This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015TN0234
Case T-234/15: Action brought on 9 May 2015 — Systema Teknolotzis kai Pliroforikis v Commission
Zaak T-234/15: Beroep ingesteld op 9 mei 2015 — Systema Teknolotzis kai Pliroforikis/Commissie
Zaak T-234/15: Beroep ingesteld op 9 mei 2015 — Systema Teknolotzis kai Pliroforikis/Commissie
PB C 270 van 17.8.2015, p. 30–31
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Zaak T-234/15: Beroep ingesteld op 9 mei 2015 — Systema Teknolotzis kai Pliroforikis/Commissie
Beroep ingesteld op 9 mei 2015 — Systema Teknolotzis kai Pliroforikis/Commissie
(Zaak T-234/15)
2015/C 270/37Procestaal: GrieksPartijen
Verzoekende partij: Systema Teknolotzis AE Efarmogon Ilektronikis kai Plirofori (Athene, Griekenland) (vertegenwoordiger: E. Georgilas, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
het onderhavige beroep toewijzen; |
— |
het besluit van de Commissie van 10 maart 2015 [SG-Greffe(2015) D/3003/11 maart 2015] betreffende de terugvordering bij verzoekster van het totaalbedrag van zevenhonderdzestienduizend driehonderdvierendertig EUR en vijf cent (716334,05 EUR) vermeerderd met rente, nietig verklaren, en |
— |
verweerster verwijzen in de kosten van het geding en algemeen in alle proceskosten van verzoekster. |
Middelen en voornaamste argumenten
Tot staving van haar beroep voert verzoekster drie middelen tot nietigverklaring aan.
1. |
Het eerste middel betreft schending van artikel 89 van verordening nr. 1268/2012 ( 1 ) en van de motiveringsplicht (artikel 296 VWEU). Verzoekster betoogt dat in het bestreden besluit niet voldoende, niet specifiek en niet nauwkeurig is gemotiveerd waarom haar verzoek betreffende de terugbetaling van haar schuld in het kader van een akkoord over de schuldregeling gespreid over zeven jaar, voor de projecten PlayMancer en MOBISERV, was afgewezen. Ook voor het project PowerUp wijst het bestreden besluit haar verzoek betreffende de terugbetaling van het verschuldigde bedrag gespreid over drie jaar, impliciet af. |
2. |
Het tweede middel is gebaseerd op onjuist gebruik en/of overschrijding van de grenzen van de beoordelingsbevoegdheid en schending van het beginsel van behoorlijk bestuur. Verzoekster betoogt dat de Commissie bij de vaststelling van het bestreden besluit geen rekening heeft gehouden met belangrijke factoren, dat zij voorbij is gegaan aan belangrijke gegevens die aan haar waren overgelegd en dat zij oplossingen heeft vastgesteld die onvermijdelijk tot de financiële ondergang van verzoekster leiden. |
3. |
Het derde middel betreft schending van het evenredigheidsbeginsel. Verzoekster betoogt dat het bestreden besluit geen noodzakelijke maatregel is om het nagestreefde begrotingsdoel te bereiken en haar wezenlijke belangen op buitensporige wijze aantast doordat haar voortbestaan en de voortzetting van haar activiteiten als bedrijfs- en productie-eenheid worden bedreigd. |
( 1 ) Gedelegeerde verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362, blz. 1).