Kies de experimentele functies die u wilt uitproberen

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 62014TN0814

    Zaak T-814/14: Beroep ingesteld op 17 december 2014 — Banco Espírito Santo/Commissie

    PB C 118 van 13.4.2015, blz. 29–31 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    13.4.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 118/29


    Beroep ingesteld op 17 december 2014 — Banco Espírito Santo/Commissie

    (Zaak T-814/14)

    (2015/C 118/38)

    Procestaal: Portugees

    Partijen

    Verzoekende partij: Banco Espírito Santo, S.A. (vertegenwoordigers: M. Gorjão-Henriques en L. Bordalo e Sá, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

    (i)

    de punten 9 en 18 van bijlage II bij besluit C(2014) 5682 final van de Europese Commissie van 3 augustus 2014, staatssteun nr. SA.39250 (2014/N) — Portugal, afwikkeling van Banco Espírito Santo, SA, nietig te verklaren, voor zover verzoekster (Banco Espírito Santo, SA [of BES]) hierbij wordt verplicht de vergoeding of andere kosten van de monitoring trustee voor haar rekening te nemen, of voor zover deze bepalingen aldus kunnen worden uitgelegd;

    (ii)

    de Commissie te verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster drie middelen aan.

    1.

    Eerste middel: schending van de rechtsregels betreffende de toepassing van het Verdrag in die zin dat BES wordt verplicht de lasten te dragen die verband houden met het toezicht op de nakoming van de door de Portugese Republiek aangegane verplichtingen:

    BES wordt verplicht de lasten te dragen die verband houden met het optreden van een derde waarmee zij niet heeft ingestemd en dat haar niet ten goede komt. Deze derde is ook niet gekozen overeenkomstig criteria die garanderen dat het beginsel van de economisch meest voordelige afwikkeling wordt nageleefd, wat de schuldeisers en de aandeelhouders van BES kan benadelen.

    Volgens het bestreden besluit wordt de monitoring trustee benoemd door het afwikkelingsfonds. Voor zover de Portugese Republiek slechts één monitoring trustee dient te benoemen, lijkt het niet aanvaardbaar dat diens vergoeding integraal ten laste valt van BES. Deze oplossing druist in tegen de beginselen die aan staatssteun ten grondslag liggen: (i) zij vergroot het voordeel dat de overbruggingsbank geniet, door haar te bevrijden van de uit de afwikkeling voortvloeiende lasten die haar anders bij wet zouden worden opgelegd; (ii) zij vervalst de mededinging ten voordele van de overbruggingsbank, door haar te bevrijden van lasten die niet zijn gekwantificeerd in het kader van de goedkeuring van de staatssteun.

    De Unierechtelijke regels inzake staatssteun kunnen niet dienen als grondslag voor het besluit om BES te gelasten de monitoring trustee te vergoeden. Er zij aan herinnerd dat zij noch de adressaat van het besluit, noch de ontvanger van de steun is.

    Verordening (EU) nr. 806/2014 inzake het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme, die met ingang van 2016 van toepassing is, stelt dienaangaande geen nieuwe regels vast, afgezien van het feit dat artikel 19 ervan voorziet in de benoeming van een trustee. Verordening (EU) nr. 1093/2010 en richtlijn 2014/59/EU, waarvoor de omzettingstermijn nog niet is verstreken, bevatten evenmin nieuwe regels ter zake.

    In het kader van het Unierecht en van de activiteit van DG COMP (directoraat-generaal Concurrentie van de Europese Commissie), de dienst die het bestreden besluit voorbereidt, bestaan er vaste interpretatieve bepalingen betreffende de figuur van de monitoring trustee en diens vergoeding, die kunnen dienen om de leemtes in de bepalingen met betrekking tot de onderhavige situatie te verhelpen, met name wat de omvang van de vergoeding van de monitoring trustee betreft, die in onderling overleg tussen de partijen dient te worden vastgesteld, onder voorbehoud van goedkeuring door de Commissie en met inachtneming van de noodzakelijke onafhankelijkheid en zonder dat wordt vooruitgelopen op de te verstrekken middelen.

    De Europese Commissie kan verzoekster niet voorschrijven hoe de monitoring trustee in de praktijk dient te worden vergoed. Noch verordening (EU) nr. 806/2014 noch enige ander rechtsvoorschrift kan dienen als rechtsgrondslag voor het besluit van de Commissie om een dergelijke last dwingend op te leggen (zonder voorafgaande instemming van BES, met name wat het bedrag ervan betreft).

    De Commissie zelf heeft in het bestreden besluit enkel verklaard dat het aan de „bad bank” staat om de monitoring trustee te vergoeden en dat deze vergoeding „zodanig moet zijn dat geen afbreuk wordt gedaan aan de onafhankelijkheid en de doeltreffendheid van de monitoring trustee in de uitoefening van zijn opdracht”. De opbouw van de vergoeding, met name de wijze waarop deze in de praktijk zal worden verstrekt en de grenzen ervan, worden niet concreet omschreven.

    2.

    Tweede middel: schending van het vertrouwensbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en het beginsel dat het bestuur aan zijn eigen regels is gebonden

    De Commissie heeft inbreuk gemaakt op het vertrouwensbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en het beginsel dat het bestuur aan zijn eigen regels is gebonden, voor zover BES ertoe wordt verplicht de lasten in verband met de monitoring trustee op zich te nemen, of voor zover het besluit aldus kan worden opgevat.

    Deze conclusie geldt temeer daar BES, die een derde is ten aanzien van het besluit, totaal niet werd betrokken bij de procedure tot benoeming van de monitoring trustee en dus niet — los van de door het besluit vereiste middelen en onafhankelijkheid — kon verzekeren dat zij aan haar verplichtingen zou voldoen (en dat haar bestuurders aan hun fiduciaire verplichtingen zouden voldoen), waarmee zij de financiële last die verband hield met het toezicht op deze verplichtingen had kunnen drukken.

    3.

    Derde middel: schending van het evenredigheidsbeginsel

    De Commissie heeft het evenredigheidsbeginsel geschonden door BES te verplichten eenzijdig en integraal lasten op zich te nemen die, gelet op haar huidige financiële situatie als af te wikkelen instelling, niet alleen uiterst zwaar zijn, maar ook de grenzen van de evenredigheid stricto sensu overschrijden.

    Dit geldt temeer daar de verantwoordelijkheid voor die lasten, indien deze niet door de Portugese Staat wordt gedragen, door de Europese Commissie zelf dient te worden gedragen op grond van de rol die zij dient te vervullen bij de afwikkeling van bankinstellingen en in het kader van de uitvoering van de verplichtingen die de lidstaten in het kader van deze maatregelen zijn aangegaan.


    Naar boven