Este documento é um excerto do sítio EUR-Lex
Documento 62013CA0114
Case C-114/13: Judgment of the Court (First Chamber) of 12 February 2015 (request for a preliminary ruling from the Arbeidshof te Antwerpen — Belgium) — Theodora Hendrika Bouman v Rijksdienst voor Pensioenen (Reference for a preliminary ruling — Social security — Regulation (EEC) No 1408/71 — Old age and survivors’ insurance — Article 46a(3)(c) — Award of benefits — National rules against overlapping — Derogation — Concept of ‘voluntary insurance or continued optional insurance’ — National pension under a compulsory insurance scheme — Possibility of requesting an exemption from affiliation for a certain period — Scope of the statement issued by the competent institution of another Member State — Regulation (EEC) No 574/72 — Article 47)
Zaak C-114/13: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 12 februari 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Arbeidshof te Antwerpen — België) — Theodora Hendrika Bouman/Rijksdienst voor Pensioenen [Prejudiciële verwijzing — Sociale zekerheid — Verordening (EEG) nr. 1408/71 — Verzekering ter zake van ouderdom en overlijden — Artikel 46 bis, lid 3, onder c) — Vaststelling van de uitkeringen — Nationale anticumulatievoorschriften — Afwijking — Begrip „vrijwillig voortgezette verzekering” — Nationaal pensioen uit hoofde van een verplichte verzekering — Mogelijkheid om gedurende een bepaald tijdvak ontheffing van aansluiting te vragen — Reikwijdte van de verklaring van het bevoegde orgaan van een andere lidstaat — Verordening (EEG) nr. 574/72 — Artikel 47]
Zaak C-114/13: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 12 februari 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Arbeidshof te Antwerpen — België) — Theodora Hendrika Bouman/Rijksdienst voor Pensioenen [Prejudiciële verwijzing — Sociale zekerheid — Verordening (EEG) nr. 1408/71 — Verzekering ter zake van ouderdom en overlijden — Artikel 46 bis, lid 3, onder c) — Vaststelling van de uitkeringen — Nationale anticumulatievoorschriften — Afwijking — Begrip „vrijwillig voortgezette verzekering” — Nationaal pensioen uit hoofde van een verplichte verzekering — Mogelijkheid om gedurende een bepaald tijdvak ontheffing van aansluiting te vragen — Reikwijdte van de verklaring van het bevoegde orgaan van een andere lidstaat — Verordening (EEG) nr. 574/72 — Artikel 47]
PB C 118 van 13.4.2015, p. 2—2
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
13.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 118/2 |
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 12 februari 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Arbeidshof te Antwerpen — België) — Theodora Hendrika Bouman/Rijksdienst voor Pensioenen
(Zaak C-114/13) (1)
([Prejudiciële verwijzing - Sociale zekerheid - Verordening (EEG) nr. 1408/71 - Verzekering ter zake van ouderdom en overlijden - Artikel 46 bis, lid 3, onder c) - Vaststelling van de uitkeringen - Nationale anticumulatievoorschriften - Afwijking - Begrip „vrijwillig voortgezette verzekering” - Nationaal pensioen uit hoofde van een verplichte verzekering - Mogelijkheid om gedurende een bepaald tijdvak ontheffing van aansluiting te vragen - Reikwijdte van de verklaring van het bevoegde orgaan van een andere lidstaat - Verordening (EEG) nr. 574/72 - Artikel 47])
(2015/C 118/02)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Arbeidshof te Antwerpen
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Theodora Hendrika Bouman
Verwerende partij: Rijksdienst voor Pensioenen
Dictum
Artikel 46 bis, lid 3, onder c), van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, in de versie zoals gewijzigd en bijgewerkt bij verordening (EG) nr. 118/97 van de Raad van 2 december 1996, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1992/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006, moet aldus worden uitgelegd dat het mede het gedeelte van de uitkering omvat dat voortvloeit uit een tijdvak van verzekering waarin de verzekerde van aansluiting bij de verplichte verzekering kon worden ontheven, in het geval dat die aansluiting gedurende het betrokken tijdvak de omvang van de socialezekerheidsuitkering beïnvloedt.