This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62013CA0170
Case C-170/13: Judgment of the Court (Fifth Chamber) of 16 July 2015 (request for a preliminary ruling from the Landgericht Düsseldorf — Germany) — Huawei Technologies Co. Ltd v ZTE Corp., ZTE Deutschland GmbH (Competition — Article 102 TFEU — Undertaking holding a patent essential to a standard which has given a commitment, to the standardisation body, to grant third parties a licence for that patent on fair, reasonable and non-discriminatory terms (‘FRAND terms’) — Abuse of a dominant position — Actions for infringement — Action seeking a prohibitory injunction — Action seeking the recall of products — Action seeking the rendering of accounts — Action for damages — Obligations of the proprietor of a patent which is essential to a standard)
Zaak C-170/13: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 16 juli 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Düsseldorf — Duitsland) — Huawei Technologies Co. Ltd/ZTE Corp., ZTE Deutschland GmbH [Mededinging — Artikel 102 VWEU — Onderneming houdster van een standaard-essentieel octrooi, die zich jegens een standaardisatieorganisatie de verbintenis is aangegaan aan derden licenties te verlenen onder eerlijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden, genoemd „FRAND”(„fair, reasonable and non-discriminatory”)-voorwaarden — Misbruik van machtspositie — Beroepen wegens inbreuk — Vordering tot staken — Vordering tot terugroeping van producten — Vordering tot verstrekking van boekhoudkundige gegevens — Vordering tot schadevergoeding — Verplichtingen van de houder van het standaard-essentieel octrooi]
Zaak C-170/13: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 16 juli 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Düsseldorf — Duitsland) — Huawei Technologies Co. Ltd/ZTE Corp., ZTE Deutschland GmbH [Mededinging — Artikel 102 VWEU — Onderneming houdster van een standaard-essentieel octrooi, die zich jegens een standaardisatieorganisatie de verbintenis is aangegaan aan derden licenties te verlenen onder eerlijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden, genoemd „FRAND”(„fair, reasonable and non-discriminatory”)-voorwaarden — Misbruik van machtspositie — Beroepen wegens inbreuk — Vordering tot staken — Vordering tot terugroeping van producten — Vordering tot verstrekking van boekhoudkundige gegevens — Vordering tot schadevergoeding — Verplichtingen van de houder van het standaard-essentieel octrooi]
PB C 302 van 14.9.2015, p. 2–3
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
14.9.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 302/2 |
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 16 juli 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Düsseldorf — Duitsland) — Huawei Technologies Co. Ltd/ZTE Corp., ZTE Deutschland GmbH
(Zaak C-170/13) (1)
([Mededinging - Artikel 102 VWEU - Onderneming houdster van een standaard-essentieel octrooi, die zich jegens een standaardisatieorganisatie de verbintenis is aangegaan aan derden licenties te verlenen onder eerlijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden, genoemd „FRAND”(„fair, reasonable and non-discriminatory”)-voorwaarden - Misbruik van machtspositie - Beroepen wegens inbreuk - Vordering tot staken - Vordering tot terugroeping van producten - Vordering tot verstrekking van boekhoudkundige gegevens - Vordering tot schadevergoeding - Verplichtingen van de houder van het standaard-essentieel octrooi])
(2015/C 302/02)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Landgericht Düsseldorf
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Huawei Technologies Co. Ltd
Verwerende partijen: ZTE Corp., ZTE Deutschland GmbH
Dictum
1) |
Artikel 102 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat de houder van een octrooi dat essentieel is voor een door een standaardisatieorganisatie opgestelde standaard, die jegens deze standaardisatieorganisatie de onherroepelijke verbintenis is aangegaan om aan derden een licentie te verlenen onder eerlijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden, genoemd „FRAND”(„fair, reasonable and non-discriminatory”)-voorwaarden, geen misbruik van zijn machtspositie in de zin van dat artikel maakt door een beroep wegens inbreuk in te stellen strekkende tot staking van de inbreuk op zijn octrooi of tot terugroeping van de producten voor de vervaardiging waarvan gebruik is gemaakt van dit octrooi, wanneer:
|
2) |
Artikel 102 VWEU aldus moeten worden uitgelegd dat het, in omstandigheden als aan de orde in het hoofdgeding, een onderneming met een machtspositie die houdster is van een octrooi dat essentieel is voor een door een standaardisatieorganisatie opgestelde standaard, waarvoor zij jegens deze standaardisatieorganisatie de verbintenis is aangegaan licenties te verlenen onder FRAND-voorwaarden, niet verboden is tegen degene die inbreuk zou hebben gemaakt op haar octrooi, een beroep wegens inbreuk in te stellen strekkende tot het verstrekken van boekhoudkundige gegevens over de in het verleden verrichte handelingen van exploitatie van dit octrooi of tot schadevergoeding voor deze handelingen. |