaking not having significant market power on the market — Directive 2002/21/EC — Resolution of disputes between undertakings — Decision of the national regulatory authority laying down the conditions of cooperation and the pricing procedures for services between undertakings)
Zaak C-397/14: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 14 april 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Najwyższy — Polen) — Polkomtel sp. z o.o./Prezes Urzędu Komunikacji Elektronicznej (Prejudiciële verwijzing — Elektronischecommunicatienetwerken en -diensten — Richtlijn 2002/22/EG — Artikel 28 — Niet-geografische nummers — Toegang van eindgebruikers in de lidstaat van de exploitant tot diensten met gebruikmaking van niet-geografische nummers — Richtlijn 2002/19/EG — Artikelen 5, 8 en 13 — Bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de nationale regelgevende instanties met betrekking tot toegang en interconnectie — Oplegging, wijziging of opheffing van verplichtingen — Opleggen van verplichtingen aan ondernemingen die de toegang tot eindgebruikers controleren — Prijscontrole — Onderneming zonder aanmerkelijke marktmacht — Richtlijn 2002/21/EG — Beslechting van geschillen tussen ondernemingen — Besluit van de nationale regelgevende instantie waarbij de voorwaarden voor samenwerking en de regels voor de tariefstelling voor de diensten tussen ondernemingen worden vastgesteld)
Zaak C-397/14: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 14 april 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Najwyższy — Polen) — Polkomtel sp. z o.o./Prezes Urzędu Komunikacji Elektronicznej (Prejudiciële verwijzing — Elektronischecommunicatienetwerken en -diensten — Richtlijn 2002/22/EG — Artikel 28 — Niet-geografische nummers — Toegang van eindgebruikers in de lidstaat van de exploitant tot diensten met gebruikmaking van niet-geografische nummers — Richtlijn 2002/19/EG — Artikelen 5, 8 en 13 — Bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de nationale regelgevende instanties met betrekking tot toegang en interconnectie — Oplegging, wijziging of opheffing van verplichtingen — Opleggen van verplichtingen aan ondernemingen die de toegang tot eindgebruikers controleren — Prijscontrole — Onderneming zonder aanmerkelijke marktmacht — Richtlijn 2002/21/EG — Beslechting van geschillen tussen ondernemingen — Besluit van de nationale regelgevende instantie waarbij de voorwaarden voor samenwerking en de regels voor de tariefstelling voor de diensten tussen ondernemingen worden vastgesteld)
PB C 211 van 13.6.2016, p. 11–12
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
13.6.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 211/11 |
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 14 april 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Najwyższy — Polen) — Polkomtel sp. z o.o./Prezes Urzędu Komunikacji Elektronicznej
(Zaak C-397/14) (1)
((Prejudiciële verwijzing - Elektronischecommunicatienetwerken en -diensten - Richtlijn 2002/22/EG - Artikel 28 - Niet-geografische nummers - Toegang van eindgebruikers in de lidstaat van de exploitant tot diensten met gebruikmaking van niet-geografische nummers - Richtlijn 2002/19/EG - Artikelen 5, 8 en 13 - Bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de nationale regelgevende instanties met betrekking tot toegang en interconnectie - Oplegging, wijziging of opheffing van verplichtingen - Opleggen van verplichtingen aan ondernemingen die de toegang tot eindgebruikers controleren - Prijscontrole - Onderneming zonder aanmerkelijke marktmacht - Richtlijn 2002/21/EG - Beslechting van geschillen tussen ondernemingen - Besluit van de nationale regelgevende instantie waarbij de voorwaarden voor samenwerking en de regels voor de tariefstelling voor de diensten tussen ondernemingen worden vastgesteld))
(2016/C 211/12)
Procestaal: Pools
Verwijzende rechter
Sąd Najwyższy
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Polkomtel sp. z o.o.
Verwerende partij: Prezes Urzędu Komunikacji Elektronicznej
in tegenwoordigheid van: Orange Polska S.A., voorheen Telekomunikacja Polska S.A.
Dictum
1) |
Artikel 28 van richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (universeledienstrichtlijn) moet aldus worden uitgelegd dat een lidstaat kan bepalen dat een exploitant van een openbaar elektronischecommunicatienetwerk ervoor moet zorgen dat alle eindgebruikers van zijn netwerk in die lidstaat — en niet enkel eindgebruikers uit andere lidstaten — toegang hebben tot niet-geografische nummers. |
2) |
De artikelen 5, lid 1, en 8, lid 3, van richtlijn 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronischecommunicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (toegangsrichtlijn), in samenhang met artikel 28 van richtlijn 2002/22, moeten aldus worden uitgelegd dat zij het mogelijk maken dat een nationale regelgevende instantie in het kader van de beslechting van een geschil tussen twee exploitanten aan een ervan de verplichting oplegt ervoor te zorgen dat eindgebruikers toegang hebben tot diensten met gebruikmaking van niet-geografische nummers die worden verricht in het netwerk van de andere exploitant, en krachtens artikel 13 van richtlijn 2002/19 regels voor de tariefstelling voor deze toegang tussen deze exploitanten vaststelt zoals die aan de orde in het hoofdgeding, mits deze verplichtingen objectief, transparant, evenredig en niet-discriminerend zijn, gebaseerd op de aard van het geconstateerde probleem en gerechtvaardigd in het licht van de doelstellingen genoemd in artikel 8 van richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (kaderrichtlijn), en de in de artikelen 6 en 7 van deze richtlijn voorgeschreven procedures, in voorkomend geval, in acht zijn genomen. Het staat aan de nationale rechter een en ander na te gaan. |