EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015CN0321
Case C-321/15: Request for a preliminary ruling from the Cour constitutionnelle (Luxembourg) lodged on 29 June 2015 — ArcelorMittal Rodange et Schifflange SA v State of the Grand-Duchy of Luxembourg
Zaak C-321/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour constitutionnelle (Luxemburg) op 29 juni 2015 — ArcelorMittal Rodange et Schifflange SA/État du Grand-duché de Luxembourg
Zaak C-321/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour constitutionnelle (Luxemburg) op 29 juni 2015 — ArcelorMittal Rodange et Schifflange SA/État du Grand-duché de Luxembourg
PB C 294 van 7.9.2015, p. 39–40
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
7.9.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 294/39 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour constitutionnelle (Luxemburg) op 29 juni 2015 — ArcelorMittal Rodange et Schifflange SA/État du Grand-duché de Luxembourg
(Zaak C-321/15)
(2015/C 294/51)
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Cour constitutionnelle
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: ArcelorMittal Rodange et Schifflange SA
Verwerende partij: État du Grand-duché de Luxembourg
Prejudiciële vraag
Is artikel 13, lid 6, van de gewijzigde wet van 23 december 2004 tot vaststelling van een stelsel van handel in broeikasgasemissierechten, voor zover de bevoegde minister op grond van dit artikel de totale of gedeeltelijke restitutie, zonder schadeloosstelling, kan verlangen van overeenkomstig artikel 12, leden 2 en 4, van diezelfde wet afgegeven, maar niet gebruikte, emissierechten, verenigbaar met richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), en, meer in het bijzonder, met de opzet van het daarin voorziene stelsel van de handel in emissierechten, waarbij deze vraag zich uitstrekt tot het daadwerkelijke bestaan en — bij een bevestigend antwoord — tot de kwalificatie van de restitutie van de afgegeven, maar niet gebruikte, emissierechten, alsmede tot de mogelijke kwalificatie van dergelijke rechten als vermogensbestanddelen?